nr. 3 - KGK Deinze
nr. 3 - KGK Deinze
nr. 3 - KGK Deinze
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
3959<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3960<br />
<strong>KGK</strong> gaat op stap !<br />
Op zaterdagnamiddag van 2 oktober 2010 brengt <strong>KGK</strong> een geleid bezoek aan het<br />
oude stadje Oudenburg, tussen Brugge en Oostende.<br />
In de 4e eeuw lag Oudenburg nog aan zee. De Romeinen bouwden er houten en stenen<br />
castella. Het laatste castellum werd in het begin van de 5e eeuw verlaten. De dorpsstructuur<br />
herinnert aan de vierkante vorm van de versterking. In de talrijke grafvelden in de buurt vond<br />
men tal van voorwerpen die verband houden met het Romeinse castellum. Recente<br />
opgravingen brachten ondermeer een militair ziekenhuis aan het daglicht, waterputten en<br />
diverse oventjes.<br />
Omstreeks 1084 stichtte Sint-Arnold de Sint-Pietersabdij, die in de 16e eeuw verwoest werd.<br />
De abdij werd in de 17e en 18e eeuw heropgebouwd, maar tijdens de Franse Revolutie<br />
opgeheven.<br />
In de middeleeuwen was Oudenburg een belangrijk lakencentrum. Toen verwierf het ook de<br />
titel van stad. Het had een stadhuis, hallen, een belfort, een gasthuis en een begijnhof.<br />
Rond de stad liep de Stedebeek, een wal die ook voor de sleepvaart diende.<br />
Op het Marais Vernierplein staat een maquette. Daar en in de naburige straten zijn delen van<br />
het Romeins castellum uitgetekend.<br />
Van de door Sint-Arnold gestichte Sint-Pietersabdij bleven de 17e eeuwse hoeve (op de<br />
poort staat 1671 vermeld), de 19e eeuwse duiventoren en de classicistische prelaatswoning<br />
of huis van de abt van 1756 over. De abtswoning troont in een Frans park en biedt onderdak<br />
aan het stedelijk archeologisch museum, [R.A.M., Romeins archeologisch museum],<br />
waarin de uitgebreide collectie Romeinse voorwerpen tentoongesteld wordt, die in<br />
Oudenburg opgegraven werd.<br />
Cfr. J.L.Meulemeester in Gids voor Vlaanderen, uitg. Lannoo en VTB-VAB, 2007, p. 947-948.<br />
Uit de museumfolder : “ Eeuwen geleden bouwden de Romeinen aan weerszijden van de<br />
Noordzee een reeks legerkampen ter verdediging van hun veroverd gebied. Eén ervan stond<br />
op een hogere zandrug die destijds als een landtong in de toenmalige kustvlakte uitstak. Het<br />
enige teruggevonden castellum aan de Vlaamse Noordzeekust is dit van het latere<br />
Oudenburg, gelegen op een boogscheut van de kust tussen Oostende en Brugge. Het<br />
vernieuwde Romeins Archeologisch Museum van Oudenburg laat je kennismaken met dit<br />
castellum en al zijn andere facetten. In een totaal nieuw concept met afwisselend foto‟s en<br />
reconstructies, met maquettes en archeologische vondsten, met tekeningen en<br />
computersimulaties kan iedere bezoeker nu op een aangename manier de rijke Romeinse<br />
geschiedenis in onze streken verkennen…<br />
De archeologische Romeinse verzameling van Oudenburg is werkelijk uniek. Daartoe<br />
behoort bijvoorbeeld een uitzonderlijke collectie glas en mantelspelden, die mogelijk ook<br />
militaire eretekens waren. Het geheel is op een esthetische manier gepresenteerd en<br />
behandelt verschillende thema‟s. Via beeldschermen, foto‟s en de vele opgravingsvondsten<br />
doorloopt de bezoeker het pas vernieuwde museum. Intussen wordt kennis gemaakt met de<br />
komst van de Romeinen, de bouw van diverse castella en met de leefgewoonten van de<br />
soldaten. Wat aten ze? Welke uniformen droegen ze? Waar woonden ze? Ook vrouwen en<br />
kinderen komen aan bod. Zo verneem je meer overhun kledij, allerlei spelletjes en hun<br />
religie. In de laatste zaal werd een Romeinse begraafplaats gereconstrueerd.”<br />
In deze uitstap is voorzien: een bezoek aan het RAM, de abdijhoeve en een stadswandeling.<br />
<strong>KGK</strong>-bestuurslid, prof. em. Hugo Thoen, specialist in Romeinse archeologie van onze<br />
gewesten, heeft in zijn professionele loopbaan de opgravingen te Oudenburg van nabij<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3961<br />
gevolgd en als lid van de wetenschappelijke commissie was hij van bij het begin betrokken<br />
bij de i<strong>nr</strong>ichting van het nieuw museum. Hij wil die dag onze gids zijn.<br />
Praktische afspraak: leden en geïnteresseerden kunnen vooraf inschrijven door € 5 te<br />
storten op rekeningnummer 000-0434500-37 van <strong>KGK</strong>-<strong>Deinze</strong> vóór 20 september 2010.<br />
Gelieve uitdrukkelijk te vermelden “<strong>KGK</strong>-uitstap Oudenburg”.<br />
In het bedrag van €5 is inbegrepen de koffie en een stukje Sint-Arnoldustaart, die ons zal<br />
aangeboden worden in het cafeteria, na het museumbezoek.<br />
In de tekst hierna licht prof. Thoen al een tipje van de sluier op !<br />
Hugo THOEN: Romeins Archeologisch Museum Oudenburg<br />
De jongste twee jaren was het archeologisch museum te Oudenburg, ondergebracht in het<br />
abtsgebouw van de voormalige Sint-Pietersabdij, wegens renovatiewerken gesloten. In het<br />
kader van een Europees ROMA-project werd de site totaal gerenoveerd. Door aankoop van<br />
belendende gebouwen werd niet alleen het museum uitgebreid en totaal herzien, maar werd<br />
ook de grote tuin definitief aangepakt. Dit laatste met zulkdanig resultaat dat het tuinconcept<br />
door minister H. Crevits alvast met een speciale subsidie van de Vlaamse Gemeenschap<br />
werd bedacht. In hetzelfde complex werd een bezoekerscentrum ingericht, vooral gewijd aan<br />
de middeleeuwse Sint-Pietersabdij en de figuur van Arnoldus. De aanbouw van een<br />
moderne polyvalente zaal en een cafetaria met shop biedt uiteraard een waaier van<br />
mogelijkheden.<br />
Ook het nieuwe museum is in niets meer te vergelijken met het oude. Waar het oude<br />
museum eerder een kijkmuseum was, werd door gebruik van de meest moderne technieken<br />
overgeschakeld naar een doe-museum. Uiteraard draait alles rond de Romeinse vesting<br />
(castellum), een schakel in de Romeinse kustverdediging vanaf het eind van de 2 e eeuw tot<br />
het begin van de 5 e eeuw. De jarenlange opgravingen hebben een schat aan overblijfselen<br />
en informatie van de Romeinse militaire aanwezigheid in onze gewesten opgeleverd, die<br />
nergens anders in België op een zo moderne, begrijpbare en toch wetenschappelijke manier<br />
aan de bezoeker worden voorgesteld.<br />
Het militaire leven in het kamp te Oudenburg komt uiteraard uitvoerig aan bod. De<br />
verschillende fazen van het fort, de legereenheid, de barakken waarin de soldaten verbleven,<br />
de uitzonderlijke vondst van een hospitaal, de hypocaustverwarming (een voorloper van<br />
onze centrale verwarming), de imposante waterputten met een uniek vondstenmateriaal (o.a.<br />
een berenschedel), de ateliers waar zowel metalen (o.a. mantelspelden) als benen<br />
voorwerpen (vooral kammen) werden vervaardigd, worden met de meest moderne middelen<br />
voorgesteld. Veel aandacht werd ook besteed aan het toenmalige landschap en de opbouw<br />
van de kustvlakte, de zoutwinning - een economische activiteit die thans bij ons volledig<br />
teloor is gegaan, de antieke cartografie (Peutingerkaart), de eetgewoonten, de levensduurte!<br />
En tenslotte de laatste rustplaats van de doden, met crematie en inhumatie.<br />
In het bezoekerscentrum kan men ook kennismaken met het Brugse Ommeland en allerlei<br />
streekproducten.<br />
Jong en oud, liefhebber en wetenschapper zullen zich in dit nieuwe museumcomplex zeker<br />
niet vervelen!<br />
Een bezoek aan het stadje zelf is meer dan hallucinant. Het vierkantig grondplan en het<br />
stratenpatroon gaan bijna 2000 jaar terug in de tijd. Nergens in België wandelt men zo<br />
pertinent “in het voetspoor van de Romeinen”.<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
B<br />
A<br />
3962<br />
Luchtfoto van Oudenburg, met aanduiding van<br />
het castellum, de militaire begraafplaats en de<br />
landtong<br />
Voor wie zich nog meer wenst voor te bereiden op deze merkwaardige uitstap kunnen we de<br />
lectuur aa<strong>nr</strong>aden van Sofie VANHOUTTE, Een militair hospitaal in het Romeinse Castellum<br />
van Oudenburg, in Monumenten, Landschappen & Archeologie, jg. 28-5, sep-okt 2009, pp.<br />
10-28.<br />
KUNST IN DE LEIESTREEK<br />
Op 21 april 2010 werd in het Museum van <strong>Deinze</strong> en de Leiestreek het startschot gegeven<br />
van 150 jaar Stedelijke Academie voor Schone Kunsten te <strong>Deinze</strong>. Twee dagen later<br />
werd in de Brielpoort de tentoonstelling van de 11e biennale geopend.<br />
Drukkerij Van Daele, <strong>Deinze</strong>, zorgde voor een prachtige catalogus „Verder kijken door gaan‟<br />
bij de SASK-tentoonstelling. Nevelland Graphics, Drongen, verzorgde de even prachtige<br />
catalogus van de biënnale.<br />
Graag geven we de voorwoorden weer uit beide catalogi.<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
Verder Kijken Door Gaan<br />
3963<br />
Voorwoord van Jan Vermeulen<br />
Eerste schepen, bevoegd voor cultuur en onderwijs<br />
Een academie voor schone kunsten die 150 jaar bestaat is wel heel bijzonder. Wie terugblikt<br />
op anderhalve eeuw academie in <strong>Deinze</strong> mag bijzonder trots zijn. De schone kunsten<br />
drukten een onuitwisbare stempel op de Leiestreek. De kunstenaars zijn verweven met onze<br />
mooie stad en streek. Velen onder hen, en vaak niet de minsten, kruisen of kruisten de<br />
stedelijke academie op hun weg naar vervolmaking en uiteindelijk ook roem. Anderen zijn of<br />
waren in onze academie te gast als leraar of gastdocent. Het is dit uitgebreid palet van<br />
kunstenaars dat van <strong>Deinze</strong> en de Leiestreek een boeiende kunststreek maakt.<br />
Vandaag zet de academie in <strong>Deinze</strong> de toon van toekomst uit. Ze is een toonaangevend<br />
instituut geworden die bevriende instellingen inspireert. Maar ze speelt ook een rol in de<br />
ontwikkeling van vele kunstenaars en jonge mensen. Ze kijkt met vertrouwen verder. De stad<br />
<strong>Deinze</strong> zal de komende jaren investeren in de uitbouw van de beide kunstacademies en<br />
werkt hiervoor samen met de Vlaamse Bouwmeester. Deze academie heeft een masterplan<br />
dat tegen 2020 moet gerealiseerd zijn.<br />
De academie viert haar 150-jarig bestaan met een tentoonstelling in het Museum van <strong>Deinze</strong><br />
en de Leiestreek. Deze tentoonstelling vertolkt de visie van de huidige directie op onze stad<br />
en streek. Ze opent een feestelijk jaar en laat elke bezoeker mee genieten.<br />
De stad <strong>Deinze</strong> wil dit forum aangrijpen om iedereen te bedanken die een bijdrage heeft<br />
geleverd aan het succes van de academie voor schone kunsten te <strong>Deinze</strong>. Wij zijn ervan<br />
overtuigd dat hun inzet de komende jaren wordt verder gezet, zodat de kunst in de<br />
Leiestreek verder kan bloeien en groeien.<br />
<strong>Deinze</strong> en de Leiestreek, het museum en de academie<br />
Veerle Van Doorne,<br />
Conservator Museum van <strong>Deinze</strong> en de Leiestreek.<br />
In de 1 e helft van de 19 e eeuw kenden we een ware dictatuur van het neoclassicisme,<br />
gevolgd door een onweerstaanbaar verlangen naar een romantisch-realistische<br />
schilderkunst. De klassieke vormelijkheid werd verlaten in ruil voor kleur en beweging. Om<br />
die traditie en het métier tot leven te wekken werden leergangen ingericht in kleinere steden,<br />
zo ook in <strong>Deinze</strong> in 1860. De lessen werden in die “tekenscholen” gegeven door meesters in<br />
het vak, zoals in de ateliers van vroegere tijden. Naast de natuur en het landleven, werden<br />
de kunstwerken in de musea bewonderd en nagevolgd.<br />
Het landelijk gelegen <strong>Deinze</strong>, dichtbij Gent, was een kruispunt van stedelijke intelligentsia en<br />
landschappelijke schoonheid. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat er in de academie<br />
van <strong>Deinze</strong> meesterwerken tot stand kwamen van museale betekenis en dat er talentvolle<br />
mensen gevormd werden tot kunstenaars.<br />
Eens het stedelijk museum in 1942 een feit was, bestond er een voortdurende<br />
kruisbestuiving tussen de academie en het museum. In het museum zijn werken te zien van<br />
een grote diversiteit aan kunstenaars en aan stijlen. In deze begenadigde Leiestreek hebben<br />
ze al dan niet elkaar beïnvloed, hebben ze al dan niet invloed gekregen van of gegeven aan<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3964<br />
kunstenaars buiten de streek- of landsgrenzen. Zeker is dat deze schilders en beeldhouwers<br />
hun stempel hebben gedrukt op vele jonge leerlingen van de academie, die vol bewondering<br />
en verwondering letterlijk opkeken naar bijvoorbeeld de “Bietenoogst” van Emile Claus. Zou<br />
het een ijdele gedachte zijn dat een aantal als kind in het museum de roeping tot een<br />
kunstenaarsloopbaan hebben gevoeld?<br />
Sommige leerlingen werden door de degelijke opleiding in de academie gedreven naar het<br />
kunstenaarschap en werden op hun beurt leraar van enthousiaste jongeren. Van de meeste<br />
van die gerenommeerde kunstenaars is werk opgenomen in de museumcollectie, hetzij door<br />
aankoop hetzij door schenking.<br />
Op die manier groeit het patrimonium en wordt binnen de verzameling de continuïteit van het<br />
artistieke leven verzekerd.<br />
De wisselwerking tussen beide instellingen valt nauwelijks te onderschatten en betekent een<br />
vruchtbare voedingsbodem voor het cultureel leven in de stad en de omliggende regio.<br />
11e biënnale tentoonstelling voor Deinse kunstenaars<br />
Woord vooraf van Jan Vermeulen<br />
eerste schepen, bevoegd voor Cultuur<br />
Anno 2010 staat de kunstproductie van <strong>Deinze</strong> en de Leiestreek volop in de kijker.<br />
De kunstenaars van de Leiestreek zijn nog steeds brandend actueel. Een belangrijke<br />
overzichtstentoonstelling is in het najaar in het Museum van <strong>Deinze</strong> te bewonderen, en<br />
vrijwel gelijktijdig zal in Japan een grote retrospectieve van de Latemse kunst openen.<br />
De Stedelijke Academie voor Schone Kunsten van <strong>Deinze</strong> viert dit jaar haar 150-jarig<br />
bestaan. Ontelbare cursisten leerden er hun stiel en vele lesgevers waren belangrijke<br />
inspirators.<br />
Roger Raveel en Raoul De Keyser behoren tot de belangrijkste nog levende kunstenaars<br />
van ons land. De meester van Machelen-aan-de-Leie heeft reeds meer dan 10 jaar een<br />
eigen museum. Raoul De Keyser behoort tot de absolute top van de Belgische hedendaagse<br />
kunst.<br />
De Leiestreek zelf tenslotte, een uniek kader waaruit vele kunstenaars inspiratie putten, vindt<br />
steeds meer de aansluiting met het cultuurtoerisme. Kunstige fietsroutes,<br />
openluchttentoonstellingen, en talloze andere evenementen zorgen letterlijk voor een stroom<br />
van kunst.<br />
De stad <strong>Deinze</strong> kiest er in haar cultuurbeleid voor om een promotor te zijn van die kunst in<br />
de Leiestreek, en de biënnale tentoonstelling voor Deinse kunstenaars is één van de<br />
schakels in die ketting.<br />
Hoewel we kunst en cultuur bezwaarlijk exacte wetenschappen kunnen noemen, is het<br />
succes van de biënnale toch bijna wiskundig voorspelbaar. Met 66 deelnemende<br />
kunstenaars is het één van de grotere exposities in de regio. Een landschap rijk aan<br />
kunstenaars en de solide organisatie van de Deinse Cultuurraad zorgen er samen voor dat<br />
de 11 e editie van dit initiatief terug een voltreffer zal zijn.<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
Inleiding tot de biënnale tentoonstelling<br />
Wim Lammertijn,<br />
Bestuurslid stedelijke Cultuurraad<br />
3965<br />
Schilderijen, sculpturen, grafiek, kalligrafie, fotografie, keramiek, video, poëzie en mode: de<br />
biënnale tentoonstelling kan in deze editie opnieuw een diversiteit aan kunstdisciplines laten<br />
zien.<br />
Ons multimediaal tijdperk laat toe dat de kunstenaar van vandaag zich onbegrensd kan<br />
informeren en toegang heeft tot materialen die pakweg een halve eeuw geleden moeilijk of<br />
niet verkrijgbaar waren. Daarnaast wordt hij of zij dagelijks bedolven onder een lawine van<br />
beelden, nieuws, muziek, enz. Al deze prikkels en mogelijkheden hebben bewust of<br />
onbewust een neerslag op de artistieke creatie, maar maken de zoektocht naar een eigen<br />
stijl, en vooral naar een uitdrukkingswijze die toeschouwers en critici aanvaarden, niet<br />
