viWTA Blootstelling aan niet-ioniserende straling in huis - Instituut ...

viWTA Blootstelling aan niet-ioniserende straling in huis - Instituut ... viWTA Blootstelling aan niet-ioniserende straling in huis - Instituut ...

samenlevingentechnologie.be
from samenlevingentechnologie.be More from this publisher
08.02.2013 Views

isicoperceptie 5 4 3 2 1 0 controlegroep mimimalisatie van blootstelling 110 geen masten in gevoelige gebieden strengere limieten (Zwitserland) zekerheid onzekerheid Bron: [Wiedemann P. (2004)], [Wiedemann and Schütz (2005)] Figuur 19: Impact van onzekerheid en voorzorgsbeginsel op de risicoperceptie. Deze tweede studie geeft als inzichten dat onzekerheden geen significante invloed hebben op de risicoperceptie. Bovendien kunnen voorzorgsmaatregelen de risicoperceptie versterken en tegenovergestelde effecten hebben. In plaats van de bevolking gerust te stellen kan het voorzorgsbeginsel het wantrouwen versterken t.o.v. bestaande limieten. 4.2.3 Karakteristieken die perceptie beïnvloeden 4.2.3.1 “Niet in mijn buurt” principe Het aspect “niet in mijn buurt” speelt een grote rol bij de beleving of perceptie van de risico’s. Waar men de antennes of hoogspanningslijnen niet kan zien zou er minder weerstand van de bevolking kunnen zijn (b.v. TV- en radio-antennes staan heel ver weg). Bij GSM-basisstations kan men de antennes wel zien en is er veel meer weerstand. Het verstoppen van antennes (b.v. masten in de vorm van bomen) heeft als voordeel dat er minder bezorgdheid is. Dit “verstoppen” kan echter het vermoeden opwekken dat er iets aan de hand is met de masten. Over het algemeen is het zo dat hoe beter de communicatie verloopt, hoe juister de perceptie is. 4.2.3.2 Onvrijwillige blootstelling De factor onvrijwillige blootstelling speelt een belangrijke rol bij de beleving van het risico verbonden met bronnen van elektromagnetische velden. Waar men vrijheid van keuze (meent) te hebben zoals bij mobilofoongebruik zal er minder weerstand zijn dan waar men het niet heeft (basisstations). Mensen die geen mobilofoon gebruiken kunnen dus geneigd zijn te denken dat het risico van de radiofrequente velden van de zenders van de basisstations hoog is. Mensen die een mobilofoon gebruiken schatten over het algemeen het risico van de (hogere) velden van de vrijwillig aangeschafte mobilofoons als laag in. Mensen beschouwen blootstelling aan radiofrequente velden van basisstations van mobiele telefonie ongewoon en onterecht (d.w.z. ze vinden het niet terecht of billijk dat ze worden blootgesteld aan velden van basisstations [WHO (2000)], vooral als ze zelf niet mobiel bellen). Datzelfde geldt voor blootstelling aan elektrische en magnetische velden van hoogspanningslijnen die stroom leveren aan andere

