oorkondenboek Abdij kloosterrade - Historici.nl
oorkondenboek Abdij kloosterrade - Historici.nl oorkondenboek Abdij kloosterrade - Historici.nl
nr. 5 a. 1140 het bestaan van een deperditum blijkt, luidt: qui (namelijk paus Honorius II) data eis testificatione auctoritatis sue precepit Bornoni ut aut solus cederet pluribus aut egrederetur locum sine rerum commutationibus. Ipse autem comperto apostolici precepto… Datering Aangenomen is dat de schrijver van de Annales Rodenses, die de gebeurtenis in 1127 situeerde, de kerststijl toepaste. Strikt genomen ontbreekt daarvoor het bewijs (zie Annales Rodenses, ed. Augustus en Jamar, p. 31). 1140 augustus 28 5 Adelbero II, bisschop van Luik, oorkondt dat Rudolf de Turri, ministeriaal van graaf Adolf van Saffenberg, met instemming van zijn echtgenote Waldrade en zijn zonen Paganus, Gevehard en Herman, via zijn heer, voogd van de abdij Kloosterrade, zijn bezit te Hubach, waarop een vrouwenklooster (Marienthal) is gebouwd, aan de abdij heeft geschonken, en regelt de verhouding tussen de abdij en het dochterklooster. Origineel A. Maastricht, RAL, archief abdij Kloosterrade, inv. nr. 676. – Hoog 573/585, breed 458/456, zonder pliek. – Een bevestigingsplaats voor een opgedrukt zegel: (LS). – In dorso: (ca. 1250-1290) De Valle Sancte Marie. – (17de eeuw) Documentum monasterii Valiis Sancte Marie quod perpetuo monasterio Rodensi suberunt, quia de bonis monasterii Rodensis sunt dotate, que bona monasterium Rodense a domino de Saffenborch obvenerunt. Arnoldus Coloniensis archiepiscopus 1140. – (ca. 1770) II.33.A.1. Diplome d’Adelberon, eveque de Liege, touchant la dotation du couvent de Marienthal, et la jurisdiction de l’abbe de Rolduc sur le dit couvent 1140 27 aout. Afschriften B. (1222-1224) Maastricht, RAL, archief abdij Kloosterrade, inv. nr. 827 (Cartularium I), fol. 4v, nr. 17, naar A. – C. (ca. 1690) Maastricht, RAL, archief abdij Kloosterrade, inv. nr. 828 (Cartularium III), p. 83-84, nr. 5, fragment, naar A en B. – D. (1757-1781) Kerkrade, GA, archief parochie St.-Lambertus, collectie ‘Schepenbank Kerkrade’ (voorheen Maastricht, RAL), inv. nr. 19, fragment, naar A. – [E]. (18de eeuw) Niet voorhanden, maar bekend uit a, door Wynants, lid van de Raad van Brabant, naar A of C. Drukken a. Miraeus-Foppens, Opera diplomatica IV, p. 368-369, nr. 31, van [E]. – b. Thesaurus diplomaticus 1997, W 7410 = D 5782, van A. 15
a. 1140 nr. 5 Afbeeldingen Oppermann, Oorkonden Kloosterrade, afb. 2, fragment. – Gärtner, Chorherrenstift Klosterrath, p. 216, afb. 4 (verkleind). Regesten Franquinet, Inventaris Kloosterrade, p. 7, nr. 4. – Wauters, Table chronologique II, p. 220 en VII-1, p. 235. – REK II, p. 64, nr. 388. – Haas, Chronologische lijst, p. 24, nr. 19. Echtheid en ontstaan Oppermann en Boeren hielden de onderhavige oorkonde, zowel op grond van het schrift als van de inhoud, voor onecht. Het schrift zou een ‘nagetekend’ karakter vertonen (Oppermann, Oorkonden Kloosterrade, p. 22-23; Urkundenstudien, p. 297-298; Boeren, Oudste oorkonden, p. 15-16). Op grond van het onderzoek van Stiennon (Écriture diplomatique) noemde Gärtner (Chorherrenstift Klosterrath, p. 75) het origineel echter ‘rein äußerlich typisch für Stücke aus dieser Zeit und aus diesem Raum’. Inhoudelijk bracht Oppermann drie argumenten naar voren. In de eerste plaats stond er blijkens de tekst van de oorkonde ten tijde van de beoorkonding al een klooster in Hubach (in quo πcclesia constructa est). Daarover merkte Oppermann op: ‘Het is zonder meer duidelijk dat dit een anachronisme is; pas na de overgave van het stuk grond aan de kerk van Kloosterrade kan het nonnenklooster ingericht zijn.’ In de tweede plaats ontbreekt in de Annales Rodenses de naam van de schenker van het allodium Hubach, Rudolf de Turri, terwijl dit volgens Oppermann toch ‘de belangrijkste inhoud’ van de oorkonde was. In de derde plaats luidt het begin van de corroboratio hanc tam legaliter et pie factam traditionem. Oppermann meende dat een dispositio voorafgaand aan een zo geformuleerde corroboratio alleen de schenking of overdracht (traditio) van een goed kon bevatten; de overige inhoud van de dispositio (de regeling van de relatie tussen Kloosterrade en Marienthal) zou daarom wel onecht moeten zijn. Daaruit leidde Oppermann vervolgens een extra argument voor de onechtheid van de onderhavige oorkonde af: want als er op 28 augustus 1140 slechts sprake was van een eenvoudige schenking, dan was een beoorkonding door de bisschop van Luik (naast hierna nr. 6, de beoorkonding door de aartsbisschop van Keulen) overbodig (Oppermann, Oorkonden Kloosterrade, p. 34-36; Urkundenstudien, p. 305-306). Oppermanns eerste bezwaar is onbegrijpelijk in het licht van de Annales Rodenses. De gang van zaken is daar helder uit de doeken gedaan. In 1136, misschien 1137, was begonnen met de bouw van een klooster dat Marienthal zou gaan heten. In 1140 – constructa (…) orientali parte illius ecclesie (…) et oportuna maxime officinarum diversitate (…) et conscriptis utriusque episcopi Adelberonis et Arnoldi cartis cum sigillatione (…), met andere woorden, zodra de bouw ver genoeg gevorderd was – werden de zusters overgebracht en werden de oorkonden nr. 5 en nr. 6 uitgevaardigd (Annales Rodenses, ed. Augustus en Jamar, p. 164, 166, 170). Tegelijk werd ook nr. 7 uitgevaardigd waarin expliciet sprake is van de voltooiing van het klooster. Het derde bezwaar, dat er op 28 augustus 1140 slechts sprake was van een traditio, en dat daarvoor geen oorkonde van de bisschop van Luik vereist was, is geen bewijs voor onechtheid. In tegendeel; het feit dat de rechtshandeling dubbel beoorkond werd, is het beste bewijs dat het om meer dan een eenvoudige schenking ging. 16
- Page 1 and 2: De abdij Kloosterrade, later bekend
- Page 4 and 5: Oorkondenboek van de abdij Klooster
- Page 6: Inhoudsopgave VII Woord vooraf IX I
- Page 10 and 11: Inleiding Verantwoording van de uit
- Page 12 and 13: functionarissen in de oorkonde geno
- Page 14 and 15: ewaard is, waarbij folio 8v de buit
- Page 16 and 17: De oorkondeteksten alsmede citaten
- Page 18 and 19: meende te hebben gevonden voor de t
- Page 20 and 21: te reconstrueren. Om de gebruiker e
- Page 22 and 23: Afkortingen A rangletter van een or
- Page 24: Bijzondere tekens > bij opgave van
- Page 27 and 28: a. 1108 nr. 1 Echtheid en ontstaan
- Page 29 and 30: a. 1108 nr. 1 kloostergemeenschap m
- Page 31 and 32: a. 1108 nr. 1 p. 66) is ontleend aa
- Page 33 and 34: a. 1108 nr. 1 geven, maar ook dater
- Page 35 and 36: a. 1122 nr. 2 Afschriften B. (1222-
- Page 37 and 38: a. 1127 nr. 3 f (M) Ego Calixtus e
- Page 39: a. 1127 nr. 4 zijn ‘schoolhand A
- Page 43 and 44: a. 1140 nr. 5 Mariπ Sanctique Gabr
- Page 45 and 46: a. 1140 nr. 6 collectie ‘Schepenb
- Page 47 and 48: a. 1140 nr. 7 sororibus impendatur
- Page 49 and 50: a. 1140 nr. 7 In nomine sanctae et
- Page 51 and 52: a. 1140 nr. 8 Afschriften B. (1222-
