oorkondenboek Abdij kloosterrade - Historici.nl

oorkondenboek Abdij kloosterrade - Historici.nl oorkondenboek Abdij kloosterrade - Historici.nl

31.01.2013 Views

functionarissen in de oorkonde genoemd wordt. Als bijlage is een lijst van inkomsten en bezittingen van Kloosterrade uit het tweede kwart van de 13de eeuw, bekend als de ‘cijnslijst’ of het ‘cijnsregister’, opgenomen, omdat dat geschrift een belangrijke aanvulling vormt op de gegevens in de oorkonden met betrekking tot het bezit van de abdij. Centraal staat uiteraard het archief van de abdij zelf en de daarin zowel in origineel als in afschrift overgeleverde oorkondeteksten. Bij de heuristiek is echter ook ver buiten de grenzen van het archief van Kloosterrade gezocht, zowel om in archieven van andere instellingen de handschriftelijke overlevering van Kloosterrader oorkonden aan te vullen als ook om oorkonden met betrekking tot Kloosterrade elders op te sporen. Voorzover de overlevering dat toelaat, is op deze wijze een zo volledig mogelijk overzicht ontstaan van de diplomatische bronnen over Kloosterrade. Oorkonden waarvan de tekst niet bewaard gebleven is maar waarvan het bestaan expressis verbis gedocumenteerd is, de zogeheten deperdita, zijn eveneens opgenomen. Onzekerheid over de opname van bepaalde teksten of deperdita komt voort uit hetzij de vraag of van een oorkonde sprake is, hetzij de vraag of de desbetreffende oorkonde betrekking heeft op Kloosterrade. Het uitgangspunt dat Kloosterrade bij name genoemd moet worden liet niet toe oorkonden op te nemen waarvan op grond van een redenering kan worden vastgesteld dat ze wel betrekking op de abdij moeten hebben. In het bijzonder geldt bij deperdita, dat zij alleen opgenomen zijn wanneer met zoveel woorden een oorkonde vermeld wordt. De vermelding van een rechtshandeling, waarvan aangenomen mag worden dat die wel beoorkond zal zijn (of wellicht beoorkond had moeten worden), levert hier geen deperditum op. We geven drie voorbeelden. Ten eerste: in nr. 111 komt een zinsnede voor die zou kunnen duiden op het bestaan van een oorkonde: Dominus abbas Marsilius bonae memoriae acceperat ab eis [domino Henrico Cornuto et Godefrido cognato suo] eciam sex marcas et contulerat eis decimam de Capella Henrici pro XL modiis Aquensis mensurae ad XVI annos. Omdat niet met zoveel woorden blijkt dat deze rechtshandeling beoorkond is, heeft deze vermelding niet tot de opname van een deperditum geleid. Ten tweede: in de Vaticaanse registers 11 is een registrering aangetroffen van een oorkonde van 1326 van paus Johannes XXII, waarin deze een geestelijke in het diocees Luik dispensatie geeft voor zijn buitenechtelijke geboorte in verband met een kanonikaat en een prebende in ecclesia Rodensi. Het stuk zou zowel op de abdij Kloosterrade als op de kapittelkerk van St.-Oedenrode kunnen slaan. De betrokkenheid van de Brabantse hertog, het gebruik van Tourse munt en het ontbreken van elke nadere aanduiding als een abdij van de augustijner orde hebben de bewerkers doen besluiten dat de oorkonde waarschijnlijk voor de kapittelkerk van St.-Oedenrode bestemd geweest is. Ten derde: een oorkonde van de bisschop van Laon uit 1126 voor het klooster Clairefontaine vermeldt het optreden van wijlen Albericus. 12 Er is aanleiding te veronderstellen dat hiermee Ailbertus, de stichter van de abdij Kloosterrade, bedoeld is. Toch is deze oorkonde niet opgenomen, omdat Kloosterrade niet met zoveel woorden genoemd wordt en de oorkonde licht werpt op de activiteiten van Ailbertus na zijn vertrek uit Kloosterrade. Daarmee heeft de oorkonde wellicht betrekking op de stichter van Kloosterrade, maar niet op de abdij zelf. 11 Register Avignon, deel 26, fol. 91, nr. 150 en Register Vaticaan, deel 82, fol. 69, nr. 150; vgl. Mollat, Jean XXII, Lettres communes, VI, p. 346, nr. 26.808. 12 Ch.L. Hugo, Sacri et canonici ordinis praemonstratensis annales in duas partes divisi, I, Nanceii 1734, kol. 400-401, vgl. P.C. Boeren, ‘Ailbertus van Antoing in Clairefontaine’, in: Jaarboek Rolduc 45 (1964-1965) p. 85-92. XI

