Ultra S - Normstahl

Ultra S - Normstahl Ultra S - Normstahl

09.12.2012 Views

18 Nederlands Dwarsverwijzingen In het tekstgedeelte zijn dwarsverwijzingen in het montageschema als volgt weergegeven: [12] = afbeeldingnummer, b. v. 12 [21-] = afbeeldingnummer, b. v. 21 en volgende afbeeldingen (21) = plaatscijfer, b.v. 21 Veiligheid Voor de veiligheid van personen is het van levensbelang om alle aanwijzingen in deze handleiding op te volgen. Bewaart u beide handleidingen (afbeeldingen- en tekstgedeelte) alsmede de handleidingen voor de accessoires voor toekomstig gebruik binnen handbereik. De deuraandrijving is volgens de stand van de techniek en de algemeen aanvaarde veiligheidstechnische regels gebouwd. Niettemin kunnen bij gebruik ervan gevaren voor personen of schade aan materiaal ontstaan. Voor alle werkzaamheden aan de deuraandrijving netstekker eruit trekken. Verbouwingen en wijzigingen aan de deuraandrijving zijn om redenen van veiligheids en garantie niet toegestaan. Voor het bedienen van de commandovoorzieningen (b.v. handzender, seingever) u ervan vergewissen, dat zich geen personen, dieren of voorwerpen binnen het bewegingsbereik van de deur bevinden. Erop letten, dat onbedoeld of onachtzaam gebruik, b.v. door spelende kinderen, uitgesloten is. Als er in de garagedeur een klinket ingebouwd is, moet er een veiligheidsvoorziening worden gemonteerd, die de werking van de deuraandrijving verhindert, zolang het klinket geopend is. Te bewegen is en het deurmechanisme in onberispelijke toestand is. Ongebalanceerde deuren mogen niet aangedreven worden, omdat de aandrijfconstructie hier niet voor is ontworpen. Indien de deur met een gewichtscompensatie in de vorm van stalen veren is uitgerust, moet de goede werking daarvan gewaarborgd zijn. Instellingen en reparaties alleen door de bevoegde klantendienst van de deurenproducent laten verrichten - nooit zelf proberen (gevaar voor letsel door onder spanning staande veren). In verband met de aansluiting van de deuraandrijving aan de deur dienen ook de voorschriften van de deurenproducent in acht te worden genomen. Inbouwvoorwaarden Werkzaamheden aan de elektroninstallatie mogen alleen door een erkende elektra-installateur werden uitgevoerd. Voor montage zijn technische kennis en ambachtelijk kunnen vereist. De deuraandrijving mag alleen in droge ruimten werden geïnstalleerd. De vrije ruimte tussen het hoogste punt van de geopende deur en het garageplafond moet ten minste 50 mm bedragen. De deur moet zich door horizontaal werkende trek- of drukkrachten laten bedienen. De benodigde trek-/drukkracht mag max. 150 N niet te boven gaan. De bevestigingsplekken aan plafond, wand of latei en deur moeten een veilige bevestiging van de deuraandrijving garanderen. Zo nodig aanvullende bouwkundige maatregelen (afhangende constructies, schoren, dwarsdragers, versterkingen) doorvoeren. Geaarde wandcontactdoos 230 V 50 Hz ongeveer 10 - 50 cm naast de latere bevestigingspositie van de aandrijfkop laten installeren. Zie voor beveiliging door de bouwer technische gegevens. De mechanische bouwelementen van de deur dienen te voldoen aan de normen EN 12 604 en EN 12 605. Bij de montage van de deuraandrijving aan de deur moeten de normen EN 12 453, EN 12 445 en EN 12 635 worden vervuld, bij de montage van extra beveiligingsvoorzieningen (fotocel, optosensor, veiligheidscontactlijst) de norm EN 12 978. Bij garages zonder tweede toegang is een buiten-noodontgrendeling vereist. Die kan eventueel apart worden besteld. ABON is niet aansprakelijk voor technische gebreken aan de aan te drijven deur en voor structuurvervormingen die optreden gedurende het gebruik of bij ondeskundig onderhoud van de deur. Montagevoorbereiding Foutieve montage kan tot ernstig letsel leiden. Volgt u alle montageaanwijzingen in deze handleiding op. Voor de montage van de deuraandrijving dient de deur op werking en licht lopen te worden getest en ingesteld. De veerspanning van de deur moet zo ingesteld zijn, dat de deur met de hand gemakkelijk te openen en te sluiten is, hij moet gelijkmatig en schokvrij lopen. Mechanische vergrendelingen van de deur buiten bedrijf stellen. Deuraandrijving en accessoires uitpakken, levering controleren op compleetheid. Verpakking bewaren voor terugzending in geval van reparatie. Verpakkingsmateriaal (b.v. kunststof) buiten bereik van kinderen bewaren. Voor verpakking van de deuraandrijving zijn uitsluitend recyclebare materialen gebruikt. Vrijkomend verpakkingsmateriaal s.v.p. in overeenstemming met de specifieke voorschriften van het land verwijderen. Gereedschap [1] Afgebeeld gereedschap gereedhouden. Omvang van de levering [2-3] Zie montageplan (afbeeldinggedeelte).

