richtlijn onteigening voor ruimte voor de rivier - Vastgoed van het rijk

richtlijn onteigening voor ruimte voor de rivier - Vastgoed van het rijk richtlijn onteigening voor ruimte voor de rivier - Vastgoed van het rijk

vastgoedvanhetrijk.nl
from vastgoedvanhetrijk.nl More from this publisher
22.01.2013 Views

Naast de administratieve en gerechtelijke procedure speelt ook het overleg met de eigenaren en rechthebbenden een belangrijke rol. Het overleg wordt daarbij soms wel beschouwd als aparte fase naast de administratieve en gerechtelijke procedure. Bepalingen over de verhouding tussen het minnelijk overleg en de administratieve onteigeningsprocedure zijn echter niet in de Onteigeningswet te vinden. De wet schrijft bijvoorbeeld niet voor dat de onteigenende partij al voorafgaand aan de administratieve procedure pogingen moet ondernemen om met de eigenaren/rechthebbenden tot overeenstemming te komen. De Kroon hanteert bij het tot stand brengen van koninklijke besluiten echter sinds de jaren ’80 van de vorige eeuw, op basis van adviezen van de Raad van State, echter wel de eis dat de onteigenende partij ook voorafgaand aan de start van de administratieve procedure al pogingen moet hebben ondernomen om tot overeenstemming te komen. De onteigening moet namelijk worden gezien als een uiterst middel (ultimum remedium), waarnaar ten opzichte van de burger niet eerder mag worden gegrepen dan nadat gebleken is dat overeenstemming langs minnelijke weg niet of niet in de gewenste vorm kan worden bereikt. Het overleg moet gedurende de administratieve procedure worden voortgezet. Vervolgens dient de onteigenende partij na de totstandkoming van het koninklijk besluit nogmaals een poging te ondernemen om tot overeenstemming te komen, voordat de gerechtelijke onteigeningsprocedure kan worden gestart. Deze eis is wel in de Onteigeningswet vastgelegd en wel in artikel 17. De start van de gerechtelijke procedure laat overigens onverlet dat de onteigenende partij ook lopende die procedure pogingen kan ondernemen om tot overeenstemming te komen. 2.3 - Bijzondere onteigeningstitels De Onteigeningswet kent een aantal zogeheten bijzondere titels. Deze geven aan voor welke doelen en werken onteigening mogelijk is en bevatten daarvoor bepalingen over het verloop van de administratieve onteigeningsprocedure. Voor het programma Ruimte voor de Rivier zijn de Titels II, IIa, IIc, IV en VII van belang. Hieronder volgt een korte bespreking van deze titels. Titel II. Titel II (artikelen 62 e.v.) van de Onteigeningswet bepaalt dat onteigening mogelijk is voor aanleg, herstel, versterking of onderhoud van waterkeringen. In de laatste decennia van de vorige eeuw is deze titel veelvuldig toegepast voor de versterking van de primaire waterkeringen langs de grote rivieren. Titel IIa. Op grond van Titel IIa (artikel 72a) van de Onteigeningswet is onteigening mogelijk voor de aanleg of verbetering van diverse infrastructurele werken, zoals wegen en spoorwegen. In 1999 is de titel uitgebreid in die zin dat onteigening eveneens mogelijk is gemaakt voor rivierverruiming. De wet zelf geeft 7

niet nader aan welke werken precies onder dat begrip rivierverruiming vallen. Uit de memorie van toe- lichting op de wet via welke de uitbreiding is doorgevoerd blijkt echter wel om wat voor soort werken het kan gaan. Gedacht kan worden aan de verlaging van het uiterwaardengebied (zoals verlaging of verwijdering van zomerkaden), de aanleg in dat gebied van hoofdgeulen of nevengeulen of het herstel daarvan en eventuele stroomgeulverbreding in het zomerbed. Volgens bedoelde memorie kan voor de uitvoering van die werken ook de aanleg van gronddepots, terreinen voor kleiberging, werkterreinen en dergelijke noodzakelijk zijn. Titel IIc. Op grond van Titel IIc (artikel 72c) van de Onteigeningswet is onteigening mogelijk voor de winning van oppervlaktedelfstoffen. Deze titel kan voor de rivierverruiming relevant zijn indien bij de uitvoering van het werk waarvoor onteigend wordt delfstoffen vrijkomen die (kunnen) worden afgezet op de markt. Titel IV. Titel IV (artikel 77) van de Onteigeningswet bepaalt dat onteigening mogelijk is in het belang van de ruimtelijke ontwikkeling of de volkshuisvesting. In de meeste gevallen vindt de onteigening plaats in het belang van de ruimtelijke ontwikkeling, waarbij het gaat om de onteigening voor de realisering van bestemmingsplannen. Op 1 februari 2004 is een wijziging van Titel IV (artikel 77) in werking getreden waardoor het mogelijk is geworden om ook te onteigenen voor de uitvoering van een besluit dat tot stand is gekomen via de in de Wet op de Ruimtelijke Ordening geregelde rijksprojectenprocedure. Om precies te zijn luidt de bepaling in artikel 77 van de Onteigeningswet dat onteigening mede mogelijk is ten behoeve van de uitvoering van een project of een categorie van projecten als bedoeld in artikel 39a, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, alsmede van voorzieningen die met de uitvoering van een zodanig project of een zodanige categorie van projecten rechtstreeks verband houden. Titel VII. Op grond van Titel VII (artikelen 122 tot en met 124) van de Onteigeningswet is onteigening mogelijk ter verwezenlijking van een inrichtingsplan als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wet inrichting landelijk gebied of ter verwezenlijking van een reconstructieplan als bedoeld in hoofdstuk 2 van de Reconstructiewet concentratiegebieden. 8