Als eindgrens voor de editie is het jaar 1381 gekozen. Uiteraard is elke eindgrens min of meer willekeurig. In het geval van de abdij Kloosterrade is er aanleiding te veronderstellen dat de opzet van de administratie van de abdij in 1381 gewijzigd is. Sinds dat jaar lijkt een reeks registers te zijn bijgehouden, die een centrale rol gespeeld hebben in de administratie van de abdij. Weliswaar zijn deze registers zelf niet bewaard gebleven, maar iets van hun inhoud is bekend uit de voortzetting van de Annales Rodenses door Heyendal. Hij schreef: Unicum superest de hujus temporibus [nl. vóór het overlijden van abt Jan van Rode] registrum, quod inter omnia, quae supersunt, antiquissimum continens monasterii rationes sive computus ab anno 1381, ex quo constat eo tempore hunc fere, qui sequitur, monasterii statum extitisse. 13 De oorkonden zullen daarmee vanaf 1381 niet meer de ruggengraat van het archief gevormd hebben. De overlevering van de teksten Het materiaal waarop de editie in het Oorkondenboek qua overlevering is gebaseerd is als volgt samengesteld: originelen afschriften originelen afschriften alleen in deperdita totaal Kloosterrade Kloosterrade elders elders druk 1108-1200 19 6 12 6 1 5 49 1201-1300 25 15 41 8 1 5 95 1301-1381 4 3 9 18 0 8 42 Totaal 48 24 62 32 2 18 186 Opvallend is het belang van het archief van Kloosterrade zelf voor de 12de eeuw: de helft van de teksten is uitgegeven op grond van originelen of afschriften uit Kloosterrade zelf. De overlevering via Kloosterrade neemt na 1200, zeker voorzover het om originelen gaat, duidelijk af. Opmerkelijk is ook het kleine aantal nummers vanaf 1300; dat geldt des te meer wanneer rekening gehouden wordt met het feit dat bijna eenvijfde van deze nummers stukken zijn waarbij de abt van Kloosterrade namens de paus als intermediair optreedt (in de tabel opgenomen onder ‘afschriften elders’). 14 Op de originelen uit het archief van Kloosterrade worden dorsale aantekeningen aangetroffen, die grotendeels tot drie groepen behoren. Een deel dateert uit de tweede helft van de 13de eeuw; een deel dateert van rond 1700 en hangt mogelijk samen met de werkzaamheden van Nicolaas Heyendal (zie p. XIV); en een derde deel is rond 1770 aangebracht door J.P. Pirson, die in deze periode het archief van Kloosterrade inventariseerde. 15 Er zijn in het archief van Kloosterrade drie cartularia geweest, waarvan één niet overgeleverd is. Het oudste cartularium maakt deel uit van een codex waarin ook enkele andere teksten zijn opgenomen, waaronder het zogeheten cijnsregister. 16 Het is duidelijk dat de later ingebonden codex, die uit één katern bestaat, aanvankelijk lange tijd in de hoogte gevouwen 13 Haas, Inventaris Kloosterrade, p. 23-24; Ernst, Histoire du Limbourg VII, p. 91. 14 Zie hierna p. XVIII-XIX. 15 Haas, Inventaris Kloosterrade, p. 67-68. 16 Maastricht, RAL, archief abdij Kloosterrade, inv. nr. 827, hier Cartularium I. XII

