Basis catalogus a tot z t/m 2005 - Toneeluitgeverij Vink

neemt en een beet uit een wassen appel, die in zijn mond blijft vastzitten
en pas los komt nadat hij een klap voor zijn kop heeft gekregen. Dit
soort kleinigheden maken hem wat nerveus. Alsof dit allemaal nog niet
moeilijk genoeg is, gaat de Majoor - patriarch van de familie en
eigenaar van het huis - opeens dood. Normaliter zou dat een reden voor
veel verdriet betekenen, maar in dit geval begint, dankzij een prediker
die detectiveromans leest, iedereen elkaar van moord te verdenken. En
er zijn nogal wat verdachte personages. Zoals neef Stutz, die meer
ongelukken heeft gehad dan een stuntrijder; Teddy, die slaapwandelt;
en haar echtgenoot Dennis, de mooiprater die verzekeringsagent is.
Maar raad eens wie de Majoor het laatst in leven heeft gezien? En wie
hem vond nadat hij zijn laatste adem uitgeblazen had? En wie wordt de
voornaamste verdachte? Inderdaad, Graham. Dit blijspel over een
excentrieke plattelandsfamilie met allerlei zonderlinge figuren, geestige
dialogen en nogal wat onverwachte wendingen is geschreven door
dezelfde auteur die ook “Hamlet op de Barbecue” schreef.
DE LEVENDE MUMMIE (DIE LEBENDE MUMIE)
A 2729 Blijspel in drie bedrijven, door Hans Gnant, vertaling An
van Kessel, of 5 dames, 5 heren 3 dames, 7 heren (ook
andere combinaties mogelijk)
Driek had, toen hij voor de tweede keer trouwde, beter moeten uitkijken,
want de prent, waarmee hij nu het trouwboekje deelt, maakt niet alleen
hem en z'n zoon het leven zuur, maar ook het personeel en de klanten
van hun gasterij. Maar dan krijgt een van de stamgasten, nota bene 'n
notaris, en die weten doorgaans wel wat ze doen, een supergoed idee.
Als het lukt, komen ze ermee in het Guinness Book of Records, kan de
door de "prent" ruw getorpedeerde romance tussen zoonlief en
serveerster Hilke zich verder ontplooien, wordt Driek weer baas in eigen
huis en moet mevrouw Prentmans 'n hele stoot gas terugnemen. Wat
men daarvoor nodig heeft is: een zelfmoord, een levende mummie en
een weddenschap. En daarmee is de toon voor dit kolderieke blijspel
gezet! De maffe toestanden zijn niet van de lucht! Geconfronteerd met
dit kostelijk gegeven, c.q. met de mummie, zal niemand zich ook maar
'n moment vervelen!
HET BETOVERENDE WINKELTJE (DIE GANGSTERFALLE)
2604 Criminele komedie in drie bedrijven door Ulla Kling,
vertaling Hub Fober, 5 dames, 5 heren of 4 dames, 6
heren en twee dubbelrollen mogelijk, of andere
combinaties
De beide zussen Nel en Laura, beiden op leeftijd, kunnen met hun
antiekwinkeltje het hoofd nauwelijks boven water houden, omdat Laura,
die haar nog steeds een halve eeuw geleden met de noorderzon
vertrokken geliefde natreurt, niet met geld kan omgaan en ten tweede,
omdat de zoon van Nel, die ongelukkig getrouwd is, ook vaker de hand
komt ophouden. Elke klant is dus welkom. Maar wie rekent daarbij op
een door de politie op de hielen gezeten pseudo-baron, die Het
Betoverende Winkeltje misbruikt om er zijn hete waar te verstoppen? En
als die dan later terugkomt met Zefke, zijn rechterhand in het kwaad, op
't moment dat zoonlief in een kast een schat heeft ontdekt, terwijl
kleindochter Cyntia in- en uitloopt met haar verloofde, die bij de politie
is, raken de gebeurtenissen in een stroomversnelling en buitelen de
misverstanden en komische voorvallen in een enerverend tempo over
en door elkaar. Iets om als acteur en actrice je hartje aan op te halen
enerzijds, en om er de toeschouwers op een grandioze wijze mee te
bespelen anderzijds.
“ALLEEN OP DE WERELD EN CO”
1800 Blijspel in drie bedrijven door J. Hemmink-Kamp,
7 dames, 7 heren ( diverse dubbelrollen mogelijk)
Voor korte inhoud zie bezetting 7 dames, 7 heren.
NAAR WAARHEID GELOGEN (DIE LOKALBAHN)
2560 Komedie in drie bedrijven door Ludwig Thoma, vertaling
Hub Fober, 5 dames, 5 heren (diverse andere combinaties
mogelijk)
Het pronkstuk van de sanitaire voorziening in Beervliet is een plank met
een gat erin en de burgemeester wordt naar de minister gestuurd, om te
trachten Beervliet op de riolering aangesloten te krijgen. Hij komt terug
met nul op het rekest, heeft bij de minister nauwelijks gelegenheid
gekregen om “goeiendag” of “tot ziens” te zeggen, maar hangt wel een
volkomen verzonnen verhaal op, over hoe hij de minister de jas heeft
uitgeveegd. Daarop valt hem een denderende huldiging ten deel. Maar
dan begint bij de burgerij het besef te groeien dat men, als het van een
boze minister moet komen, over honderd jaar nog geen watercloset
heeft. En daarom moet de burgemeester bij de minister zijn excuses
98
gaan aanbieden. Natuurlijk heeft hij daar geen moeite mee en omdat hij
de zaak zo voortreffelijk weet recht te zetten, valt hem andermaal een
huldiging ten deel. Hoe dat in Beervliet allemaal kan, wordt in dit
verhaal, met een knipoog naar de politiek, op een sprankelende en
frisse wijze uit de doeken gedaan. En wie de geschiedenis gelezen,
gespeeld, gehoord en gezien heeft, zal meesmuilend moeten beamen:
inderdaad, naar waarheid gelogen.
