richtlijn onteigening voor ruimte voor de rivier - Vastgoed van het rijk
richtlijn onteigening voor ruimte voor de rivier - Vastgoed van het rijk
richtlijn onteigening voor ruimte voor de rivier - Vastgoed van het rijk
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
inbrengen. De planologische afweging zal immers in <strong>het</strong> ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> daar<strong>voor</strong> bestem<strong>de</strong> <strong>ruimte</strong>lijke<br />
or<strong>de</strong>ningsprocedure moeten plaatsvin<strong>de</strong>n.<br />
Bij <strong>de</strong> toetsing aan <strong>het</strong> publiek belang gaat <strong>de</strong> Kroon na of <strong>de</strong> <strong>onteigening</strong> wel <strong>het</strong> algemeen belang<br />
dient en niet (enkel en alleen) een particulier belang. Bij <strong>het</strong> criterium noodzaak draait <strong>het</strong> in geval <strong>van</strong><br />
toepassing <strong>van</strong> Titel IV om <strong>de</strong> vraag of wel voldoen<strong>de</strong> is aangetoond dat <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n niet<br />
langs minnelijke weg te verwerven zijn. Hiertoe zal <strong>de</strong> onteigenen<strong>de</strong> partij minnelijk overleg met <strong>de</strong><br />
eigenaren/rechthebben<strong>de</strong>n moeten voeren, an<strong>de</strong>rs kan niet wor<strong>de</strong>n vastgesteld in hoeverre zij mogelijk<br />
reeds bereid zijn om grond te verkopen of afstand te doen <strong>van</strong> een recht (zie hierover reeds paragraaf<br />
2.2).<br />
Bij Titel IV gaat <strong>het</strong> bij <strong>het</strong> begrip noodzaak ook vaak om <strong>de</strong> vraag of voldoen<strong>de</strong> vast staat dat zon<strong>de</strong>r<br />
verwerving (<strong>onteigening</strong>) <strong>van</strong> <strong>de</strong> grond <strong>de</strong> bestemming niet of niet in <strong>de</strong> door <strong>de</strong> gemeente gewenste<br />
vorm en om<strong>van</strong>g zal wor<strong>de</strong>n gerealiseerd. Hier speelt <strong>het</strong> begrip zelfrealisatie een belang<strong>rijk</strong>e rol. Dit<br />
houdt in, dat <strong>de</strong> Kroon <strong>de</strong> noodzaak tot <strong>onteigening</strong> niet aanwezig zal achten wanneer blijkt dat een<br />
eigenaar zelf bereid en in staat is om een bepaal<strong>de</strong> bestemming te realiseren.<br />
Bij dit alles speelt <strong>de</strong> mate <strong>van</strong> ge<strong>de</strong>tailleerdheid <strong>van</strong> een bestemmingsplan een belang<strong>rijk</strong>e rol. De<br />
Kroon moet immers wel kunnen nagaan wat <strong>de</strong> gemeente precies wenst te realiseren (<strong>de</strong> vorm) en in<br />
welke om<strong>van</strong>g en ver<strong>de</strong>r moet bij<strong>voor</strong>beeld dui<strong>de</strong>lijk zijn of een eigenaar een bestemming in<strong>de</strong>rdaad<br />
in <strong>de</strong> gewenste zin zelf kan realiseren. Daarom moet <strong>de</strong> gemeente, zoals dat in termen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Kroon<br />
heet, inzicht kunnen verschaffen in <strong>de</strong> <strong>voor</strong>gestane wijze <strong>van</strong> planuitvoering. Is een bestemmingsplan<br />
<strong>de</strong>rmate vaag dat niet kan wor<strong>de</strong>n beoor<strong>de</strong>eld waarop <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> dat plan neer zal komen, dan<br />
zal <strong>de</strong> Kroon een besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad tot <strong>onteigening</strong> niet goedkeuren. Bij een ge<strong>de</strong>tailleerd<br />
bestemmingsplan zal dat niet snel aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> zijn, omdat dan dui<strong>de</strong>lijk kan wor<strong>de</strong>n vastgesteld <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> realisering waar<strong>van</strong> <strong>onteigening</strong> noodzakelijk is. Betreft <strong>het</strong> een bestemmingsplan waarin is vastgelegd<br />
dat een bestemming nog na<strong>de</strong>r moet wor<strong>de</strong>n uitgewerkt, dan kan niet al op basis <strong>van</strong> dat plan<br />
onteigend wor<strong>de</strong>n. De Kroon acht <strong>het</strong> <strong>van</strong>uit een oogpunt <strong>van</strong> rechtszekerheid <strong>het</strong> meest verstandig<br />
wanneer <strong>de</strong> <strong>onteigening</strong> pas wordt gestart op <strong>het</strong> moment dat er een uitwerkingsplan is. Dat plan hoeft<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> start <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>onteigening</strong>sprocedure echter niet onherroepelijk te zijn. De gemeenteraad kan <strong>het</strong><br />
<strong>onteigening</strong>sbesluit nemen wanneer <strong>het</strong> uitwerkingsplan is vastgesteld, maar dan moet <strong>de</strong> raad aan zijn<br />
besluit wel <strong>de</strong> hier<strong>voor</strong> al genoem<strong>de</strong> opschorten<strong>de</strong> en ontbin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n verbin<strong>de</strong>n, zulks in<br />
relatie tot <strong>het</strong> onherroepelijk wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>het</strong> uitwerkingsplan. Bij een globaal bestemmingsplan dat<br />
na<strong>de</strong>re uitwerking behoeft in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> een algemeen beleidska<strong>de</strong>r moet dat ka<strong>de</strong>r eerst dui<strong>de</strong>lijk<br />
kenbaar wor<strong>de</strong>n gemaakt <strong>voor</strong>dat men <strong>de</strong> <strong>onteigening</strong>sprocedure start. Dat ka<strong>de</strong>r kan gestalte krijgen<br />
18