Als eindgrens voor de editie is het jaar 1381 gekozen. Uiteraard is elke eindgrens min of<br />

meer willekeurig. In het geval van de abdij Kloosterrade is er aa<strong>nl</strong>eiding te veronderstellen<br />

dat de opzet van de administratie van de abdij in 1381 gewijzigd is. Sinds dat jaar lijkt een<br />

reeks registers te zijn bijgehouden, die een centrale rol gespeeld hebben in de administratie<br />

van de abdij. Weliswaar zijn deze registers zelf niet bewaard gebleven, maar iets van hun<br />

inhoud is bekend uit de voortzetting van de Annales Rodenses door Heyendal. Hij schreef:<br />

Unicum superest de hujus temporibus [<strong>nl</strong>. vóór het overlijden van abt Jan van Rode] registrum,<br />

quod inter omnia, quae supersunt, antiquissimum continens monasterii rationes sive<br />

computus ab anno 1381, ex quo constat eo tempore hunc fere, qui sequitur, monasterii statum<br />

extitisse. 13 De oorkonden zullen daarmee vanaf 1381 niet meer de ruggengraat van het<br />

archief gevormd hebben.<br />

De overlevering van de teksten<br />

Het materiaal waarop de editie in het Oorkondenboek qua overlevering is gebaseerd is als<br />

volgt samengesteld:<br />

originelen afschriften originelen afschriften alleen in deperdita totaal<br />

Kloosterrade Kloosterrade elders elders druk<br />

1108-1200 19 6 12 6 1 5 49<br />

1201-1300 25 15 41 8 1 5 95<br />

1301-1381 4 3 9 18 0 8 42<br />

Totaal 48 24 62 32 2 18 186<br />

Opvallend is het belang van het archief van Kloosterrade zelf voor de 12de eeuw: de helft<br />

van de teksten is uitgegeven op grond van originelen of afschriften uit Kloosterrade zelf.<br />

De overlevering via Kloosterrade neemt na 1200, zeker voorzover het om originelen gaat,<br />

duidelijk af. Opmerkelijk is ook het kleine aantal nummers vanaf 1300; dat geldt des te<br />

meer wanneer rekening gehouden wordt met het feit dat bijna eenvijfde van deze nummers<br />

stukken zijn waarbij de abt van Kloosterrade namens de paus als intermediair optreedt<br />

(in de tabel opgenomen onder ‘afschriften elders’). 14<br />

Op de originelen uit het archief van Kloosterrade worden dorsale aantekeningen aangetroffen,<br />

die grotendeels tot drie groepen behoren. Een deel dateert uit de tweede helft van<br />

de 13de eeuw; een deel dateert van rond 1700 en hangt mogelijk samen met de werkzaamheden<br />

van Nicolaas Heyendal (zie p. XIV); en een derde deel is rond 1770 aangebracht door<br />

J.P. Pirson, die in deze periode het archief van Kloosterrade inventariseerde. 15<br />

Er zijn in het archief van Kloosterrade drie cartularia geweest, waarvan één niet overgeleverd<br />

is. Het oudste cartularium maakt deel uit van een codex waarin ook enkele andere<br />

teksten zijn opgenomen, waaronder het zogeheten cijnsregister. 16 Het is duidelijk dat de later<br />

ingebonden codex, die uit één katern bestaat, aanvankelijk lange tijd in de hoogte gevouwen<br />

13 Haas, Inventaris Kloosterrade, p. 23-24; Ernst, Histoire du Limbourg VII, p. 91.<br />

14 Zie hierna p. XVIII-XIX.<br />

15 Haas, Inventaris Kloosterrade, p. 67-68.<br />

16 Maastricht, RAL, archief abdij Kloosterrade, inv. nr. 827, hier Cartularium I.<br />

XII

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!