30.01.2013 Views

Jaargang 3, nummer 2 - academisch ziekenhuis Maastricht

Jaargang 3, nummer 2 - academisch ziekenhuis Maastricht

Jaargang 3, nummer 2 - academisch ziekenhuis Maastricht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

magazine voor het azM en de UM-faculteit Health, Medicine and Life Sciences<br />

jaargang 3 / <strong>nummer</strong> 2 / november 2007<br />

De zin en onzin van <strong>ziekenhuis</strong>ranglijsten<br />

Jong en dement<br />

Poliklinisch Kankercentrum azM van start<br />

Leveroperaties via het sleutelgat


colofon<br />

2<br />

SUMMUM is een gemeenschappelijke, tweemaandelijkse<br />

uitgave voor de medewerkers en externe<br />

relaties van het <strong>academisch</strong> <strong>ziekenhuis</strong> <strong>Maastricht</strong><br />

en de Faculteit Health, Medicine and Life Sciences<br />

van de Universiteit <strong>Maastricht</strong>.<br />

Kijk ook op www.summum.mumc.nl<br />

Uitgever stafdienst Communicatie azM<br />

Hoofdredacteur Liz Tans<br />

Eindredactie Ellen Kennes<br />

Postbus 5800, 6202 AZ <strong>Maastricht</strong><br />

T 043 387 51 12, F 043 387 51 14<br />

E summum@mumc.nl<br />

Teksten Karin Burhenne / Jos van Cann /<br />

Jules Coenegracht / Jaques van der Heijden /<br />

Willy Janssen / Ellen Kennes / Peter Swelsen<br />

Foto’s Appie Derks / Bert Janssern / NEO/12<br />

Provinciën / Engelbert Schins / Jonathan Vos /<br />

Geertjan van Zonneveld<br />

Illustraties Aad Goudappel / Ruben L.<br />

Oppenheimer / Geertjan van Zonneveld<br />

Basisvormgeving Zuiderlicht, <strong>Maastricht</strong><br />

Grafisch design Zuiderlicht, <strong>Maastricht</strong> /<br />

Geertjan van Zonneveld<br />

Druk Drukkerij Rosbeek BV, Nuth<br />

ISSN: 1871-1758<br />

SUMMUM wordt gedrukt op EMAS milieugecertificeerd<br />

papier.<br />

Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen of<br />

vermenigvuldigd zonder voorafgaande schriftelijke<br />

toestemming van de stafdienst communicatie van<br />

het azM. De uitgever aanvaardt geen aansprakelijkheid<br />

voor schade, mogelijk geleden door informatie<br />

uit dit blad, dat met de grootst mogelijke zorgvuldigheid<br />

wordt samengesteld.<br />

inhoud<br />

nr 2<br />

11.07<br />

Opinie<br />

De ranglijst is populair, ook in de <strong>ziekenhuis</strong>zorg.<br />

De bekendste ranglijsten zijn<br />

de jaarlijkse rankings van het AD en<br />

Elsevier, waarin ziekenhuizen stijgen en<br />

dalen als artiesten in de hitlijsten. Maar<br />

wat moeten patiënten en zorgverleners<br />

daar eigenlijk mee? Relativeren of als<br />

realiteit beschouwen? Betrokkenen in<br />

en buiten het azM reageren.<br />

4<br />

De topper<br />

van de week<br />

Proefschrift<br />

Atriumfibrilleren, ofwel een abnormaal snelle<br />

en onregelmatige hartslag, is de meest voorkomende<br />

hartritmestoornis. Promovendes<br />

Robby Nieuwlaat voerde het grootste<br />

Europese onderzoek naar de behandeling<br />

van atriumfibrilleren tot op heden uit: de<br />

Euro Heart Survey. Zijn onderzoek maakt<br />

duidelijk op welke punten de behandeling<br />

van patiënten met atriumfibrilleren in Europa<br />

tekortschiet.<br />

In de draaideur<br />

Ronald Counet, sinds 3 september de<br />

nieuwe directeur van het stafdirectoraat<br />

Personeelszaken van het azM, vindt<br />

goede samenwerking en openheid in<br />

een organisatie onmisbaar. “Zonder<br />

draagvlak, menselijke warmte, plezier in<br />

het werk en goede communicatie haalt<br />

een onderneming niet het maximale uit<br />

haar mogelijkheden.”<br />

7<br />

8<br />

Grenzeloos<br />

Het tekort aan goed opgeleide artsen is<br />

groot in Saudi-Arabië. De Faculty of Health,<br />

Medicine & Life Sciences van de UM en<br />

de Universiteit Groningen leiden samen<br />

de komende jaren 560 Saudi-Arabische<br />

studenten op tot arts. Onlangs startten<br />

de eerste twaalf Saudische studenten met<br />

hun artsopleiding.<br />

10 12<br />

15 16 18 20 24<br />

Poliklinisch kankercentrum<br />

Sinds 1 september is in het azM het poliklinische<br />

Kankercentrum operationeel. In<br />

dit centrum zijn alle medische disciplines<br />

rondom patiënten met kanker verzameld.<br />

Tijdens één bezoek van de patiënt kunnen<br />

daardoor meerdere onderzoeken of<br />

behandelingen worden gecombineerd.<br />

Patiënt centraal<br />

Toen bij kankerpatiënt Jan van Inden een<br />

stuk darm operatief moest worden verwijderd,<br />

koos hij voor de Enhanced Recovery<br />

after Surgery-methode ofwel Fast Track<br />

Surgery. Daarbij hoeven patiënten niet<br />

dagenlang met een maagsonde en zonder<br />

voeding in bed te liggen en is de opnameduur<br />

aanzienlijk korter. “Van passief blijven<br />

liggen, word je niet snel beter.”<br />

De expert(ise)<br />

Prof.dr. Harry Crijns, hoofd Cardiologie azM/<br />

hoogleraar Cardiologie UM vindt het essentieel<br />

hartpatiënten langdurig te volgen. “Je<br />

kunt meer levens redden door hartpatiënten<br />

goed te monitoren en tijdig preventieve<br />

maatregelen te nemen, dan door in te grijpen<br />

op een acuut moment, zoals een infarct of<br />

ritmestoornis. We moeten veel meer de<br />

schouders onder preventie zetten. Daarom<br />

is het een speerpunt in <strong>Maastricht</strong>.”<br />

Kijkoperaties<br />

lever minder<br />

belastend<br />

Laparoscopische leveroperaties<br />

Bij een ‘open operatie’ aan de lever wordt<br />

een snee van circa twintig centimeter<br />

gemaakt. Een kijkoperatie (laparoscopische<br />

leverresectie) is aanzienlijk minder<br />

belastend. Het azM voert als enige <strong>ziekenhuis</strong><br />

in Limburg kijkoperaties aan de lever<br />

uit. Deze vernieuwende ingreep is ideaal<br />

voor jonge vrouwen die door een zeldzame<br />

bijwerking van de anticonceptiepil, een<br />

goedaardig gezwel in de lever hebben.<br />

Jong en dement<br />

Er zijn ongeveer 15.000 jong dementerenden<br />

in Nederland. Mensen die vaak nog<br />

in het volle leven staan, een gezin met<br />

kinderen hebben en dan te horen krijgen<br />

dat ze dement worden. De UM-faculteit<br />

Health, Medicine & Life Sciences en het<br />

azM onderzoeken de specifieke behoeften<br />

van jong dementerende patiënten en<br />

hun directe omgeving.<br />

3<br />

summum ©<br />

nr 1 / 09.05<br />

Aan de ene kant<br />

Toen analist Armand Gubbels in 2004<br />

de kans kreeg om samen met zeven<br />

andere wijnliefhebbers een eigen wijngaard<br />

in Noorbeek te beginnen, was<br />

dat een droom die uitkwam. “Samen<br />

met een groep leuke mensen in deze<br />

schitterende natuur zelf wijn maken,<br />

is prachtig!”


opinie<br />

De ranglijst is populair, ook in de <strong>ziekenhuis</strong>zorg. De bekendste ranglijsten zijn de jaarlijkse rankings van het<br />