111 bevolkingscentra dan de eigen woonplaats. In die gevallen is men minder geneigd om de risico’s van de blootstelling te accepteren. 4.2.3.3 Invloed kunnen uitoefenen Als mensen geen invloed hebben kunnen uitoefenen op de aanleg van hoogspanningslijnen en de installatie van basisstations voor mobiele telefonie hebben ze de neiging de risico's van die bronnen van elektromagnetsche velden als hoog te beschouwen. Het gebrek aan persoonlijke controle wordt versterkt als de installatie gebeurt in de buurt van het eigen huis of een school. 4.2.3.4 Vertrouwd zijn met situatie Het vertrouwd zijn met een situatie, of denken iets van de technologie te begrijpen, zal in het algemeen leiden tot een minder negatief oordeel over het risico. Het risico wordt als groter ervaren wanneer de situatie of de technologie nieuw, onbekend of moeilijk te begrijpen is (zoals voor EM technologie). Risico's worden als groter opgevat wanneer er onvoldoende wetenschappelijke gegevens zijn over de mogelijke effecten van een bepaalde technologie op de gezondheid. Dit is het geval voor elektromagnetische velden (“die men niet kan zien”) en gezondheid. Mensen vrezen bovendien bepaalde ziektes en aandoeningen, zoals kanker, ernstige en chronische pijn en handicaps, meer dan andere. Dat betekent dat een kleine kans op kanker door blootstelling aan EM velden grote angsten veroorzaakt (zeker als het om kinderen gaat). 4.2.3.5 Verschillende normering Soms ontstaan er problemen van perceptie wanneer men weet dat diverse landen er andere normen op nahouden. De wereldgezondheidsorganisatie (WHO) streeft naar de ontwikkeling van “universele” richtlijnen die gericht zijn op het beperken van de blootstelling aan niet-ioniserende elektromagnetische velden. Het aspect van verschillende normering wordt grondiger besproken in paragraaf 5.1.4. De WHO kan niet zo maar algemene normen opleggen. Bovendien is het niet de taak van dit internationaal agentschap om individuele landen normen op te leggen. WHO kan alleen adviseren en gaat daarbij alleen uit van de gekende wetenschappelijke gegevens b.v. zoals [ICNIRP (1998)]. WHO werd tijdens de derde ministeriële conferentie over Milieu en Gezondheid te Londen (1999) aangespoord om het voorzorgsprincipe toe te passen in hun risicoevaluatie en derhalve een meer preventieve, pro-actieve benadering toe te passen. In afwezigheid van elke wetenschappelijke consensus dat er gezondheidsrisico’s zouden bestaan bij RF-blootstellingen beneden de ICNIRP/WHO limieten vindt WHO dat het voorzorgsprincipe (zie paragraaf 5.1.2) niet kan worden toegepast [WHO (2005a)], [WHO (2005b)]. De bijkomende veiligheidsfactor 4 t.o.v. de ICNIRP richtlijnen [ICNIRP (1998)] in de Belgische normering [Belgisch Staatsblad (2001)] kwam er onder politieke druk, toen was dit niet gebaseerd op het voorzichtigheidsprincipe (nu kan dit evenwel zo uitgelegd worden). In b.v. Nederland is gekozen voor normering van ICNIRP en niet voor een strengere normering. Er was weinig actie en interesse in Nederland voor de problematiek van elektromagnetische velden. Sinds de TNO-studie [Zwamborn et al. (2003)] is echter in Nederland de interesse gegroeid. Verschillende normeringen van land tot land, ondermijnen het vertrouwen van het publiek. Een eenheidsnormering

111<br />

bevolk<strong>in</strong>gscentra dan de eigen woonplaats. In die gevallen is men m<strong>in</strong>der geneigd<br />

om de risico’s van de blootstell<strong>in</strong>g te accepteren.<br />

4.2.3.3 Invloed kunnen uitoefenen<br />

Als mensen geen <strong>in</strong>vloed hebben kunnen uitoefenen op de <strong>aan</strong>leg van<br />

hoogspann<strong>in</strong>gslijnen en de <strong>in</strong>stallatie van basisstations voor mobiele telefonie<br />

hebben ze de neig<strong>in</strong>g de risico's van die bronnen van elektromagnetsche velden als<br />

hoog te beschouwen. Het gebrek <strong>aan</strong> persoonlijke controle wordt versterkt als de<br />

<strong>in</strong>stallatie gebeurt <strong>in</strong> de buurt van het eigen <strong>huis</strong> of een school.<br />