eenvoudiger. Hoe meer opties dus, hoe moeilijker de keuze.<br />
Reeds sinds de Eerste Wereldoorlog waren er golven van protestkunst en conceptuele<br />
kunst, waarbij schoonheid allesbehalve een ideaal was en de idee primeerde op vorm en<br />
techniek. De voorbije decennia was het vooral belangrijk om vernieuwend te zijn, in de zin<br />
van „iets te doen wat nog niet gedaan was‟. Stellen we ons dan eens de vraag of kunst<br />
eigenlijk vernieuwend moet zijn? Voor een interessante uiteenzetting hierover verwijs ik<br />
graag naar de bijdrage “Beschouwingen over kunst” van dichter Hans Melen voor het<br />
jaarboek van de Kunst- en Oudheidkundige Kring van <strong>Deinze</strong> van 1983. Hij maakt er inzake<br />
vernieuwing de vergelijking met de Vlaamse Primitief Dirk Bouts en de toneelschrijver<br />
William Shakespeare die, hoewel ze beide allerminst progressief waren in hun ge<strong>nr</strong>e, toch<br />
een product van de allerhoogste kwaliteit afleverden. De conclusie is eigenlijk dat kunst mág,<br />
maar niet per se vernieuwend móet zijn. Evolutie in de kunst is noodzakelijk om verstarring<br />
te vermijden, maar belangrijker is het metier. Het vakmanschap, ongeacht in welke<br />
kunstdiscipline, bepaalt grotendeels de kwaliteit van het kunstwerk.<br />
De laatste jaren zien we dan ook steeds vaker een teruggrijpen van kunstenaars naar eerder<br />
traditionele technieken. Hoewel een tijd geleden bijvoorbeeld de schilderkunst bijna dood<br />
werd gewaand, „mag„ er nu weer geschilderd worden met penseel op doek. Michaël<br />
Borremans en Luc Tuymans zijn voor België treffende voorbeelden van die heropleving van<br />
de schilderkunst. Het werken met vertrouwde materialen bevordert tevens de<br />
toegankelijkheid van kunst ten aanzien van de toeschouwer. Algemeen bemerken we deze<br />
trend ook in de meeste andere disciplines, waarbij kunstenaars, zonder te vervallen in<br />
conservatisme, opnieuw vormelijke schoonheid als middel zien om hun boodschap extra<br />
kracht bij te zetten.<br />
Voor de 11 e editie van de biënnale tentoonstelling werd de Brielpoort andermaal voor 10<br />
dagen omgetoverd tot een heuse expositieruimte, waarin werken te zien zijn van maar liefst<br />
66 kunstenaars. Een professionele jury selecteerde 185 creaties van deze artiesten.<br />
De voorbereiding en opbouw van deze expositie is zoals steeds een werk van velen en het is<br />
voor mij een eer nogmaals te mogen instaan voor de coördinatie ervan. Ik dank daarom de<br />
stadsdiensten, de bestuursleden van de stedelijke Cultuurraad, de juryleden en alle<br />
vrijwilligers, verenigingen, bedrijven en instellingen die belangeloos hulp verleenden aan dit<br />
evenement.<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3966<br />
2272. Paul HUYS (<strong>nr</strong>. 543) In woordenboeken lezen … (V)<br />
Het is via onze zintuigen - gehoor en gezicht, smaak en reuk, en gevoel - dat wij weet<br />
hebben van al wat ons omringt. Oog en oor, neus en mond (met tong en lippen) en huid<br />
(hand en vingers) zijn de poorten waarlangs we de wereld binnenlaten. Is het dan echt zo<br />
verwonderlijk dat zovele eeuwenoude volksgezegden in hun beeldspraak precies van dit<br />
begrippenveld gebruik maken? Vraag aan eender wie van ons om zo voor de vuist een<br />
dozijn gezegden op te sommen waarin een van de bovenvermelde woorden voorkomen en<br />
niemand zal lang moeten nadenken om b.v. tot een opsomming te komen zoals de volgende:<br />
bitter in de mond maakt het hart gezond, zijn tanden op iets breken, voor dove oren praten,<br />
het oog van de meester maakt het paard vet, het hart op de tong dragen, een vinger in de<br />
pap te brokken hebben, iemand zijn tanden laten zien, beter te hard geblazen dan de mond<br />
verbrand, met de neus in de boter vallen, oog om oog en tand om tand, tot achter de oren<br />
kleuren, de mond voorbijpraten, iemand aan de tand voelen, het ligt op mijn tong, de vinger<br />
op de wonde leggen, tot over de oren verliefd zijn, uit het oog en uit het hart, een grote mond<br />
hebben, enz. enz.<br />
Opnieuw stellen we vast dat ook in de ons omringende taalgebieden en in die van de iets<br />
verderaf gelegen vakantielanden zoals Italië of Spanje in grote mate dezelfde of een analoge<br />
beeldspraak in gebruik is, zonder dat daarom altijd sprake is van een letterlijke omzetting of<br />
vertaling. We bekijken het eens van dichterbij, resp. voor oor en oog, neus en mond.<br />
O O R<br />
Nemen we b.v. het gezegde Het ene oor in, het andere uit. Dat luidt in het Frans: “Cela<br />
entre par une oreille et sort par l‟autre”, in het Duits: “Zum einen Ohr hinein, zum anderen<br />
wieder hinaus” en in het Engels: “It goes in at one ear and out at the other”. Het Italiaans en<br />
Spaans kennen resp. “Gli entra da un orecchio e gli esce dall‟ altro” en “Entrá por un oido y<br />
sale por el oltro”.<br />
Eenzelfde eensgezindheid over de hele lijn is er ook bij een andere oor-spreuk als Kleine<br />
potjes hebben ook oren: “Petit chaudron (= ketel), grandes oreilles”, “Kleine Töpfe haben<br />
auch Ohren” en “Little pitchers (= ketels) have long ears”. De Italiaan zegt: “Anche i bambini<br />
hanno orecchi” (= ook de kinderen hebben oren) en de Spanjaard: “Dicen los niños en el<br />
solejar lo que oyen a sus padres en el hogar” (= vertellen elders wat ze thuis van hun vaders<br />
horen).<br />
We wagen een derde poging, ditmaal met Iemand de oren van het hoofd eten. Hier krijgen<br />
we wel afwijkende varianten, waarvan trouwens geen enkele naar het element “oor” verwijst.<br />
Het Frans heeft hiervoor: “Manger comme quatre”; hetzelfde telwoord “vier” vinden we ook in<br />
het Italiaans: “Mangiare a quattro palmenti” (= eten met vier maalwerken), maar daarnaast<br />
ook andere versies zoals: “Mangiare a più non posso” (= men kan niet meer), of ook nog,<br />
heel eenvoudig: “come un lupo” (= als een wolf). Het Engels houdt het bij: “To eat a person<br />
out of home and house”. Het Duits kent blijkbaar dit gezegde helemaal niet, maar gebruikt<br />
dan weer het “oor” in enkele andere gezegden, die het Nederlands in die vorm niet kent,<br />
zoals b.v. “Dem Teufel ein Ohr ablügen” (= tien advocaten omverliegen), “Sich aufs (ook: auf<br />
ein) Ohr legen” (= naar bed gaan), alsook nog “Einem übers Ohr hauen” (= beetnemen).<br />
Voor het gezegde Iemand aan de oren malen (zaniken, zagen) behouden het Duits, het<br />
Engels en het Italiaans ook onze beeldspraak met “oor”, resp. in “Einem die Ohren<br />
volleiern/vollschwatzen” (alsook: “Einem beständig in den Ohren liegen”), “To keep dinning<br />
(to din = dreunen) into a persons‟s ear” en “Riempire (= vullen, Fr. remplir) a qualcuno gli<br />
orecchi di chiacchiere” (= met kletspraatjes). Het Frans kan hier het oor zelf missen, maar<br />
heeft het wel over “doof maken”, nl. in “Assourdir quelqu‟un de paroles”. In het Spaans wordt<br />
dit: “Dar la tabarra a un persona”, of ook: “E<strong>nr</strong>ollarse como las persianas” (= zich<br />
oprollen/opdringen als een Perzische kat).<br />
Als tegenhanger van ons gezegde Hij is nog nat (groen) achter de oren volgt alleen het<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3967<br />
Duits ons Nederlandse voorbeeld, met “Er ist noch feucht (= vochtig) hinter den Ohren”,<br />
maar het Frans en het Italiaans houden het bij de melk, die ofwel uit de neus of de mond<br />
komt: “Si on lui pressait le nez, il en sortirait du lait”, resp. “Ha ancora il latte alla bocca” (=<br />
melk aan de mond), of ook “la bocca sporca di latte”. Terwijl de Engelse tegenhanger de<br />
beeldspraak compleet elders zoekt: “He is scarcely (= amper) out of the shell yet” (= uit de<br />
schelp), of ook: “He is just out of the swaddling-clothes” (= windsels, luiers). Het Spaans ten<br />
slotte houdt het heel simpel bij: “Todavìo es un crio” (= is nog altijd een zuigeling).<br />
O O G<br />
Het bekende Onder vier ogen kent meestal een nagenoeg woordelijk equivalent, zoals in<br />
het Frans, het Duits en het Italiaans, met resp. “Entre quatre yeux” (of “En tête-à-tête”),<br />
“Unter vier Augen”, en “A quattr‟occhi” (of ook: “In privato”). Het Engels kent hiervoor de<br />
uitdrukking “Private talk”, en het Spaans : “Solo a solo” (of nog: “En secreto”).<br />
Voor de weergave van In het oog houden / een oogje in het zeil houden blijft het oog(je)<br />
meestal behouden: “Tenir à l‟oeil” of het verwante “Ne pas perdre de vue”; “Im Auge<br />
behalten” of “Nicht aus den Augen lassen”; “To keep a watchful eye (a sharp look-out) on a<br />
person”; “Tener d‟occhio qc.”. Het Spaans zegt het anders: “Echar una vista” (= een kijkje<br />
gooien naar), of ook: “Tener presente una cosa”. Het omgekeerde is natuurlijk Uit het oog<br />
verliezen , of “Aus den Augen verlieren”, “Perdre de vue”, “To lose sight”, “Perdere di vista”…<br />
Dan is er ook nog: Met lede (scheve) ogen aanzien. Voor deze uitdrukking blijft onze<br />
beeldspraak bewaard in het Duits, het Engels en het Italiaans, met resp. “Mit scheelen (of:<br />
neidischen, missgünstigen) Augen (of: Blicken) ansehen”, “With envious eyes”, en „Guardare<br />
con mal occhio“. Het Frans houdt het bij: „Être jaloux de quelqu‟un“, en het Spaans heeft<br />
hiervoor: ”Ver con profundo tristeza“.<br />
Meer eensgezindheid is er dan wel weer bij de weergave van het welbekende Uit het oog,<br />
uit het hart, dat in de resp. talen luidt: “Loin des yeux, loin du coeur”, “Aus den Augen, aus<br />
dem Sinn”, “Out of sight, out of mind”, en “Lontan dagli occhi, lontan del cuore”. Het Spaans<br />
kent meerdere varianten; naast het gewone, letterlijke “Cuan lejos de ojos, tan lejos de<br />
corazón”, is er eveneens nog: “Al ido, olvido” (= uit het zicht, vergeten), alsook: “Ausencia,<br />
enemiga de amor” (afwezigheid is liefdes vijand), wat mooi gezegd is.<br />
N E U S<br />
De buitenlandse tegenhangers van ons gezegde Doen alsof zijn neus bloedt kunnen het<br />
blijkbaar heel goed zonder het prominente gezichtsdeel zelf stellen! Bij de Fransen wordt dat<br />
dan: “Faire semblant de rien”, in het Duits “Tun als ob man nichts davon wüsste”, in het<br />
Engels “To do the innocent” (= de onschuldige uithangen), of in slang: “To sham donkey” (=<br />
een ezel voorwenden). De Italianen houden het bij “Fare stupido” en de Spanjaarden hebben<br />
hiervoor: “Hacerse el desentendido” (desentenderse = zich van den domme houden), maar<br />
kennen eveneens “Hacerse el sueco” (= de Zweed uithangen; vgl. met “zich Oost-Indisch<br />
doof houden).<br />
En dan het gezegde Overal de neus insteken. De neus blijkt stand te houden in de meeste<br />
anderstalige versies, resp. “Fourrer son nez partout”, “In alles die Nase (hinein)stecken”, “To<br />
put (poke, thrust) one‟s nose into everything”; in het Spaans luidt het “Meter la nariz (=<br />
neusvleugel) en todo” en in het Italiaans “Ficcare il naso dappertutto”, maar er is ook een<br />
meer neutrale versie, zonder de neus erbij te betrekken, nl. “Ingerirsi dei fatti altrui” (= zich<br />
bemoeien met andermans zaken).<br />
Bij de spreuk Niet verder kijken dan zijn neus lang is heerst er complete eensgezindheid<br />
in de weergave ervan in de andere talen, met resp. “Ne voir plus loin que le bout de son<br />
nez”, “Nicht weiter sehen als die Nase reicht”, “He doesn‟t (of: can‟t) see beyond his nose”,<br />
”Non vedere più del naso” of ook “Non vedere oltre la punta del (proprio) naso” (It.) en “No<br />
ver más allá sus narices” (Sp.).<br />
Een laatste gezegde nog: Bij de neus nemen. De beeldgetrouwe vertalers zijn in dit geval<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3968<br />
de Duitsers, de Engelsen en de Italianen met resp. “Einem eine Nase drehen” (= een neus<br />
draaien) of ook “Einen an der Nase herumführen” en “Einem etwas auf die Nase binden”, “To<br />
lead a person by the nose” en “Prendere qualcuno per il naso”, benevens ook wel<br />
“Pigliare/Menare pel naso”. De Fransen echter nemen iemand in het (b)ootje met hun “Mener<br />
quelqu‟un en bateau”, en in het Spaans krijgen we “Engañar (= misleiden) a una persona”, of<br />
ook - iets beeldrijker - “Dár(se)la (= zich uitgeven, voordoen) a una persona con queso” (=<br />
kaas); waarom precies met kaas is ons evenwel niet echt duidelijk…<br />
M O N D (LIPPEN, TANDEN, TONG)<br />
Een algemeen vrij letterlijke weergave vinden we bij onze uitdrukking Van mond tot mond,<br />
met resp. “Die Nachricht ging von Mund zu Mund”, “The news spread (of: passed) from<br />
mouth to mouth”, “Di bocca in bocca” (It.) en “De boca en boca” (Sp.). Alleen de Fransen<br />
variëren lichtjes met hun “de bouche à oreille”, van mond tot oor.<br />
Anders is het gesteld met ons Met de mond vol tanden staan. Het begrip “mond” blijft hier<br />
enkel in het Spaans behouden met “Quedarse con la boca abierto” (= met geopende mond),<br />
en enigszins in het Duits met “Wie aufs Maul geschlagen dastehen” (waarnaast ook “Nichts<br />
zu sagen wissen”). Het Engels houdt het bij “To be tongue-tied” (= tong-gebonden), of ook,<br />
maar minder beeldend: “To have no word to say (for oneself)”. Het Frans heeft hiervoor een<br />
vrij neutraal “En être (tout) interdit”. Het Italiaans kent - naast “Non saper que dire” – ook nog<br />
het meer expressieve “Rimanere come un baccalá” (= stokvis).<br />
Aan iemands lippen hangen daarentegen kent dan weer een vrij homogeen gelijklopende<br />
vertolking in de andere talen. Daarin luidt het dan resp. “Être suspendu aux lèvres de<br />
quelqu‟un”, “An jemandes Lippen hangen”, “To hang (up)on a person‟s lips” (of ook: words),<br />
“Pendere dalle labra di qualcuno” (It.), “Estar pendiente de las palabras” (Sp.).<br />
Ons gezegde Met lange tanden eten wordt alleen in het Frans en het Duits nagevolgd, met<br />
resp.“Manger du bout des dents” en “Lange Zähne machen” (of ook “die Zähne heben”). De<br />
Engelsen houden het bij het werkwoord “knabbelen/kniezen” met hun “To nibble at (of:<br />
dawdle over) one‟s food”. In Italië en Spanje krijgen we een versie met het begrip “slechte<br />
wil” of “tegenzin”, resp. “Mangiare di mala voglia”, en “Comer con desgana”.<br />
Met ons Geen blad voor de mond nemen worden we alleen door de Duitsers letterlijk<br />
nagevolgd: “Kein Blatt vor den Mund nehmen”. De andere talen kennen afwijkende versies,<br />
zoals het Frans met “Ne pas mâcher (= kauwen) sur les mots”, of het Engels met “Not mince<br />
matters” (of ook: “Not mince one‟s words”). Het Italiaans houdt het - klaar en duidelijk - bij:<br />
“Parlare claro e tondo”, terwijl de Spanjaard kan kiezen tussen “No morderse la lengua” (=<br />
zich de tong niet afbijten) of “No tener pelos (= geen haren hebben) en la lengua”. Hetgeen<br />
dan weer iets anders is dan Haar op de tanden hebben , hetgeen betekent “moedig zijn”,<br />
zoals ook in het Duitse “Haar auf den Zähnen haben” of in het Engelse “He has a tongue of<br />
his own”.<br />
En dan is er ook nog Niet op de tong gevallen zijn, of een variante ervan Goed van de<br />
tongriem gesneden zijn. Dit wordt in het Frans “Avoir la langue bien pendue” en in het<br />
Duits “Ein gutes Mundstück (of: Mundwerk) haben”. Het Engels kent een tweetal varianten:<br />
“He has a well-oiled tongue” en even beeldend gezegd “His tongue runs on wheels”. De<br />
Italianen en de Spanjaarden houden het bij resp. “Aver la lingua pronta” en “No tener frenillo<br />
(= toom, breidel) en la lengua”.<br />
In een paar volgende bijdragen zullen we het dan hebben over spreuken en gezegden met<br />
groenten en fruit. Komt het water je nog niet in de mond? Of anders gezegd: “En avoir<br />
l‟eau à la bouche”, “Dabei läuft einem das Wasser im Munde zusammen”, “It makes my<br />
mouth water” of “It brings the water to my mouth”, enz. enz.<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3969<br />
2273. Willy JONCKHEERE : De Deinse gemeenteraad een halve eeuw geleden<br />
Iemand bezorgde me deze foto. Ik herkende enkele gezichten, maar wat stelde die groep<br />
mensen voor? Navraag links en rechts bracht de verheldering. Wij danken vooral <strong>KGK</strong>erelid<br />
Romain De Bouver en voormalig <strong>KGK</strong>-bestuurslid en steunend lid prof. dr. Jan<br />
Moerman.<br />
Zittend van links naar rechts: Lucien Agneessens, Jozef Verleye, Karel-Jozef Van Risseghem, Frans Vyncke en<br />
stadssecretaris Werner Malfait.<br />
Staand van links naar rechts: Jacques Torck, Gustaaf Michels, Marcel Heyerick, Arthur Soenen, Roger Janssens,<br />