Algemeen Dagblad en het weekblad Elsevier, waarin ziekenhuizen stijgen en dalen als artiesten in de hitlijsten. Maar<br />

wat moeten patiënten en zorgverleners daar eigenlijk mee? Relativeren of als realiteit beschouwen? Betrokkenen in<br />

en buiten het azM reageren.<br />

4<br />

summum © summum ©<br />

relatief?<br />

5<br />

Voorzitter prof.dr. Maarten van Kleef van het Stafconvent<br />

(de ver tegenwoordiging van de medische staf) van het azM<br />

opent het gesprek met een duidelijke boodschap: “Ik maak<br />

me zorgen over collega’s die zich geen zorgen maken over<br />

de ranglijsten.” Van Kleef, tevens hoofd Anesthesiologie,<br />

heeft goed nagedacht over die uitspraak. “Ik zeg dit heel<br />

bewust. De ranglijsten zijn een realiteit waar wij als <strong>ziekenhuis</strong><br />

mee te maken hebben. Het gaat over ons functioneren<br />

en ons imago.” Van Kleef vindt alle ranglijsten even belangrijk.<br />

Hij gelooft er in. “Als je het puur wetenschappelijk<br />

bekijkt, en dat doen specialisten natuurlijk, dan valt veel<br />

af te dingen op de methoden die de samenstellers van de<br />

ranglijsten gebruiken. Toch denk ik dat die ranglijsten iets<br />

zeggen over de ziekenhuizen.”<br />

Als hoofd Anesthesiologie werkte Van Kleef zelf mee aan de<br />

jaarlijkse ranglijst van het weekblad Elsevier. Hij behoort tot<br />

de 21 procent van de 7.602 deskundigen die door het weekblad<br />

met een enquête werden benaderd en de vragen<br />

beantwoordden. Een lage respons, erkent Van Kleef. Maar<br />

wel begrijpelijk. “Je mag namelijk niets zeggen over je eigen<br />

<strong>ziekenhuis</strong>. En het is moeilijk vragen over andere ziekenhuizen<br />

te beantwoorden, zeker de detailvragen.” Desondanks zit<br />

volgens Van Kleef een kern van waarheid in het beeld dat<br />

Elsevier van de ziekenhuizen schetst, ook van het azM.<br />

“Ik herken het azM wel in het oordeel dat buitenstaanders<br />

geven. Ik ben ook trots dat het azM medisch gezien een<br />

derde plaats heeft bereikt, als eerste universitaire <strong>ziekenhuis</strong>.<br />

Uiteindelijk zijn de medische prestaties leidend. Het<br />

betekent dat wij tot de top behoren.” Tegelijk noemt hij het<br />

zorgelijk dat het onderzoek bijvoorbeeld ook laat zien dat<br />

Ranglijsten in de zorg<br />

Realiteit of<br />

de wachtlijsten van het azM weer zijn toegenomen. “In het<br />

Stafconvent is dat punt aan de orde gesteld. Daar moeten<br />

we iets aan doen. Kennelijk is de aandacht voor de wachtlijsten<br />

de laatste tijd verslapt.”<br />

Volgens directeur Iris van Bennekom van de Nederlandse<br />

Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) is dat ook meteen<br />

de reden waarom de ranglijsten nuttig zijn. “Ziekenhuizen<br />

kunnen er door gemotiveerd raken iets aan de kwaliteit van<br />

de zorg te doen. Patiënten hebben daar uiteindelijk baat bij.”<br />

Maar patiënten hebben verder niets aan de informatie die<br />

de bestaande ranglijsten aanreiken als zij een arts moeten<br />

kiezen, zegt Van Bennekom. “Want de ranglijsten gaan over<br />

ziekenhuizen in het algemeen. Aan kwalificaties als het<br />

beste en het slechtste <strong>ziekenhuis</strong> heeft de patiënt weinig”,<br />

oordeelt zij. “Een <strong>ziekenhuis</strong> heeft zoveel zorgstraten, je<br />

kunt nooit in alles het beste zijn.”<br />

De patiënt heeft juist behoefte aan informatie over de kwaliteit<br />

van de zorg, is de ervaring van de NPCF. Patiënten willen<br />

op de eerste plaats een vaardige arts. “Het is een misvatting<br />

dat ze vooral een aardige arts willen. Dat is prettig, maar<br />

ervaring is belang rijker.” Daarom zijn patiënten ook geïnteresseerd<br />

in de er varingen van andere patiënten met die arts<br />

en willen ze ook meer weten over de behandelmogelijkheden.<br />

Op initiatief van de Nederlandse Vereniging van Zieken huizen<br />

wordt een dergelijk overzicht nu ontwikkeld in een samenwerkings<br />

verband van organisaties voor patiënten, zorgverleners<br />

en verzekeraars. Maar de bestaande rang lijsten<br />

bieden dat overzicht nog niet, concludeert Van Bennekom.


6<br />

summum ©<br />

Ook Martin Prins, hoogleraar Klinische Epidemiologie aan<br />

de UM-faculteit Health, Medicine & Life Sciences en hoofd<br />

van de afdeling KEMTA (Klinische Epidemiologie en Medical<br />

Technology Assessment) van het azM, komt tot de conclusie<br />

dat de huidige ranglijsten alleen zinvol zijn voor de ziekenhuizen<br />

zelf. “Als een probleem steeds in alle ranglijsten<br />

terugkeert, bijvoorbeeld op verpleegkundig niveau, dan is<br />

het goed om daar op te reageren. Maar patiënten hebben<br />

er momenteel niets aan, want de ranglijsten zeggen niets<br />

over de kwaliteit van behandelingen van specifieke aandoeningen.”<br />

Prins stelt verder dat de ranglijsten niet met elkaar<br />

te ver gelijken zijn, omdat verschillende onderzoeksmethoden<br />

worden gehanteerd en verschillende processen worden<br />

onderzocht. Bovendien valt op de gebruikte onderzoeksmethoden<br />

een hoop af te dingen, zegt hij. “Alleen al de<br />

manier van vragen stellen, beïnvloedt de uitkomst.” Het<br />

is daarom zaak de uitkomsten te relativeren, vindt Prins.<br />

“Maar bij de presentatie van de ranglijsten gebeurt dat niet.”<br />

Het grootste probleem bij het vergelijken van ziekenhuizen<br />

is volgens Prins dat zoiets als een landelijk handboek voor<br />

het meten van de kwaliteit van de geleverde zorg ontbreekt.<br />

Neem bijvoorbeeld het aantal klachten dat een <strong>ziekenhuis</strong><br />

krijgt. “Als je de aantallen klachten met elkaar wilt vergelijken,<br />

moet je het begrip ‘klacht’ eerst definiëren.”<br />

Volgens Prins is het niet eenvoudig meetmethoden te ontwikkelen<br />

die een goede vergelijking van de ziekenhuizen<br />

mogelijk maken. Tot slot bestaat het risico dat elk <strong>ziekenhuis</strong><br />

de gekozen methoden na verloop van tijd toch weer anders<br />

toepast en de cijfers opnieuw niet met elkaar vergeleken<br />

Ranglijsten op een rij<br />

kunnen worden. Het houden van regelmatige steekproeven<br />

zou dat probleem kunnen oplossen, suggereert Prins.<br />

Van Kleef steunt dat idee van harte. Steekproeven houden<br />

de zorgverleners fris, is zijn overtuiging. Bovendien kunnen<br />

de ziekenhuizen die een te rooskleurig beeld van zichzelf<br />

schetsen, meteen worden gecorrigeerd. De voorzitter van<br />

het Stafconvent vindt dat het azM moet meewerken aan het<br />

verbeteren van de ranglijsten en dus aan het ontwikkelen<br />

van goede meetmethoden. Van Kleef prijst dan ook samen<br />

met Martin Prins het initiatief van het azM om ongewenste<br />

effecten en bijwerkingen van behandelingen in kaart te<br />

brengen. Op die manier levert het <strong>ziekenhuis</strong> een bijdrage<br />

aan meer transparantie.<br />

Of de ontwikkeling van goede meetmethoden veel geld gaat<br />

kosten, durft Van Kleef niet te zeggen. “En als dat zo is, dan<br />

moet dat maar. Je doet beter je best als iemand over je<br />

schouder meekijkt. De kwaliteit van de zorg is er bij gebaat.<br />

We moeten er wel voor oppassen dat <strong>academisch</strong>e ziekenhuizen<br />

geen gecompliceerde gevallen gaan weren, omdat<br />

dat slecht is voor de cijfers. In de meetmethoden moet je<br />

rekening houden met de verschillende patiëntengroepen.”<br />

Iris van Bennekom is ervan overtuigd dat die goede meetmethoden<br />

ontwikkeld kunnen worden. De kosten noemt zij<br />

geen argument. “Als je de patiënt beschouwt als klant, dan<br />

wil je die klant toch laten zien welke kwaliteit je te bieden<br />

hebt. Daar ben je toch trots op. Er gaat”, besluit zij, “54<br />

miljard euro om in de zorg. Dan mogen we toch wel weten<br />

wat we daar voor terug krijgen.” •<br />

In Nederland circuleren verschillende ranglijsten over de kwaliteit van de ziekenhuizen. Ook worden<br />

nieuwe initiatieven ontplooid. De belangrijkste ranglijsten in vogelvlucht: De ranglijst van het weekblad<br />

Elsevier is gebaseerd op het oordeel van specialisten, huisartsen, bestuurders en verpleegkundigen<br />

over zaken als de verpleegkundige en medische kwaliteit en de samenwerking met andere zorgin-<br />

stellingen. In de top tien van beste ziekenhuizen van Elsevier komt het azM niet voor. In de deellijst<br />

op het gebied van medische prestaties scoort het azM wel hoog: een derde plaats in de top 10 als<br />

eerste universitaire <strong>ziekenhuis</strong>.<br />

Het Algemeen Dagblad baseert zich bij de samenstelling van de ranglijst op gegevens van de<br />