4.2.3.4 Vertrouwd zijn met situatie<br />

Het vertrouwd zijn met een situatie, of denken iets van de technologie te begrijpen,<br />

zal <strong>in</strong> het algemeen leiden tot een m<strong>in</strong>der negatief oordeel over het risico. Het risico<br />

wordt als groter ervaren wanneer de situatie of de technologie nieuw, onbekend of<br />

moeilijk te begrijpen is (zoals voor EM technologie). Risico's worden als groter<br />

opgevat wanneer er onvoldoende wetenschappelijke gegevens zijn over de<br />

mogelijke effecten van een bepaalde technologie op de gezondheid. Dit is het geval<br />

voor elektromagnetische velden (“die men <strong>niet</strong> kan zien”) en gezondheid. Mensen<br />

vrezen bovendien bepaalde ziektes en <strong>aan</strong>doen<strong>in</strong>gen, zoals kanker, ernstige en<br />

chronische pijn en handicaps, meer dan andere. Dat betekent dat een kle<strong>in</strong>e kans op<br />

kanker door blootstell<strong>in</strong>g <strong>aan</strong> EM velden grote angsten veroorzaakt (zeker als het om<br />

k<strong>in</strong>deren gaat).<br />

4.2.3.5 Verschillende normer<strong>in</strong>g<br />

Soms ontst<strong>aan</strong> er problemen van perceptie wanneer men weet dat diverse landen er<br />

andere normen op nahouden. De wereldgezondheidsorganisatie (WHO) streeft naar<br />

de ontwikkel<strong>in</strong>g van “universele” richtlijnen die gericht zijn op het beperken van de<br />

blootstell<strong>in</strong>g <strong>aan</strong> <strong>niet</strong>-<strong>ioniserende</strong> elektromagnetische velden. Het aspect van<br />

verschillende normer<strong>in</strong>g wordt grondiger besproken <strong>in</strong> paragraaf 5.1.4.<br />

De WHO kan <strong>niet</strong> zo maar algemene normen opleggen. Bovendien is het <strong>niet</strong> de<br />

taak van dit <strong>in</strong>ternationaal agentschap om <strong>in</strong>dividuele landen normen op te leggen.<br />

WHO kan alleen adviseren en gaat daarbij alleen uit van de gekende<br />

wetenschappelijke gegevens b.v. zoals [ICNIRP (1998)].<br />

WHO werd tijdens de derde m<strong>in</strong>isteriële conferentie over Milieu en Gezondheid te<br />

Londen (1999) <strong>aan</strong>gespoord om het voorzorgspr<strong>in</strong>cipe toe te passen <strong>in</strong> hun risicoevaluatie<br />

en derhalve een meer preventieve, pro-actieve benader<strong>in</strong>g toe te passen.<br />

In afwezigheid van elke wetenschappelijke consensus dat er gezondheidsrisico’s<br />

zouden best<strong>aan</strong> bij RF-blootstell<strong>in</strong>gen beneden de ICNIRP/WHO limieten v<strong>in</strong>dt WHO<br />

dat het voorzorgspr<strong>in</strong>cipe (zie paragraaf 5.1.2) <strong>niet</strong> kan worden toegepast [WHO<br />

(2005a)], [WHO (2005b)].<br />

De bijkomende veiligheidsfactor 4 t.o.v. de ICNIRP richtlijnen [ICNIRP (1998)] <strong>in</strong> de<br />

Belgische normer<strong>in</strong>g [Belgisch Staatsblad (2001)] kwam er onder politieke druk, toen<br />

was dit <strong>niet</strong> gebaseerd op het voorzichtigheidspr<strong>in</strong>cipe (nu kan dit evenwel zo<br />

uitgelegd worden). In b.v. Nederland is gekozen voor normer<strong>in</strong>g van ICNIRP en <strong>niet</strong><br />

voor een strengere normer<strong>in</strong>g. Er was we<strong>in</strong>ig actie en <strong>in</strong>teresse <strong>in</strong> Nederland voor de<br />

problematiek van elektromagnetische velden. S<strong>in</strong>ds de TNO-studie [Zwamborn et al.<br />

(2003)] is echter <strong>in</strong> Nederland de <strong>in</strong>teresse gegroeid. Verschillende normer<strong>in</strong>gen van<br />

land tot land, ondermijnen het vertrouwen van het publiek. Een eenheidsnormer<strong>in</strong>g

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!