He<strong>nr</strong>i De Clercq en Cyriel Boerjan.<br />
Het is een groepsportret van de Deinse gemeenteraad uit de legislatuur 1953-1958.<br />
Op 12 oktober 1952 werden verkozen: Agneessens Lucien (CVP= Christelijke Volkspartij),<br />
De Clercq He<strong>nr</strong>i (CVP), Heyerick Marcel (BSP= Belgische Socialistische Partij), Janssens<br />
Roger (CVP), Lagrange Valère (LP=Liberale Partij), Soenen Arthur (BSP), Tavernier Emiel<br />
(CVP) Torck Jacques (LP), Van Risseghem Karel-Jozef (CVP), Verleye Jozef (CVP) en<br />
Vyncke Frans (CVP).<br />
De nieuw verkozenen hadden de eed nog niet afgelegd, toen Emiel Tavernier op 27 oktober<br />
1952 overleed. Op 21 januari 1953 legde Cyriel Boerjan, als eerste opvolger, de eed af in<br />
vervanging van Tavernier. Naast burgemeester Jozef Verleye, werden in dezelfde zitting<br />
Karel-Jozef Van Risseghem en Frans Vyncke respectievelijk als eerste en tweede schepen<br />
aangeduid. Op 18 februari 1953 wisselden Verleye en Van Risseghem van functie en werd<br />
oorlogsburgemeester Van Risseghem in ere hersteld.<br />
Valère Lagrange overleed op 8 oktober 1953 en werd op 17 november 1953 vervangen door<br />
Gustaaf Michels. Lucien Agneessens, notaris geworden in Nazareth, nam ontslag op 22<br />
oktober 1956, en werd opgevolgd door Germaine De Smet-Coppens 1 .<br />
De foto moet gedateerd worden tussen 8 oktober 1953 (overlijden Valère Lagrange) en 22<br />
oktober 1956 (ontslag Lucien Agneessens).<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3970<br />
De locatie is volgens ereontvanger Jozef De Spiegelaere vermoedelijk de voormalige<br />
„trouwzaal‟. Die was, vóór de reorganisatie binnen het stadhuis, gelegen waar nu het<br />
secretariaat is ondergebracht.<br />
Het kleine schilderij rechtsboven, met bloemenvaas, is een werkje van Antoine Blomme<br />
(°<strong>Deinze</strong> 1898 - ýGent 1957). Beroepshalve verzekeringsmakelaar, schilderde hij in de vrije<br />
tijd vooral landschappen, stillevens en bloemstukken. Hij volgde lessen bij Albert Saverijs,<br />
wiens invloed in zijn werken duidelijk aanwezig was 2 .<br />
Het grote schilderij in het midden is een werk van Charles Picqué: „Portret Gravin de Bueren<br />
d‟Alcantara en haar twee dochters‟, ca. 1852 3 . In zijn monografie over Picqué heeft <strong>KGK</strong>bestuurslid<br />
Paul Huys dit werk grondig besproken 4 .<br />
De twee kaders, waarvan links een fragment te zien is, kunnen niet geïdentificeerd worden.<br />
1. Frank Seberechts, Politieke geschiedenis van <strong>Deinze</strong> en Petegem na de Tweede Wereldoorlog, in<br />
Geschiedenis van <strong>Deinze</strong>, deel 2, pp. 161-163.<br />
2. Antoine Blomme, Stilleven met bloemen, olieverf op doek, 75,5x60,5 cm, r.o. A. Blomme, inv.<br />
Nr.28/BLO.a-1, aankoop, cfr. Veerle Van Doorne e.a., Museum van <strong>Deinze</strong> en de Leiestreek,<br />
catalogus, 2001, p. 22.<br />
3. Charles Picqué, Portret Gravin de Bueren d‟Alcantara en haar twee dochters, (± 1852), olieverf op<br />
doek, 115x86cm, inv. Nr. 340/Pic.ch-3, gift van de heer Bergez Scarsez de Locqeneuille, 1940,<br />
cfr.<br />
cfr. Veerle Van Doorne e.a., Museum van <strong>Deinze</strong> en de Leiestreek, catalogus, 2001, p. 195.<br />
4. Paul Huys, Kunstschilder Charles Picqué (1799-1869) met een oeuvre-catalogus, uitg. KOK,<br />
<strong>Deinze</strong>, 1993, 327pp. Het werk wordt besproken op de pp. 56,109 en 241-242<br />
2274. Paul HUYS (<strong>nr</strong>. 544) Betwistingen in het sterfhuis van de Gottemnaars Jeroen<br />
Dujardin (1680) en Gillis Biebuyck (1689)<br />
STERFHUIS JEROEN DUJARDIN (1680) 1<br />
Op 13 december 1680 werd te Gent, op een zitting van de rechtbank van de Luitenant Civil<br />
van de Indaginge (bevoegd voor burgerlijke zaken) een “enkwest of vooronderzoek<br />
gehouden, waarbij enkele getuigen werden opgeroepen, blijkbaar op verzoek van Lieven<br />
Dujardin fs. Geron [= Jeroen of Hiëronymus], die in een zaak tegen ene N.N. de Backere<br />
optrad als verweerder. Hier volgen de namen van die getuigen:<br />
a. Jan Dhaeyere fs. Jans, 44 jaar oud, wonende in Grammene en “kalkbrouwer” aldaar<br />
(kalkbrouwer = kalkbrander, iemand die uit schelpen kalk gloeit).<br />
b. Jan Levrau fs. Jooris, 38 jaar, landsman te Gottem.<br />
c. Janneken [= Joanna] Schot fa. Gillis, ± 29 jaar, wonende in Gottem, ongeletterd.<br />
Waarover ging het onderzoek 2 ? Blijkbaar over een financiële regeling of transactie. De drie<br />
bovenvermelde getuigen waren op 20 maart 1677 (ter presentie van Jeroen Dujardin zelf, die<br />
toen nog in leven was) bijeen ten huize van de eerste getuige, Jan Dhaeyere. De derde<br />
getuige, Janneken Schot, was daarbij geassisteerd door Pieter Moerman, die haar<br />
“vroomvoogd” was.<br />
Veel meer details over deze erfenis komen we uit dit dossiertje niet te weten. Wel vinden we,<br />
in hetzelfde archief van de enkwesten van de Luitenant-Civil, nog de protocollen van een<br />
ander, iets vroeger enkwest, gehouden op 12 juli 1680, waarbij ook al twee andere getuigen<br />
waren gehoord in verband met een bepaalde geldsom ten sterfhuize van dezelfde Jeroen<br />
Duchardin (sic). Deze twee getuigen zijn:<br />
a. Frans Philippe van Bisburch fs. Philips, baljuw van Dentergem en Gottem.<br />
b. Elisabeth de Gruytere (de huisvrouw van Joos Cnudde), ± 48 jaar, woonachtig te<br />
Wontergem.<br />
Ook hier ontbreken, in de getuigenissen, meer precieze details over de eigenlijke grond van<br />
de behandelde zaak. We onthouden uit dit dossier vooral enkele personalia van erbij<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3971<br />
betrokken personen in en rond Gottem uit de late 17 e eeuw, van wie andere personalia allicht<br />
wel zeldzaam zouden kunnen zijn.<br />
STERFHUIS GILLIS BIEBUYCK (1689) 3<br />
De gegevens over deze aangelegenheid hebben we aangetroffen in een dossiertje in het<br />
archief van de Luitenant-Civil van de Indaginge te Gent 4 , betreffende een gerechtszaak<br />
tussen heer en meester Guillaume de Keysere (een Gentenaar?), eiser in deze zaak, en de<br />
Gottemnaar Joos Biebuyck (een zoon of een broer van Gillis?), verweerder.<br />
Op 21 oktober 1689 werd in deze zaak een klein vooronderzoek (“enkwest”) gehouden,<br />
waarbij als getuigen slechts twee personen waren opgeroepen, m.n.:<br />
1. Jaecques Galle fs. Frans, 63 jaar oud, landsman in Gottem.<br />
2. Passchier Turf fs. Pieters, ± 50 jaar, ontvanger van de parochie Gottem en aldaar ook<br />
woonachtig.<br />
Hun beider getuigenissen betreffen de persoon van Gillis Biebuyck, die al veel eerder, nl.<br />
omstreeks nieuwjaar 1680, zou overleden zijn. Deze Gillis Biebuyck was, in 1679, en tot aan<br />
zijn dood, gebruiker [= pachter] van het Goed van het kapittel van Sint-Baafs binnen Gottem<br />
(een specifieke naam van dit goed wordt niet vermeld). In dat jaar 1679 was de<br />
eerstgenoemde getuige, Jaecques Galle, ontvanger van de Gottemse “ommestelling” (= een<br />
lokale, hoofdelijk verdeelde belasting); hij bevestigt nu dat de intussen overleden Gillis<br />
Biebuyck het verschuldigde (“alsdan gepoinct op tzelve goet”) aan hem heeft betaald, waarin<br />
hij “heeft gecontinueerd tot zijn overlijden, gebeurd omtrent nieuwjaar 1680”. Een hiermee<br />
parallel lopende verklaring vinden we ook in het getuigenis van Passchier Turf, die blijkbaar<br />
eveneens ontvanger was van de Gottemse ommestelling. Deze beide getuigen<br />
ondertekenen met hun naam. Verdere details zijn uit het dossiertje niet op te maken.<br />
1. Jeronimus Dujardin was overleden in Gottem op 19 oktober 1676. Hij was viermaal (!) gehuwd<br />
geweest: a. met Magdalena Charlet: verloving te Grammene en huwelijk in Gottem in juni 1646; zij<br />
overleed te Gottem op 25.05.1647, enkele dagen nadat ze een doodgeboren jongetje gebaard<br />
had; b. met Egidia Heylinc: in Gottem verloving op 12.05 en huwelijk op 30.05.1648; zij overleed in<br />
Gottem op 01.01.1657; c. met Catharina Meulemeester: verloving te Olsene op 16.02 en huwelijk<br />
in Gottem op 03.03.1658; d. met Joanna Vermeulen: huwelijk in Gottem op 20.02.1672.<br />
2. Rijksarchief Gent [RAG], Archief van de Luitenant-Civil van de Indaginge te Gent [Indag.], bundel<br />
297 (dossier sterfhuis J. Dujardin, enkwesten 12 juli en 13 dec. 1680).<br />
3. Egidius Biebuyck was geboren te Gottem op 09.07.1656 als zoon van Guillielmus en van Judoca<br />
de Smet. Hij huwde op zeer prille leeftijd in Gottem op 09.07.1673 (zijn zeventiende verjaardag!)<br />
met Sara van Wonterghem en overleed in Gottem op 30.12.1679, pas 23 jaar oud.<br />
4. RAG, Indag., bundel 298 (dossier Guill. de Keysere contra Joos Biebuyck, 21 oktober 1689). De<br />
Biebuycks waren een wijdvertakte familie, die ook in de aanpalende West-Vlaamse dorpen goed<br />
vertegenwoordigd was; in 1714 b.v. troffen we in Markegem een Charles Biebuyck aan, en in<br />
Wakken een Joseph Biebuyck, alsook een Frederick Biebuyck, die herbergier was aldaar (zie<br />
RAG, Indag., reg. 326, resp. 14 en 31.07.1714 en 15.12.1714).<br />
2275. Trui GALLE : Zoek het eens op !<br />
Sinds kort is er nieuw en handig zoekinstrument bij om op een snelle en vlotte manier<br />
opzoekingen te verrichten in de Bijdragen tot de geschiedenis van <strong>Deinze</strong> en de Leiestreek<br />
en in de Contactbladen van <strong>KGK</strong>.<br />
Tjeu Delanote, verbonden aan de Provinciale bibliotheek van de provincie Oost-Vlaanderen,<br />
heeft alle jaarboeken en Contactbladen van <strong>KGK</strong> ontsloten via volgende website :<br />
www.ovinob.be/provbib. Via dit adres kunt u zoeken op auteur, woorden uit de titel en<br />
trefwoorden. Een voorbeeld om dit te verduidelijken : bij het intikken van het trefwoord<br />
„Wontergem‟ vindt u met één muisklik 25 bibliografische adressen van artikels over<br />
Wontergem verschenen in de jaarboeken en/of Contactbladen van <strong>KGK</strong>.<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3972<br />
www.ovinob.be/provbib is een heel goede aanvulling bij de bestaande indices op de<br />
jaarboeken en Contactbladen van <strong>KGK</strong>.<br />
Bovendien is het de bedoeling van de provinciale bibliotheek om alle geschied- en<br />
heemkundige tijdschriften van Oost-Vlaanderen te ontsluiten via www.ovinob.be/provbib<br />
2276. Luc GOEMINNE : De demografische evolutie van <strong>Deinze</strong> 2008 -2009<br />
We geven hieronder de bevolkingsaantallen van <strong>Deinze</strong> op 31 december 2009<br />
Gemeente<br />
Bevolking<br />
dec.2008<br />
Bevolking<br />
dec. 2009<br />
Aangroei %<br />
<strong>Deinze</strong> 6.597 6.583 -14 -<br />
Petegem 9.303 9.507 +204 +2,2%<br />
Astene 4.920 4.899 -21 -0,4%<br />
Gottem 545 549 +4 +0.7%<br />
Wontergem 953 954 +1 -<br />
Grammene 818 875 +57 +7,0%<br />
Zeveren 921 924 +3 -<br />
Vinkt 1.373 1.373 - -<br />
B.M. Leerne 1.682 1.708 +26 +1,5%<br />
S.M. Leerne 1.182 1.198 +16 +0,9%<br />
Meigem 694 708 +14 +2,0%<br />
28.988 29.278 +290 +1,0%<br />
Petegem is in 2009 de deelgemeente met de grootste aangroei (+204), gevolgd door<br />
...Grammene met een aangroei van (+57).<br />
Astene verliest wat terrein (-21).<br />
De <strong>Deinze</strong>-kern ging in 2009 ook lichtjes achteruit (-14).<br />
Er is nog een lichte aangroei in enkele deelgemeenten zoals Bachte-Maria-Leerne, Sint-<br />
Martens-Leerne en Meigem.<br />
Groot-<strong>Deinze</strong> groeide in 2009 nog aan met 290 inwoners of 1,0%.<br />
In 2010 zal vooral de Deinse kern verder aangroeien door de bouw van 6 nieuwe<br />
appartementsgebouwen. Petegem zal ook nog verder doorgroeien door de geweldige<br />
uitbreiding van de Oostkouter.<br />
We voorzien dat Groot-<strong>Deinze</strong> in 2010 zal aangroeien met 350 inwoners, in 2011 met 300<br />
inwoners en in 2012 met 150 inwoners.<br />
Aldus zal <strong>Deinze</strong> wellicht omstreeks juni 2012 nipt 30.000 inwoners tellen. De kans is reëel<br />
dat de stad dan 2 gemeenteraadsleden en 1 schepen meer zal mogen aanduiden.<br />
De deelgemeente met het hoogste bevolkingsaantal blijft Petegem (32%), gevolgd door<br />
<strong>Deinze</strong> (22%) en Astene (17%).<br />
Gottem blijft de deelgemeente met het kleinste aantal inwoners 549 (2%).<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3973<br />
Tussen dec.2008 en dec.2009 steeg het aantal vreemdelingen van 642 tot 686 (2,3% van de<br />
totale bevolking). Op een totaal van 686 vreemdelingen zijn er ongeveer 394 van europese<br />
afkomst en 292 van niet-europese afkomst.<br />
De niet-belgen wonen vooral in de grootste deelgemeenten: <strong>Deinze</strong> (277), Petegem (221) en<br />
Astene (92). Ze zijn vrijwel afwezig in de andere deelgemeenten. Einde 2009 hebben 20<br />
asielzoekers in <strong>Deinze</strong> een regularisatiedossier ingediend.<br />
Groot - <strong>Deinze</strong> groeide in 2009 iets sneller aan met 290 nieuwe inwoners (1%) perjaar.<br />
In Astene wonen eigenaardig genoeg minder mannen dan vrouwen (sex ratio 0,97), in<br />
<strong>Deinze</strong> is dit nog meer het geval (sex ratio 0,86).<br />
In Petegem wonen net evenveel mannen als vrouwen (sex ratio 1,00)<br />
2977. Paul HUYS (<strong>nr</strong>. 545) <strong>Deinze</strong> in een eigentijdse kroniek over de<br />
Guldensporenslag van 1302<br />
Op 15 november 2008 vierde de geschiedkundige kring “De Leiegouw” van Kortrijk zijn<br />
vijftigjarig bestaan. Waarom we dit hier vermelden? Omdat eeuwenlang de “Roede van<br />
<strong>Deinze</strong>” tijdens het ancien régime ressorteerde onder de kasselrij Kortrijk. Er zijn dus zeer<br />
oude historische banden tussen <strong>Deinze</strong> en Kortrijk. Het is derhalve passend dat we onze<br />
collega‟s van “De Leiegouw” van harte feliciteren met hun gouden jubileum en hun het<br />
allerbeste toewensen voor hun verdere activiteit. [NVDR: in ons Contactblad, jg. 29, 2, <strong>nr</strong>. 2225, p.<br />
3850 werd reeds een eresaluut gebracht aan onze Kortrijkse collega‟s].<br />
In dat jubileumjaar kreeg hun gelijknamig (tweemaal per jaar verschijnend) tijdschrift een<br />
nieuwe, modern ogende layout en - althans wat de eerste aflevering van het jaar 2008 betreft<br />
- een enigszins ongewoon “themanummer”. De aflevering, 176 pp. dik, bevat immers een<br />
tweetalige editie - Latijn én Nederlands - van de zgn. Annales Gandenses, een eigentijdse<br />
kroniek van de Vlaamse vrijheidsstrijd 1297-1310<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !<br />
1 .<br />
De titel van deze kroniek, geschreven door een (anonieme) Gentse minderbroeder, is<br />
enigszins misleidend, alsof het (alleen maar) over Gent zou handelen. Het is immers, veel<br />
breder, een ware kroniek van Vlaanderen en de Vlaamse vrijheidsstrijd (tegen Frankrijk).<br />
Ook <strong>Deinze</strong> wordt in deze kroniek enkele keren vermeld en dat is de reden waarom we voor<br />
deze kroniek hier eventjes om aandacht vragen.<br />
Van de Latijnse tekst zijn in het verleden ooit een vijftal edities gepubliceerd, nl. twee in<br />
Duitsland (in Hamburg door K.H. Hartmann, 1823, en Hannover, door J.M. Lappenberg,<br />
1859), eenmaal in Brussel (door J.J. De Smet, 1837) , in Parijs (door F. Funck-Brentano,<br />
1896) en in New York (door H. Johnstone, 1951). Maar er was van deze toch belangrijke<br />
kroniek nooit eerder een vertaling in het Nederlands verschenen. De Leiegouw heeft dus met<br />
die nieuwe, tweetalige editie een meer dan verdienstelijk pionierswerk geleverd, een gouden<br />
(jubileum)stip méér dan waardig.<br />
Een historische en tekstkritische evaluatie van het gepresteerde, dat hoge lof verdient, is hier<br />
niet op zijn plaats, maar wel in een gespecialiseerd tijdschrift. We beperken ons hier graag<br />
tot het aanbrengen van de schaarse “Deinse” passages in de kroniek. Deze zijn niet<br />
spectaculair, maar ze werpen toch een licht op het belang van <strong>Deinze</strong> als versterkte stad 2<br />
meer bepaald omstreeks 1300, in de aanloop dus naar de beslissende confrontatie op de<br />
Kortrijkse Groeningekouter op 11 juli 1302.<br />
Een eerste passus, met betrekking tot het jaar 1297 3 , luidt als volgt:<br />
Tijdens genoemd bestand 4 liet de koning van Frankrijk de stad Brugge met brede<br />
grachten, aarden wallen en stevige poorten versterken. Evenzo deed de graaf [Gwijde<br />
van Dampierre] grachten, versterkingen en poorten maken in Damme, Aardenburg,<br />
Gent, Oudenaarde, <strong>Deinze</strong> en Kassel.”
