richtlijn onteigening voor ruimte voor de rivier - Vastgoed van het rijk

richtlijn onteigening voor ruimte voor de rivier - Vastgoed van het rijk richtlijn onteigening voor ruimte voor de rivier - Vastgoed van het rijk

vastgoedvanhetrijk.nl
from vastgoedvanhetrijk.nl More from this publisher
22.01.2013 Views

In hoofdstuk 4 is ook aangegeven, dat zich de situatie kan voordoen dat voor bepaalde werken in een gebied Titel IIa kan worden toegepast (voor de rivierverruiming), terwijl voor andere werken Titel IV in de rede ligt (bijvoorbeeld voor de realisering van een natuurbestemming). Aldus kunnen de eigena- ren en rechthebbenden in een gebied worden geconfronteerd met meerdere onteigeningsprocedures op basis van verschillende titels en (mogelijk) door verschillende overheden. De Raad van State is van mening dat dit vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid voorkomen moet worden. Met andere woorden: is onteigening via meerdere titels mogelijk, dan moet worden nagegaan welke titel met het oog op integraliteit de voorkeur verdient. Hierbij kan wel een rol spelen de urgentie waarmee de werken moeten worden gerealiseerd. Is het bijvoorbeeld in een gebied nodig dat eerst de “Titel II of IIawerken” worden gerealiseerd (bijvoorbeeld de dijkverlegging of de aanleg van een geul), dan kan met het oog op de tijdige realisering gekozen worden voor een onteigening op grond van die titels. Zonodig kan dan later voor de realisering van de andere werken (bijvoorbeeld voor de realisering van de natuurbescherming) Titel IV worden toegepast. Men moet dan wel, ter vaststelling van de urgentie van de onteigening, kunnen motiveren dat met de realisering van de eerstbedoelde werken niet kan worden gewacht. De planning van het werk en de datum waarop het gehele werk gereed moet zijn kan hierbij een rol spelen. In paragraaf 4.12 is verder gewezen op het feit dat Titel IIa van de Onteigeningswet geen grondslag biedt voor de onteigening van gronden die nodig zijn voor de realisering van compenserende maatregelen. Wordt voor de realisering van de rivierverruiming gekozen voor de toepassing van Titel IIa, dan zal de initiatiefnemer voor de realisering van de compenserende maatregelen een aparte onteigeningsprocedure moeten starten en volgen, namelijk die op grond van Titel IV. Daarbij kan, zoals ook in paragraaf 4.12 is aangegeven, aan de orde zijn dat het met de compenserende maatregelen beoogde resultaat al moet zijn bereikt op het tijdstip waarop de gevolgen van de uitvoering van het werk zich zullen gaan voordoen. Dat betekent dat de initiatiefnemer tijdig met de procedure op grond van Titel IV zal moeten starten om vervolgens de compenserende maatregelen te kunnen realiseren. Eerst hierna zal, zonodig na een separate procedure op grond van Titel IIa van de Onteigeningswet, realisering van de rivierverruiming aan de orde kunnen zijn. Het behoeft geen betoog dat een en ander veel tijd vergt en een strakke planning en uitvoering noodzakelijk maakt. Voor wat de toepassing van Titel IV betreft, heeft het Ministerie van VROM de voorkeur dat de procedure via de gemeente verloopt (en derhalve via de standaardprocedure). 47