Montage van de aandrijving [4-14] Zie montageschema (afbeeldingengedeelte). Tandriemspanning instellen [15-] Borgmoer (24) zover opendraaien, dat de tandriem (5) niet meer in de geleidingsrail (10) ligt en licht strakgespannen is. Montage [17-29] Zie montageschema (afbeeldingengedeelte). Aandrijving na het omhoogtillen naar het plafond met geschikte hulpmiddelen onderbouwen en tegen vallen beveiligen. Na de montage de bevestigingen aan het plafond en de latei nog een keer controleren [23, 24, 29]. Deuraansluiting Voor de deuraansluiting staan al naar gelang het deurtype bijbehorende montagesets ter beschikking. Deuraansluiting volgens de handleiding die bij de montageset is gevoegd tot stand brengen. Als de deur niet kan worden aangekoppeld, moet de slede (4) met toets 2 van de handzender in sluitrichting worden bewogen of de slede ontgrendeld. Deur voor het uitvoeren van de programmeerbewegingen [35] aankoppelen. Als de eindpositie onbedoeld is bevestigd, moet de netstekker er 2 seconden uit worden getrokken (= reset). Bedieningscomponenten Bedienings- en displayelementen [30] 1 Taster „Impuls“ 2 Taster „Programma“ 3 Lichtgevende diode (rood) 4 Lichtgevende diode „Net“ (groen) Externe aansluitingen [30] 5 Noodstop 6 Veiiigheidslijst/Optosensor/Fotocel (SE/LS) 7 Impuls 8 Antenne A = Antenne E = aarding Deurbediening in bedrijf nemen Antenne aansluiten [31] Handzender en antenne uitpakken. [32] Antenne (8) aan externe aansluiting (8, rechter klem A) aansluiten. Netaansluiting tot stand brengen [33] Deur met de hand langzaam openen, tot de slede hoorbaar inklikt. [34] Netstekker erin steken. De lichtgevende diode „Net“ (4) moet branden, het aandrijvingslampje knippert 4-maal. Voor het bedienen van de aandrijving zorgen, dat zich geen personen, dieren of objecten binnen het Bewegingsbereik van de deur bevinden. Nederlands Basisinstelling (eindposities en gebruikte krachten inprogrammeren) Voor de basisinstelling moet de deuraandrijving aan de deur gekoppeld zijn. Bij het inprenten bestaat er nog geen beveiliging door de krachtuitschakeling. Er zijn twee mogelijkheden voor inprogrammeren: • met handzender [35] • zonder handzender [36-39] Inprogrammeren met handzender Toets 1: Dodemansschakeling en fijninstelling „OPEN“ Toets 2: Dodemansschakelling en fijninstelling „DICHT“ Toets 3: Bevestiging (bewaren) Toets 4: Bevestiging (bewaren) Eindpositie „OPEN“ [35] Toets 1 bedienen en ingedrukt houden, de deur beweegt in openingsrichting. Op het moment, waarop de gewenste eindpositie „OPEN“ is bereikt, toets 1 loslaten. De correctie van eindpositie „OPEN“ is door het indrukken van toets 2 mogelijk. Bereikte eindpositie „OPEN“ door kort drukken op toets 3 of 4 bevestigen, het aandrijvingslampje knippert 3-maal. Nadat de eindpositie „OPEN“ is ingeprogrammeerd, wordt de deur automatisch in sluitrichting bewogen. De deuraandrijving stopt automatisch, als de juiste sluitpositie is bereikt. 19

