HD6103 - Philips

Nederlands 69
Schoonmaken
Laat de olie of het vet minstens 4 uur afkoelen voordat u de friteuse schoonmaakt of verplaatst.
Gebruik nooit schuursponzen, schurende schoonmaakmiddelen of agressieve vloeistoffen zoals
benzine of aceton om het apparaat schoon te maken.
Dompel de friteuse nooit in water.
1 Open het deksel (fig. 2).
2 Trek het deksel omhoog om het te verwijderen (fig. 13).
3 Neem de frituurmand uit de friteuse.
4 Giet de olie of het vet uit de friteuse (fig. 14).
PreClean-functie
Dit apparaat is uitgerust met een PreClean-functie, die u in staat stelt de binnenpan met heet water
en afwasmiddel te weken om deze makkelijker schoon te kunnen maken.
Zorg ervoor dat u de olie of het vet uit de binnenpan hebt verwijderd voordat u deze functie
gebruikt.
1 Vul de binnenpan voor driekwart met koud water en voeg een beetje afwasmiddel toe. (fig. 15)
2 Steek de stekker in het stopcontact.
3 Druk op de aan/uitknop om het apparaat in te schakelen (fig. 7).
4 Zet de temperatuurregelaar op de PreClean-functie. (fig. 8)
,,
Het water wordt opgewarmd tot net onder het kookpunt.
5 Haal na 20 tot 30 minuten de stekker uit het stopcontact.
6 Giet het water uit de binnenpan en maak deze schoon zoals hieronder beschreven.
Het apparaat schoonmaken
1 Maak de behuizing van de friteuse schoon met een vochtige doek (met een beetje
afwasmiddel) en/of keukenpapier.
2 Reinig de binnenpan, het deksel en de frituurmand in heet water met een beetje afwasmiddel.
Spoel deze onderdelen af met schoon water en droog ze grondig af.
Het deksel en de frituurmand kunnen ook worden gereinigd in de vaatwasmachine.
Zorg ervoor dat alle onderdelen droog zijn voordat u de friteuse vult met olie of vet.
Opbergen
1 Laat de olie of het vet minstens 4 uur afkoelen voordat u de friteuse schoonmaakt of verplaatst.
2 Plaats alle onderdelen terug in/op de friteuse en sluit het deksel.
3 Duw het snoer in de snoeropbergruimte. (fig. 16)
4 Til de friteuse op aan de handgrepen om deze weg te zetten (fig. 17).
Milieu
--
Gooi het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet weg met het normale huisvuil, maar
lever het in op een door de overheid aangewezen inzamelpunt om het te laten recyclen. Op die
manier levert u een bijdrage aan een schonere leefomgeving (fig. 18).