EEN HELE KEREL (EIN GANZER KERL)
2634 Blijspel in vijf bedrijven door Fritz Peter Buch, vertaling
Adrie Kuik, 5 dames, 5 heren of 4 dames, 5 heren
Op het landgoed Hagenstein zwaait Julie de scepter. Deze jongedame
heeft alle vrouwelijkheid afgezworen en draagt uitsluitend mannelijke
kleding, waarvan een rijbroek het belangrijkste onderdeel vormt. Samen
met haar oom Rudolf (de kolonel) en Lutz en Louise (de bedienden)
probeert zij het landgoed draaiende te houden. Ze leven van de
opbrengsten van hun eigen landbouw, schapenteelt, kippenfarm etc.
Het is een zwaar leven voor Julie, maar ze staat haar mannetje. Om te
investeren in het landgoed, heeft ze geld moeten lenen bij buurman
Meijer. Omdat ze dit geld niet terug kan betalen, aast Meijer op een stuk
grond van haar ter compensatie: het zogenaamde. Berkenbos. Julie wil
echter geen grond afstaan en raakt zodoende met Meijer in onmin. Op
zekere dag staat Stefan voor de deur, de verloren zoon van de kolonel.
Hij is zeven jaar geleden met de noorderzon vertrokken en heeft
zodoende Julie alleen laten opdraaien voor het harde leven op
Hagenstein. Stefan heeft over de hele wereld rondgezworven en veel
avonturen beleefd. Bovendien heeft hij zich ontwikkeld tot een
uitstekend zakenman en brengt dan ook een hoop geld mee naar
Hagenstein. Na het weerzien met Stefan, komen bij Julie de frustraties
aan het licht: hij heeft jaren van het leven kunnen genieten, terwijl zij
zich al die tijd heeft afgebeuld en de mooiste jaren van haar leven heeft
verspeeld. Het klikt dan ook niet tussen die twee. Het geld dat Stefan
meebrengt is overigens meer dan welkom: de schuld bij Meijer wordt
afgelost en het landbouwbedrijf wordt gemoderniseerd. Binnen de kortst
mogelijke tijd floreert Hagenstein onder de bezielende leiding van
Stefan… waardoor Julie zich compleet overbodig begint te voelen. Na
de zoveelste ruzie met hem, besluiten ze allebei om Hagenstein de rug
toe te keren. Dit besluit neemt echter een andere wending, want… ze
blijken allebei meer voor elkaar te voelen dan ze willen toegeven.
VERBORGEN TALENTEN (WOZU NOCH THEATER? – BEI DIESEM
VATER!)
A 2954 Blijspel in twee bedrijven, door Bernd Spehling, vertaling
Hub Fober 5 dames, 5 heren of 4 dames, 5 heren
De in een woongemeenschap levende Ewald geniet het ongedwongen
party leven in de stad, zijn ouders op veilige afstand wetend. Ouders
overigens, die leven in de veronderstelling, dat hij rechtswetenschappen
studeert, om te zijner tijd de advocatuur van pa te kunnen
overnemen. Wat ze niet weten is, dat zoonlief in plaats daarvan de
toneelacademie bezoekt en daar een vriendinnetje heeft leren kennen,
dat uit een rasechte toneelfamilie stamt. Net zomin hebben ze er weet
van, dat hij zijn vriendinnetje heeft wij uit een toneelspelers familie komt
en hij zijn ouders nog niet aan haar heeft kunnen voorstellen, omdat ze
voortdurend op tournee zijn. Maar dan komt het moment, waarop onze
Ewald plots zijn vader op bezoek krijgt, die, vanwege een
huwelijkscrisis, de thuishaven ontvlucht is. In de onconventionele
woongemeenschap, met vogels van allerlei pluimage, ontpopt de
voorname en achtenswaardige meneer de advocaat zich al vlug tot een
heel ander mens. En als dan uiteindelijk ook nog zijn echtgenote
verschijnt, is de situatie rijp voor allerlei maffe toestanden en komen
gaandeweg inderdaad ook enkele verborgen talenten aan het licht.
MAAK DAT JE TANTE WIJS
1825 Klucht in drie bedrijven door B. Hagen, 5 dames, 5 heren
Voor een pensionnetje, dat idyllisch in het bos is gelegen, spelen zich
raadselachtige gebeurtenissen af. Twee oude dametjes, onschuldig als
lammetjes zo te zien, voeren wat in hun schild. Ze zijn kennelijk in de
wee r als stiekeme detectives. Maar wat valt er toch te bespioneren?!
Het is er gewoon een vrolijke boel, zoals in elk vakantiepension. De
dochter des huizes, knap en pittig, gaat uitdagend over het terras. Een
gast, die rust komt zoeken in de gezonde boslucht, maakt dagelijks zijn
verplichte trimrondjes. Twee bouwvakkers met een karweitje op een
nabijgelegen boerderij bekvechten gemoedelijk met elkaar en met hun
bazin. En naast dit alles gaat opa zijn kalme gangetje: hij houdt de
bloemetjes bij op het gemeente-kerkhof. De pensionhoudster heeft geen
reden tot klagen. Alles vaart wel. De kwinkslagen vliegen door de lucht