viWTA Blootstelling aan niet-ioniserende straling in huis - Instituut ...

viWTA Blootstelling aan niet-ioniserende straling in huis - Instituut ... viWTA Blootstelling aan niet-ioniserende straling in huis - Instituut ...

samenlevingentechnologie.be
from samenlevingentechnologie.be More from this publisher
08.02.2013 Views

148 5.2.2.7 COST projecten COST (European Cooperation in the field of Scientific and Technical Research) is een wetenschappelijk en technisch samenwerkingsverband dat de coördinatie op Europees vlak mogelijk maakt van het nationale onderzoek. De COST-acties hebben betrekking op fundamenteel en precompetitief onderzoek, maar ook op acties van openbaar nut. Meestendeels coördineert men op Europees vlak bestaande of in voorbereiding zijnde onderzoekprogramma's. Financiering gebeurt via het “EU Framework Programme.” Voorbeelden van COST projecten i.v.m. elektromagnetische velden en gezondheid zijn COST244 en COST244bis met als titel “Biomedical Effects of Electromagnetic Fields” en COST281 met als titel “Potential Health Implications from Mobile Communication Systems.” Binnen b.v. het COST281 project worden de mogelijke implicaties van mobiele communicatie op de gezondheid nagegaan. Ook worden de mogelijke risico’s nagegaan en wordt gekeken naar gevoelige groepen 5.2.3 Nodig onderzoek per frequentiegebied Het meest dringend onderzoek wordt in een kader getoond. Deze beoordeling van de dringendheid is opnieuw een voorstel van de auteurs van dit document en het is niet de bedoeling sommig onderzoek naar de achtergrond te brengen. 5.2.3.1 Extreem lage frequenties Aangezien de blootstelling van de bevolking in de buurt van hoogspanningslijnen in belangrijke mate boven 0,4 µT kan uitstijgen lijkt het duidelijk dat er bij de aanleg van nieuwe lijnen voorbereidend onderzoek nodig is teneinde de blootstelling in de toekomst zoveel mogelijk te beperken. Zo zal er in de eerste plaats over gewaakt moeten worden dat het traject van nieuwe lijnen niet boven bestaande woningen loopt. Wegens het volledig ontbreken van enige studie over mogelijke risico’s verbonden aan het lassen tijdens schoolse activiteiten kan het nuttig zijn op dit domein een onderzoeksactiviteit te initiëren. De graad en duur van de blootstelling is niet gering en in het licht van de epidemiologische gegevens kan dergelijke studie zeker verantwoord worden. Bij het recente in-vitro onderzoek (onderzoek van het biologisch effect op geïsoleerde menselijke of dierlijke cellen) van [REFLEX (2004)] stelden de onderzoekers vast dat er groei was van neuroblastomacellen bij blootstelling aan ELF velden van 10 µT en 100 µT. Het belangrijkste resultaat van REFLEX is, dat er in sommige van de onderzochte cellijnen effecten gevonden zijn die lijken (onzekerheid) te wijzen op schade aan het DNA. Er is echter geen eenduidigheid in het soort effecten en het type cellijn en met name ook niet in de blootstellingscondities waaronder de effecten zijn gevonden [Gezondheidsraad Ned. (2005)]. Hier moet opnieuw onderzoek naar gedaan worden om te kijken of de gevonden effecten kunnen gerepliceerd worden. Het risico op leukemie bij kinderen en volwassenen die wonen in de nabijheid van hoogspanningslijnen werd in reeds verschillende studies bestudeerd. De studies tonen uiteenlopende resultaten. Uitgebreide en goed uitgevoerde studies over dit onderwerp zijn noodzakelijk. Samenwerking tussen biologen en ingenieurs is hierbij onontbeerlijk. De bepaling welke groepen van de bevolking (huizen in de buurt van hoogspanningskabels) en onder welke omstandigheden de mens blootgesteld wordt aan meer dan 0,4 mT is noodzakelijk.