Inspectie voor de Gezondheidszorg. De krant kijkt daarbij vooral naar de geleverde kwaliteit, patiënt-<br />

tevredenheid en klantvriendelijkheid. Daarnaast wordt de mening van patiënten via een internetenquête<br />

gepeild. In deze ranglijst zakte het azM van 12 naar 46. Roland Berger Consultants beoordeelde<br />

vooral bedrijfseconomische aspecten en kwam tot de conclusie dat kleine ziekenhuizen klantvriende-<br />

lijker en efficiënter werken.<br />

Tot slot is een nieuwe ranglijst in de maak: in september werd op initiatief van de Nederlandse<br />

Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) het startsein gegeven voor de ‘Transparantie Medisch-specialistische<br />

zorg’. Het betreft een samenwerkingsovereenkomst van organisaties op het terrein van patiënten/<br />

consumenten, zorgverleners en verzekeraars die zich tot doel hebben gesteld de patiënt binnen vier<br />

jaar inzicht te bieden in de kwaliteit van de behandeling van een reeks specifieke aandoeningen.<br />

“Ziekenhuisorganisatie<br />

draait om mensen”<br />

Ronald Counet is sinds 3 september jongstleden de nieuwe<br />

directeur van het stafdirectoraat Personeelszaken (PZ) van<br />

het azM. “Ik vind goede samenwerking en openheid in een<br />

organisatie belangrijk. Zonder draagvlak, menselijke warmte,<br />

plezier in het werk en goede communicatie haalt een onderneming<br />

niet het maximale uit haar mogelijkheden. Ik wil<br />

in deze functie graag dicht bij mijn klanten (de Raad van<br />

Bestuur, de Resultaat Verant woordelijke Eenheden èn de<br />

medewerkers) staan en ze op een zinvolle wijze ondersteunen<br />

bij het bereiken van hun doelen.”<br />

“Ik volgde verleden jaar namens MEANDER [Ronald Counet<br />

was directeur stafdiensten bij deze zorggroep, red.] een<br />

opleiding voor managers aan de Erasmus Univer si teit<br />

Rotterdam. In het kader van de stage van die opleiding<br />

mocht ik drie weken een kijkje in de keuken van het azM<br />

nemen. Er was meteen een klik. Ik werd geraakt door de<br />

energiegevende nationale en internationale ambities en het<br />

open karakter van het azM. Ik werkte al vijftien jaar met<br />

plezier bij MEANDER, maar besefte tijdens die stage dat<br />

ik toch aan iets anders toe was. Voortdurende verbetering<br />

op het gebied van patiëntenzorg, opleidingen en onder zoek<br />

staan bij het azM hoog in het vaandel. Wie zou nu niet in<br />

een dergelijke dynamische organisatie willen werken?” •<br />

in de draaideur<br />

7<br />

summum ©


“Van passief blijven liggen<br />

word je niet snel beter”<br />

8<br />

9<br />

Het was een lastige keuze voor Jan van<br />

Inden die nooit eerder een grote operatie<br />

had gehad. Na bestudering van het<br />

informatiemateriaal, besloot hij voor<br />

de nieuwe ERAS-methode te gaan.<br />

“De risico’s waren vrij klein en de operatie<br />

zelf bleef toch hetzelfde. Als je<br />

eenmaal bent geopereerd, denk je in<br />

eerste instantie dat je niets anders<br />

kunt dan in bed liggen. Ik was er echter<br />

van overtuigd dat ik van passief blijven<br />

liggen niet snel beter zou worden.”<br />

Daarom probeerde hij daags na de<br />

operatie al een beetje bouillon. “Dat<br />

smaakte heerlijk na twee dagen vasten!<br />

Ook ben ik even op een stoel gaan<br />

zitten, maar dat bleek toch te optimistisch.<br />

De volgende dag hield ik het<br />

echter al drie uur vol. En ik kon zelfs al<br />

een boterham eten.” Het snelle herstel<br />

zette door en drie dagen na de operatie<br />

at hij al een kleine warme maaltijd en<br />

kon hij zich douchen. Vijf dagen na de<br />

operatie mocht hij naar huis.<br />

“Ik gaf mezelf voortdurend zetjes om<br />

te eten en bewegen. De specialisten<br />

en verpleegkundigen stimuleerden me<br />

daarin. Het voelde ook goed, anders<br />

Direct in actie voor sneller herstel<br />

Eind juni werd bij Jan van Inden* (51) darmkanker vastgesteld. In het eerste gesprek met zijn chirurg werd duidelijk dat<br />

het betreffende stuk darm operatief moest worden verwijderd. Hij mocht kiezen voor de traditionele behandeling of een<br />

modernere behandeling: Enhanced Recovery after Surgery (ERAS) ofwel Fast Track Surgery. Bij die laatste methode<br />

hoeven patiënten niet dagenlang met een maagsonde en zonder voeding in bed te blijven liggen en wordt de opnameduur<br />

aanzienlijk verkort. Jan koos dan ook voor deze behandeling. “Van passief blijven liggen, word je niet snel beter.”<br />

summum © summum ©<br />

* Om privacyredenen is de naam Jan van Inden gefingeerd.<br />

had ik het niet gedaan. Zodra je weer<br />

normale dingen doet, voel je je meteen<br />

minder patiënt. Ik wist dat er weinig<br />

kans was op uitzaaiingen, dus ik wilde<br />

zo snel mogelijk mijn oude conditie<br />

terug. Al die kleine stapjes voorwaarts<br />

zijn mentale overwinninkjes. Je kunt<br />

dus méér dan alleen in bed liggen.<br />

Nu, anderhalve maand later, ervaar<br />

ik vrijwel geen beperkingen meer en<br />

ben zelfs weer gedeeltelijk aan het<br />

werk. Traditioneel staat daar toch<br />

langer voor.”<br />

Bij medepatiënten met gecompliceerdere<br />

ziektebeelden zag Van Inden vaak<br />

minder animo om te eten en bewegen.<br />

“Daar heb ik alle begrip voor, al denk ik<br />

wel dat het beter voor ze zou zijn. Het<br />

is belangrijk naar je eigen lichaam te<br />

luisteren, maar je kunt zelf veel meer<br />

doen dan je denkt.” •<br />

Lees meer op www.summum.mumc.nl<br />

onder de berichten.<br />

Enhanced Recovery after Surgery<br />

Volgens de nieuwste inzichten blijkt het<br />

niet altijd noodzakelijk dat patiënten<br />

na een buikoperatie nog dagenlang<br />

maagsondevoeding krijgen. Ook de<br />

traditionele darmspoeling blijkt niet<br />

altijd noodzakelijk voor het vermijden<br />

van complicaties. Onder meer door<br />

het achterwege laten hiervan, wordt<br />

de opnameduur vaak vier tot vijf dagen<br />

verkort en voelen patiënten zich sneller<br />

beter. Het CBO (het kwaliteitsinstituut<br />

voor de gezondheidszorg) benoemde<br />

het Enhanced Recovery after Surgeryprogramma<br />

tot landelijk CBO-doorbraakproject<br />

waarin de aanpak van<br />

het azM de norm is en het azM als<br />

supervisor optreedt. Inmiddels wordt<br />

het enhanced recovery-principe in<br />

navolging van <strong>Maastricht</strong> door meerdere<br />

Nederlandse ziekenhuizen toegepast.<br />

patiënt centraal 9


grenzeloos<br />

<strong>Maastricht</strong> leidt<br />

Saudische studenten<br />

op tot arts<br />

De komst van de Saudi’s is een welkome bron van extra inkomsten<br />

voor <strong>Maastricht</strong>, zegt prof.dr. Harry Hillen, decaan van de UM-faculteit<br />

Health, Medicine & Life Sciences. Maar hij vindt het nog veel belangrijker<br />

dat de Saudi’s bijdragen aan de culturele veelkleurigheid van<br />

het geneeskundeprogramma. “Het verzoek bij te dragen aan een<br />

oplossing van het artsen tekort in Saoedi-Arabië vind ik een valide<br />

argument. Maar nog veel meer ben ik overtuigd door de kans om<br />

de culturele verschillen en soms vijandige misverstanden tussen de<br />

Arabische wereld en de onze te helpen verminderen. De Saudische<br />

studenten leren onze manier van werken en leven kennen en begrijpen.<br />

Onze studenten krijgen de mogelijkheid Arabische collega’s te<br />

leren kennen en vriendschappen te sluiten met zeer getalenteerde<br />

mensen uit een fascinerend land. anvankelijk was er veel verschil<br />

met de Nederlandse studenten, maar dat verandert. Geleidelijk aan<br />

omarmen de Saudische studenten <strong>Maastricht</strong>.” •<br />

*De overige 28 Saudische studenten nemen nog een jaar deel aan het ‘pre-med’<br />

programma van het University College <strong>Maastricht</strong>, zodat zij in september 2008 met<br />

hun geneeskundestudie kunnen beginnen.<br />

<strong>Maastricht</strong> ontdekt<br />

nieuwe eigenschap<br />

IgG4-antilichaam<br />

De bloedspotmethode wordt al veelvuldig toegepast bij kwalitatieve toepassingen,<br />