3974<br />
De uitdrukkelijke vermelding van <strong>Deinze</strong> in dit rijtje van meestal grotere en belangrijkere<br />
steden wijst op het strategische belang van deze stad, gelegen in een brede Leiebocht, die<br />
op zich al een behoorlijke natuurlijke bescherming bood.<br />
De tweede passus heeft betrekking op het jaar 1300 5 . Daarin lezen we:<br />
“In de lente berokkende voornoemde prins Carolus met zijn aanhangers de<br />
plattelandse bevolking rond Ieper, <strong>Deinze</strong>, Gent en Damme veel schade. Maar de<br />
genoemde steden kon hij geen schade toebrengen omdat ze degelijk versterkt waren.<br />
Robrecht [van Béthune], oudste zoon van de graaf, hield Gent, zijn broer Willem hield<br />
Damme, en Gwij, ook zijn broer, maar aan vaderskant, hield Ieper. Dowaai had zich<br />
aan Karel overgegeven voor hij in Brugge was aangekomen of voor hij Vlaanderen<br />
binnentrok.”<br />
Prins Karel I, graaf van Valois (1270-1325), was een zoon van Filips III de Stoute. Op 13<br />
januari 1300 had Dowaai voor hem gecapituleerd, waarna hij vandaar rechtstreeks naar<br />
Brugge was getrokken. De in 1297 door de Vlaamse graaf versterkte steden, w.o. <strong>Deinze</strong>,<br />
kon hij geen schade toebrengen, precies door de degelijkheid van die versterkingen. Het<br />
onbeschermde platteland echter was blootgesteld aan het gebruikelijke oorlogsgeweld<br />
(plunderingen) vanwege de Fransen.<br />
De derde passus 6 m.b.t. <strong>Deinze</strong> (alhoewel deze stad niet nominatim vermeld wordt) speelt<br />
zich af in de meimaand van 1301, bij het bezoek van de Franse koning Filips:<br />
“In 1301 kwam koning Filips […] als nieuwe souverein en rechtstreeks leenheer naar<br />
Vlaanderen. [Hij] arriveerde met veel pronk en praal voor de festiviteiten [nl. bij de<br />
officiële inbezitneming van het graafschap] en om het land en de rijkste steden van<br />
Vlaanderen te bezichtigen. […] Eerst kwam hij naar Dowaai, vervolgens naar Rijsel en<br />
vandaar naar Gent.”<br />
In Rijsel verbleef koning Filips op 16 en 17 mei, bezocht daarna de steden Doornik (18 mei)<br />
en Kortrijk (19 mei) en verbleef - tijdens zijn verplaatsing van Kortrijk naar Gent –<br />
overnachten in Petegem bij <strong>Deinze</strong> op 20 mei. Op 22 mei was hij in Gent. In Petegem, aan<br />
de Knok, lagen diverse goed voorziene afspanningen, die prima als pleisterplaatsen konden<br />
dienen voor reizigers tussen Gent (op 18 km van <strong>Deinze</strong> gelegen) en Kortrijk (op 25<br />
km.afstand van <strong>Deinze</strong>). Als “versterkte stad” mocht <strong>Deinze</strong> - waar ook een grafelijk kasteel<br />
stond (later het “markiezaat” genoemd) - gelden als een veilige verblijfplaats, zelfs voor hoge<br />
bezoekers.<br />
Méér over <strong>Deinze</strong>, en zijn belang binnen het interstedelijk netwerk tijdens de Hoge M.E.,<br />
vindt men in de Geschiedenis van <strong>Deinze</strong>, dl. I, pp. 13-22.<br />
1. José Vanbossele, m.m.v. Niklaas Maddens, “De Annales Gandenses”, vertaald en genannoteerd,<br />
in: De Leiegouw, 50/1, pp. 3-176. Zie ook het <strong>KGK</strong>-Contactblad van december 2008, pp. 3761-<br />
3762, waarin Luc Goeminne eveneens naar deze “Annales” verwijst.<br />
2. <strong>Deinze</strong> had reeds omstreeks het jaar 1000 wallen als stadsversterking. Zie Geschiedenis van<br />
<strong>Deinze</strong>, dl. I (2003), p. 16. W. Prevenier wijst er uitdrukkelijk op dat precies in de (in 1308<br />
neergeschreven) Annales Gandenses <strong>Deinze</strong> als “villa” is vermeld, hetgeen onbetwistbaar wijst op<br />
een “stad”, overigens in één adem genoemd met Gent, Ieper en Damme als goed verdedigbare<br />
steden. De eerste Deinse stadskeure dateert uit de periode 1279/1293 (zie ibid. p. 12).<br />
3. Annales Gandenses, l.c., p. 42, alinea 21 (“Comes fecit etiam fieri aliqua fossata et munitiones et<br />
portas in Ganda, Aldenardo, Donsa et Casleto”).<br />
4. Het tijdelijk bestand (tussen de koningen van Frankrijk en van Engeland en hun resp.<br />
bondgenoten) was op 9 oktober 1297 getekend te Sint-Baafs-Vijve; het zou voor Vlaanderen in<br />
werking treden op 12 oktober 1297 om van rechtswege te eindigen op 7 december. Een korte<br />
“adempauze” dus in een conflict, dat daarna toch zou blijven aanslepen.<br />
5. Ibid., p. 48, alinea 5 (“Tempore vernali predictus dominus Karolus cum sibi adherentibus multa<br />
damna fecit ruralibus hominibus circa Ypram et Donzam et Gandavum).<br />
6. Ibid., p. 52, alinea‟s 1-3 (“Venit enim primo Duacum, deinde Insulam, postea Gandavum”) en noot<br />
46, waarin de reisweg tussen Dowaai en Gent gedetailleerd wordt weergegeven.<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3975<br />
2278. Romain DE BOUVER en Tony VANHEE: Het Wontergemse bruggetje: een<br />
alternatieve verklaring voor het bord van 1940.<br />
In ons Contactblad van oktober-december 2009 bracht Stefaan De Groote op de blz. 3909<br />
en 3910 een oplossing voor het “raadsel van de twee Duitse namen op een<br />
spoorwegbruggetje in Wontergem”. We lazen het artikel met interesse, maar voor de<br />
ontraadseling van het naambord (met de tekst “Fritz Rode Bogen-Brücke Franz / B.B. 83. 2.<br />
KOMP /22.7.1940”) willen we een alternatief bieden. De context zoeken we uiteraard ook in<br />
de nadagen van de Achttiendaagse Veldtocht van mei 1940, maar bij analyse van het<br />
naambord komen we tot een andere conclusie.<br />
Vooraf een korte schets van de gebeurtenissen in mei 1940.<br />
Op donderdag 23 mei waren de eerste Duitse troepen in de Leiestreek gesignaleerd en<br />
aangekomen. De Belgische genietroepen bliezen die donderdag om 14 uur 28 de stalen<br />
spoorwegbrug over de Leie in Grammene op en bijna onmiddellijk staken ze de lont aan de<br />
kleine tunnel onder de spoorweg in Wontergem aan. De zwaarste gevechten zouden vooral<br />
op zaterdag 25 mei losbreken, waarbij de 56e en de 216e Duitse Infanteriedivisie vanuit de<br />
linie Bachte-Zulte in de aanval trokken. Pas na heel zware gevechten konden de Duitse<br />
troepen in Gottem en <strong>Deinze</strong> de overkant van de Leie en de Vaart veroveren. In de sector<br />
Gottem-Grammene stonden het 6e Regiment Ardense Jagers en het 17e Linieregiment<br />
onder permanente druk. Ze hielden stand tot rond de middag van zondag 26 mei, maar<br />
uiteindelijk diende kolonel De Smedt wegens een zware infiltratie in zijn rechter sector zijn 6e<br />
Regiment op de lijn De Bek-Wontergem-Dentergem terug te trekken.<br />
Na de gevechten en zeker na de capitulatie van 28 mei begonnen Duitse pioniers en<br />
soldaten van de “Bau-Bataillone” met het vrijmaken van de spoorweglijn Gent-Tielt-<br />
Adinkerke, die in de richting van de Belgische en Franse kust en naar Duinkerke liep en<br />
daarom een strategische waarde had.<br />
Ook het Wontergemse bruggetje diende na de Leieslag herbouwd te worden. Het werd een<br />
boogbrug (Bogen-Brücke) geslagen door de 2e Kompanie van Bau-Bataillon 83, waarvan het<br />
erkenningsteken als Bau-Bataillon (schop en houweel) op het bewuste naambord van de<br />
tunnel is aangebracht. Daarmee is al een deel van zijn inhoud verklaard. Blijkbaar heeft<br />
Hauptmann Plum in juli 1940 het nodig geacht om deze boogbrug met een naam te<br />
bedenken. De kans dat Franz Fritz Rode bij deze bruggenslag is omgekomen of al eerder<br />
verongelukt of gesneuveld was, is een hypothese die we op basis van andere benoemingen<br />
van bruggen naar gesneuvelde kameraden naar voor mogen schuiven. Wegens de<br />
oorlogsomstandigheden hebben veel van die bruggen slechts een “tijdelijk” bestaan gehad<br />
en gingen de naambordjes verloren. In Wontergem is de betonnen boogbrug van de 2e<br />
Kompanie van Bau-Bataillon 83 echter tot vandaag overeind gebleven.<br />
Blijft dan nog de naam Franz Fritz Rode, wellicht soldaat en werkman bij deze eenheid.<br />
Eventuele inlichtingen kunnen bij de Deutsche Dienststelle (WASt) in Berlijn of bij het<br />
Bundesarchiv-Militärarchiv in Freiburg opgevraagd worden. Of de aanvrager daar de wet van<br />
de privacy kan omzeilen, dient hij af te wachten en de WASt-dienst voorziet voor zichzelf<br />
voor elke aangevraagde zoekopdracht een onderzoeksduur tot 12 maanden tegen betaling<br />
(gemiddeld 20 euro) 1 .<br />
Voor de geschiedschrijving van Bau-Bataillon 83 is dit naambord een dankbaar gegeven,<br />
want over de deelname van de eenheid aan de Veldtocht in het Westen (1940) is niet zoveel<br />
geweten, maar blijkbaar was op zijn minst de 2e Kompanie aan het werk bij het herstellen en<br />
heropbouwen van de spoorweglijn Gent-Tielt.<br />
Bau-Bataillon 83 2 is bij de Duitse mobilisatie van 26 augustus 1939 in Wehrkreis VI (Münster-<br />
Dortmund-Düsseldorf-Köln) als legertroep samengesteld uit eenheden van RAD-groep 318.<br />
De Reichsarbeitsdienst (RAD) organiseerde in de periode 1933-1945 de verplichte<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3976<br />
arbeidsdienst van zes maanden voorafgaand aan de legerdienst (twee jaar). Het hele opzet<br />
paste in het nationaal-socialistisch opvoedingssysteem en de talrijke opdrachten voor de<br />
RAD-eenheden in de sector land- en bosbouw, voor dijkenbouw en voor<br />
ontwateringsprojecten vormden een onderdeel van de nationaal-socialistische economie in<br />
het toenmalige Duitsland.<br />
RAD-groep 318 werd aanvankelijk in het westen van het land opgesteld en was ingedeeld bij<br />
het 5e Duitse Leger van Generaal van de Infanterie Curt Liebmann, dat de grens van<br />
Nederland en België dekte. Toen de plannen voor een veldtocht in het Westen duidelijkere<br />
contouren kregen, werd de groep, na het ontslag van de RAD-leiders, op 1 april 1940 onder<br />
bevel van de Wehrmacht geplaatst en tot Bau-Bataillon 83 omgevormd.<br />
Het bataljon werd vanaf 1941 onder verscheidene benamingen (Eisenbahn-Bau-Bataillon 83,<br />
Eisenbahn-Baupionier-Bataillon 83) in (Zuid-)Rusland ingezet en was in 1944-1945 terug<br />
aan de Nederrijn.<br />
1. Deutsche Dienststelle (WASt).<br />
Zie onder: http://www.dd-wast.de (Menu: Suchantrag/Recherches) (23.03.2010).<br />
2. Lexikon der Wehrmacht, Bau-Bataillon 83.<br />
Zie onder: http://www.lexikon-der-wehrmacht.de/Gliederungen/BauBtl/BauBtl83-R.htm<br />
(23.03.2010).<br />
2279. Paul HUYS (<strong>nr</strong>. 546) Joannes Hollebeke en Carel Tant, voermans van Vinkt op<br />
Gent (2 e kwart 18 e eeuw)<br />
In de jaren ‟40 van de achttiende eeuw verzekerde Carel Tant 1 , die in Vinkt woonde, de<br />
vervoerdienst tussen Vinkt en Gent (waarbij zijn gewone reisweg vermoedelijk via Meigem<br />
en Nevele over Drongen liep). Hij had einde de jaren ‟30 de voermansstiel geleerd bij - en<br />
daarna overgenomen van - zijn in 1742 overleden voorganger, Joannes Hollebeke 2 , ook een<br />
Vinktenaar. Een van zijn regelmatige klanten, voor wie hij vanuit Gent koopwaar meebracht,<br />