149 5.2.3.2 Intermediaire frequenties Er is nog maar weinig specifiek onderzoek uitgevoerd over de gevolgen van intermediaire frequenties voor de mens. Ook zijn er niet veel metingen van de blootstelling van EAS systemen. De biologische mechanismen waarop intermediaire frequenties inwerken op het menselijke lichaam zijn gelijkaardig als deze van de ELF velden of de RF velden (naargelang de frequentie) [WHO (2005a)]. Tot op heden zijn er geen problemen te verwachten en kan het zeker niet de bedoeling zijn om de bevolking voor deze problematiek zodanig te sensibiliseren dat er “artificieel” ongerustheid wordt opgewekt daar waar ongerustheid tegenwoordig maar heel sporadisch opduikt. Toch lijkt het nodig de evolutie en ontwikkeling van EAS en RFID systemen op de voet te volgen en in het bijzonder deze systemen waar blootstelling gedurende lange tijd mogelijk is. Ook onderzoek naar de gezondheidsrisico’s voor kinderen en de mogelijke interferentie van dergelijke systemen met implantaten is noodzakelijk. 5.2.3.3 Radiofrequente velden 5.2.3.3.1 Dosimetrie Met dosimetrie bedoelen we de principes en de technieken om de “blootstellingssdosissen” op te meten en te bepalen. Er is zeer weinig onderzoek over blootstelling binnenshuis voor antennes voor omroep en mobiele communicatie. Er zou (dringend) onderzoek moeten uitgevoerd worden om de blootstelling aan radiofrequente elektromagnetische velden binnenshuis te bepalen. Onderzoek naar de velden van hand-free kits zou interessant zijn. Er worden velden gegenereerd via het kabeltje van de mobilofoon naar de oortjes. Het opmeten van deze velden is een mogelijk onderzoeksdomein. 5.2.3.3.2 In-vitro onderzoek Dit onderzoek dient dringend opgedreven te worden, omdat dit onderzoek informatie kan opleveren inzake werkingsmechanismen, informatie die we nodig hebben om de "in vivo" en epidemiologische gegevens correct te kunnen interpreteren. Twee vragen dienen grondig bestudeerd te worden: 1. Kunnen niet ioniserende stralingen in het algemeen, en radiofrequente velden in het bijzonder, een mutageen (of mutaties bevorderend) effect hebben? 2. Kunnen niet ioniserende stralingen in het algemeen, en radiofrequente velden in het bijzonder, de expressie van bij het ontstaan van kanker betrokken genen in een ongunstige zin wijzigen? Er zijn onzekerheden in de evaluatie van de resultaten van dergelijk onderzoek. Vooral de vraag in welke celtypes er eventueel genotoxische effecten optreden door b.v. RF blootstelling is belangrijk. Bovendien moeten de effecten die in het REFLEXonderzoek [REFLEX (2004)] gevonden zijn verder onderzocht worden, en moeten de mechanismen nagegaan worden. Tenslotte is er verdere experimentele validatie nodig. 5.2.3.3.3 Onderzoek op proefdieren (in-vivo onderzoek) Wanneer er bij blootstelling van proefdieren effecten gevonden worden is er altijd het grote probleem of de bevindingen mogen veralgemeend worden. Enerzijds is er de extrapolatie van dieren naar mensen waarbij er altijd een onzekerheid is en anderzijds is er het frequentiebereik en de vorm van het signaal dat gebruikt werd bij

149<br />

5.2.3.2 Intermediaire frequenties<br />

Er is nog maar we<strong>in</strong>ig specifiek onderzoek uitgevoerd over de gevolgen van<br />

<strong>in</strong>termediaire frequenties voor de mens. Ook zijn er <strong>niet</strong> veel met<strong>in</strong>gen van de<br />

blootstell<strong>in</strong>g van EAS systemen. De biologische mechanismen waarop <strong>in</strong>termediaire<br />

frequenties <strong>in</strong>werken op het menselijke lichaam zijn gelijkaardig als deze van de ELF<br />

velden of de RF velden (naargelang de frequentie) [WHO (2005a)].<br />

Tot op heden zijn er geen problemen te verwachten en kan het zeker <strong>niet</strong> de<br />

bedoel<strong>in</strong>g zijn om de bevolk<strong>in</strong>g voor deze problematiek zodanig te sensibiliseren dat<br />

er “artificieel” ongerustheid wordt opgewekt daar waar ongerustheid tegenwoordig<br />

maar heel sporadisch opduikt. Toch lijkt het nodig de evolutie en ontwikkel<strong>in</strong>g van<br />