zoals het opsporen van metabole stoornissen waarbij wordt<br />

gezocht naar een genetische afwijking of bij kwantitatieve toepassingen<br />

met hoge concentraties, zoals de bepaling van het suikergehalte. Bij<br />

geneesmiddel-spiegelbepalingen was de methode nog niet gangbaar,<br />

omdat veelal lage concentraties moeten worden gemeten. Bij bloedspot<br />

was dit tot op heden een probleem onder meer omdat de hoeveelheid<br />

afgenomen bloed beperkt is. Het laboratorium Klinische Farmacie en Toxicologie<br />

en de afdeling Nefrologie (Nierziekten) van het azM ontwikkelden<br />

daarop een methode waarbij de spiegelbepaling van het geneesmiddel<br />

Tacrolimus (een geneesmiddel om afstoting van donornieren te voorkomen)<br />

met de bloedspotmethode kan worden uitgevoerd. Momenteel wordt<br />

onder zocht of de bloedspotmethode ook bij andere geneesmiddelen<br />

kan worden toegepast.<br />

Karin Hoogtanders, analiste van het laboratorium Klinische Farmacie en<br />

Toxicologie azM, won onlangs de Figon Award for Technical Excellence<br />

met het onderzoek naar de bloedspotmethode. Deze prijs is nog niet<br />

eerder aan een klinisch farmaceutisch lab in Nederland toegekend. •<br />

Lees meer op www.summum.mumc.nl onder de berichten.<br />

Ligt het accent bij de Tweede<br />

Kamer op politieke issues. In de<br />

Eerste Kamer ligt het meer op de<br />

inhoud en geschiktheid van een<br />

wetsvoorstel om de nagestreefde<br />

doelen te bereiken; de maatschappelijke<br />

aanvaardbaarheid.<br />

Het wetsvoorstel ten aanzien<br />

van het veranderde zorgstelsel<br />

wordt bestudeerd door de leden,<br />

waaronder ondergetekende.<br />

Vervolgens worden schriftelijke<br />

vragen gesteld aan de minister<br />

op basis van de visies van de<br />

partijen in de senaat. Daarna<br />

wordt de minister uitgenodigd<br />

in de Eerste Kamer om het wetsvoorstel<br />

plenair te bediscussiëren.<br />

Dit is vaak een stevig inhoudelijk<br />

debat dat wordt vastgelegd in de<br />

handelingen van de Eerste Kamer.<br />

Soms zijn meerdere termijnen<br />

nodig, waarbij de Senaat niet<br />

schuwt om moties in te dienen.<br />

Bijzonder is dat de antwoorden<br />

en toezeggingen van de minister<br />

in de Senaat een wetgevend<br />

karakter hebben. Ingediende en<br />

aangenomen moties worden door<br />

de minister al of niet aanvaard na<br />

overleg in de ministerraad. Bij het<br />

wel aanvaarden wordt het wetsvoorstel<br />

gewijzigd middels novellen.<br />

De Eerste Kamer is politiek<br />

onafhankelijk en heeft het veto<br />

recht. Hoe wordt gestemd, wordt<br />

vaak in de fractie bepaald.<br />

10<br />

summum<br />

U ziet dat de Eerste Kamer wel<br />

degelijk een belangrijke rol vervult<br />

in het tot stand komen van<br />

nieuwe wetgeving, dan wel<br />

beleidsverordeningen in de zorg.<br />

© summum ©<br />

Ons afweersysteem maakt antilichamen aan om ons<br />

te beschermen tegen ‘vreemde’ cellen zoals bacteriën<br />

of kankercellen. Het IgG4-molecuul is een van die vele<br />

antilichamen. Onderzoekers van de UM-faculteit Health,<br />

Medicine & Life Sciences hebben, in samenwerking met<br />

onderzoekers van bloedbank Sanquin en het bedrijf<br />

Genmab, een nieuwe en unieke eigenschap van dit IgG4molecuul<br />

ontdekt. Hun ontdekking kan veel betekenen<br />

voor de behandeling van auto-immuunziekten.<br />

11<br />

De Universiteit <strong>Maastricht</strong> en de Universiteit Groningen leiden<br />

samen de komende jaren 560 Saudi-Arabische studenten op<br />

Bij auto-immuunziekten vormt het afweersysteem<br />

antistoffen tegen lichaamseigen cellen en stoffen. De<br />

<strong>Maastricht</strong>se onderzoeksgroep toonde in een proefdierenonderzoek<br />

een bijzonder mechanisme van het Thuis zelf bloedprikken<br />

tot arts. Sinds februari zijn de eerste veertig Saudische studen- IgG4-antilichaam aan. Onderzoeksleider prof.dr. Mark<br />

ten – 28 jongens en 12 meisjes – in <strong>Maastricht</strong>. Ze werden bij-<br />

de Baets legt uit: “Een antilichaam lijkt een beetje op een<br />

Het azM heeft een nieuwe methode ontwikkeld om concentraties<br />

gespijkerd in biologie, scheikunde, fysiologie en Engels, en<br />

vork met vier tanden, bestaande uit twee symmetrische<br />

van geneesmiddelen in bloedmonsters te meten: de zogenoemde<br />

twaalf* van hen startten onlangs met hun artsopleiding.<br />

helften. Als je de twee helften van het IgG4-antilichaam<br />

bloedspotmethode. Daarmee hoeven patiënten voor sommige bloed-<br />

scheidt, gaan ze een nieuwe verbinding aan met één<br />

onderzoeken niet meer naar het <strong>ziekenhuis</strong> te komen, maar kunnen<br />

Het tekort aan goed opgeleide artsen is groot in Saudi-Arabië.Echter, helft van een andere vork. Dat is compleet nieuw.<br />

thuis zelf bloedprikken. Patiënten prikken zichzelf in hun vinger met<br />

sinds de aanslagen van 11 september 2001 vinden toekomstige<br />

Normaalgesproken breekt zo’n eiwit helemaal af tot<br />

een prikpen en laten één bloeddruppel in een cirkel op een voorbe-<br />

Sau dische artsen maar moeilijk een opleidingsplek in de Verenigde<br />

de bouwstof (aminozuren) die vervolgens worden herdrukt<br />

kaartje vallen. Nadat de bloeddruppel is opgedroogd, wordt<br />

Staten of Groot-Brittannië. Op zoek naar opleidingsmogelijkheden<br />

gebruikt voor de aanmaak van nieuwe antilichamen.”<br />

het kaartje in een plastic zakje in een envelop per post naar het<br />

in Europa, kwam de Saudische regering al vrij snel uit in <strong>Maastricht</strong><br />

klinisch farmaceutisch lab van het azM gestuurd. Deze manier van<br />

en Groningen, met name vanwege hun probleemgestuurd onderwijs- De onderzoekers richtten zich hoofdzakelijk op de rol van<br />

bloedmeten is patiëntvriendelijk, efficiënt en kostenbesparend.<br />

systeem. Bovendien staat de UM bekend als zeer internationaal<br />

IgG4 bij de auto-immuunziekte myasthenia gravis. Deze<br />

georiënteerd.<br />

aandoening leidt tot het niet of onvoldoende functioneren<br />

van de spieren. Na een injectie met genetisch gemodificeerde<br />

IgG4-antilichamen blijken deze zich aan de spieren<br />

te hechten en vormen daar een beschermende laag tegen<br />

de spieraantasting. Op termijn kan een behandeling met<br />

IgG4 mogelijk de huidige (agressieve) cortisone-behandeling<br />

van myasthenia gravis vervangen. Antilichamen<br />

veroorzaken namelijk niet de heftige bijwerkingen van<br />

cortisone.<br />

De bevindingen van de <strong>Maastricht</strong>se onderzoekers<br />

werden onlangs gepubliceerd in het gerenommeerde<br />

internationale wetenschappelijke tijdschrift Science.<br />

Hun ontdekking van het IgG4-mechanisme versloeg<br />

een kleine honderd andere wetenschappelijke artikelen<br />

die voor elke editie van Science worden ingediend door<br />

wetenschappers wereldwijd. •<br />

Lees meer op www.unimaas.nl onder de persberichten.<br />

Prof.dr. Karel Leunissen, Senator<br />

Eerste Kamer, CDA-woordvoerder<br />

van de commissie VWS van de<br />

Senaat internist/directeur stafdirectoraat<br />

Zorg en leren azM<br />

column


Specifieke behoeften jong dementerenden in beeld<br />

Jong en dement<br />

12 13<br />

summum © summum ©<br />

Er zijn ongeveer 15.000 jong dementerenden in Nederland. Mensen die vaak nog in het volle leven staan, een gezin<br />

met kinderen hebben en dan te horen krijgen dat ze dement worden. En daarvan is geen weg terug. De UM-faculteit<br />

