rotationslaser dw077 - Service - DeWALT

rotationslaser dw077 - Service - DeWALT rotationslaser dw077 - Service - DeWALT

service.dewalt.fr
from service.dewalt.fr More from this publisher
18.08.2013 Views

NEDERLANDS • Om de scansnelheid in te stellen, drukt u de toets (19) in. Iedere keer als de toets wordt ingedrukt verspringt de scansnelheid cyclisch van ‘kruipend’ naar ‘langzaam’, ‘gemiddeld’ en ‘snel’. • Toepassingen met waterpas uitlijnen: – Gebruik de toetsen (20) om het scanoppervlak in de gewenste richting te bewegen. – Gebruik de toetsen (21) om het scanoppervlak af te stellen. • Toepassingen met loodrecht uitlijnen: – Gebruik de toetsen (21) om het scanoppervlak in de gewenste richting te bewegen. • Druk de toets (18) in om de scanmodus te beëindigen. Verticale overbrengingsfunctie (fig. J1 & J2) De uitlijnribben (31) helpen bij het bepalen van de positie van de omhoog gerichte laserstraal (32) boven een gemarkeerde positie op de vloer • Plaats een kruis op de vloer. • Plaats de machine boven het midden van het kruis en breng de ribben op een lijn met de markeringen op de vloer. • Breng het midden van het kruis over met behulp van de omhoog gerichte laserstraal. Let op! Deze functie werkt alleen op vlakke ondergronden en kan uitsluitend worden gebruikt voor het grofweg overbrengen van een gemarkeerde positie. Voor het uiterst nauwkeurig overbrengen van markeringen raden wij u de toepassing van een speciale DEWALT puntlaser aan. Uitlijnfoutmelding De uitlijnfoutmelding wordt automatisch geactiveerd 8 seconden nadat de uitlijningsprocedure is voltooid. Zodra de uitlijnfoutmelding is geactiveerd, controleert de machine voortdurend de richtpositie. Afhankelijk van het geregistreerde afwijkingsniveau reageert de machine als volgt op uitlijnfouten: – Afwijkingen < 2 mm over 10 m: een uitlijnfout wordt zonder mededelen automatisch gecorrigeerd. – Afwijkingen 2 - 20 mm over 10 m: een uitlijnfout wordt automatisch gecorrigeerd. De laserkop stopt tijdelijk met roteren en de laserstraal begint te knipperen ter indicatie dat de machine opnieuw uitlijnt. 92 – Afwijkingen > 20 mm over 10 m: een uitlijnfout leidt tot onderbreking van de werking van de machine. De laserkop stopt met roteren en de laserstraal gaat uit. Er klinkt een snel piepend audiosignaal en de aan/uit-indicatie knippert tegelijkertijd. Om verder te gaan: • Schakel de machine uit. Controleer de afstelling en stel indien nodig opnieuw af voordat u de machine weer inschakelt. Hulpmiddelen (fig. (K1 - K4) Er zijn verschillende hulpmiddelen meegeleverd die van pas kunnen komen bij het gebruik van de machine. Afstandsbediening (fig. K1) De afstandsbediening maakt handmatig ingrijpen in de automatische uitlijnfunctie mogelijk indien een afstelling voor schuin uitlijnen is gewenst. De maximale schuinte komt overeen met het uitlijningsbereik van de machine. Met de afstandsbediening kunt u tevens van een afstand tot 30 m rond de machine de laserlijn activeren en de laserkop bedienen. Laserbril (fig. K2) De rode brillenglazen verbeteren de zichtbaarheid van de laserstraal onder omstandigheden met schelle verlichting of over lange afstanden. Het beste resulaat wordt binnenshuis bereikt. De bril filtert het omgevingslicht en intensifeert de geprojecteerde punt of lijn. De bril kan niet de laserstraal tegenhouden. Kijk nooit direct in de laserstraal met deze bril. DE0730 Schijfkaart (fig. K3) De schijfkaart localiseert en markeert de laserstraal als de straal de kaart kruist, waardoor de zichtbaarheid van de geprojecteerde lijn verbeterd wordt. De laserstraal gaat door het rode plastic oppervlak heen en wordt gereflecteerd door de achterkant van de kaart. Voor eenvoudige ondersteuning bij waterpas en loodrecht uitlijnen is de kaart voorzien van een inchschaal en een metrieke schaal. Door de magneten bovenop kan hij aan plafondrails of stalen balken worden vastgezet.

