Verhoging en Val van de Planeten - RadixPro

Recommendations

Info

gens de vermeldingen van een Babylonische schooltekst deze vertegenwoordiging wel eens beperkt werd tot bepaalde maanden of ook tot de stand van Venus aan de westelijke of oostelijke hemel. ... Saturnus kan eveneens vervangen worden door een aantal vaste sterren of sterrenbeelden, zoals Weegschaal, Kassiopeia, Orion en de Raaf. Dat laatste geldt ook voor Mercurius, waarmee onder anderen sterren van de Vissen, van Pegasus, van de Centaur en van de Grote Hond vergeleken werden. Mars kon vervangen worden door sterren van de Ram, van de noordelijke Driehoek, van Perseus en andere sterrenheelden, ook door de Pleiaden. Overzicht. Vaste sterren: Boll c.s. Knappich Kugler Weidner a - - - Pleiaden b - - - Aldebaran c Sterren in ster in Babyl. Spica Vissen, Pega- Centaur Jukgesus, Centaur, sternte) Grote Hond (Maagd) d Spica, Gemma, - Fomalhaut a-Arietis Lyra e Sterren v. Bad-Ga b-Aquarii Fomalhaut Ram, ndl.Drie- (in Raaf) hoek, Perseus, Pleiaden e.a. f Regulus, Arcturus Prokyon Regulus Schorpioen, Boogschutter, Orion e.v.a. g Weegschaal, Zibanitu 2a- Antares Kassiopeia, (=Weeg- Librae Orion, Raaf schaal) 145
Gleadow noemt voor de Maan nog Algol, Alcyone en Mirfak, die allen begin Stier stonden. Dorsan ziet op grond van conjuncties, sextielen en driehoeken vele verbanden met diverse vaste sterren, maar laat 33 posities van vaste sterren, die zijn these zouden steunen, weg. Uit het overzicht blijkt duidelijk, dat er tussen de verschillende schrijvers geen overeenstemnming bestaat over de vaste sterren die zouden samenhangen met de verhogingsgraden. Ook wordt het moment, waarop de verhogingen vastgelegd werden, verschillend gedateerd. Volgens Kniepf noemt Weidner het begin van de eerste eeuw voor Chr., maar waarschijnlijk bedoelt Kniepf dat Weidner het begin van 't eerste millennium noemt, want zo citeert Knappich Wöllner, die immers identiek is gebleken met Weidner. Gleadow haalt een kleitablet uit de tijd van Nabukadnezar (604-562 v.C.) aan; Knappich noemt een vermelding op een kleitablet uit de bibliotheek van Assurbanipal (600 v.C.); op grond van een tabel met heliakische standen bij Kugler komt Knappich op 800 v.C. Zoals gezegd, komt Wöllner volgens Knappich op ongeveer 900 v.C. en Zinner brengt de verhogingen in verband met een Horoskoop van de Wereld, die voor het eerste millennium voor Chr. ontstaan moet zijn. Rond 600 voor Chr. bestonden de verhogingen klaarblijkelijk al. Een notatie in graden was toen nog niet uitgevonden. Het is denkbaar, dat bepaalde vaste sterren de status van "geheime openbaring" der planeten hadden, omdat de kleur van de vaste ster en zijn planeet overeenkwamen. Misschien vertegenwoordigde de vaste ster zijn planeet als deze tijdelijk onzichtbaar was. Wanneer deze correspondenties voor het eerst vastgelegd werden, valt moeilijk te achterhalen, maar een eeuwen oude traditie kan in 600 v.Chr. al bestaan hebben. 146
Page 1 and 2:
Verhoging en val van de planeten Wi
Page 4 and 5:
Willem Venerius VERHOGING EN VAL VA
Page 6 and 7:
Opgedragen aan de nagedachtenis van
Page 8 and 9:
VOORWOORD De verhogingen van de pla
Page 10 and 11:
INHOUD 1 VERHOGING EN VAL - De begr
Page 12 and 13:
Hoofdstuk 1 VERHOGING EN VAL Verhog
Page 14 and 15:
Astrologen kiezen definities voor v
Page 16 and 17:
ook een verhogingsgraad. Bepaalde a
Page 18 and 19:
punt is 60 virupa's. Overeenkomstig
Page 20 and 21:
tie. Elke planeet heeft twee eigen
Page 22 and 23:
Hoofdstuk 2 NEDERLANDSE PUBLIKATIES
Page 24 and 25:
Het lag voor de hand deze twaalf pl
Page 26 and 27:
de twaalf combinatiemogelijkheden a
Page 28 and 29:
eiken dan de hoogste eer, ten slott
Page 30 and 31:
Stier of Mars in Steenbok als een s
Page 32 and 33:
eigen teken, zoals Morin de Villefr
Page 34 and 35:
Bakker Het officiële standpunt van