Health, Medicine & Life Sciences (FHML) en het azM onderzoeken, samen met het Alzheimer Centrum Limburg en<br />

soortgelijke centra in Nijmegen en Amsterdam, de specifieke behoeften van jong dementerende patiënten en hun<br />

directe omgeving.<br />

Wat betekent ‘jong’ precies als je over jong dementerenden<br />

spreekt? Prof. Frans Verhey: “Patiënten die voor hun 65 e<br />

dement geworden zijn.” De jongste patiënt die hij heeft<br />

behandeld, was 42 jaar. En hij kent collega’s met patiënten<br />

van 37 of 38 jaar. De eerste symptomen zijn vaak niet zozeer<br />

vergeetachtigheid, maar een verandering in persoonlijkheid:<br />

mensen worden bijvoorbeeld eenkennig en egocentrisch.<br />

Het onderzoek naar de behoeften van jong dementerenden<br />

is half september begonnen en loopt vier jaar. Het is een<br />

project waarin het azM, de FHML, het Alzheimer Centrum<br />

Limburg en centra in Nijmegen en Amsterdam samenwerken.<br />

Onderzoekscoördinator Marjolein de Vugt: “We gaan<br />

patiënten twee jaar lang volgen. We volgen twee groepen:<br />

een groep mensen die de diagnose net heeft gehoord en<br />

een groep die al verder in het proces zit. We zullen met<br />

name via de om geving – partner, kinderen – informatie<br />

verzamelen over het functioneren van de patiënt. Maar<br />

we willen ook informatie over de om geving zelf. We zullen<br />

vragen stellen als: welke zorg krijgt u en waar zou u behoefte<br />

aan hebben? Dat zullen we doen door middel van vragenlijsten<br />

en interviews en we zullen ook testen bij de patiënten<br />

afnemen om te zien wat hun niveau van functioneren is.”<br />

Prof. Verhey: “We beginnen nu met een meer psycho-sociaal<br />

onderzoek, gericht op de behoeftes van de mantelzorgers en<br />

de omgeving van patiënten. Maar we willen er ook meer biologisch<br />

onderzoek aan koppelen. Dna-onderzoek [erfelijkheidsonderzoek,<br />

red.] bijvoorbeeld of mri-onderzoek<br />

[beeldvorming van het lichaam met Magnetic Resonance<br />

Imaging, red.]. Op die manier zou je de diagnose misschien<br />

eerder kunnen stellen.”<br />

Als jong dementerenden en hun om geving die diagnose te<br />

horen krijgen, is dat een grote klap, schreef iemand onlangs.<br />

Dat lijkt een understatement, aldus Marjolein de Vugt.<br />

“Enerzijds is er natuurlijk verbijstering en shock. Maar<br />

anderzijds kan het toch ook duidelijkheid geven.” Verhey:<br />

“Het maakt nogal wat uit als je weet waarom je partner<br />

moeilijk doet – omdat hij wil klieren of omdat hij een hersenziekte<br />

heeft.” De Vugt: “Het verandert het hele perspectief,<br />

vooral voor de omgeving. Er ontstaat veel meer begrip,<br />

waardoor mensen het beter kunnen opbrengen om zorg<br />

te verlenen. Sommige mensen stonden op het punt te gaan<br />

scheiden. En als ze dan horen wat aan de hand is, zie je<br />

vaak dat ze die zorg toch zelf willen geven.” •


14<br />

summum ©<br />

Pieken in Zuidoost-Nederland<br />

bevorderen internationale<br />

samenwerking<br />

Onlangs werden drie grensoverschrijdende<br />

samenwerkingsprojecten van het azM gehonoreerd<br />

binnen het subsidieprogramma ‘Pieken<br />

in Zuidoost-Nederland, Uitzicht op de Top<br />

2006’. Dit programma moet de regionale economische<br />

pieken, die van nationale betekenis<br />

zijn, uitbouwen en daarmee de internationale<br />

concurrentiekracht van Zuidoost-Nederland<br />

versterken. De azM-projecten hebben een<br />

gezamenlijke omvang van 2,3 miljoen euro en<br />

betreffen het maken en verwerken van kunstbot<br />

(in samenwerking met de Rheinisch-<br />

Westfälische Technische Hochschule Aachen,<br />

Duitsland), de ontwikkeling van een innovatieve<br />

scoliose brace (korset voor scheefgroeiende<br />

rug) en het automatisch vervaardigen van<br />

therapeutische inlegzolen (respectievelijk<br />

samen met Hogeschool Kempen en Leuven,<br />

België).<br />

In het kader van de volgende projectronde<br />

‘Pieken in Zuidoost-Nederland 2007’ werden<br />

drie nieuwe azM-projecten goedgekeurd voor<br />

verdere uitwerking. Deze projecten richten<br />

zich, net als de drie bovenstaande projecten,<br />

op medisch-technologische innovatie en multidisciplinaire<br />

grensoverschrijdende samenwerking<br />

met kennisinstellingen en het bedrijfsleven.<br />

Geschatte omvang van de projecten bedraagt<br />

4 miljoen euro. Hopelijk volgt de honorering<br />

hiervan begin 2008. De azM-projecten zijn<br />

ontwikkeld en worden uitgevoerd binnen het<br />

concept Medical Field Lab. Dit concept be -<br />

oogt de ontwikkeling van medische producten<br />

te versnellen door nauwe samenwerking tussen<br />

bedrijven, kennisinstellingen en medisch<br />

specialisten. De activiteiten binnen het Lab<br />

zijn gericht op het creëren van marktgerichte<br />

gezondheidsproducten waarbij maatschappelijke,<br />

economische en wetenschappelijke<br />

waardetoekenning centraal staan. Het Lab<br />

begeleidt de opzet van innovatieprojecten<br />

waarbij het azM als ‘klinische proeftuin’<br />

fungeert. Het Medical Field Lab werd door<br />

Economische Zaken beoordeeld als beste<br />

concept voor medisch-technologische innovatie.<br />

•<br />

Lees meer op www.summum.mumc.nl<br />

onder de berichten.<br />

Geïntegreerde aanpak COPD gewenst<br />

Jaarlijks sterven wereldwijd circa 2,5 miljoen mensen aan chronische longaandoeningen,<br />

kortweg COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease) genoemd. Dit aantal is nagenoeg<br />

gelijk aan het aantal sterfgevallen ten gevolge van HIV/AIDS. Reden voor het gerenommeerd<br />

wetenschappelijk tijdschrift The Lancet om aandacht hieraan te besteden. Prof.dr. Emiel<br />

Wouters, directeur-bestuurder Centrum Chronische Ziekten azM/hoogleraar Longziekten<br />

aan de UM en directeur van het Centrum voor Integrale Revalidatie Orgaanfalen (CIRO)*,<br />

schreef daartoe een begeleidend commentaar. Hij pleit in The Lancet voor een patiëntgerichte<br />

en vraaggestuurde aanpak van COPD.<br />

Het artikel in The Lancet gaat in op de zogenoemde BOLD-studie (Global Burden of Disease)<br />

naar het wereldwijd voorkomen van COPD. Het azM is één van de BOLD-centra in dit wereldwijde<br />

netwerk. De onderzoeksresultaten bevestigen dat niet alleen roken, maar ook de factor leeftijd<br />

sterk bijdraagt aan het ontstaan van COPD en de ernst van de ziekte. De vergrijzing van de wereldbevolking<br />

en het feit dat COPD-patiënten vaak meerdere ziektebeelden gelijktijdig hebben, maken<br />

dan ook duidelijk dat een geïntegreerde zorg- en behandelaanpak de hoogste prioriteit verdient,<br />

zoals ook de World Health Organisation (WHO) bepleit.<br />

Prof.dr. Wouters maakt zich al jaren sterk voor een geïntegreerde COPD-aanpak. “De beschikbare<br />

data tonen duidelijk aan dat COPD wereldwijd één van de meest voorkomende ziekten is.<br />

Herkenning en erkenning van dit feit verplicht de medische gemeenschap om met de grootst<br />

mogelijke inspanning een toenemende publieke bewustwording te bewerkstelligen voor een<br />

geïntegreerde COPD-aanpak zoals wij die in het Centrum Chronische Ziekten azM en tijdens<br />

de revalidatiefase in CIRO toepassen. Onze geïntegreerde aanpak richt zich op het verminderen,<br />

of op z’n minst stabiliseren, van huidige en toekomstige verwikkelingen die voorkomen bij dit<br />

ziektebeeld”, zo schrijft prof. Wouters in The Lancet. •<br />

Het artikel in The Lancet ( 2007;370:715-6) is te vinden op: http://www.sciencedirect.com<br />

Lees meer over CIRO op: http://www.summum.mumc.nl/archief/mei+2006/rubrieken/<br />

grenzeloos+mei.htm<br />

* CIRO, dat is gevestigd in Horn, is een voor Europa uniek centrum voor geïntegreerde zorg voor patiënten met chronische<br />

ziekten. Het centrum heeft onder meer voor COPD-patiënten een uitgebreid, geïntegreerd begeleidingstraject ontwikkeld.<br />