Montage van de aandrijving<br />

[4-14] Zie montageschema (afbeeldingengedeelte).<br />

Tandriemspanning instellen<br />

[15-] Borgmoer (24) zover opendraaien,<br />

dat de tandriem (5) niet<br />

meer in de geleidingsrail (10)<br />

ligt en licht strakgespannen is.<br />

Montage<br />

[17-29] Zie montageschema (afbeeldingengedeelte).<br />

Aandrijving na het omhoogtillen<br />

naar het plafond met geschikte hulpmiddelen<br />

onderbouwen en tegen vallen<br />

beveiligen. Na de montage de bevestigingen<br />

aan het plafond en de latei<br />

nog een keer controleren [23, 24,<br />

29].<br />

Deuraansluiting<br />

Voor de deuraansluiting staan al<br />

naar gelang het deurtype bijbehorende<br />

montagesets ter beschikking. Deuraansluiting<br />

volgens de handleiding die bij de<br />

montageset is gevoegd tot stand brengen.<br />

Als de deur niet kan worden aangekoppeld,<br />

moet de slede (4) met toets<br />

2 van de handzender in sluitrichting worden<br />

bewogen of de slede ontgrendeld.<br />

Deur voor het uitvoeren van de programmeerbewegingen<br />

[35] aankoppelen. Als<br />

de eindpositie onbedoeld is bevestigd,<br />

moet de netstekker er 2 seconden uit<br />

worden getrokken (= reset).<br />

Bedieningscomponenten<br />

Bedienings- en displayelementen<br />

[30]<br />

1 Taster „Impuls“<br />

2 Taster „Programma“<br />

3 Lichtgevende diode (rood)<br />

4 Lichtgevende diode „Net“ (groen)<br />

Externe aansluitingen [30]<br />

5 Noodstop<br />

6 Veiiigheidslijst/Optosensor/Fotocel<br />

(SE/LS)<br />

7 Impuls<br />

8 Antenne A = Antenne<br />

E = aarding<br />

Deurbediening in bedrijf<br />

nemen<br />

Antenne aansluiten<br />

[31] Handzender en antenne uitpakken.<br />

[32] Antenne (8) aan externe aansluiting<br />

(8, rechter klem A) aansluiten.<br />

Netaansluiting tot stand brengen<br />

[33] Deur met de hand langzaam openen,<br />

tot de slede hoorbaar inklikt.<br />

[34] Netstekker erin steken. De lichtgevende<br />

diode „Net“ (4) moet branden,<br />

het aandrijvingslampje knippert<br />

4-maal.<br />

Voor het bedienen van de aandrijving<br />

zorgen, dat zich geen personen,<br />

dieren of objecten binnen het Bewegingsbereik<br />

van de deur bevinden.<br />

Nederlands<br />

Basisinstelling (eindposities<br />

en gebruikte krachten inprogrammeren)<br />

Voor de basisinstelling moet de<br />

deuraandrijving aan de deur gekoppeld<br />

zijn. Bij het inprenten bestaat er<br />

nog geen beveiliging door de krachtuitschakeling.<br />

Er zijn twee mogelijkheden voor inprogrammeren:<br />

• met handzender [35]<br />

• zonder handzender [36-39]<br />

Inprogrammeren met handzender<br />

Toets 1: Dodemansschakeling en<br />

fijninstelling „OPEN“<br />

Toets 2: Dodemansschakelling en<br />

fijninstelling „DICHT“<br />

Toets 3: Bevestiging (bewaren)<br />

Toets 4: Bevestiging (bewaren)<br />

Eindpositie „OPEN“<br />

[35] Toets 1 bedienen en ingedrukt<br />

houden, de deur beweegt in openingsrichting.<br />

Op het moment,<br />

waarop de gewenste eindpositie<br />

„OPEN“ is bereikt, toets 1 loslaten.<br />

De correctie van eindpositie<br />

„OPEN“ is door het indrukken van toets<br />

2 mogelijk.<br />

Bereikte eindpositie „OPEN“ door<br />

kort drukken op toets 3 of 4 bevestigen,<br />

het aandrijvingslampje knippert<br />

3-maal. Nadat de eindpositie<br />

„OPEN“ is ingeprogrammeerd,<br />

wordt de deur automatisch in sluitrichting<br />

bewogen. De deuraandrijving<br />

stopt automatisch, als de juiste<br />

sluitpositie is bereikt.<br />

19

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!