Page 36 and 37:
De planeten en tekens samen. Na eni
Page 38 and 39:
Hamaker-Zondag In 1983 verscheen er
Page 40 and 41:
Hoofdstuk 3 BUITENLANDSE PUBLIKATIE
Page 42 and 43:
in hun vaststellingen, vandaar het
Page 44 and 45:
ijvoorbeeld heeft in het teken Wate
Page 46 and 47:
Ram heersen, maar ook "de andere ka
Page 48 and 49:
Bij deze figuur wordt opgemerkt, da
Page 50 and 51:
lijken, dat de door hen bezette hui
Page 52 and 53:
Hoofdstuk 4 BRONNEN UIT DE OUDHEID
Page 54 and 55:
Kritieken op Ptolemeus Lange tijd b
Page 56 and 57:
domicilies anderzijds leiden tot te
Page 58 and 59:
nele verhogingsgraden, waarbij hij
Page 60 and 61:
Planeet: Verhogingsteken: Aspect: D
Page 62 and 63:
wiens Engelse vertaling van de Math
Page 64 and 65:
Vettius Valens De praktiserende ast
Page 66 and 67:
mata en tapeinomata niet alle teken
Page 68 and 69:
ging' zijn positief hoogste kracht
Page 70 and 71:
het lijkt dat 21° Ram voor de Zon
Page 72 and 73:
de tropische dierenriem bewegen. De
Page 74 and 75:
Planeet: Shankar: Navamsa: Hij noem
Page 76 and 77:
Hoofdstuk 6 DE GULDEN SNEDE Bij de
Page 78 and 79:
van de godheid" omdat zij door open
Page 80 and 81:
"Jupiter staat dus binnen de eerste
Page 82 and 83:
en ander toe aan het bovenstaande,
Page 84 and 85:
Vehlow schrijft verder: "Met deze d
Page 86 and 87:
Deel II, Deel II, Deel VIII pag. 21
Page 88 and 89:
klaart de schrijver niet. Maar zo k
Page 90 and 91:
Martinek Tijdens een lezing in Wene
Page 92 and 93:
De waarden, die Martinek geeft, kom
Page 94 and 95:
Venerius ons nog een artikel om in
Page 96 and 97:
tiende graad (d.i. 14 graden en nog
Page 98 and 99:
de feestkalender der Parsen zijn. 4
Page 100 and 101: het zevende millennium het kwaad. D
Page 102 and 103: vallen zou zijn. En zelfs al schijn
Page 104 and 105: offerfeest voor Mithras, waar het r
Page 106 and 107: Alleen zijn de verhogingen ten dele
Page 108 and 109: 606 voor Chr. vielen de Meden Babyl
Page 110 and 111: schaal. Volgens Kniepf "bleef dat t
Page 112 and 113: Naar de mening van Albert Kniepf zi
Page 114 and 115: Controle van de Indische namen van
Page 116 and 117: Hoofdstuk 8 SCHUILPLAATSEN Net als
Page 118 and 119: lijk) en de 'staarten' zijn vervang
Page 120 and 121: Hier de lijst van die schijngestalt
Page 122 and 123: Recent Advances Voor Dean en Mather
Page 124 and 125: Voor Mercurius heeft de schrijver z
Page 126 and 127: Hoofdstuk 9 VASTE STERREN In enkele
Page 128 and 129: Gleadow In het vorige hoofdstuk cit
Page 130 and 131: de god Nabu enigszins verplaatst we
Page 132 and 133: Ik geef zijn uiteenzetting in tabel
Page 134 and 135: harmonieuze relatie tussen vaste st
Page 136 and 137: hogingen! Nu is de normatieve bepal
Page 138 and 139: hield. Hij nam de Pleiaden voor de
Page 140 and 141: We vinden dus: Jupiter in het ooste
Page 142 and 143: Tetrabiblos (I, 20) de exaltaties s
Page 144 and 145: cator (Almuten) dienovereenkomstig
Page 146 and 147: geen twee huizensystemen wilde, noe
Page 148 and 149: Leclercq op Ptolemeus kent. Het mer
Page 152 and 153: Hoofdstuk 10 EMPIRISCH ONDERZOEK Ve
Page 154 and 155: verstikking 5 verdrinking 14 verbra
Page 156 and 157: Gouchon Henri Gouchon kon Carters n
Page 158 and 159: Een knappe, maar onwaarschijnlijke
Page 160 and 161: enige basiskennis van de astrologie
Page 162 and 163: en daarmee de hoofdassen van ons ko
Page 164 and 165: later in Egyptische, Perzische en h
Page 166 and 167: LITERATUUR. BECKER, U.; Lexikon der
Page 168 and 169: KNEGT L.; Uurhoek- en Vragenastrolo
Page 170 and 171: VENERIUS W. 1978 Spica jrg. 2 nr. 4
Page 172 and 173: APPENDIX. De traditionele graden va
Page 174 and 175: Tabel van de afwijkende verhogingsg
Page 176 and 177: De toekenning van verhogingstekens
show all

Verhoging en Val van de Planeten - RadixPro

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?