CIRO werkt nauw samen met het azM en de UM-faculteit Health, Medicine & Life Sciences op het gebied van patiëntenzorg<br />

en onderzoek.<br />

Behandeling atriumfibrilleren<br />

schiet tekort<br />

Atriumfibrilleren (een abnormaal snelle en onregelmatige<br />

hartslag) is de meest voorkomende hartritmestoornis.<br />

Deze hartaandoening heeft een progressief karakter,<br />

gaat vaak gepaard met andere hart- en vaatziektes, en<br />

verhoogt de kans op een beroerte. Promovendes Robby<br />

Nieuwlaat van de UM-faculteit Health, Medicine and Life<br />

Sciences voerde het grootste Europese onderzoek naar<br />

de behandeling van atriumfibrilleren tot op heden uit:<br />

de Euro Heart Survey. Hij bekeek of de behandeling<br />

van patiënten met atriumfibrilleren in Europa volgens<br />

de internationale behandelrichtlijnen gebeurt.<br />

Het onderzoek van Robby Nieuwlaat toont aan dat<br />

patiënten die een hoog risico op een beroerte hebben,<br />

regelmatig geen orale antistollingsmedicatie ter voorkoming<br />

van een beroerte krijgen. Een reden om de betreffende<br />

antistollingsmedicatie niet voor te schrijven, is dat<br />

deze patiënten last hadden van kortdurende aanvallen<br />

van atriumfibrilleren. Maar het niet voorschrijven van<br />

antistollingsmedicatie bij deze patiënten, wordt niet als<br />

zodanig aanbevolen in de internationale behandelrichtlijnen.<br />

Bovendien toonde het onderzoek van Nieuwlaat<br />

aan dat patiënten met kórtdurende aanvallen niet minder<br />

vaak een beroerte krijgen dan patiënten met langdurige<br />

aanvallen. Wel blijkt dat vrouwen met atriumfibrilleren<br />

een hoger risico op een beroerte hebben, dan mannen.<br />

Dit terwijl de behandelrichtlijnen orale antistollingsmedicatie<br />

voor vrouwen niet overtuigend sterker aanbevelen.<br />

Een eerdere Nederlandse studie laat zien dat in de meeste<br />

gevallen een cardioloog de orale antistollingsmedicatie<br />

voorschrijft. Toch blijkt dat maar weinig patiënten die<br />

zowel atriumfibrilleren als hartfalen hebben (een vaakvoorkomende<br />

combinatie) een optimale medicamenteuze<br />

behandeling krijgen. Tenslotte werden behoorlijke veranderingen<br />

in de behandeling van patiënten met atriumfibrilleren<br />

gezien. Dat duidt op het veranderende karakter<br />

van atriumfibrilleren en laat zien hoe moeilijk het is deze<br />

aandoening te behandelen.<br />

Het onderzoek van Nieuwlaat maakt duidelijk op welke<br />

punten de behandeling van patiënten met atriumfibrilleren<br />

in Europa tekortschiet. De terugkoppeling van de onderzoeksresultaten<br />

naar cardiologen zal leiden tot een<br />

betere behandeling. •<br />

proefschrift<br />

15<br />

summum ©


16<br />

summum ©<br />

Poliklinisch kankercentrum azM van start<br />

Sinds 1 september is in het azM het poliklinische Kankercentrum operationeel. In dit centrum zijn alle medische disciplines<br />

rondom patiënten met kanker verzameld. Tijdens één bezoek van de patiënt kunnen daardoor meerdere onderzoeken<br />

of behandelingen worden gecombineerd.<br />

Zorg en en ondersteuning<br />

onder<br />

op één één plek<br />

In het Kankercentrum wordt de patiënt omringd door experts<br />

op de diverse gebieden. Alle benodigde specialisten bezoeken<br />

de patiënt in de centraal gelegen spreekkamer voor<br />

behandeling of advies. Door deze goed georganiseerde<br />

zorg wordt het bezoek van de patiënt optimaal benut.<br />

Patiënten worden sneller en effectiever behandeld en hoeven<br />

dus minder vaak naar het <strong>ziekenhuis</strong> te komen. Doordat de<br />

specialisten zich in het Kankercentrum kunnen concentreren<br />

op de poliklinische kankerpatiënten, weet de patiënt zich<br />

verzekerd van de beste zorg op de specifieke deelgebieden<br />

rondom zijn aandoening.<br />

Binnen het nieuwe Kankercentrum is ook een centrale plek<br />

ingericht waar de patiënt en zijn familie terecht kunnen voor<br />

informatie over de ziekte. Er is foldermateriaal en internet<br />

beschikbaar en men kan zich laten informeren door deskundige<br />

medewerkers. Daarnaast kan de patiënt in het<br />

Kanker centrum terecht voor psychosociale zorg, zoals het<br />

regelen van gezinshulp of andere ondersteuning door de<br />

mede werkers van de afdeling Maatschappelijk Werk.<br />

In eerste instantie is het poliklinische Kankercentrum opgezet<br />

voor de tumorlijnen: mammacare, hoofd /hals oncologie,<br />

complexe dermatologische oncologie, erfelijke tumoren,<br />

medische oncologie en hematologie. Bij de bouw en inrichting<br />

van het centrum is zoveel mogelijk rekening gehouden<br />

met de wensen van patiënten en medewerkers. Zo wordt<br />

goed gebruik gemaakt van daglicht, zijn er meerdere zithoeken<br />

en is er voldoende gelegenheid voor een gesprek.<br />

Voorheen waren deze diensten ook in het <strong>ziekenhuis</strong> beschikbaar,<br />

