richtlijn onteigening voor ruimte voor de rivier - Vastgoed van het rijk
richtlijn onteigening voor ruimte voor de rivier - Vastgoed van het rijk
richtlijn onteigening voor ruimte voor de rivier - Vastgoed van het rijk
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Zoals beschreven in paragraaf 3.4, is op één locatie <strong>voor</strong>zien dat <strong>het</strong> nieuwe buitendijkse gebied als<br />
ste<strong>de</strong>lijk uitloopgebied kan gaan dienen. Aldaar zijn aan <strong>de</strong> binnendijkse zij<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe dijk ook<br />
mogelijkhe<strong>de</strong>n aanwezig <strong>voor</strong> woningbouw, een en an<strong>de</strong>r <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> oogpunt <strong>van</strong> verbetering <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
<strong>ruimte</strong>lijke kwaliteit. Eventuele <strong>onteigening</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> realisering <strong>van</strong> <strong>de</strong> recreatieve <strong>voor</strong>zieningen aan<br />
<strong>de</strong> buitendijkse zij<strong>de</strong> of <strong>voor</strong> <strong>de</strong> realisering <strong>van</strong> <strong>de</strong> woningbouw aan <strong>de</strong> binnendijkse zij<strong>de</strong> zal dienen<br />
plaats te vin<strong>de</strong>n via Titel IV <strong>van</strong> <strong>de</strong> Onteigeningswet. Hierbij is <strong>voor</strong>ts aandacht nodig <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vraag<br />
welke initiatiefnemer <strong>de</strong> meest gere<strong>de</strong> partij is <strong>voor</strong> <strong>het</strong> indienen <strong>van</strong> een <strong>onteigening</strong>sverzoek. Zie<br />
<strong>het</strong>geen hierover is opgemerkt in paragraaf 2.5.<br />
4.5 - Hoogwatergeul<br />
De aanleg <strong>van</strong> hoogwatergeulen kan direct wor<strong>de</strong>n gerelateerd aan <strong>de</strong> <strong>rivier</strong>verruiming. Immers, <strong>de</strong>ze<br />
geulen zijn bedoeld om <strong>de</strong> eventuele stijging <strong>van</strong> <strong>de</strong> waterstan<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> <strong>rivier</strong>en op te <strong>van</strong>gen en <strong>het</strong><br />
water af te voeren. Voor <strong>de</strong> mogelijkheid om te onteigenen op grond <strong>van</strong> Titel IIa kan wor<strong>de</strong>n gewezen<br />
op <strong>het</strong>geen reeds is opgemerkt in paragraaf 4.2. Met zoveel woor<strong>de</strong>n is in <strong>de</strong> daar genoem<strong>de</strong><br />
memorie <strong>van</strong> toelichting aangegeven dat <strong>onteigening</strong> mogelijk is <strong>voor</strong> <strong>de</strong> aanleg <strong>van</strong> hoofdgeulen in<br />
<strong>het</strong> uiterwaar<strong>de</strong>ngebied.<br />
Bij <strong>de</strong> <strong>onteigening</strong> ten behoeve <strong>van</strong> <strong>de</strong> realisering <strong>van</strong> een hoogwatergeul dient men wel te be<strong>de</strong>nken<br />
dat dit alleen mogelijk is wanneer <strong>het</strong> bestaan<strong>de</strong> gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> aanleg <strong>van</strong> <strong>de</strong> geul<br />
niet kan wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>tgezet, omdat <strong>de</strong>ze of permanent of met enige frequentie on<strong>de</strong>r water komt te<br />
staan. Dit is met name rele<strong>van</strong>t omdat in <strong>de</strong> PKB Ruimte <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Rivier ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken<br />
hoogwatergeul (<strong>de</strong> PKB <strong>voor</strong>ziet in <strong>de</strong> aanleg <strong>van</strong> één geul, namelijk door <strong>de</strong> Wapenveldse Broek bij<br />
Veessen-Wapenveld) wordt opgemerkt, dat <strong>de</strong> toekomstige overstromingsfrequentie daar<strong>van</strong> beperkt<br />
zal zijn, waardoor <strong>de</strong> landbouwfunctie in <strong>het</strong> gebied gehandhaafd kan blijven. Daarmee zal <strong>het</strong> echter,<br />
<strong>voor</strong> zover <strong>onteigening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n die in<strong>de</strong>rdaad <strong>de</strong> landbouwfunctie kunnen hou<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong><br />
is of komt, moeilijk zijn om <strong>de</strong> noodzaak <strong>van</strong> die <strong>onteigening</strong> aan te tonen. Zijn <strong>de</strong>ze gron<strong>de</strong>n echter<br />
wel nodig om <strong>de</strong> <strong>rivier</strong>verruiming te realiseren, dan dient <strong>de</strong> initiatiefnemer in eerste aanleg met <strong>de</strong><br />
eigenaar overleg te voeren over <strong>het</strong> (tij<strong>de</strong>lijk) gebruik daar<strong>van</strong>. Lukt <strong>het</strong> niet om hierover overeenstemming<br />
te bereiken, dan kan <strong>de</strong> grond in <strong>de</strong> <strong>onteigening</strong> op grond <strong>van</strong> Titel IIa wor<strong>de</strong>n meegenomen. Na<br />
<strong>de</strong> realisering <strong>van</strong> <strong>het</strong> werk dient <strong>de</strong> initiatiefnemer <strong>de</strong> grond dan terug te leveren aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>malige<br />
eigenaar. Gewezen kan wor<strong>de</strong>n op <strong>het</strong>geen hierover en over <strong>het</strong> punt <strong>van</strong> <strong>de</strong> dubbelbestemmingen<br />
reeds is opgemerkt in paragraaf 4.2.<br />
37