- Page 53 and 54: a. 1140 nr. 9 Adelbertus oo mansum
- Page 55 and 56: a. 1140 nr. 9 Vallis sancte Marie m
- Page 57 and 58: a. 1140 nr. 10 Origineel [A]. Niet
- Page 59 and 60: a. 1145 nr. 11 Drukken a. Miraeus-F
- Page 61 and 62: a. 1147 nr. 12 impressione sigilli
- Page 63 and 64: a. 1147 nr. 13 13 [1147 mei 12 -] 1
- Page 65 and 66: a. 1147 nr. 13 raadsel. Dat ten slo
- Page 67 and 68: a. 1147 nr. 13 dominus Tiepoldus de
- Page 69 and 70: a. 1148 nr. 14 bijlage 15, van . -
- Page 71 and 72: II I II a. 1148 nr. 15 tres mansos
- Page 73 and 74: a. 1148 nr. 16 Echtheid en ontstaan
- Page 75 and 76: a. 1148 nr. 17 Regesten Wauters, Ta
- Page 77 and 78: a. 1149 nr. 18 in Hersele, PP 18 re
- Page 79 and 80: a. 1150 nr. 19 nisi resipuerit et d
- Page 81 and 82: a. 1151 nr. 20 Iohannes, Lambertus,
- Page 83 and 84: a. 1151 nr. 20 gedateerd op het ker
- Page 85 and 86: IV a. 1151 nr. 21 Huic traditioni i
- Page 87 and 88: a. 1151 nr. 21 Op vervaardiging doo
- Page 89 and 90: a. 1154 nr. 23 Origineel A. Hoei, R
nr. 5 a. 1140<br />
het bestaan van een deperditum blijkt, luidt: qui (namelijk paus Honorius II) data eis<br />
testificatione auctoritatis sue precepit Bornoni ut aut solus cederet pluribus aut egrederetur<br />
locum sine rerum commutationibus. Ipse autem comperto apostolici precepto…<br />
Datering<br />
Aangenomen is dat de schrijver van de Annales Rodenses, die de gebeurtenis in 1127<br />
situeerde, de kerststijl toepaste. Strikt genomen ontbreekt daarvoor het bewijs (zie Annales<br />
Rodenses, ed. Augustus en Jamar, p. 31).<br />
1140 augustus 28<br />
5<br />
Adelbero II, bisschop van Luik, oorkondt dat Rudolf de Turri, ministeriaal<br />
van graaf Adolf van Saffenberg, met instemming van zijn echtgenote Waldrade<br />
en zijn zonen Paganus, Gevehard en Herman, via zijn heer, voogd<br />
van de abdij Kloosterrade, zijn bezit te Hubach, waarop een vrouwenklooster<br />
(Marienthal) is gebouwd, aan de abdij heeft geschonken, en regelt<br />
de verhouding tussen de abdij en het dochterklooster.<br />
Origineel<br />
A. Maastricht, RAL, archief abdij Kloosterrade, inv. nr. 676. – Hoog 573/585, breed<br />
458/456, zonder pliek. – Een bevestigingsplaats voor een opgedrukt zegel: (LS). – In<br />
dorso: (ca. 1250-1290) De Valle Sancte Marie. – (17de eeuw) Documentum monasterii<br />
Valiis Sancte Marie quod perpetuo monasterio Rodensi suberunt, quia de bonis monasterii<br />
Rodensis sunt dotate, que bona monasterium Rodense a domino de Saffenborch<br />
obvenerunt. Arnoldus Coloniensis archiepiscopus 1140. – (ca. 1770) II.33.A.1. Diplome<br />
d’Adelberon, eveque de Liege, touchant la dotation du couvent de Marienthal, et la jurisdiction<br />
de l’abbe de Rolduc sur le dit couvent 1140 27 aout.<br />
Afschriften<br />
B. (1222-1224) Maastricht, RAL, archief abdij Kloosterrade, inv. nr. 827 (Cartularium I),<br />
fol. 4v, nr. 17, naar A. – C. (ca. 1690) Maastricht, RAL, archief abdij Kloosterrade,<br />
inv. nr. 828 (Cartularium III), p. 83-84, nr. 5, fragment, naar A en B. – D. (1757-1781)<br />
Kerkrade, GA, archief parochie St.-Lambertus, collectie ‘Schepenbank Kerkrade’ (voorheen<br />
Maastricht, RAL), inv. nr. 19, fragment, naar A. – [E]. (18de eeuw) Niet voorhanden,<br />
maar bekend uit a, door Wynants, lid van de Raad van Brabant, naar A of C.<br />
Drukken<br />
a. Miraeus-Foppens, Opera diplomatica IV, p. 368-369, nr. 31, van [E]. – b. Thesaurus<br />
diplomaticus 1997, W 7410 = D 5782, van A.<br />
15