maar waren ze versnipperd over de verschillende<br />

afdelingen.<br />

Door het bij elkaar brengen van alle faciliteiten is het werk<br />

voor de medisch specialisten ook prettiger geworden: alles<br />

is nu binnen handbereik. Daarnaast werkt het Kanker centrum<br />

mee aan de pilot van het nieuwe Ziekenhuis Informatiesysteem.<br />

Met behulp van dit systeem heeft de specialist<br />

onder andere sneller een volledig beeld van zijn patiënt en<br />

diens medische achtergrond, en is elektronische uitwisseling<br />

van patiëntendata gemakkelijker.<br />

Op termijn zullen ook de andere oncologische zorglijnen en<br />

waarschijnlijk ook het dagcentrum voor chemobehandelingen<br />

in het Kankercentrum worden geïntegreerd. •<br />

17<br />

summum ©


de expert(ise)<br />

summum ©<br />

nr 1 / 09.05<br />

“Tijdens mijn studie sprong de cardiologie<br />

eruit”, vertelt prof.dr. Harry Crijns, hoofd<br />

Cardiologie azM / hoogleraar Cardiologie<br />

aan de UM. “De Cardiologie heeft, naast<br />

beschouwende aspecten, ook veel exacte<br />

aspecten. Dat sprak mij aan. Mijn hart ligt<br />

bij atriumfibrilleren ofwel boezemfibrilleren.<br />

En dan vooral het ontwikkelen van nieuwe<br />

diagnostiek en preventiemethoden.”<br />

“Het hart is een belangrijk orgaan, ook<br />

gevoelsmatig”, zegt Crijns. “Je moet<br />

patiënten met hartproblemen daarom de<br />

situatie duidelijk uitleggen en een helder<br />

perspectief schetsen. Met een goede<br />

begeleiding kunnen patiënten beter<br />

omgaan met hun ziekte. Die één-op-ééncontacten<br />

liggen mij. Het is essentieel<br />

hartpatiënten lang durig te volgen. Je kunt<br />

meer levens redden door hartpatiënten<br />

goed te monitoren en tijdig preventieve<br />

maatregelen te nemen, dan door in te grijpen<br />

op een acuut mo ment, zoals een<br />

infarct of ritmestoornis. We moeten veel<br />

meer de schouders onder preventie zetten.<br />

Daarom is preventie een speerpunt in<br />

<strong>Maastricht</strong>.”<br />

Levensreddend gebruik van<br />

embryo’s mag<br />

18<br />

summum © summum ©<br />

Crijns werd onlangs benoemd tot voorzitter<br />

van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie.<br />

Als het aan hem ligt, gaat heel wat<br />

veranderen binnen de cardiologie. Hij wil<br />

onder meer een stichting voor een natio-<br />

Voor: Guido de Wert Tegen: Henk Jochemsen<br />

naal cardiovasculair dataregister (NCDR)<br />

oprichten. “Met een NCDR kan de be -<br />

roepsgroep onafhankelijke cardiovasculaire<br />

prestatie-indicatoren ontwikkelen waarmee<br />

je de kwaliteit van de zorg objectief kunt<br />

meten. Ons plan is om onafhankelijke partijen<br />

in het bestuur van de NCDR-stichting<br />

op te nemen, zoals zorgverzekeraars en<br />

patiëntenverenigingen.” Ook wil Crijns de<br />

cardiologieopleiding landelijk herstructureren.<br />

“Cardiologen in opleiding moeten de<br />

mogelijkheid krijgen tot superspecialisatie,<br />

zodat je naast algemene ook gedifferentieerde<br />

cardiologen krijgt. Bijvoorbeeld<br />

‘beeldvormingscardiologen’ of ‘cardiogenetica-cardiologen’.”<br />

Crijns voorziet meer concurrentie in de<br />

gezondheidszorg. “Inmiddels zijn verscheidene<br />

cardiologische ingrepen ‘vrijgegeven’<br />

[ze mogen zonder vergunning door elk<br />

<strong>ziekenhuis</strong> worden uitgevoerd, red.]. Dat<br />

is prima zolang de kwaliteit gewaarborgd<br />

blijft. Daarvoor kan een NCDR zorgen. Het<br />

zou ideaal zijn wanneer we in Nederland<br />

20 tot 25 cardiologische centra hebben,<br />

met een sterke uitwisseling en samenwerking<br />

tussen de perifere ziekenhuizen en<br />

de gespecialiseerde (<strong>academisch</strong>e) centra.<br />

Dat komt ook tegemoet aan de wensen<br />

van de patiënt. Die wil een soepele, levensloopbestendige<br />

behandeling. Niet een<br />

behandeling die in stukjes is opgeknipt.” •<br />

Prof.dr. Harry Crijns<br />

“We moeten<br />

veel meer de<br />

schouders onder<br />

preventie zetten”<br />

De stelling van Guido de Wert<br />

Het maken van embryo’s<br />

voor levensreddende behandelingen<br />

is verboden in<br />

Nederland. Prof.dr. Guido<br />

de Wert, hoogleraar Bio medische<br />

Ethiek aan de UMfaculteit<br />

Health, Medicine<br />

& Life Sciences, pleit voor<br />

een opheffing van dit verbod.<br />

“Soms kunnen ouders hun<br />

doodzieke kind redden door<br />

nog een kindje te verwekken<br />

dat als ‘donor’ kan dienen.<br />

Na de geboorte worden dan<br />

stamcellen uit het navelstrengbloed<br />

gebruikt voor<br />

celtherapie bij het zieke<br />

broertje of zusje. Via preimplantatie<br />

genetische<br />

diagnostiek wordt vooraf<br />

een embryo geselecteerd<br />

met het ge schikte HLA-type<br />

voor plaatsing in de baarmoeder.<br />

Die HLA-moleculen<br />

zorgen ervoor dat we<br />

onze cellen als lichaamseigen<br />

ervaren. Deze methode<br />

kent echter enkele problemen:<br />

de succeskans is laag<br />

en enkele ouders beschou-<br />

wen hun gezin als compleet.<br />

Boven dien kan het snel af -<br />

klemmen van de navelstreng,<br />

nodig om het maximaal aantal<br />

bloedvormende stamcellen<br />

te oogsten, nadelig zijn<br />

voor de donorbaby en het<br />

donorkind voelt zich later<br />

mogelijk ‘gebruikt’.”<br />

“Een mogelijk alternatief is<br />

dat men een embryo, waarvan<br />

het weefseltype overeenkomt<br />

met dat van de<br />

ontvanger, gebruikt als bron<br />

van embryonale stamcellen<br />

voor de levensreddende<br />

therapie. Als dit alternatief<br />

veilig en effectief is – dit<br />

wordt momenteel uitgezocht<br />

– heeft het in principe de<br />

voorkeur, medisch, psychologisch<br />

en ethisch gezien.<br />

Het bezwaar dat men daarbij<br />

embryo’s verwekt ‘uitsluitend<br />

voor instrumenteel<br />

gebruik’ vind ik niet overtuigend.<br />

In brede kring wordt<br />

aanvaard dat een pril<br />

embryo een relatief lage<br />

morele status heeft. Het<br />

wordt immers geaccepteerd<br />

dat embryo’s massaal verloren<br />

gaan door het gebruik<br />

van het spiraaltje. Dan<br />

mogen ouders toch zeker<br />

een pril embryo opofferen<br />

om hun kind te redden?”<br />

Prof.dr.ir. Henk Jochemsen,<br />

directeur van het Prof.dr. G.<br />

A. Lindeboom Instituut en<br />

bijzonder hoogleraar medische<br />

ethiek, is het niet eens<br />

met de stelling van Guido<br />

de Wert. “De verwoording<br />

van de stelling acht ik misleidend:<br />

embryo’s worden<br />

gedood en of het iemands<br />

leven redt, moet nog blijken.<br />

Het instrumentele gebruik<br />

van embryo’s wijs ik af omdat<br />

de waardering van embryo’s<br />

als ‘nog-geen-mens’ het<br />

resultaat is van interventies<br />

waarbij een reductie plaatsvindt<br />

van de oorspronkelijke<br />

situatie van een vrouw die<br />

nieuw mensenleven verwacht.<br />

Bovendien baseert<br />

men de relatieve bescherm-<br />

waardigheid van het embryo<br />

op waarneembare eigenschappen<br />

of de intentie van<br />

anderen; waarom geldt dat<br />

dan niet voor andere vormen<br />

van kwets baar en ‘onvolkomen‘<br />

leven? Ofwel de<br />

rechtvaardiging van instrumenteel<br />

embryogebruik<br />

behelst (vaak) het gevaar<br />

van een hellend vlak.<br />

Bovendien selecteert men<br />

hier via genetische tests een<br />

geschikt embryo. Is dit niet<br />

een opmaat voor verdergaande<br />

genetische selectie<br />

van gewenste mensen?<br />

Waar de ene mens project<br />

wordt van de ander, wordt<br />

de menselijkheid in intermenselijke<br />

verhoudingen<br />

ondermijnd. De behandeling<br />

is (nog) zeer onzeker. Wordt<br />

geen valse hoop gewekt?<br />

Dat geen andere behandeling<br />

bestaat, rechtvaardigt<br />

niet iedere experimentele<br />

behandeling. Lichaamsstamcelonderzoek<br />

lijkt mij<br />

een betere weg.” •<br />

de stelling 19


20<br />

Vernieuwende leverchirurgie goed voor patiënt<br />

Kijkoperatie uitkomst<br />

voor vrouwen<br />

summum © summum ©<br />

Bij een ‘open operatie’ aan de lever wordt een snee van plusminus twintig centimeter gemaakt. Een kijkoperatie<br />

(laparoscopische leverresectie) is aanzienlijk minder belastend. Het azM voert als enige <strong>ziekenhuis</strong> in Limburg dergelijke<br />

kijkoperaties aan de lever uit. Deze vernieuwende ingreep is ideaal voor jonge vrouwen die door een zeldzame<br />

bijwerking van de anticonceptiepil, een goedaardig gezwel in de lever hebben.<br />

