viWTA Blootstelling aan niet-ioniserende straling in huis - Instituut ...
viWTA Blootstelling aan niet-ioniserende straling in huis - Instituut ...
viWTA Blootstelling aan niet-ioniserende straling in huis - Instituut ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
76<br />
Frequentie [kHz] Piekwaarden [mT] ICNIRP<br />
referentieniveau<br />
0,073 146 484<br />
0,219 122 161<br />
0,219 93 154<br />
0,53 72 66<br />
5-75 43 44<br />
58 62-65 44<br />
Bron: [Vecchia (2004)]<br />
Tabel 27: Magnetische fluxdichtheid <strong>in</strong> de nabijheid van elektronische<br />
bewak<strong>in</strong>gssystemen <strong>in</strong> arbeidsomgev<strong>in</strong>g [Vecchia (2004)].<br />
In [Bolte and Pruppers (2004)] worden een drietal studies beschreven waarbij<br />
met<strong>in</strong>gen van EAS en RFID systemen werden uitgevoerd nl. [Harris et al. (2000)],<br />
[Floderus et al. (2002)] en [Boiv<strong>in</strong> et al. (2003)].<br />
In [Harris et al. (2000)] zijn met<strong>in</strong>gen verricht voor verschillende systemen op<br />
verschillende afstanden. De gemeten maxima variëren van 0,5, 10, 24 tot 1073 A/m<br />
[Bolte and Pruppers (2004)]. Deze maxima voor de <strong>niet</strong>-l<strong>in</strong>eair magnetische en de<br />
resonant <strong>in</strong>ductieve systemen overschrijden de ICNIRP referentieniveaus. [Harris et<br />
al. (2000)] merken op dat het veld <strong>niet</strong> goed te voorspellen is. Het hangt namelijk <strong>niet</strong><br />
alleen van het systeem af, maar ook van de fabrikant en de omgev<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> het<br />
geplaatst is.<br />
In [Floderus et al. (2002)] zijn voor verschillende types EAS-systemen met<strong>in</strong>gen<br />
verricht van het elektrische en het magnetische veld: een metaaldetector op een<br />
vliegveld die werkt op 5 kHz en anti-diefstalpoortjes die werken op 5 en 7,5 kHz. De<br />
poortjes produceren velden van maximaal 71,6 A/m en 100 V/m. De maximale<br />
veldsterkten van de poortjes overschrijden de referentieniveaus van 5 A/m en<br />
87 V/m. Ze vonden dat de metaaldetector een magnetische veldsterkte had van<br />
maximaal 2 A/m en een elektrische veldsterkte van 70 V/m.<br />
In [Boiv<strong>in</strong> et al. (2003)] werden met<strong>in</strong>gen van metaaldetectoren uitgevoerd. Ze<br />
vonden voor negen handdetectoren maxima voor de RMS-waarden van het<br />
magnetische veld tussen 1,06 en 2,41 A/m. De handdetectoren werkten met cont<strong>in</strong>ue<br />
s<strong>in</strong>usvormige golven. Voor tien EAS poortjes vonden ze maxima voor de<br />
piekwaarden van 85 tot 299 A/m, wat vergelijkbaar is met RMS-waarden van 30 tot<br />
106 A/m.<br />
Voor de algemene bevolk<strong>in</strong>g is de blootstell<strong>in</strong>g wellicht veel kle<strong>in</strong>er dan de waarden<br />
vermeld <strong>in</strong> tabel 27 omdat de afstand tot de bron meestal groter is dan 30 tot 50 cm<br />
en de blootstell<strong>in</strong>gsduur beperkt is (fractie van een seconde tot enkele seconden).<br />
Modelmatige <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>gen zijn m<strong>in</strong>der positief. EAS-systemen genereren een sterker<br />
magnetisch veld op lagere hoogte nl. ter hoogte van het k<strong>in</strong>derhoofd. Hierdoor zou<br />
voor k<strong>in</strong>deren de basisrestrictie geformuleerd door het ICNIRP wel overschreden<br />
worden. Hierbij moet er echter wel reken<strong>in</strong>g mee gehouden worden dat voor<br />
frequenties hoger dan 100 kHz de ICNIRP-richtlijn geformuleerd werd voor een<br />
blootstell<strong>in</strong>gsduur van 6 m<strong>in</strong>uten, terwijl dit bij EAS-systemen slechts over enkele<br />
seconden gaat. Mogelijke gezondheidseffecten door deze bron zijn daarom eerder<br />
hypothetisch dan reëel. Deze vaststell<strong>in</strong>g is wel een <strong>in</strong>dicatie dat het wenselijk is om<br />
de evolutie en ontwikkel<strong>in</strong>g van deze systemen <strong>in</strong> de toekomst op te volgen<br />
[Verschaeve et al. (2004)].