Het verdient aanbeveling om in geval van twijfel over de keuze van de juiste onteigeningstitel contact op te nemen met óf het Ministerie van VROM of het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (Corporate Dienst Rijkswaterstaat). Zie hiertoe bijlage 8. 5.5 - Tijdig voldoen aan vereisten start onteigening Dient een onteigenende partij met het oog op de tijdige realisering van een werk op een bepaalde datum te beschikken over de benodigde gronden, dan kan aan de hand van de tijd die de onteigenings- procedure in beslag neemt (zie de bijlagen 1 tot en met 5) worden vastgesteld wanneer deze procedure met de indiening van een onteigeningsverzoek bij de betrokken minister moet starten. Ten einde de tijdige realisering van een werk niet in gevaar te brengen, dient de onteigenende partij er dan wel voor te zorgen dat ook is voldaan aan de vereisten die aan het indienen van een onteigeningsverzoek worden gesteld. Hierbij kan met name worden gewezen op hetgeen al in hoofdstuk 2 is gezegd over de verhouding tussen de (start van de) administratieve onteigeningsprocedure en het minnelijk overleg met de eigenaren/rechthebbenden over de aankoop van de benodigde gronden. De onteigenende partij dient ervoor te zorgen dat er voorafgaand aan de indiening en de start van de onteigeningsprocedure voldoende minnelijk overleg met de eigenaren is gevoerd. De Kroon stelt zich bij de toepassing van alle onteigeningstitels op het standpunt dat dit overleg niet uitputtend behoeft te zijn. Wel dient het overleg tot een redelijk punt te worden voortgezet, zodat kan worden vastgesteld of werkelijk de noodzaak aanwezig is om de onteigeningsprocedure te starten. Meer precies nog neemt de Kroon het standpunt in, dat de onteigenende partij voorafgaand aan de tervisielegging van de onteigeningsstukken een aanbod aan de eigenaren en/of rechthebbenden moet hebben uitgebracht. Het is hierbij van belang dat door de onteigenende partij per belanghebbenden een dossier over (de voortgang van) het minnelijk overleg wordt bijgehouden. Dit dossier dient niet alleen te bestaan uit afschriften van de correspondentie tussen onteigenende partij en de eigenaar/rechthebbende, maar ook uit notities (een korte weergave) van bijvoorbeeld telefoongesprekken en overleggen en aantekeningen (data en korte inhoud) van momenten waarop er telefonisch of anderszins contact is geweest. Zo kan in het kader van de administratieve procedure worden aangetoond dat en op welke wijze er overleg is gevoerd. Dit in aanmerking nemend, dient de onteigenende partij er aan de andere kant voor te waken dat het minnelijk overleg te vroeg wordt ingezet, bijvoorbeeld op het tijdstip dat (op basis van de planologische inpassing en de uitwerking van het werk) nog niet duidelijk is welke oppervlakten exact voor de uitvoering van het werk moeten worden aangekocht. In het kader van het voorafgaand aan de start van de onteigening te voeren minnelijk overleg moet gesproken zijn over de wijze waarop het werk wordt uitge- 48

Het verdient aanbeveling om in geval <strong>van</strong> twijfel over <strong>de</strong> keuze <strong>van</strong> <strong>de</strong> juiste <strong>onteigening</strong>stitel contact<br />

op te nemen met óf <strong>het</strong> Ministerie <strong>van</strong> VROM of <strong>het</strong> Ministerie <strong>van</strong> Verkeer en Waterstaat (Corporate<br />

Dienst Rijkswaterstaat). Zie hiertoe bijlage 8.<br />

5.5 - Tijdig voldoen aan vereisten start <strong>onteigening</strong><br />

Dient een onteigenen<strong>de</strong> partij met <strong>het</strong> oog op <strong>de</strong> tijdige realisering <strong>van</strong> een werk op een bepaal<strong>de</strong><br />

datum te beschikken over <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n, dan kan aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> <strong>de</strong> tijd die <strong>de</strong> <strong>onteigening</strong>s-<br />

procedure in beslag neemt (zie <strong>de</strong> bijlagen 1 tot en met 5) wor<strong>de</strong>n vastgesteld wanneer <strong>de</strong>ze procedure<br />

met <strong>de</strong> indiening <strong>van</strong> een <strong>onteigening</strong>sverzoek bij <strong>de</strong> betrokken minister moet starten. Ten ein<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

tijdige realisering <strong>van</strong> een werk niet in gevaar te brengen, dient <strong>de</strong> onteigenen<strong>de</strong> partij er dan wel <strong>voor</strong><br />