Muurbevestiging (fig. K4) De muurbevestiging kan ook gebruikt worden als een standaard om extra stabiliteit aan de machine te geven. Opties Uw dealer verstrekt u graag de nodige informatie over de juiste accessoires. Dit zijn: – DE0772 Digitale laserdetector – DE0734 Meetlat – DE0735 Statief – DE0736 Statief Accu’s Spanning NiCd NiMH 9,6 DE9061 DE9036 12 DE9071/DE9075 DE9037 14,4 DE9091/DE9092 DE9038 18 DE9095/DE9096 DE9039 Onderhoud Uw DEWALT-machine is ontworpen om gedurende lange tijd probleemloos te functioneren met een minimum aan onderhoud. Een juiste behandeling en regelmatige reiniging van de machine garanderen een hoge levensduur. Kalibratietest ter plaatse (fig. F5, L1 & L2) De ter plaatse verrichtbare kalibratietests dienen zorgvuldig en nauwkeurig te worden uitgevoerd om de juiste diagnose te stellen. Laat de machine bij een erkend servicecentrum kalibreren zodra een fout wordt gesignaleerd. Laat de laserkop altijd bij een erkend servicecentrum kalibreren. Tests voor waterpasuitlijning (fig. L1 & L2) De volgende tests worden uitgevoerd om de kalibratie van de laserkop voor waterpas uitlijnen te controleren. • Plaats de machine in een ruimte op ongeveer 15 m van een verticaal oppervlak. • Plaats de machine in een statiefopstelling en stel de machine in voor waterpas uitlijnen. NEDERLANDS Om een test voor waterpasuitlijning van de X-as uit te voeren (fig. L1): • Plaats de machine zodanig dat de X-as parallel met het verticale oppervlak is. • Schakel de machine in en draai de kop totdat de laserpunt op het verticale oppervlak verschijnt. • Markeer het middelpunt van de laserstraal. • Schakel de machine uit en draai de machine zodanig dat de X-as omgekeerd parallel met het verticale oppervlak is. • Schakel de machine in, draai de kop en markeer nogmaals het middelpunt van de laserstraal op het oppervlak. Schakel de machine uit. • Meet de verschillen tussen de markeringen. • Indien het verschil tussen de markeringen 3,2 mm of minder bedraagt, dan is de laserkop correct gekalibreerd. • Indien het verschil tussen de markeringen meer dan 3,2 mm bedraagt, dan dient de laserkop te worden gekalibreerd. Om een test voor waterpasuitlijning van de Y-as uit te voeren (fig. L2): • Plaats de machine zodanig dat de Y-as parallel met het verticale oppervlak is. • Terwijl u dezelfde procedure volgt als hierboven staat beschreven, markeert u het middelpunt van de laserpunt op het oppervlak, waarna de machine 180° wordt gedraaid om het middelpunt van de laserpunt nogmaals te markeren. • Meet de verschillen tussen de markeringen. • Indien het verschil tussen de markeringen 3,2 mm of minder bedraagt, dan is de laserkop correct gekalibreerd. • Indien het verschil tussen de markeringen meer dan 3,2 mm bedraagt, dan dient de laserkop te worden gekalibreerd. Test voor loodrecht uitlijnen (fig. F5) De volgende test wordt uitgevoerd om de kalibratie van de laserkop voor loodrecht uitlijnen te controleren. • Plaats de machine in een ruimte op ongeveer 1 m van een verticaal oppervlak. • Plaats de machine in een vloeropstelling en stel de machine in voor loodrecht uitlijnen. • Markeer de boven- en onderkant van het verticale oppervlak met behulp van een schietlood. • Schakel de machine in breng de laserstraal op een lijn met de onderste markering. 93