was Frans van Ooteghem 3 , die baljuw was van de parochie en heerlijkheid van Zeveren,<br />
maar zelf ook in Vinkt woonde. Telkens bij de aflevering van de goederen had de baljuw<br />
(stipt, naar we mogen aannemen) aan de Vinktse voerman betaald wat hij daarvoor schuldig<br />
was, opdat de voerman die som - bij een volgende reis - aan de Gentse kooplui zou<br />
doorbetalen.<br />
Blijkbaar gebeurde dat toch niet zo vlot als verondersteld mocht worden. Maar aan wie was<br />
dat dan wel gelegen? In 1749 - Carel Tant deed toen al (naar eigen verklaring) sedert meer<br />
dan tien jaren de reis naar Gent - werd baljuw Van Ooteghem op het matje geroepen door<br />
ene sieur Jan Baptiste Lemettre en de zijnen, erfgenamen ten sterfhuize van sieur Jacques<br />
Lemettre, hun vader, in zijn leven koopman en kruidenier in Gent. De overledene wordt in het<br />
gerechtelijk dossier(tje) vermeld als “grossier inde Schelpe” 4 nabij de Koornmarkt in Gent.<br />
Bij het overlijden van hun vader moeten de erven-Lemettre op onbetaalde rekeningen ten<br />
laste van de Zeverense baljuw Van Ooteghem gestoten zijn. Hij moest zich op eis van de<br />
hoirs-Lemettre, voor de Luitenant Civil van de Indaginge te Gent 5 als verweerder<br />
verantwoorden op een vooronderzoek (“enkwest”), behandeld op 11 december 1749. Er<br />
werden daarvoor vier getuigen opgeroepen, allemaal Vinktenaars: een ervan is de actuele<br />
voerman-op-Gent, Carel Tant, een andere is de weduwe van diens voorganger Hollebeke.<br />
Hier volgen de “personalia” van deze getuigen en de essentie van hun resp.verklaringen:<br />
a. Carel Tant fs. Adriaen, ± 43 jaar, voerman, wonende in Vinkt. Hij getuigt dat hij reeds “beth<br />
10 jaeren” op Gent reist en dat hij daarvóór ook al diverse reizen had gedaan met [wijlen<br />
]Joannes Hollebeke in de tijd dat die voerman was van Vinkt [op Gent]; hij heeft herhaaldelijk<br />
de winkelwaren van de verweerder [= baljuw Van Ooteghem] vervoerd en meegebracht en<br />
deze gaf hem iedere keer daarvoor “pakskens met geld”.<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3977<br />
b. Marie Jeanne Verbeke fa. Adriaens, ± 50 jaar oud, weduwe van Joannes Hollebeke,<br />
wonende in Vinkt, bevestigt dat haar man in de jaren omstreeks 1735 voerman was van<br />
Vinkt op Gent.<br />
c. Pieter Codde 6 fs. Jans, ± 48 jaar oud, landsman in Vinkt, ongeletterd. Hij getuigt dat hij<br />
zowel wijlen sieur J.B. Lemettre als wijlen voerman Hollebeke gekend heeft, en dat hij ook<br />
baljuw Van Ooteghem en de actuele voerman Carel Tant kent. Als bijzonderheid weet hij te<br />
vermelden dat (wijlen) “Hollebeke wel vier of vijf keren veel verlies heeft geleden in zijn<br />
goed(eren) door het „omme smijten‟ [hier is wel „omkantelen‟ bedoeld!] van zijn wagen in het<br />
water”.<br />
d. Herasmus Cortvriendt 7 fs. Olevier, ± 64 jaar oud, landsman te Vinkt, bevestigt dat de<br />
voerman, die hele tijd door al, de winkelwaren [= van Van Ooteghem] heeft gevoerd en<br />
meegebracht “ende het ghelt altijt heeft gehadt vanden verweerdere ofte sijne huijsvrauwe<br />
omme deselve goederen te betaelen”.<br />
Uit de getuigenverklaringen blijkt evenwel niet of de Gentse koopman Lemettre het geld<br />
werkelijk heeft ontvangen en of hij het desgevallend bij de ontvangsten heeft geboekt, of niet.<br />
Maar voor ons is dit nu eigenlijk maar bijkomstig. Interessant is wel dat we intussen kennis<br />
hebben kunnen maken met enkele Vinktenaars en met de “gevaren onderweg” van de<br />
voermansstiel ruim twee en een halve eeuw geleden.<br />
1. Carolus Tant fs. Adrianus, omstreeks 1706 geboren , overleed in Vinkt op 28.05.1769. Hij was<br />
eerst gehuwd geweest met Joanna Declercq fa. Adriaen († Vinkt 06.06.1749; zie haar Staat van<br />
goed, Nevele, 473) en daarna met Joanne de Smedt († Vinkt 02.11.1784), die hem vier kinderen<br />
geschonken had (° tussen 1751 en 1758). Maar er was in Vinkt ook een (andere? of misschien<br />
toch dezelfde?) Carolus Tant, in Vinkt op 06.04.1758 gehuwd met Norbertina Eleonora Dhondt, bij<br />
wie hij zes kinderen had (° tussen 1759 en 1767). Verder genealogisch onderzoek is hier gewenst.<br />
2. Joannes Hollebeke (ook als Holsbeke/Van Holsbeke vermeld) was op 06.07.1723 in Vinkt gehuwd<br />
met Maria Joanna Verbeke († Vinkt 13.09.1777). Het echtpaar kreeg zes kinderen (° tussen<br />
september 1723 en juli 1742), van wie het zesde geboren werd na de dood van Joannes<br />
Hollebeke, die immers al op 04.05.1742 was overleden.<br />
3. Ene Frans van Ooteghem overleed in Vinkt op 11.01.1763, weduwnaar, 74 jaar oud (= geboren<br />
omstreeks 1690). Was deze overledene de Zeverense baljuw? Een andere met dezelfde naam<br />
overleed er op 21.02.1782.<br />
4. De Schelp was gelegen in de nabijheid van de Koornmarkt. N. Kerckhaert, in Oude Oostvlaamse<br />
huisnamen 5 (Gent, 1991), p.25, vermeldt verscheidene huizen met die naam in de periode<br />
tussen 1420 en 1603 , nl. een 15 e -eeuwse brouwerij in de Kwaadham en een 16 e -eeuws huis aan<br />
de Lange Munt, dat blijkbaar ook nog in 1790 bestond, maar tussen 1603 en 1790 vermeldt hij<br />
geen enkele archivalische attestatie onder die naam. In 1749 woonde daar dus koopman-grossist<br />
Lemettre.<br />
5. Rijksarchief Gent, Archief van de Luitenant Civil van de Indaginge te Gent, Bundel 305 (dossier<br />
Frans van Ooteghem contra J.B. Lemettre c.s., 11.12.1749).<br />
6. Petrus Codde fs. Jan zou geboren zijn (te Vinkt?) omstreeks 1700. Zijn ouders waren<br />
vermoedelijk Joannes Codde/Kod[d]e († vóór 1731) en Judoca/Joanna Geyssens († Vinkt<br />
28.02.1731).<br />
7. Erasmus Cortvriendt fs. Olivier (in de PR van Vinkt ook als Kortvrind/Kurtvryndt vermeld) was<br />
volgens zijn getuigenverklaring in dec. 1749 ongeveer 64 jaar oud, d.i. geboren rond 1685. Het<br />
echtpaar Erasmus Curtvriendt-Joanna Depestele (zij<br />
1. † Vinkt 22.07.1742) had tien kinderen, tussen 1717 en 1742 geboren (zie ook haar Staat van<br />
goed, Nevele, b. 469; haar zes minderjarige wezen worden er niet bij naam genoemd). Bovendien<br />
vinden we ook ene (allicht dezelfde?) Erasmus Cortvrient, die huwde in Vinkt op 19.03.1743 met<br />
Petronella Mestdag (die † Vinkt 30.10.1774, 77 jaar oud). Hetgeen dan weer niet klopt met het<br />
gegeven dat ene (dezelfde? een andere?) Erasmus Cortvrint, man van Petronelle Vlaeminck (!), in<br />
Vinkt overleed op 18.09.1773, ca. 96 jaar oud, d.i. geboren omstreeks 1677.<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3978<br />
2280. Paul HUYS (<strong>nr</strong>. 547) Betwisting over het pachtcontract van Pieter Gillis van Liere<br />
(<strong>Deinze</strong>-Buiten 1771)<br />
Pieter Gillis van Liere<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !<br />
1 , landsman op <strong>Deinze</strong>-Buiten (d.i. het landelijk gedeelte buiten de stad,<br />
benoorden en bewesten de Brugse Poort, of m.a.w. het Schave, <strong>Deinze</strong>-Kouter en<br />
Dhoyemeersen), pachtte daar, sedert 1766, een partij land en meers, samen groot omtrent<br />
één bunder, palende ten O. aan de zgn. “Westmeers” 2 , ten Z. aan “den Beversluys” 3 , ten W.<br />
aan gronden van Pieter de Gruyter en ten N. aan gronden van Jacobus Minnens.<br />
Eigenares van deze partij land en meers, “leen wezende”, was joffrouw Marie van Melle, de<br />
weduwe van sieur Pieter Jacobus Lammens in Gent. Het is ons niet bekend van welk<br />
(hoofd)leen deze partij grond in lee<strong>nr</strong>echtelijk opzicht afhing.<br />
In 1770 moet betreffende deze verpachting een betwisting gerezen zijn, want op verzoek van<br />
de laatstgenoemde eigenares, “eiseres bij daging van 23 juli 1770”, moet pachter Van Liere,<br />
als verweerder, zich verantwoorden voor de Luitenant Civil van de Indaginge in Gent. En op<br />
17 november 1770 wordt al een eerste tussenvonnis geveld 4 .<br />
Door de diensten van de Luitenant Civil was net vóór dat eerste vonnis een “enkwest”<br />
(= vooronderzoek met getuigen) gehouden, waarbij een zevental getuigen worden gehoord:<br />
eerst zes op de eerste zitting van 21 oktober, en vervolgens nog één getuige op een tweede<br />
zitting van 25 oktober. Onder de eerste zes getuigen, die allemaal bewoners van <strong>Deinze</strong>-<br />
Buiten zijn, tellen we ook twee respectieve echtparen. We laten ze allen even langskomen,<br />
netjes op rij. Vier van hen zijn ongeletterd en moeten hun verklaring ondertekenen met een<br />
“merk” of een kruisje.<br />
a. Joannes Cangier (sic) fs. Balthazar, ± 61 jaar, landsman in <strong>Deinze</strong>-Buiten, ongeletterd.<br />
b. Joanne Therese Cangnier (sic) fa. Joannes [= getuige a], ± 25 jaar oud, huisvrouw van<br />
Laureyns vanden Kerckhove 5 , landsman in <strong>Deinze</strong>-Buiten. Zij signeert, vrij onhandig, als<br />
“Joanna Thresia Connee” (sic); maar eigenlijk is de juiste schrijfwijze van haar familienaam<br />
Coigny.<br />
c. Marie Catherine Minnens fa. Jacobus, ± 37 jaar, huisvrouw van Emanuel de Clerck,<br />
“excercerende de lantneeringhe”, wonende in <strong>Deinze</strong>-Buiten; zij signeert met haar eigen<br />
naam 6 .<br />
d. Emanuel de Clerck fs. Judocus, ± 37 jaar, landsman in <strong>Deinze</strong>-Buiten; hij signeert met<br />
een merk (andreaskruisje).<br />
e. Geeraert Cornelis fs. Guilliaeme, ± 55 jaar, landsman in <strong>Deinze</strong>-Buiten; hij signeert met<br />
een kruisje (7).<br />
f. Marie vande Keere fa. Jan, 74 jaar oud, huisvrouw van de voornoemde Geeraert Cornelis;<br />
ook zij signeert met een kruisje.<br />
g. Jacobus Claeys fs. Jan, ± 66 jaar, landsman in <strong>Deinze</strong>-Buiten; hij signeert met eigen<br />
naam.<br />
Uit de afgelegde verklaringen kunnen we, indirect, afleiden, dat Pieter Gillis van Liere van de<br />
gepachte partij land en meers een deel in “naerpachte” [= in onderpacht] gegeven had aan<br />
Jacobus Claeys [= getuige g] om in het zomerseizoen te maaien en te hooien; dat was in<br />
1766 en 1767. In het zomerseizoen van1768 had hij ze in naarpacht gegeven aan Geeraert<br />
Cornelis [= getuige e]. In 1769 werd de meers “ghedefructureert [= zonder enige opbrengst<br />
van hooi] bij weghe van door hunne beesten te laten pastureren het gers ende den toemaet<br />
ofte naergers daerop gewassen” [= gegroeid]; de naarpachter was ook in 1769 de<br />
voornoemde Cornelis. Daarna heeft Van Liere de pacht opgezegd, met ingang van<br />
kerstavond 1769. In 1770 hebben Joannes Cangnier (= Coigny) en zijn dochter Joanne<br />
Therese de pacht overgenomen en “het gers ende naergers door hunne coeybeesten laten<br />
afwijden (sic) ofte pastureren”.<br />
Vermoedelijk wilde de eigenares van de betreffende grond het pachtgeld op haar directe<br />
pachter verhalen, zonder rekening te houden met diens (misschien ongeoorloofde?)<br />
overeenkomst met zijn onderpachters. Een uitspraak terzake door de rechter van de<br />
Indaginge hebben we niet aangetroffen.