Het leverchirurgieteam in het azM was<br />

in 2004 één van de eerste teams in<br />

Nederland dat kijkoperaties aan de<br />

lever uitvoerden. In 2007 behoort het<br />

azM op dit gebied nog steeds bij de<br />

top drie. Een kijkoperatie (laparoscopie<br />

ook wel sleutelgatchirurgie) is een<br />

techniek waarbij de chirurg organen<br />

in de buik inspecteert en opereert.<br />

Bij zo’n kijkoperatie wordt bij de navel<br />

een buisje met een videocamera ingebracht.<br />

Door lucht in de buik te pompen,<br />

komt de lever vrij te liggen. Met<br />

andere instrumenten, die ook in het<br />

lichaam worden ingebracht, wordt de<br />

operatie uitgevoerd.<br />

“Ik vind dat iedere vrouw met een<br />

goedaardig gezwel in de lever recht<br />

heeft op deze operatie”, stelt chirurg<br />

Kees Dejong. “Ze herstellen sneller van<br />

een kijkoperatie en het litteken valt<br />

aanzienlijk kleiner uit. Een jaar of vijf<br />

geleden golden deze ingrepen, net als<br />

de meeste andere operaties aan de<br />

lever, nog als bijzonder risicovol.<br />

Tegenwoordig zijn de de risico’s zowel<br />

bij de zogenoemde ‘open’ ingrepen als<br />

kijkoperaties laag.”<br />

Dejong verwacht dat het aantal kijkoperaties<br />

aan de lever in <strong>Maastricht</strong><br />

snel zal toenemen. Hij denkt echter<br />

niet dat deze techniek het ‘ouderwetse<br />

snijden’ overbodig zal maken. “De<br />

patiëntvriendelijkere kijkoperatie is<br />

vooral geschikt als het gaat om goedaardige<br />

en kwaadaardige tumoren aan<br />

de linkerkant van de lever. Het merendeel<br />

van de operaties blijft echter een<br />

‘open’ karakter houden. Zowel bij open<br />

als bij kijkoperaties zijn we steeds vaker<br />

in staat om succesvol in te grijpen. De<br />

prognose bij verschillende leverziekten<br />

is de afgelopen jaren spectaculair verbeterd!”,<br />

aldus Dejong. •<br />

Leveroperaties & feiten<br />

Patiënten met specifieke leverziekten<br />

worden uit heel Limburg naar het<br />

leverteam (chirurgen Kees Dejong,<br />

Marc Bemelmans en Ronald van Dam)<br />

in het azM gestuurd. Het leverteam<br />

voert plusminus zestig leveroperaties<br />

per jaar uit. In ongeveer vijf procent<br />

van de gevallen gaat het om de hiernaast<br />

beschreven kijkoperatie bij<br />

jonge vrouwen. De <strong>Maastricht</strong>se<br />

chirurg Kees Dejong is op het gebied<br />

van leveroperaties officieel vervolgopleider.<br />

Dit betekent dat chirurgen uit<br />

andere ziekenhuizen naar <strong>Maastricht</strong><br />

komen om hun kennis te verdiepen.<br />

21


22<br />

promoties<br />

3 oktober 2007<br />

Promotie mw.drs. N. de<br />

Jong in de Faculteit<br />

Health, Medicine and Life<br />

Sciences<br />

Titel: “Plant sterols and<br />

plant stanols: effects on<br />

lipid metabolism, Vascular<br />

function and immunity in<br />

patients with hyper-cholesterolemia<br />

and type 2 diabetes”<br />

Promotor: prof.dr.ir. R.<br />

Mensink<br />

Co-promotor: dr. J. Plat<br />

Proefschrift aan te vragen via<br />

na.dejong@hb.unimaas.nl<br />

3 oktober 2007<br />

Promotie mw.drs. C.<br />

Geusgens in de Faculteit<br />

Health, Medicine and Life<br />

Sciences<br />

Titel: “Transfer of cognitive<br />

strategy training after stroke:<br />

No place like home”<br />

Promotores: prof.dr. W. van<br />

den Heuvel; prof.dr. J. Jolles<br />

Co-promotor: dr. C. van<br />

Heugten, Revalidatie cen trum<br />

Utrecht<br />

4 oktober 2007<br />

Promotie drs. H.<br />

Ketelslegers in de<br />

Faculteit Health, Medicine<br />

and Life Sciences<br />

Titel: “Genetic susceptibility<br />

for environmental carcinogenesis:<br />

A biomarker<br />

approach”<br />

Promotor: prof.dr. J.<br />

Kleinjans<br />

Co-promotor: dr. J. v. Delft<br />

Proefschrift aan te vragen<br />

via H.ketelslegers@grat.unimaas.nl<br />

5 oktober 2007<br />

Promotie drs. L. Budé<br />

in de Faculteit Health,<br />

Medicine and Life<br />

Sciences<br />

Titel: “On the improvement<br />

of students’conceptual<br />

understanding in statistics<br />

education”<br />

Promotor: prof.dr. M. Berger<br />

Co-promotor: dr. M. v.d. Wiel<br />

Proefschrift aan te vragen via<br />

Luc.bude@stat.unimaas.nl<br />

5 oktober 2007<br />

Promotie drs. D. Huugen<br />

Faculteit Health, Medicine<br />

and Life Sciences<br />

Titel: “Myeloperoxidase and<br />

anti-myeloperoxidase autoantibodies<br />

in renal inflammation”<br />

Promotor: prof.dr. J. Cohen<br />

Tervaert<br />

Co-promotor: dr. P.<br />

Heeringa, UMC Groningen<br />

Proefschrift aan te vragen<br />

via D.Huugen@immuno.unimaas.nl<br />

10 oktober 2007<br />

Promotie drs. B. Kramer<br />

in de Faculteit Health,<br />

Medicine and Life<br />

Sciences<br />

Titel: “The ambiguous effects<br />

of exposure to antenatal”<br />

Promotores: prof.dr. L.<br />

Zimmermann; prof.dr. A.<br />

Jobe<br />

Proefschrift aan te vragen<br />

via Bkra@paed.azm.nl<br />

11 oktober 2007<br />

Promotie mw.drs. M.<br />

Gielen in de Faculteit<br />

Health, Medicine and Life<br />

Sciences<br />

Titel: “Aspects of prenatal<br />

growth and further development<br />

in twins”<br />

Promotores: prof.dr. J.<br />

Nijhuis; prof.dr. R. Vlietinck<br />

Co-promotores: dr. P.<br />

Lindsey; dr. C. Derom, KU<br />

Leuven<br />

Proefschrift aan te vragen<br />

via marij.gielen@gen.unimaas.nl<br />

12 oktober 2007<br />

Promotie E. van Cingel<br />

in de Faculteit Health,<br />

Medicine and Life<br />

Sciences<br />

Titel: “Dynamic joint stability<br />

in athletes. The value of isokinetic<br />

dynamometry”<br />

Promotores: prof.dr. H.<br />

Kuipers; prof.dr. R. de Bie<br />

Co-promotor: dr. G.<br />

Kleinrensink, EUR<br />

Proefschrift aan te vragen<br />

via r.vancingel@wxs.nl<br />

18 oktober 2007<br />

Promotie mw.drs. H.<br />

Willigers in de Faculteit<br />

Health, Medicine and Life<br />

Sciences<br />

Titel: “Anesthesiological<br />

strategies to modulate the<br />

surgical stress response; a<br />

focus on the cardiovascular<br />

consequences”<br />

Promotor: prof.dr. M. van<br />

Kleef<br />

Co-promotores: dr. P.<br />

Roekaerts; dr. F. Prinzen<br />

Proefschrift aan te vragen<br />

via hwil@sane.azm.nl<br />

18 oktober 2007<br />

Promotie mw.drs. G.<br />

Fransen in de Faculteit<br />

Health, Medicine and Life<br />

Sciences<br />

Titel: “Dyspepsia in primary<br />

care: patient expectations,<br />

symptoms and treatment<br />

adherence”<br />

Promotor: prof.dr. J.<br />

Knottnerus<br />

Co-promotores: dr. J. Muris;<br />

dr. I. Mester<br />

18 oktober 2007<br />

Promotie drs. H. van<br />

Genderen in de Faculteit<br />

Health, Medicine and Life<br />

Sciences<br />

Titel: “Dynamics of the<br />

phosphatidylserine-expressing<br />

cell surface during<br />

endocytosis of Annexin A5”<br />

Promotor: prof.dr. J. Rosing<br />

Co-promotor: dr. C.<br />

Reutelingsperger<br />

19 oktober 2007<br />

Promotie mw.drs. N.<br />

Gunther in de Faculteit<br />

Health, Medicine and Life<br />

Sciences<br />

Titel: “Vulnerability to psychopathology<br />

in children;<br />

developmental and environmental<br />

pathways”<br />

Promotor: prof.dr. J. van Os<br />

Co-promotor: dr. M. Drukker<br />

19 oktober 2007<br />

Promotie mw.drs. S.<br />

Lutgens in de Faculteit<br />

Health, Medicine and Life<br />

Sciences<br />

Titel: “Functional genomics<br />

in atherosclerosis: focus on<br />

cathepsin K”<br />

Promotor: prof.dr. M.<br />

Daemen<br />

Co-promotores: dr. K.<br />

Cleutjens; dr. S. Heeneman<br />

Jenny Buijks-Schmitz is per 13 augustus benoemd tot<br />

hoofd Administratief Service Centrum van het stafdirectoraat<br />

F&I van het azM.<br />

Mary Derix is per 1 juli benoemd tot kwaliteitsmanager a.i.<br />

bij het stafdirectoraat Zorg en Leren van het azM. Haar<br />

benoeming geldt tot en met 1 juli 2008.<br />

Ronald Counet is per 3 september benoemd tot directeur<br />

van het stafdirectoraat Personeelszaken van het azM.<br />

Harm Jan Driessen is per 1 oktober benoemd tot lid van<br />

de Raad van Bestuur van het azM.<br />

25 oktober 2007<br />

Promotie drs. P. Mistiaen<br />

in de Faculteit Health,<br />

Medicine and Life<br />

Sciences<br />

Titel: “Hospital discharge:<br />

problems and interventions”<br />

Promotores: prof.dr. J. van<br />

der Zee; dr. A. Francke, Nivel<br />

25 oktober 2007<br />

Promotie drs. R. Op den<br />

Buijsch in de Faculteit<br />

Health, Medicine and Life<br />

Sciences<br />

Titel: “Pharmacokinetics<br />

and pharmacogenetics of<br />

tacrolimus in renal transplant<br />

patients”<br />

Promotor: prof.dr. M. van<br />

Dieijen-Visser<br />

Co-promotor: dr. O. Bekers<br />

25 oktober 2007<br />

Promotie drs. R.<br />

Hurlemann in de Faculteit<br />

Health, Medicine and Life<br />

Sciences<br />

Titel: “The costs and benefits<br />

of emotional memory<br />

formation”<br />

Promotor: prof.dr. E. Griez<br />

benoemingen<br />

23<br />

summum ©


aan de andere kant<br />

24<br />

aan de ene kant<br />

wijnboer<br />

leidinggevende analist algemene chemie azM<br />

Armand Gubbels<br />

leidinggevende analist algemene chemie<br />

laboratorium Klinische Chemie azM<br />

59 jaar<br />

getrouwd met Gilberte<br />

dochter Severine, zoon Michael, kleindochter Eva<br />

“Ik had altijd al een passie voor wijn en wijnranken. Toen ik in 2004 de kans kreeg om samen met<br />

zeven andere wijnliefhebbers een eigen wijngaard in Noorbeek te beginnen, was dat een droom<br />

die uitkwam. Samen met een groep leuke mensen in deze schitterende natuur zelf wijn maken, is<br />

prachtig! Noorbeek was in de middeleeuwen een wijnbouwgebied. Met onze wijngaard willen we<br />

het landschap verfraaien en die wijncultuur helpen herstellen. We hebben maar zes à acht trossen<br />

per rank zodat je kwalitatief betere druiven krijgt en dus betere wijn. In 2005 hadden we 120 flessen<br />

– we maken een Pinot Gris. In 2006 1.400 flessen waarvoor we het WIN-aanmoedigingskeurmerk<br />

hebben gekregen. Het is iedere keer weer spannend welke wijnkwaliteit we kunnen halen.”

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!