niet na<strong>de</strong>r aan welke werken precies on<strong>de</strong>r dat begrip <strong>rivier</strong>verruiming vallen. Uit <strong>de</strong> memorie <strong>van</strong> toe-<br />

lichting op <strong>de</strong> wet via welke <strong>de</strong> uitbreiding is doorgevoerd blijkt echter wel om wat <strong>voor</strong> soort werken<br />

<strong>het</strong> kan gaan. Gedacht kan wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> verlaging <strong>van</strong> <strong>het</strong> uiterwaar<strong>de</strong>ngebied (zoals verlaging of<br />

verwij<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> zomerka<strong>de</strong>n), <strong>de</strong> aanleg in dat gebied <strong>van</strong> hoofdgeulen of nevengeulen of <strong>het</strong> herstel<br />

daar<strong>van</strong> en eventuele stroomgeulverbreding in <strong>het</strong> zomerbed. Volgens bedoel<strong>de</strong> memorie kan <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

uitvoering <strong>van</strong> die werken ook <strong>de</strong> aanleg <strong>van</strong> grond<strong>de</strong>pots, terreinen <strong>voor</strong> kleiberging, werkterreinen<br />

en <strong>de</strong>rgelijke noodzakelijk zijn.<br />

Titel IIc.<br />

Op grond <strong>van</strong> Titel IIc (artikel 72c) <strong>van</strong> <strong>de</strong> Onteigeningswet is <strong>onteigening</strong> mogelijk <strong>voor</strong> <strong>de</strong> winning<br />

<strong>van</strong> oppervlakte<strong>de</strong>lfstoffen. Deze titel kan <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>rivier</strong>verruiming rele<strong>van</strong>t zijn indien bij <strong>de</strong> uitvoering<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> werk waar<strong>voor</strong> onteigend wordt <strong>de</strong>lfstoffen v<strong>rijk</strong>omen die (kunnen) wor<strong>de</strong>n afgezet op <strong>de</strong><br />

markt.<br />

Titel IV.<br />

Titel IV (artikel 77) <strong>van</strong> <strong>de</strong> Onteigeningswet bepaalt dat <strong>onteigening</strong> mogelijk is in <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>ruimte</strong>lijke ontwikkeling of <strong>de</strong> volkshuisvesting. In <strong>de</strong> meeste gevallen vindt <strong>de</strong> <strong>onteigening</strong> plaats in<br />

<strong>het</strong> belang <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>ruimte</strong>lijke ontwikkeling, waarbij <strong>het</strong> gaat om <strong>de</strong> <strong>onteigening</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> realisering <strong>van</strong><br />

bestemmingsplannen. Op 1 februari 2004 is een wijziging <strong>van</strong> Titel IV (artikel 77) in werking getre<strong>de</strong>n<br />

waardoor <strong>het</strong> mogelijk is gewor<strong>de</strong>n om ook te onteigenen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> een besluit dat<br />

tot stand is gekomen via <strong>de</strong> in <strong>de</strong> Wet op <strong>de</strong> Ruimtelijke Or<strong>de</strong>ning geregel<strong>de</strong> <strong>rijk</strong>sprojectenprocedure.<br />

Om precies te zijn luidt <strong>de</strong> bepaling in artikel 77 <strong>van</strong> <strong>de</strong> Onteigeningswet dat <strong>onteigening</strong> me<strong>de</strong> mogelijk<br />

is ten behoeve <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> een project of een categorie <strong>van</strong> projecten als bedoeld in<br />

artikel 39a, eerste lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wet op <strong>de</strong> Ruimtelijke Or<strong>de</strong>ning, alsme<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>voor</strong>zieningen die met <strong>de</strong><br />

uitvoering <strong>van</strong> een zodanig project of een zodanige categorie <strong>van</strong> projecten rechtstreeks verband<br />

hou<strong>de</strong>n.<br />

Titel VII.<br />

Op grond <strong>van</strong> Titel VII (artikelen 122 tot en met 124) <strong>van</strong> <strong>de</strong> Onteigeningswet is <strong>onteigening</strong> mogelijk<br />

ter verwezenlijking <strong>van</strong> een inrichtingsplan als bedoeld in artikel 17, eerste lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wet inrichting<br />

lan<strong>de</strong>lijk gebied of ter verwezenlijking <strong>van</strong> een reconstructieplan als bedoeld in hoofdstuk 2 <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Reconstructiewet concentratiegebie<strong>de</strong>n.<br />

8

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!