3979<br />
1. Pieter Egidius [= Gillis] van Liere, zoon van Judocus en van Maria Dharte, was geboren in <strong>Deinze</strong><br />
(O.-L.-V.) op 9 juni 1737 en overleed op 17 maart 1789, 51 jaar oud; zijn Deinse overlijdensakte<br />
vermeldt dat hij gestorven was in Harelbeke (“obiit in Haerlebeke”). Op 28 januari 1768 was hij in<br />
<strong>Deinze</strong> (O.-L.-V.) gehuwd met Joanna Catharina van Oost, dochter van Franciscus; getuigen bij<br />
dat huwelijk waren Josephus van Liere en Catharina de Meester. Blijkens een archiefdocument<br />
(RAG, oud archief <strong>Deinze</strong>, <strong>nr</strong>. 474 = dossier mogelijke doodslag in januari 1773 door Bouduin de<br />
Stoop op Judocus de Sloovere, ook op <strong>Deinze</strong>-Buiten) was Pieter Gillis van Liere, fs Joos, toen<br />
herbergier inden Arent op <strong>Deinze</strong>-Buiten, en daar gebuur van het slachtoffer, olieslager-herbergier<br />
Judocus de Sloovere.<br />
2. Westakker: zie Martin Vanhaesebroeck, Toponymie van <strong>Deinze</strong> 1100-1600 (Zulte, 1982), p. 124,<br />
<strong>nr</strong>. 644, met een vijftal archivalische attestaties tussen 1350 en ca. 1590; door de auteur<br />
gesitueerd als “meers aan de westzijde van de stad”, op de bijhorende toponymische kaart<br />
gesitueerd tussen de Kaandelbeek en, voorbij de Westmeersstraat, de Hooie.<br />
3. Den Beversluis: door Vanhaesebrouck, a.w., p. 47, <strong>nr</strong>. 33, geattesteerd in 1480 en 1514, en op de<br />
kaart gesitueerd ten O. van de Westmeers en de Westmeersstraat. Volle drie eeuwen na 1480<br />
had dit meerstoponiem dus nog altijd zijn naam behouden. Vanhaesebrouck vermeldt ook, zelfs<br />
iets vroeger (1466), de “beversluys buelken”.<br />
4. Rijksarchief Gent, Archief van de Luitenant Civil van de Indaginge, <strong>nr</strong>. 307 (Enkwesten: dossier<br />
dd° 21.10.1771); Idem, <strong>nr</strong>. 329 (Vonnissen: op 17.11.1770 een tussenvonnis, waarbij de eiseres<br />
wordt geadmitteerd tot verificatie van de feiten). We hebben echter geen eindvonnis aangetroffen.<br />
5. Joanna Theresia Coigny (°Gottem, ca. 1745) was op 17.11.1767 in <strong>Deinze</strong> (O.-L.-V.) gehuwd met<br />
Laurentius vande Kerckhove fs. Laurentius uit “Roosbeke” (= Oost-Rozebeke).<br />
6. Emanuel de Clerck (°<strong>Deinze</strong> O.-L.-V., 07.04.1733, zoon van Judocus en Petronilla Dhaenens),<br />
huwde op 11.08.1761 te <strong>Deinze</strong> (O.-L.-V.) met Maria Catharina Minnens, dochter van Jacobus.<br />
Over de Deinse familie Minnens zie <strong>KGK</strong>-Jaarboek 74 (2007).<br />
7. Gerardus Cornelis (°<strong>Deinze</strong> O.-L.-V., 08.02.1716, zoon van Guillielmus en Petronilla Tant), was al<br />
weduwnaar van Maria Anna Boterdaele († 15.05.1745), toen hij op 09.08.1757 te <strong>Deinze</strong> (O.-L.-<br />
V.) huwde met Maria vande Keere, dochter van Joannes. Hij overleed in <strong>Deinze</strong> op 7 april 1778,<br />
62 jaar oud.<br />
2281. Willy JONCKHEERE: Beschouwingen bij een beeld van Sint-Hendrik<br />
Iemand vroeg me onlangs een inlichting over de beginperiode van het Sint-Hendrikscollege.<br />
Toen ik rondsnuffelde in oude archiefnota‟s, stootte ik op een notitie van de Gentse bisschop<br />
Mgr. Bracq in zijn bundel over het Sint-Hendrikscollege: “Juill 1883 je donne une statue de<br />
St He<strong>nr</strong>i par Zens”<br />
Al wie op het voormalige Sint-Hendrikscollege ooit de<br />
‟spreekplaats‟ betrad, moet dit gezien hebben: een gipsen beeld<br />
van zowat 70-80cm., voorstellend de Heilige Hendrik.<br />
Wat had deze Duitse keizer He<strong>nr</strong>icus II van het Heilig Roomse<br />
Rijk, Hendrik de Manke, ook de Heilige, (973 – 1024), te maken<br />
met <strong>Deinze</strong> en/of met het college?<br />
In ons KOK-jaarboek van 1984, pp. 165-194, publiceerde ik een<br />
artikel, waarin de eerste jaren van het college, de<br />
directeursjaren van E.H. Silvain Gevaert, aan bod kwamen.<br />
Daarin trachtte ik duidelijk te maken dat de eigenlijke start van<br />
het college niet te situeren valt in het „oud huis Van Doorne‟ op<br />
de Markt, -- dit was de „voorgeschiedenis‟ – maar op de site<br />
tussen Tolpoortstraat en Leie. Daar kocht men begin 1865 de<br />
oude stokerij van Charles Delaye.<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3980<br />
Zoals ik toen aantoonde viel de start dus in het<br />
schooljaar 1864-1865, ook al vierde men in 1960<br />
het “eeuwfeest” 1 .<br />
Na het plots overlijden van mgr. Delebecque op 2<br />
oktober 1864 werd He<strong>nr</strong>i Bracq, professor aan het<br />
Gents grootseminarie, eind 1864 als zijn opvolger<br />
aangeduid. Hij werd op 1 mei 1865 gewijd als 22 e<br />
bisschop van Gent 2 .<br />
De geboren Gentenaar, Hendrik-Frans Bracq,<br />
schonk het eerste college dat tijdens zijn episcopaat<br />
gesticht werd de naam van zijn patroonheilige.<br />
He<strong>nr</strong>icus II van Duitsland, keizer van het Heilig<br />
Roomse Rijk, de laatste uit het Saksische huis,<br />
wordt meestal voorgesteld als keizer met baard,<br />
mantel en keizerskroon. In de hand houdt hij soms<br />
een scepter en een gouden rijksappel. Een zwaard<br />
komt eveneens voor, of een kerkmodel dat hij in de<br />
hand houdt, of een schild met daarop de Duitse<br />
adelaar. Het kerkmodel verwijst naar de dom van<br />
Bamberg. Samen met zijn echtgenote Cunegundes<br />
van Luxemburg had hij het bisdom Bamberg opgericht 3 .<br />
Om zijn vazallen de baas te kunnen steunde hij vooral op bisschoppen en abten, die hij een<br />
grote bestuursmacht, en zelfs militaire macht toekende. Hij steunde dan ook sterk de<br />
hervormingsbeweging van Cluny 4 © Paul Careel<br />
.<br />
In dat verband is het voor <strong>Deinze</strong>naren toch interessant om te weten dat hij in het kader van<br />
de kloosterhervorming in Lotharingen de geboren <strong>Deinze</strong>naar Sint-Poppo (<strong>Deinze</strong> 978-<br />
Marchiennes 1048) aanstelde tot abt van de bijzonder belangrijke keizersabdij Stavelot-<br />
Malmédy.<br />
Vermits de feestdag van de H. Hendrik op 13 juli valt, midden in de grote vakantie dus, werd<br />
zijn naamdag allicht nauwelijks gevierd en bleef zijn betekenis daardoor minder<br />
beklemtoond.<br />
© Paul Careel<br />
Door de notitie van mgr. Bracq werd mijn aandacht getrokken op de maker van het beeld<br />
„Zens’, niet direct een overbekende beeldhouwer.<br />
Na even zoeken bleek Matthias Zens in het Gentse toch wel een succesrijk kunstenaar te<br />
zijn geweest 5 .<br />
Hij werd geboren in Schwarzenborn (Zuid-Eifel) op 20-03-1839 en overleed te Gent op 3-10-<br />
1921.<br />
Na zijn legerdienst bekwam hij in 1866 een studiebeurs “voor een beeldhouwersschool te<br />
Gent”, d.i. Sint-Lucas, waar hij in de invloedssfeer terechtkwam van de propagandist van de<br />
neo-gotiek, baron Jean-Baptiste Bethune.<br />
Na zijn opleiding startte hij een zelfstandig atelier, dat in 1870 twintig medewerkers tewerk<br />
stelde, ondermeer Aloïs De Beule. Ook voor zijn thuisland maakte hij verschillende werken.<br />
Zijn meesterwerk wordt geacht te zijn het ivoren beeld van de Moeder Gods met kind,<br />
waarvoor hij in 1905 de “Grand Prix” kreeg op de tentoonstelling van Christelijke kunst in<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3981<br />
Rome. Twee jaar later, in 1907, kreeg hij voor zijn totale oeuvre het Kruis „Pro Ecclesia et<br />
Pontifice‟, naar aanleiding van de expositie van zijn werk in de Gentse Sint-Lucasschool.<br />
Na WO I werd hij als „ Duitser‟ uitgewezen, maar kon spoedig<br />
terugkeren.<br />
Zijn grafsteen bevindt zich op het kerkhof van Mariakerke<br />
(Afb. zie F. Vanderstraeten, o.c., p. 17).<br />
Als belangrijke werken van Matthias Zens somt Gilbert<br />
Samson op: meubilair in de Sint-Annakerk, Gent;<br />
Calvariegroep in de Sint-Jakobskerk, Gent; Preekstoel en<br />
communiebank in de Sint-Jan-Baptistkerk, Gent; Retabel,<br />
preekstoel en biechtstoelen in de Sint-Jozefskerk, Gent;<br />
Houten kruisbeeld in de kerk Sint-Theresia van het Kind<br />
Jezus, Gent; Biechtstoelen en lambrizering in de Heilig<br />
Kerstkerk, Gent; Neogotische sculpturale inbreng in de<br />
Sint-Martinuskerk, Gent, Ekkergem; (preekstoel in) O.-L.-<br />
Vrouw Geboortekerk, Gent, Mariakerke; Hoofdaltaar,<br />
communiebank, preekstoel en koorgestoelte in de Heilig<br />
Hartkerk, Gent, Sint-Amandsberg; Koorgestoelte en witmarmeren doopvont in de<br />
Sint-Vincentiuskerk, Eeklo.<br />
F. Vanderstraeten heeft naast de hoger vermelde werken, die Samson opsomde, nog een<br />
indrukwekkende lijst bij elkaar gevonden:<br />
In Gent : Gevelkapelletje in de Rozemarijnstraat; kapel Bijlokehospitaal; kapel crombeen in<br />
de Leeuwstraat; kapel van Sint-Barbaracollege in de Savaanstraat; kapel Sint-Jan-de-Deo<br />
aan het Fratersplein; kapel Toevlucht van Maria aan de Coupure; Museum Meerhem van de<br />
Broeders Hiëronymieten aan het Fratersplein; Sint-Denijs in de deelgemeente Sint-Denijs-<br />
Westrem; Sint-Lieven in de deelgemeente Ledeberg; Sint-Macharius in de Dampoortbuurt ;<br />
Sint-Michiels aan het Sint-Michielsplein;<br />
Buiten Gent: Aalst, Sint-Jozef; Ans, Saint-Remy; Anthisnes, Sint-Martinus; Bevere-<br />
Oudenaarde, Sint-Pieterskerk; Beveren-Waas, Sint-Martinuskerk; Brugge, Heilig Hartkerk;<br />
Destelbergen, O.-L.-Vrouw-ter-Sneeuw; Grotenberge, Sint-Pietersbanden en Sint-Berlindis;<br />
Kalken, Sint-Denijskerk; Kortrijk, O.-L.-Vrouwkerk; Maredsous, Piëta; Oudenaarde, O.-L.-<br />
Vrouw van Pamele; Overslag (Wachtebeke), O.-L.-Vrouw Geboorte; Rupelmonde, O.-L.-<br />
Vrouw Bezoeking; Sint-Maria-Aalter, O.-L.-V. Hulp der Christenen; Sint-Niklaas, Sint-<br />
Nicolaaskerk en Sint-Jozef; Sleidinge, Sint-Joris en Sint-Godelieve; Temse, O.-L.-Vrouw;<br />
Wachtebeke, Sint-Catharina; Wichelen, Sint-Gertrudis; Zaffelare, O.-L.-Vrouw en Sint-<br />
Petrus; Zele, Sint-Ludgerus; Zeveneken, Sint Eligius;<br />
Daarnaast nog diverse werken in het buitenland, vooral in de Duitse Zuid-Eifel, waar hij<br />
vandaan kwam.<br />
Hij gebruikte voor beelden : gips, witte marmer, eikenhout, ivoor polychromie, terracotta.<br />
Voor meubilair en ornamenten werd gebruik gemaakt van : witte steen, wit marmer,<br />
veelkleurig marmer, arduin, eikenhout, palmhout, koper, brons en smeedijzer, al dan niet<br />
geëmailleerd.<br />
De enorme productie toont aan dat Zens niet alle stukken eigenhandig heeft gemaakt, maar<br />
het is niet duidelijk wat hijzelf of zijn getalenteerde medewerkers tot stand brachten. Zens<br />
signeerde zijn werk zelden of nooit.<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3982<br />
1. W. Jonckheere, Sint-Hendrikssprokkelingen. Grasduinend in het verleden van het St.-<br />
Hendrikscollege te <strong>Deinze</strong>. Oorsprong, stichting en eerste levensjaren onder directie van E.H.<br />
Silvain Gevaert, in KOK-jaarboek, 1984, pp. 165-194.<br />
2. M. Cloet e.a., Het bisdom Gent (1559-1991). Vier eeuwen geschiedenis, pp. 327 e.v.<br />
3. J.Claes, A.Claes en K.Vyncke, Sanctus. Meer dan 500 heiligen herkennen, Davidsfonds, Leuven,<br />
pp. 234 en 211.<br />
4. Historische W.P. encyclopedie, deel 2, pp. 380-381.<br />
5. Even zijn naam „googelen‟ leverde een artikel op van Gilbert Samson, gewezen rijkswachtofficier<br />
en druk doende in het Gentse vrijwilligerswerk: http://www.samsongilbert.be/ZensMathias.html<br />
Bij nader onderzoek troffen we een uitgebreid artikel aan van Frederik Vanderstraeten, „Mathias<br />
Zens: een neogotisch beeldhouwer en sociaal bewogen persoonlijkheid‟, in Heemkundige Kring<br />
De Oost-Oudburg, Jaarboek 1998, pp. 5-42.<br />
2282. Paul HUYS (<strong>nr</strong>. 548) Een Drongens rapport over een Petegemse verdachte (1880)<br />
Op 17 juni 1880 maakte de Drongense schepen E. Schelstraete aan de Procureur des<br />
Konings te Gent het verslag over dat de dorpsveldwachter Polydor Geirnaert had opgesteld<br />
over een reeks diefstallen die in Drongen waren gepleegd. In dat verslag, gedateerd 10 juni<br />
1880 1 , wordt een opsomming gegeven van de volgende diefstallen:<br />
1. Een koperen “zeefde” en een witte boterdoek, ontvreemd “binst mei laatst” ten nadele<br />
van Gerulf Dossche, samen 7,00 fr. waard;<br />
2. Een tinnen “teilloor”, waarde 1,00 fr., ten nadele van Charles Vanquikelberge, wijk<br />
Noordhoute [= Baarle];<br />
3. Een koperen “themoor” of ketel, waarde 15,00 fr., ten nadele van Désiré De Keyser;<br />
4. Zes tinnen vorken, waarde 1,00 fr., ten nadele van Bruno Van Hille;<br />
5. Negen tinnen vorken, waarde 1,00 fr., ten nadele van de Kinderen Leo Desmet, wijk<br />
Keuze [= Baarle];<br />
6. Negen tinnen vorken, waarde 1,00 fr., ten nadele van Jan Baptist Depoorter, ook wijk<br />
Keuze;<br />
7. Zes konijnen, waarde 9,00 fr., ten nadele van Maria Grootaert, ook wijk Keuze.<br />
De benadeelde personen hadden allemaal vermoedens uitgesproken tegen de genaamde<br />
Angelus Vliege (sic in het rapport), ketellapper en rondleurder, woonachtig in Petegem bij<br />
<strong>Deinze</strong>. Deze verdachte was op 10 juni 1880 in Drongen aangehouden en vervolgens<br />
overgeleverd aan de hoofdcommissaris van politie in Gent.<br />
In het Petegemse bevolkingsregister van 1880-1890 (boek 1, f° 229) vonden we hem ingeschreven<br />
als Ange Vlieghe (sic), vertinder, geboren te Kruishoutem op 29 januari 1830.<br />
Hij was in Olsene getrouwd op 13 februari 1857 met Pelagie De Smet (° Olsene, 1 mei 1835)<br />
en had met haar twee dochters (° 1862 en 1863) en één zoon (°1865).<br />
Het gezin was in 1862 vanuit Kruishoutem verhuisd naar Petegem en woonde daar in de<br />
landelijke wijk Dries, Reibroekstraat 15. Dat hij als ketellapper en vertinner een voorkeur had<br />
voor smeltbare metalen (een koperen zeef en dito theeketel en een tinnen bord en dito<br />
lepels) is niet te verwonderen. Over zijn bestraffing is ons niets bekend.<br />
1. Document bewaard in het archief van de Heemkundige Kring Dronghine (O.G. map 76). Zie: D.<br />
Maes, “Sprokkelingen”, in: Dronghine-Jaarboek 2008, p. 207.<br />
2283. Willy JONCKHEERE : Scouting- <strong>Deinze</strong><br />
Een tijd geleden bezorgde Pauwel Robbens me enkele documenten uit de nalatenschap van<br />
zijn familielid Raoul Verstraeten. Reeds eerder gaf Paul Huys in het Contactblad enige<br />
duiding bij enkele foto‟s die betrekking hadden op de Gentse Academie 1 .<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3983<br />
In een klein album zaten ook enkele kleinbeeld-foto‟s waarop figuren te zien waren op een<br />
scoutskamp „ergens te velde‟.<br />
Met dank aan <strong>KGK</strong>-lid Victor Heleu en <strong>KGK</strong>-erelid Romain De Bouver konden een aantal<br />
figuren herkend worden.<br />
Vooreerst de aalmoezenier E.H. Ivens. Emiel Ivens was priester-leraar<br />
aan het Sint-Hendrikscollege in de jaren 1928-1936.<br />
In 1930 schreef hij de tekst van de cantate “De Leie”, getoonzet door zijn<br />
collega priester-leraar Felicien<br />
Vandenbossche, en dit naar<br />
aanleiding van de „Plechtige<br />
Prijsuitdeeling‟ van 22-07-1930.<br />
Geboren te Sint-Niklaas op 27-11-<br />
1901, priester gewijd op30-09-1927<br />
en benoemd tot leraar aan het Sint-Hendrikscollege te<br />
<strong>Deinze</strong> op 30-09-1928. Hij werd leraar aan de<br />
Bisschoppelijke Normaalschool te Sint-Niklaas op 28-<br />
08-1936. Nadien werd hij onderpastoor te Zele (30-07-<br />
1943), pastoor in Doel (13-05-1949), pastoor in<br />
Melsele (17-10-1952) en deken te Sint-Gillis-Waas<br />
(28-06-1961) Hij ging op rust op 9-08-1967 en<br />
overleed te Sint-Gillis-Waas op 28-03-1976.<br />