te zorgen dat ook is voldaan aan <strong>de</strong> vereisten die aan <strong>het</strong> indienen <strong>van</strong> een <strong>onteigening</strong>sverzoek<br />

wor<strong>de</strong>n gesteld. Hierbij kan met name wor<strong>de</strong>n gewezen op <strong>het</strong>geen al in hoofdstuk 2 is gezegd over <strong>de</strong><br />

verhouding tussen <strong>de</strong> (start <strong>van</strong> <strong>de</strong>) administratieve <strong>onteigening</strong>sprocedure en <strong>het</strong> minnelijk overleg<br />

met <strong>de</strong> eigenaren/rechthebben<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> aankoop <strong>van</strong> <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n.<br />

De onteigenen<strong>de</strong> partij dient er<strong>voor</strong> te zorgen dat er <strong>voor</strong>afgaand aan <strong>de</strong> indiening en <strong>de</strong> start <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>onteigening</strong>sprocedure voldoen<strong>de</strong> minnelijk overleg met <strong>de</strong> eigenaren is gevoerd. De Kroon stelt zich<br />

bij <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> alle <strong>onteigening</strong>stitels op <strong>het</strong> standpunt dat dit overleg niet uitputtend behoeft te<br />

zijn. Wel dient <strong>het</strong> overleg tot een re<strong>de</strong>lijk punt te wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>tgezet, zodat kan wor<strong>de</strong>n vastgesteld of<br />

werkelijk <strong>de</strong> noodzaak aanwezig is om <strong>de</strong> <strong>onteigening</strong>sprocedure te starten. Meer precies nog neemt <strong>de</strong><br />

Kroon <strong>het</strong> standpunt in, dat <strong>de</strong> onteigenen<strong>de</strong> partij <strong>voor</strong>afgaand aan <strong>de</strong> tervisielegging <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>onteigening</strong>sstukken<br />

een aanbod aan <strong>de</strong> eigenaren en/of rechthebben<strong>de</strong>n moet hebben uitgebracht. Het is hierbij<br />

<strong>van</strong> belang dat door <strong>de</strong> onteigenen<strong>de</strong> partij per belanghebben<strong>de</strong>n een dossier over (<strong>de</strong> <strong>voor</strong>tgang <strong>van</strong>) <strong>het</strong><br />

minnelijk overleg wordt bijgehou<strong>de</strong>n. Dit dossier dient niet alleen te bestaan uit afschriften <strong>van</strong> <strong>de</strong> correspon<strong>de</strong>ntie<br />

tussen onteigenen<strong>de</strong> partij en <strong>de</strong> eigenaar/rechthebben<strong>de</strong>, maar ook uit notities (een korte<br />

weergave) <strong>van</strong> bij<strong>voor</strong>beeld telefoongesprekken en overleggen en aantekeningen (data en korte inhoud)<br />

<strong>van</strong> momenten waarop er telefonisch of an<strong>de</strong>rszins contact is geweest. Zo kan in <strong>het</strong> ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

administratieve procedure wor<strong>de</strong>n aangetoond dat en op welke wijze er overleg is gevoerd.<br />

Dit in aanmerking nemend, dient <strong>de</strong> onteigenen<strong>de</strong> partij er aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant <strong>voor</strong> te waken dat <strong>het</strong><br />

minnelijk overleg te vroeg wordt ingezet, bij<strong>voor</strong>beeld op <strong>het</strong> tijdstip dat (op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> planologische<br />

inpassing en <strong>de</strong> uitwerking <strong>van</strong> <strong>het</strong> werk) nog niet dui<strong>de</strong>lijk is welke oppervlakten exact <strong>voor</strong> <strong>de</strong> uitvoering<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> werk moeten wor<strong>de</strong>n aangekocht. In <strong>het</strong> ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>voor</strong>afgaand aan <strong>de</strong> start <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>onteigening</strong><br />

te voeren minnelijk overleg moet gesproken zijn over <strong>de</strong> wijze waarop <strong>het</strong> werk wordt uitge-<br />

48

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!