22.01.2013 Views

richtlijn onteigening voor ruimte voor de rivier - Vastgoed van het rijk

richtlijn onteigening voor ruimte voor de rivier - Vastgoed van het rijk

richtlijn onteigening voor ruimte voor de rivier - Vastgoed van het rijk

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

laag water, kan blijven gebruiken. Een an<strong>de</strong>re situatie waarin grond mogelijk slechts tij<strong>de</strong>lijk nodig is<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> realiseren <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>rivier</strong>verruiming betreft maaiveldverlaging. Kan <strong>het</strong> bestaand (bij<strong>voor</strong>beeld<br />

landbouwkundig) gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> grond na die verlaging wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>tgezet, dan dient men eveneens<br />

in <strong>het</strong> ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>het</strong> minnelijk overleg na te gaan of overeenstemming kan wor<strong>de</strong>n bereikt over <strong>het</strong><br />

tij<strong>de</strong>lijk gebruik <strong>voor</strong>dat men op <strong>onteigening</strong> uitkomt.<br />

Het bovenstaan<strong>de</strong> kan zich met name <strong>voor</strong>doen doen bij dubbelbestemmingen, waar<strong>van</strong> in <strong>het</strong> uiterwaar<strong>de</strong>n<br />

gebied – een enkele uitzon<strong>de</strong>ring daargelaten – veelal sprake is. De aldaar gelegen gron<strong>de</strong>n<br />

hebben vaak <strong>de</strong> hoofdbestemming “Landbouw” en <strong>de</strong> nevenbestemming “Waterstaatsdoelein<strong>de</strong>n”. Is<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>rivier</strong>verruiming een wijziging <strong>van</strong> <strong>het</strong> bestemmingsplan nodig, maar blijft ook volgens <strong>het</strong><br />

nieuwe plan <strong>de</strong> hoofdbestemming “Landbouw” bestaan, dan zal <strong>het</strong> bestaan<strong>de</strong> gebruik dus kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>tgezet. Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n: <strong>voor</strong> <strong>de</strong> realisering <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>rivier</strong>verruiming is <strong>de</strong> grond dan<br />

slechts tij<strong>de</strong>lijk nodig. In dit geval zal <strong>de</strong> hier<strong>voor</strong> beschreven bena<strong>de</strong>ring moeten gel<strong>de</strong>n.<br />

Bij <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> Titel IIa <strong>van</strong> <strong>de</strong> Onteigeningswet moet men <strong>voor</strong>ts be<strong>de</strong>nken dat <strong>de</strong>ze geen<br />

grondslag biedt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>onteigening</strong> <strong>van</strong> gron<strong>de</strong>n die later (na <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> een werk) <strong>de</strong> bestemming<br />

natuur krijgen. De bena<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>onteigening</strong> in <strong>de</strong>ze situatie is als volgt. Kan <strong>de</strong> grond in<br />

eerste instantie <strong>voor</strong> <strong>de</strong> realisering <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>rivier</strong>verruiming niet wor<strong>de</strong>n gemist, dan dient <strong>de</strong> initiatiefnemer<br />

met <strong>de</strong> eigenaar overleg te voeren over <strong>het</strong> tij<strong>de</strong>lijk gebruik daar<strong>van</strong>. Lukt <strong>het</strong> niet om hierover<br />

overeenstemming te bereiken, dan kan <strong>de</strong> grond wel in <strong>de</strong> <strong>onteigening</strong> op grond <strong>van</strong> Titel IIa wor<strong>de</strong>n<br />

meegenomen. Na <strong>de</strong> realisering <strong>van</strong> <strong>het</strong> werk dient <strong>de</strong> initiatiefnemer <strong>de</strong> grond dan terug te leveren<br />

aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>malige eigenaar. Voor <strong>de</strong> uitein<strong>de</strong>lijke realisering <strong>van</strong> <strong>de</strong> natuurbestemming moet <strong>de</strong> initiatiefnemer<br />

dan in <strong>het</strong> uiterste geval een aparte <strong>onteigening</strong>sprocedure starten en wel die op grond <strong>van</strong><br />

Titel IV <strong>van</strong> <strong>de</strong> Onteigeningswet. In dit laatste geval dient uiteraard te zijn voldaan aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong><br />

dat <strong>de</strong> natuur planologisch is ingepast (waarbij <strong>het</strong> bestemmingsplan <strong>voor</strong> <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze titel<br />

nog niet onherroepelijk behoeft te zijn; zie hiertoe paragraaf 2.6).<br />

Titel IV <strong>van</strong> <strong>de</strong> Onteigeningswet kan in bre<strong>de</strong> zin wor<strong>de</strong>n ingezet <strong>voor</strong> <strong>de</strong> realisering <strong>van</strong> <strong>de</strong> werken<br />

die in <strong>het</strong> ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> uiterwaardvergraving en -verlaging zijn <strong>voor</strong>zien, mits voldaan is of wordt aan<br />

<strong>de</strong> <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> werken waar<strong>voor</strong> onteigend wordt planologisch zijn of wor<strong>de</strong>n ingepast. Het<br />

maakt hier niet uit of <strong>het</strong> gaat om <strong>de</strong> standaardprocedure of <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re procedure volgens artikel 87<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Onteigeningswet. Uiteraard gel<strong>de</strong>n wel <strong>de</strong> (al in hoofdstuk 2 beschreven) <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

start <strong>van</strong> <strong>de</strong> procedure. Een punt dat bij <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> Titel IV aandacht verdient is <strong>de</strong> mogelijkheid<br />

dat in een bestemmingsplan eventuele dubbelbestemmingen zijn opgenomen. Hierop is hier<strong>voor</strong><br />

al bij <strong>de</strong> bespreking <strong>van</strong> <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n tot toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> Titels II, IIa en IIc gewezen. Bij Titel<br />

34

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!