Op foto 1 is de zittende jongen patrouilleleider Oswald<br />
Van Herpe, daarnaast Raoul Verstraeten.<br />
Op foto 2 zien we van links naar<br />
rechts:<br />
Raoul Verstraete, aalmoezenier<br />
Ivens, Camille de Saint-Aubin 2 , x,<br />
Oswald Van Herpe.<br />
Camille de Saint-Aubain was later<br />
piloot bij de R.A.F. en werd op 19-10-<br />
1944 boven Breskens neergeschoten<br />
en crashte in Waterland-Oudeman.<br />
Zijn stoffelijke resten werden te<br />
<strong>Deinze</strong> herbegraven op 29 oktober<br />
1948. Naar verluidt zou in de<br />
rouwdienst E.H. Florimond Brys 3 zijn<br />
voorgegaan. Brys was de opvolger<br />
van Ivens als aalmoezenier bij de<br />
Deinse scouts.<br />
Foto 2<br />
De hamvraag bij het zien van deze<br />
enkele foto‟s is: wat gebeurt er met het archief van de Deinse scouts? Enkele van de<br />
oudgedienden zijn nog in leven en kunnen duiding geven bij het materiaal, dat naar men<br />
zegt vrij omvangrijk is. Waar vinden we een paar oud-scouts om hier eens werk van te<br />
maken? Wellicht kunnen ze een eerste aanzet vinden in het werk van Annelies Verheye,<br />
„Geschiedenis van de Jeugdbewegingen in <strong>Deinze</strong> 1918-1968‟, lic. verh. Univ. Gent, 2001,<br />
112 pp.<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !<br />
Foto 1
3984<br />
1. P. Huys, Foto‟s uit de oude doos…of: Deinse studenten op de Academie van Gent (1942-1944), in<br />
<strong>KGK</strong>-Contactblad, jg. 29-2, <strong>nr</strong>. 2223, pp. 3843-3847.<br />
2. Wie meer wil weten over deze merkwaardige Deinse figuur verwijzen we graag naar het artikel<br />
van Romain De Bouver, „Wereldoorlog II te <strong>Deinze</strong>. Herinneringen.Getuigenissen.Reconstructie‟,<br />
in <strong>KGK</strong>-jaarboek 74, 2007, pp. 291-484. Hierin : „Camille de Saint-Aubin was piloot bij de RAF‟,<br />
pp. 455-458.<br />
3. Florimond Brys, ° Temse, 3-04-1912, werd priester gewijd op 19-04-1936 en op 11-09-1936<br />
benoemd tot leraar aan het Sint-Henfrikscollege te <strong>Deinze</strong>. Sinds 15-12-1938 was hij ook<br />
zondagsonderpastoor in De Pinte. Op 19-08-1941 werd hij benoemd tot leraar aan de<br />
Bisschoppelijke Normaalschool te Sint-Niklaas. Vanaf 1943 functioneerde hij vooral als<br />
godsdienstleraar, opeenvolgend te Aalst aan de Rijksmiddelbare meisjesschool (2-09-1943),<br />
Koninklijk Atheneum te Aalst (13-08-1943), Koninklijk Atheneum te Sint-Niklaas (21-08-1946) en<br />
„Meisjesschool‟ te Sint-Niklaas (1-09-1950). Hij overleed te Sint-Niklaas op 21-12-1956.<br />
2284. Paul HUYS (<strong>nr</strong>. 549) Vonnissen tegen beklaagden uit <strong>Deinze</strong>, Petegem, Meigem<br />
en Zeveren (Archief van de Luitenant-Civil van de Indaginge, 1728-1767)<br />
In enkele vroegere artikels bundelden we de vonnissen van de Luitenant-Civil van de<br />
Indaginge te Gent 1 tegen beklaagden uit de Deinse dorpen Vinkt, Bachte en de beide<br />
Leernes, Astene, Gottem, Grammene en Wontergem 2 . Om de (Groot-)<strong>Deinze</strong>-reeks volledig<br />
te maken besluiten we nu met een overzicht van de vonnissen die we, voor de onderzochte<br />
periode 1728-1767, hebben aangetroffen in verband met inwoners uit <strong>Deinze</strong> en Petegem,<br />
uit Meigem en Zeveren. Het gaat in totaal om 25 vonnissen, resp. 2 voor <strong>Deinze</strong>, 9 voor<br />
Petegem, 8 voor Meigem en 6 voor Zeveren. We vermelden voor elk vonnis de beide<br />
partijen, genoemd eiser (E.) en verweerder (V.), gevolgd door het vonnis of de uitspraak (U.).<br />
De archiefvermelding bestaat uit het <strong>nr</strong>. van het register (327 of 328), gevolgd door de datum<br />
van de sententie.<br />
De uitgesproken geldstraffen zijn uitgedrukt in pond groten (£); zelden, meer bepaald na<br />
1750, ook wel eens in guldens/stuivers.<br />
Onderverdeling: 1 pond = 20 schellingen; 1 schelling = 12 groten; 1 groot = 12 denieren.<br />
Een voorbeeld: £ 23-17-8-4 = 23 pond 17 schellingen 8 groten 4 denieren.<br />
De uitgesproken boetes zijn bovendien te vermeerderen met de interesten (“a tempore<br />
mores”) op de verschuldigde bedragen (meestal ad 6,25%, genoemd “penning zestiene”),<br />
alsook met de gerechtskosten.<br />
We vermelden de 25 vonnissen in chronologische orde, ongeacht de woonplaats van de<br />
betrokkenen (fs. = zoon van; fa. = dochter van).<br />
1. Huijbrecht Florent, <strong>Deinze</strong> (327/04.11.1730)<br />
E.: Jonkvrouw de weduwe van Guillaume van Loo;<br />
V.: Hijbrecht Florent, te <strong>Deinze</strong> 3 ;<br />
U.: De V. moet aan E. betalen de som van £ 4-13-5 over rest van levering van divers<br />
“gleierwerk” + de interest op die som (“aan den penning 16”, d.i. 6,25%) + de kosten van het<br />
proces.<br />
2. Rebecca Joanne vander Loo (327/20.01.1731)<br />
E.: Sieur Judocus Sunaert, ontvanger van jonkvrouw Marie Clara vander Beken fa. jonkheer<br />
Charles;<br />
V.: Jonkvrouw Rebecca vander Loo fa. dhr. Guillaume, wed. van Ferdinandus vander<br />
Schueren, te Petegem bij <strong>Deinze</strong> 4 ;<br />
U.: V. moet aan E. betalen de som van 35 pond gr. over 2 jaar crois van een rente van £ 17-<br />
10-0 per jaar (verstreken 15.07.1730), volgens een rentebrief van notaris Jacques Guillaume<br />
tServrancx.<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3985<br />
3. Jacobus Bracke fs. Jooris, Meigem (327/19.01.1732)<br />
E.: Sieur Jacobus Goethals;<br />
V.: Jacobus Bracke fs. Jooris, te Meigem (vgl. casus 11: Jacobus Bracke, te Zeveren!, maar<br />
vermoedelijk toch dezelfde persoon);<br />
U.: V. moet aan E. betalen de som van 88 pond gr. over 2 jaar pacht van een hofstede met<br />
landen, bossen en meersen, groot ca. 28 bunders, gelegen in Meigem; de pacht (ad 44 pond<br />
per jaar) is verstreken op kerstdag 1731. V. moet ook bewijzen dat hij jaarlijks heeft “verlegd<br />
tot 600 gheleij stroot op de voors. hofstede”. Er is ook sprake van de pacht van een andere<br />
hofstede met land, door de V. gebruikt (achterstal: 5 pond gr. over 2 jaar pacht).<br />
4. Frans de Waele, Petegem (327/21.03.1733)<br />
E.: Jan Baptiste Tuytschaever, waard “int Lindeken” binnen Gent;<br />
V.: Frans de Waele, te Petegem bij <strong>Deinze</strong> 5 ;<br />
U.: V. moet aan E betalen de som van £ 0-19-10 “over verteirden ende geleende gelden bij<br />
den verweirder in ‟s eisers huijse gedaen”.<br />
5. Balthazar de Ruyck 6 fs. Joos, Petegem (327/28.04.1736)<br />
E.: Catharina Theresia Bannaert, begijn in het Groot Begijnhof (= van Sint-Elisabeth) in Gent;<br />
V.: Balthazar de Ruyck fs. Joos, te Petegem, “ghecontumaceerde”, d.i. weerspannige<br />
verweerder;<br />
U.: V. moet aan E. betalen:<br />
a. een som van 5 sch. 4 gr. over 2 jaar “aerm rente”, gaande uit twee partijen land, in het<br />
profijt van “de armen(dis) van Petegem”, genaamd “den Botterbulck” 7 , verstreken in 1733;<br />
b. een som van 10 sch. 4 gr. over 2 jaar kerkelijke rente, ook verstreken in 1733.<br />
6. Pieter de Cock, Petegem (327/28.04.1736)<br />
E.: Catharina Theresia Bannaert, begijn (cfr. 5, vonnis 5);<br />
V.: Pieter de Cock, schoenmaker te Petegem buiten <strong>Deinze</strong> 8 ;<br />
U.: V. moet aan E. betalen de som van £ 4-4-0 over 3 jaar pacht van een partij land (ad £ 1-<br />
8-0 per jaar).<br />
7. Emanuel de Keyser & Joannes de Noble (327/02.03.1737)<br />
E.: Gillis Joannes Rooman, ordinair raadsheer in de Raad van Vlaanderen (RvVl) te Gent, en<br />
voogd van de minderjarige kinderen, gewonnen bij vrouw Livine Therese de Vadder; medeeiseres<br />
is Joanne Catharine de Vadder;<br />
V.: Emanuel de Keyser fs. Joos & Joannes de Noble (in huwelijk met de weduwe van<br />
Jacobus Leytens), beiden te Zeveren;<br />
U.: V. zijn aan E. verschuldigd een som van 16 pond gr. over 4 jaar pacht van landerijen,<br />
gelegen te Zeveren.<br />
8. Joannes Kisbulck, Meigem (327/12.07.1738)<br />
E.: Mr. Joannes Crimmers;<br />
V.: Joannes Kisbulck, te Meigem;<br />
U.: V. moet aan E. betalen de som van 24 pond over 2 jaar huis- en landpacht, verstreken op<br />
kerstdag 1737, verhoogd met £ 7-3-10 over de prijsije, door hem verweerder aanvaard van<br />
de afgegane pachter Frans van Gansbeke.<br />
9. Adriaen Tant fs. Jan, Zeveren (327/22.11.1738)<br />
E.: Advocaat Mr. Louijs van Damme;<br />
V.: Adriaen Tant fs. Jan, te Zeveren (cfr. infra, vonnis 15);<br />
U.: V. moet aan E. betalen de sommen van:<br />
a. £ 16-8-6-6 over achterstallen van pacht, verstreken op kerstdag 1734, volgens de<br />
afrekening van 16 december (1734?);<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3986<br />
b. 24 pond gr. over nog eens 3 jaar pacht, verstreken op kerstdag 1737.<br />
10. Pieter Dereu, Meigem (327/11.04.1739)<br />
E.: De barones van Bellem, over de weeskinderen van vrouw douairière de prinses van<br />
Montmorency;<br />
V.: Pieter Dereu, in Meigem;<br />
U.: V. moet aan E. betalen £ 6-10-0 over redemptie (= afkoop) van het beste hoofd (een<br />
veulenpaard van anderhalf jaar).<br />
11. Jacobus Bracke fs. Jooris, Zeveren (327/01.05.1740)<br />
E.: Sieur Pieter van Damme;<br />
V.: Jacobus Bracke fs. Jooris (vgl. casus 3: Jacobus Bracke fs. Jooris, te Meigem, maar<br />
vermoedelijk toch dezelfde persoon);<br />
U.: V. moet aan E. betalen:<br />
a. de som van £ 8-10-0 over rest van 1 jaar pacht van een hofstede en landen;<br />
b. opleg en betaling van 44 pond gr. over 2 jaar pacht van idem;<br />
c. restitutie van £ 1-11-4-4 over de heerlijke renten uit de vermelde gronden, ten profijte van<br />
de baron van Nevele.<br />
12. Bonifacius Vervenne, Meigem (327/04.03.1741)<br />
E.: Vrouw douairière van wijlen mijnheer Ferd. Hypolite della Faille, in zijn leven hoogbaljuw<br />
van Gent;<br />
V.: Bonifacius Vervenne te Meigem;<br />
U.: V. moet aan E. betalen een som van £ 139-12-2 over achterstallen van pacht die was<br />
verstreken op kerstdag 1738.<br />
13. NN. van Wonterghem, wed. Pieter van Coppennolle (327/07.12.1742)<br />
E.: Jonkheer Guill(aum)e du Bois, dit Van den Bossche;<br />
V.: NN. van Wonterghem, weduwe van Pieter van Coppennolle, te Petegem-buiten bij<br />
<strong>Deinze</strong> 9 ;<br />
U.: V. moet aan E. betalen:<br />
a. £ 20-2-4 over rest van één jaar huis- en landpacht (ad 34 £ per jaar), verstreken op<br />
kerstdag 1739;<br />
b. 34 £ gr. over een volgend jaar, verstreken op kerstdag 1740;<br />
c. zij moet bovendien aan E. drie zakken beste haver leveren (Gentse maat) over het jaar<br />
1740, volgens contract met wijlen haar man Pieter van Coppennolle.<br />
14. Godefroit Billiet, Petegem (327/15.06.1743)<br />
E.: Sieur Guillaume van den Bossche (cfr. supra, vonnis 13);<br />
V.: Godefroit Billiet, te Petegem bij <strong>Deinze</strong> 10 ;<br />
U.: V. moet 3 pond gr. betalen over 2 jaar landpacht, verstreken op kerstdag 1742.<br />
15. Adriaen Tant, Zeveren (327/27.07.1743)<br />
E.: Heer Gillis Joan(nes) Rooman, ordinaire raad in de Raad van Vlaanderen (cfr. supra,<br />
vonnis 7), mét Joanne de Vadder, hoirs van wijlen de procureur Lieven de Vadder;<br />
V.: Adriaen Tant, te Zeveren “bij de Spaensche Cauwe” (cfr. supra, vonnis 9);<br />
U.: V. moet aan E. betalen:<br />
a. de som van £ 8-10-0 over 3 jaar pacht van diverse partijen zaailand, gelegen in Zeveren<br />
“ontrent de Spaensche Cauwe” 11 ;<br />
b. de som van £ 6-13-4 over 2 verdere jaren pacht van idem (ad 20 guldens per jaar);<br />
c. de onlosselijke lasten en de impost van prijsije op de voormelde stukken land.<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3987<br />
16. Alexander de Meijer, Meigem (328/25.11.1747)<br />
E.: Frans baron de Brune, heer van Willecom (causa uxoris);<br />
V.: Alexander de Meijer, te Meigem;<br />
U.: V. moet aan E. betalen over 7 jaren pacht van een hofstede en land, gestaan en gelegen<br />
te Meigem; de pacht, ten advenante van £ 7-10-0 per jaar, is verstreken op kerstdag 1746;<br />
en V. moet ook afstand doen van hofstede en land met kerstdag 1747.<br />
17. Joannes de Paepe, Meigem (328/20.12.1748)<br />
E.: Jonkheer Alexander della Faille;<br />
V.: Joannes de Paepe, te Meigem;<br />
U.: V. moet aan E. betalen de som van £ 55-11-3-6 over landpacht (ad 15 pond gr. per jaar).<br />
18. Joos Keirsbulck, <strong>Deinze</strong>-Kouter (328/16.10.1751)<br />
E.: Sieur Jan van Grimberge, als ontvanger van jonkheer Emanuel Ignace Dhane, heer van<br />
Nieuwlande;<br />
V.: Joos Keirsbulck, wonende op <strong>Deinze</strong>-Kouter 12 ;<br />
U.: V. moet aan E. betalen de som van 10 guldens over 2 jaar pacht van 2 bunders land,<br />
verstreken op 31.12.1746 (ingevolge contract van 14.12.1736).<br />
19. Gillis de Cleene, Petegem (328/26.10.1754)<br />
E.: Sieur Pieter Ludovicus van Dudecom, meester-pottenbakker in Gent;<br />
V.: Gillis de Cleene, te Petegem 13 ;<br />
U.: V. moet 17 guldens 6 stuivers wisselgeld betalen over levering van aardewerk.<br />
20. Pieter Billiet fs. Carel, Zeveren (328/15.03.1755)<br />
E.: Jonkvrouw de weduwe van Alouisius Josephus de Lampreel;<br />
V.: Pieter Billiet fs. Carel, te Zeveren;<br />
U.: V. moet afstand doen van het pachthof met de meegaande landen, bossen en weiden,<br />
gelegen in Zeveren en Vinkt (ingevolge de opzeg dd° 29.07.1754, door V. ondertekend).<br />
21. Jacques Marre, Zeveren (328/02.10.1756)<br />
E.: Sieur Jan Baptist van de Woestijne, heer van Bost etc., als voogd der weeskinderen van<br />
jonkheer Philippe Maelcamp;<br />
V.: Jacques Marre, in Zeveren:<br />
U.: V. moet aan E. betalen een som van £ 1-6-0 over slot van rekening, overeengekomen<br />
met jonkheer Jacobus Maelcamp als “executeur testamentair” over het sterfhuis van de<br />
voornoemde Philippe Maelcamp op 04.12.1752; hij is ook verschuldigd een som van 24 pond<br />
gr. courant over 2 jaren (1753 en 1754) landpacht van 9 bunders land, alsook een som van<br />
18 pond gr. courant over nog één jaar landpacht, verstreken op kerstdag 1755.<br />
22. Anthone Therie, Petegem (328/24.12.1757)<br />
E.: Sieur Carolus Benthuys, geautoriseerd over de generale hoirs ten sterfhuize van<br />
jonkvrouw Livine Benthuys;<br />
V.: Anthone Therie, wonend te Petegem bij <strong>Deinze</strong> 14 ;<br />
U.: V. moet aan E. betalen een som van £ 28-15-7 “sterck wisselgeld”, over levering van<br />
ijzer.<br />
23. Joannes Malfait, Petegem (328/21.07.1759)<br />
V.: Sieur Joannes Malfait, te Petegem-Buiten 15 ;<br />
U.: V. is een som schuldig van 32 pond gr. over 8 jaar crois van een rente van 4 pond gr.<br />
(originele rentebrief gepasseerd voor notaris Jan Bapt. Moerman dd° 27.04.1751); hij moet<br />
ook een som van £ 65-18-0 betalen “par reste” over levering van mout.<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3988<br />
24. Frans van(den) Hove, Meigem (328/04.07.1761)<br />
E.: Z. Exc. de markies van Lede (over zijn ontvanger, dheer Albert Frans de Laette);<br />
V.: Frans van(den) Hove, te Meigem;<br />
U.: V. moet ter griffie een som van 248 guldens 6 stuivers 3 deniers “nampteren” (= in<br />
borgstelling geven); voorwerp van deze zaak is niet vermeld.<br />
25. Frans van Hove, Meigem (328/27.03.1762)<br />
E.: Frans van Hove, te Meigem (= idem als in het vorige vonnis), eiser bij rekwest van<br />
17.07.1761;<br />
V.: J.A. t‟Servranckx c.s. (voor de markies van Lerde);<br />
U.: De partijen worden opgeroepen “om veraccordeert ende vereenigt” te worden (= beide<br />
processen bijeengevoegd) op vrijdag e.k.<br />
Namenlijst<br />
Bannaert 5, 6; Benthuys 22; Billiet 14, 20; Bracke 3, 11;<br />
Crimmers 8;<br />
De Brune 16; De Cleene 19; De Cock 6; De Keyser 7; De Keystere 11; Della Faille 12, 17;<br />
De Laette 24; De Lampreel 20; De Meijer 16; De Noble 7; De Paepe 17; Dereu 10; De Ruyck<br />