EAS en RFID systemen op de voet te volgen en <strong>in</strong> het bijzonder deze systemen waar<br />

blootstell<strong>in</strong>g gedurende lange tijd mogelijk is. Ook onderzoek naar de<br />

gezondheidsrisico’s voor k<strong>in</strong>deren en de mogelijke <strong>in</strong>terferentie van dergelijke<br />

systemen met implantaten is noodzakelijk.<br />

5.2.3.3 Radiofrequente velden<br />

5.2.3.3.1 Dosimetrie<br />

Met dosimetrie bedoelen we de pr<strong>in</strong>cipes en de technieken om de<br />

“blootstell<strong>in</strong>gssdosissen” op te meten en te bepalen. Er is zeer we<strong>in</strong>ig onderzoek<br />

over blootstell<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nens<strong>huis</strong> voor antennes voor omroep en mobiele communicatie.<br />

Er zou (dr<strong>in</strong>gend) onderzoek moeten uitgevoerd worden om de blootstell<strong>in</strong>g <strong>aan</strong><br />

radiofrequente elektromagnetische velden b<strong>in</strong>nens<strong>huis</strong> te bepalen.<br />

Onderzoek naar de velden van hand-free kits zou <strong>in</strong>teressant zijn. Er worden velden<br />

gegenereerd via het kabeltje van de mobilofoon naar de oortjes. Het opmeten van<br />

deze velden is een mogelijk onderzoeksdome<strong>in</strong>.<br />

5.2.3.3.2 In-vitro onderzoek<br />

Dit onderzoek dient dr<strong>in</strong>gend opgedreven te worden, omdat dit onderzoek <strong>in</strong>formatie<br />

kan opleveren <strong>in</strong>zake werk<strong>in</strong>gsmechanismen, <strong>in</strong>formatie die we nodig hebben om de<br />

"<strong>in</strong> vivo" en epidemiologische gegevens correct te kunnen <strong>in</strong>terpreteren.<br />

Twee vragen dienen grondig bestudeerd te worden:<br />

1. Kunnen <strong>niet</strong> <strong>ioniserende</strong> <strong>stral<strong>in</strong>g</strong>en <strong>in</strong> het algemeen, en radiofrequente velden <strong>in</strong><br />

het bijzonder, een mutageen (of mutaties bevorderend) effect hebben?<br />

2. Kunnen <strong>niet</strong> <strong>ioniserende</strong> <strong>stral<strong>in</strong>g</strong>en <strong>in</strong> het algemeen, en radiofrequente velden <strong>in</strong><br />

het bijzonder, de expressie van bij het ontst<strong>aan</strong> van kanker betrokken genen <strong>in</strong> een<br />

ongunstige z<strong>in</strong> wijzigen?<br />

Er zijn onzekerheden <strong>in</strong> de evaluatie van de resultaten van dergelijk onderzoek.<br />

Vooral de vraag <strong>in</strong> welke celtypes er eventueel genotoxische effecten optreden door<br />

b.v. RF blootstell<strong>in</strong>g is belangrijk. Bovendien moeten de effecten die <strong>in</strong> het REFLEXonderzoek<br />

[REFLEX (2004)] gevonden zijn verder onderzocht worden, en moeten de<br />

mechanismen nageg<strong>aan</strong> worden. Tenslotte is er verdere experimentele validatie<br />

nodig.<br />

5.2.3.3.3 Onderzoek op proefdieren (<strong>in</strong>-vivo onderzoek)<br />

Wanneer er bij blootstell<strong>in</strong>g van proefdieren effecten gevonden worden is er altijd het<br />

grote probleem of de bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen mogen veralgemeend worden. Enerzijds is er de<br />

extrapolatie van dieren naar mensen waarbij er altijd een onzekerheid is en<br />

anderzijds is er het frequentiebereik en de vorm van het signaal dat gebruikt werd bij

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!