Muurbevestiging (fig. K4)<br />

De muurbevestiging kan ook gebruikt worden als<br />

een standaard om extra stabiliteit aan de machine te<br />

geven.<br />

Opties<br />

Uw dealer verstrekt u graag de nodige informatie<br />

over de juiste accessoires.<br />

Dit zijn:<br />

– DE0772 Digitale laserdetector<br />

– DE0734 Meetlat<br />

– DE0735 Statief<br />

– DE0736 Statief<br />

Accu’s<br />

Spanning NiCd NiMH<br />

9,6 DE9061 DE9036<br />

12 DE9071/DE9075 DE9037<br />

14,4 DE9091/DE9092 DE9038<br />

18 DE9095/DE9096 DE9039<br />

Onderhoud<br />

Uw DEWALT-machine is ontworpen om gedurende<br />

lange tijd probleemloos te functioneren met een<br />

minimum aan onderhoud. Een juiste behandeling en<br />

regelmatige reiniging van de machine garanderen<br />

een hoge levensduur.<br />

Kalibratietest ter plaatse (fig. F5, L1 & L2)<br />

De ter plaatse verrichtbare kalibratietests dienen<br />

zorgvuldig en nauwkeurig te worden uitgevoerd om<br />

de juiste diagnose te stellen. Laat de machine bij een<br />

erkend servicecentrum kalibreren zodra een fout<br />

wordt gesignaleerd.<br />

Laat de laserkop altijd bij een erkend<br />

servicecentrum kalibreren.<br />

Tests voor waterpasuitlijning (fig. L1 & L2)<br />

De volgende tests worden uitgevoerd om de kalibratie<br />

van de laserkop voor waterpas uitlijnen te controleren.<br />

• Plaats de machine in een ruimte op ongeveer<br />

15 m van een verticaal oppervlak.<br />

• Plaats de machine in een statiefopstelling en stel<br />

de machine in voor waterpas uitlijnen.<br />

NEDERLANDS<br />

Om een test voor waterpasuitlijning van de X-as uit<br />

te voeren (fig. L1):<br />

• Plaats de machine zodanig dat de X-as parallel<br />

met het verticale oppervlak is.<br />

• Schakel de machine in en draai de kop totdat de<br />

laserpunt op het verticale oppervlak verschijnt.<br />

• Markeer het middelpunt van de laserstraal.<br />

• Schakel de machine uit en draai de machine<br />

zodanig dat de X-as omgekeerd parallel met het<br />

verticale oppervlak is.<br />

• Schakel de machine in, draai de kop en markeer<br />

nogmaals het middelpunt van de laserstraal op<br />

het oppervlak. Schakel de machine uit.<br />

• Meet de verschillen tussen de markeringen.<br />

• Indien het verschil tussen de markeringen 3,2 mm<br />

of minder bedraagt, dan is de laserkop correct<br />

gekalibreerd.<br />

• Indien het verschil tussen de markeringen meer<br />

dan 3,2 mm bedraagt, dan dient de laserkop te<br />

worden gekalibreerd.<br />

Om een test voor waterpasuitlijning van de Y-as uit<br />

te voeren (fig. L2):<br />

• Plaats de machine zodanig dat de Y-as parallel<br />

met het verticale oppervlak is.<br />

• Terwijl u dezelfde procedure volgt als hierboven<br />

staat beschreven, markeert u het middelpunt van<br />

de laserpunt op het oppervlak, waarna de<br />

machine 180° wordt gedraaid om het middelpunt<br />

van de laserpunt nogmaals te markeren.<br />

• Meet de verschillen tussen de markeringen.<br />

• Indien het verschil tussen de markeringen 3,2 mm<br />

of minder bedraagt, dan is de laserkop correct<br />

gekalibreerd.<br />

• Indien het verschil tussen de markeringen meer<br />

dan 3,2 mm bedraagt, dan dient de laserkop te<br />

worden gekalibreerd.<br />

Test voor loodrecht uitlijnen (fig. F5)<br />

De volgende test wordt uitgevoerd om de kalibratie<br />

van de laserkop voor loodrecht uitlijnen te controleren.<br />

• Plaats de machine in een ruimte op ongeveer 1 m<br />

van een verticaal oppervlak.<br />

• Plaats de machine in een vloeropstelling en stel<br />

de machine in voor loodrecht uitlijnen.<br />

• Markeer de boven- en onderkant van het verticale<br />

oppervlak met behulp van een schietlood.<br />

• Schakel de machine in breng de laserstraal op<br />

een lijn met de onderste markering.<br />

93

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!