5; De Vadder 7, 15; De Waele 4; Dhane 18; Du Bois (dit Vanden Bossche) 13;<br />
Florent 1;<br />
Goethals 3;<br />
Keirsbulck/Kisbulck 8, 18;<br />
Leytens 7;<br />
Maelcamp 21; Malfait 23; Marre 21; Moerman 23;<br />
Rooman 7, 15;<br />
Sunaert 2;<br />
Tant 9, 15; Therie 22; tServranc(k)x 2, 25; Tuytschaever 4;<br />
Van Coppennolle 13; Van Damme 9, 11; Van den Bossche 13, 14 (zie ook onder: Du Bois);<br />
Van(den) Hove 24, 25; Vander Beken 2; Vander Schueren 2; Vande Woestijne 21; Van<br />
Dudecom 19; Van Gansbeke 8; Van Grimberge 18; Van Hecke 9; Van Loo 1; Van<br />
Wonterghem 13; Vervenne 12.<br />
1. Rijksarchief Gent, Archief Indaginge, <strong>nr</strong>s. 327 (Vonnissen Luitenant-Civil, 1728-1746) en 328<br />
(Vonnissen 1747-1767).<br />
2. Zie K.G.K.-Contactblad, <strong>nr</strong>s. 2009/4 en 2010/ 1 & 2.<br />
3. Hubertus Florent is vermoedelijk ca. 1675/80 geboren; hij huwde te Petegem-Sint-Martinus op 23<br />
april 1701 met Maria Anna van de Poele en overleed in Petegem op 15 december 1748.<br />
4. Rebecca Joanna van Loo was op 29 oktober 1725 in Petegem-Sint-Martinus gehuwd met<br />
Ferdinandus Vanderschuere; in 1731 was zij blijkbaar al weduwe.<br />
5. Franciscus de Waele was gehuwd met Catharina Caubeke (x Petegem-Sint-Martinus, 18 maart<br />
1727).<br />
6. Balthazar de Ruyck fs. Judocus (° ca. 1704) was tweemaal gehuwd. Eerst met Francisca de<br />
Smedt († Petegem-Sint-Martinus, 25 november 1736), met wie hij drie kinderen had en die stierf<br />
in het kraambed van haar derde kind (° 1732, 1734 en 21.11.1736) en daarna met Petronella<br />
Tant, met wie hij nog eens twee kinderen had (° 1737 en 1740). Hijzelf overleed in Petegem op 30<br />
juni 1742, amper 38 jaar oud.<br />
7. Over de Boterbulck zie: L. Goeminne & T. Vanhee, Toponymie van Petegem-aan-de-Leie<br />
(<strong>Deinze</strong>, K.G.K., 2000), blz. 91, <strong>nr</strong>. 81 (het toponiem is archivalisch geattesteerd tussen 1627 en<br />
1792; gesitueerd in de Rodestraete, naast de meulenplas, in de nabijheid van de windmolen Ten<br />
Rode).<br />
8. In het overlijdensregister van Petegem-Sint-Martinus vonden we tweemaal ene Petrus de Cock,<br />
de ene † op 17 december 1741 (28 jaar oud, dus ° ca. 1713), de andere † op 31 mei 1751 (53 jaar<br />
oud, dus ° ca. 1698); beiden komen in aanmerking voor de in deze casus uit 1736 vermelde<br />
Pieter de Cock.<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3989<br />
9. In het huwelijksregister van Petegem-Sint-Martinus vinden we op datum van 1 februari 1715<br />
alleen het huwelijk van ene Petrus van Coppernolle met Judoca Putman, maar een huwelijk Van<br />
Coppe(r)nolle x Van Wonterghem hebben we niet aangetroffen.<br />
10. Ene Godefridus Billiet (° ca. 1695) overleed in Petegem-Sint-Martinus op 8 januari 1744, 49 jaar<br />
oud. Vermoedelijk zijn gelijknamige zoon, Godefridus Bielliet (sic), huwde - ook aldaar - op 4 juni<br />
1748 met Maria Catharina de Smet.<br />
11. Over de herberg “De Spaensche Cauwe” te Zeveren zie onze bijdrage in K.O.K.-Jaarboek 1992,<br />
blz. 329-344.<br />
12. Judocus Keersbilck huwde te <strong>Deinze</strong>-O.-L.-Vrouw op 15 november 1733 met Maria Livina de<br />
Smet, met wie hij acht kinderen had (° tussen 1734 en 1747); zij overleed op 26 januari 1765.<br />
13. 13.Ene Egidius (= Gillis) de Cleene huwde te Petegem-Sint-Martinus op 22 november 1746 met<br />
Maria Anna de Steur. Vermoedelijk zijn gelijknamige zoon (of misschien wel hijzelf, als<br />
weduwnaar ?) huwde, ook aldaar, op 15 juni 1773 met Isabella Vermeulen.<br />
14. Anthonius Therij (sic) huwde te Petegem-Sint-Martinus op 14 februari 1743 met Josepha van den<br />
Bogaerde, met wie hij vier kinderen kreeg (° 1747, 1749, 1752 en 1754).<br />
15. In de Petegemse dooprregisters vonden we ene Joannes Malfait, gehuwd met Petronilla van<br />
Wonterghem, als ouders van een zoon Livinus (° 1744) en van een zoon Philippus Ferdinandus (°<br />
1749). Ruim een generatie later liet een huwelijkspaar Joannes Malfait x Maria Anna<br />
Vandercruysse n in Petegem-Sint-Martinus tussen 1777 en 1781 enkele kinderen dopen.<br />
2285. Willy JONCKHEERE : Geplukt uit de kinderopstellen van de lagere school<br />
Ze hebben daar een grote hond. Als er iemand vanvoor belt, begint hij vanachter te blaffen.<br />
We hadden veel werk, want er waren boterkoeken voor 300 mensen die allemaal<br />
opengesneden en gesmeerd moesten worden.<br />
Velen gaan naar de winkel om een groot stuk vlees zoals mijn moeder.<br />
We mochten spelen met oude kleren van mijn grootouders die netjes gewassen en<br />
gestreken in hun kist liggen.<br />
We mochten een karretje maken met de overschotjes van grootvader.<br />
Hoe noemt men de plaats waar beenderen samenkomen? (gewricht) - De beenderen komen<br />
samen op het kerkhof.<br />
De beroemdste schilder uit die tijd was Pieter Breughel Rubens.<br />
Vader is een echte mopperaar. Hij kent altijd de laatste moppen.<br />
Gelukkig dat onze stofzuiger nogal langdradig is.<br />
Omdat het zo'n mooi weer was, mochten we nog enkele minuutjes overspel doen.<br />
Spaghetti smaakt naar macaroni, maar een beetje langer.<br />
Ik denk dat ik al lang dood zal zijn tegen dat ik tachtig jaar ben.<br />
Als grootvader nog leefde, zou hij zich doodgelachen hebben.<br />
Zus heeft pilletjes gekregen voor de afgang van de dokter.<br />
Ik ging mijn neef bezoeken die ziek was om hem geluk te wensen.<br />
We gaven haar een klein pakje met een grote theepot erin.<br />
Mijn zus was verkleed als verpleegster. Dat was gemakkelijk, want ze is verpleegster.<br />
"En nu, beste vrienden, gieten we het glas uit op onze dierbare jubilarissen."<br />
We speelden een leuk spelletje en wie won was dan de winnaar.<br />
Ik vind dat het gymnastiekuurtje het rapst voorbijgaat. Dat komt misschien omdat het maar<br />
een half uurtje is.<br />
Ik zette er mijn naam op, zodat iedereen kan zien van wie ze is. Ze is namelijk van mij.<br />
We mogen de speelplaats niet verlaten, want we zouden onder een auto kunnen lopen en<br />
verongelukken…en daarvoor moeten we toelating hebben.<br />
Hij vond de WC niet en gebruikte toen maar zijn zaklamp.<br />
Er waren veel Engelsen aan de kust, vooral Duitsers.<br />
Op een mooie dag in de vakantie toen het eens slecht weer was ...<br />
De vissen namen vlug de benen, toen ze de vissers hoorden aankomen<br />
... waar niks meer overgebleven is van al wat er te zien is.<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3990<br />
We zagen in de dierentuin apen, olifanten, giraffen en ook twee zustertjes waar ik<br />
nog bijgezeten heb in de kleuterschool.<br />
Het was een goede chauffeur. Met zijn ene hand stuurde hij, en met zijn andere zong<br />
hij liedjes.<br />
Tegen de avond kwamen we aan onze laatste rustplaats.<br />
Door de grote droogte zagen we overal lege plassen staan.<br />
Eerst vulden we onze buik en toen onze emmertjes met zand.<br />
"We zullen hem de kop inslaan", siste de bandiet, "of als dat niet helpt, een andere<br />
remedie."<br />
.... en opeens begon mijn hart te kloppen ...<br />
Ze schoten hem dood, juist toen hij een nieuw leven wilde beginnen.<br />
"Schiet eerst het licht uit", snauwde de boef, "dan zullen we zien!"<br />
"Ik herinner het mij niet meer zo precies, maar in elk geval: het was onvergetelijk."<br />
De vissen steken de handen uit de mouwen om eitjes te leggen.<br />
De vogels leggen eitjes en na enkele dagen beginnen ze al rond te fladderen.<br />
Het wordt stilaan warmer, ik voel dat aan de kleren die ik uitgelaten heb.<br />
Mijn vriend houdt parkieten, kippen, Spaanse ratten, vier zussen en een motorboot.<br />
Ik lees het liefst sprookjes die echt gebeurd zijn.<br />
Sommige mannen gaan naar het café om hun gestorven vrouw te verdrinken.<br />
Ik denk later ook te trouwen met een vrouw die veel houdt van beesten zoals ik.<br />
Vader speelt het liefst met moeder, maar hij verliest dan altijd.<br />
(Raket = vuurpijl) Een deel van de raket vliegt naar de maan, en de rest is dan natuurlijk<br />
naar de maan.<br />
2286. Paul HUYS (<strong>nr</strong>. 550) Lezen in woordenboeken… (VI)<br />
In dit (en een volgend) artikel hebben we het over spreuken en gezegden in verband met<br />
fruit en groenten. Wat het boomfruit betreft blijkt vooral de appel een behoorlijk aantal<br />
gezegden en spreuken op te leveren, alvast een heel stuk méér dan b.v. de peer, de pruim<br />
of de kers. Wat de groenten betreft, levert vooral de boon een vruchtbare beeldspraak op, en<br />
de wortel in mindere mate. Hier komt nu eerst het fruit aan de beurt.<br />
APPEL<br />
In ons gezegde Een appeltje voor de dorst bewaren wordt de appel in vreemde talen soms<br />
door een andere vrucht vervangen, b.v. in het Frans “Garder une poire pour la soif” of<br />
verdwijnt de beeldspraak, zoals in het Engels “Keep something for a rainy day” of het Duits<br />
“Sich einen Notgroschen zurücklegen”. Het Italiaans kent “Mettere un gruzzolo (=<br />
geldsommetje) da parte per i casi di bisogno” (= voor de noodgevallen) en het Spaans<br />
“Guardarse algo (= iets) para cuando haga falta” (= voor als er gebrek is). Het Deens kent<br />
een paar varianten: “Lægge noget til side til dårligere tider” (= iets ter zijde leggen voor<br />
slechtere tijden) en “Have noget på kistebunden” (= iets hebben voor de bodem van de kist).<br />
Door een zure appel (heen) bijten wordt in het Duits “In den sauren Apfel beißen”, zoals<br />
eveneens in het Deens “Bide i det sure æble”, maar de appel is er niet in de andere talen:<br />
“C‟est un mauvais moment à passer” of “Avaler la pillule”, “Grin and bear it”, “Dover ingiottire<br />
una pillola amara” (= een bittere pil moeten inslikken) (It.) of, in het Spaans, een keuze uit<br />
“Tragarse la pildora”, “Pasar el mal trago” (= slok) of “Haver de tripas (= darmen) corazón” (=<br />
hart), zoiets als van de nood een deugd maken.<br />
Voor een appel en een ei (ver)kopen krijgt wel een analoog equivalent in “Für einen Apfel<br />
und ein Ei (ver)kaufen”, maar andere talen hebben dan weer iets als “Sell something for a<br />
song”, of “Acheter qc. pour une bouchée de pain” en “Por un pedazo de pan” (Sp.), of,<br />
beeldrijker, “Dare via qualcosa per una pipa di tabacco” (It.). Het Deens volgt dan weer het<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3991<br />
Frans en het Spaans met “Sælge eller kǿbe for en slik” (= verkopen of kopen voor een<br />
boterham).<br />
De appel valt niet ver van de boom (Zo de stronk, zo het jonk) wordt analoog “Der Apfel<br />
fällt nicht weit vom Stamm”, “The apple never falls far from the three” en, in het Deens dan,<br />
“Ǽblet falder ikke langt fra stammen”. Maar niet zo in het Frans en het Spaans met resp. “Tel<br />
père, tel fils” en “Tales padres, tales hijos”, met als Spaanse varianten daarnaast ook nog<br />
“De tal palo (= stok), tal astilla” (= spaander) en “El hijo del gato mata al rato” (= de zoon van<br />
de kat doodt de rat).<br />
Eén rotte appel in de mand maakt alle andere appels rot wordt woordgetrouw “Ein fauler<br />
Apfel steckt alle anderen an”, “The rotten apple injures its neighbour” en “La manzana<br />
podrida pierde a su compañia” (Sp.), maar het Frans heeft hiervoor “Il ne faut qu‟une brebis<br />
galeuse (= schurftig schaap) pour gâter tout un troupeau”, waarvoor ook het Engels dezelfde<br />
beeldspraak aanwendt met “One scabby sheep infects/spoils the whole flock” en het Spaans<br />
met “Oveja (= schaap) infestada infesta a la manada” (= kudde). Het Deens heeft dan weer<br />
iets anders: “Et råddent æg fordærver hele kagen” (= één rot ei bederft de hele koek).<br />
En een beetje apart staan een paar Duitse appelspreuken (met de betekenis van “schijn<br />
bedriegt”): “Schöne Äpfel sind auch sauer” of “Im schönsten Apfel sitzt oft der Wurm”.<br />
Het gezegde Een appeltje te schillen hebben met iemand heeft geen letterlijk equivalent<br />
in o.m. het Engels en Duits: “To have a bone to pick with somebody”, resp. “Ein Hühnchen<br />
zu rüpfen haben mit jemandem”, waaraan ook het Deens beantwoordt met “Jeg har en hǿne<br />
at plukke med ham” (= ik heb een hen te plukken met hem). Daarnaast staan dan de<br />
Romaanse talen met resp. “Avoir un compte à régler avec quelqu‟un”, “Aver dei conti da<br />
regolare con qc.” (It.) en “Tener que arreglar cuenta con un persona” (Sp.) : het gaat hier<br />
telkens om het “vereffenen van een rekening”.<br />
Iemand als zijn oogappel liefhebben ten slotte is in allerlei talen hetzelfde: “Il tient à elle<br />
comme à la prunelle de ses yeux”, “She is the apple of his eye”, “Sie ist sein Augapfel”, “Es<br />
(como) las niñas de mis ojos” (Sp. – letterlijk: als de meisjes van mijn ogen) en in het<br />
Italiaans “È il mio occhio destro” (= is mijn rechteroog).<br />
PEER<br />
Het Engels heeft de mooiste variante voor ons gezegde Met de gebakken peren zitten , nl.<br />
“To be left holding the baby” (oorspronkelijk gezegd over een in de steek gelaten meisje,<br />
opgezadeld met een ongewenste zwangerschap!) of “To be left in the car”, terwijl de<br />
Fransman zegt “Nous étions dans de beaux draps” (= in propere lakens). De Duitser moet<br />
het doen met een omschrijving als “In der Klemme (in der Patsche) sitzen” of “Da hat er die<br />
Bescherung” (= presentje, portie). En de Italiaan zegt beeldrijk: “Retrovarsi nei paticci” (zich<br />
terugvinden in de pasteien, figuurlijk voor: warboel, knoei), of ook nog “Avere una bella gatta<br />
da pelare” (= een mooie kat te ontharen hebben). Het Spaans heeft hiervoor: “Estar metido<br />
en un buen lìo” (= heel ruim in een stel kleren zitten).<br />
Onze zegswijze Als de peer rijp is, valt ze (d.w.z. alles gebeurt op de gepaste tijd) wordt in<br />
het Frans “Le temps est mûr (= rijp) pour cette affaire”, het Duits “Alles zu seiner Zeit” en het<br />
Engels “There is a time for everything”. Dit alles toch niet zo beeldend als bij ons.<br />
Voor ons gezegde Iemand een peer stoven hebben andere talen helemaal geen peer<br />
nodig: “Jemandem eins auswischen” (= uitvegen), “Jouer un sale tour à quelqu‟un” of “To<br />
play a person a nasty trick”. Het Italiaans heeft daarvoor: “Fare le scarpe” (scarpa = schoen –<br />
cfr. iemand de schoenmaat nemen) en het Spaans “Timar/dar al timo a una persona” of ook<br />
“Dejar (= achterlaten) mal parada (= voorbereid, paraat) a una persona”. En in het Deens<br />
klinkt dat als “Gǿre én en bjǿrnetjeneste” (= iemand een berendienst, d.i. een heel slechte<br />
dienst bewijzen). Een gelijkwaardige variante is voorts nog: Iemand een kool stoven,<br />
waarvoor de Italiaan ook zegt: “Fare un brutto tiro (= een lelijke streek) a qd.”, met als Duitse<br />
varianten “Einem einen Schabernack (of ook: einen Possen) spielen”, of nog “Einem etwas<br />
am Zeug flicken” (= aan z‟n been lappen), en in het Spaans “Dar un chasco (= bedriegerij) a<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3992<br />
una persona”. (Zie ook, in een later te publiceren artikel, over de groenten, onder het lemma<br />
KOOL.)<br />
DRUIF<br />
Aan ons gezegde De druiven zijn te zuur beantwoordt het Engelse “The grapes are sour”,<br />
of “To cry sour grapes”, of in een langere versie “Sour grapes, said the fox, when he could<br />
not reach them”, en het Duitse “Die Trauben hängen ihm zu hoch”. Maar het Franse “Manger<br />
les raisins et laisser les pépins” (= pitten) heeft dan weer een heel andere betekenis, nl. van<br />
iets de lusten willen, maar niet de lasten.<br />
Ons gezegde Druiven van distelen lezen wordt in het Engels letterlijk “Gather grapes from<br />
thorn”. Het Duits kiest voor een negatieve formulering: “Von Dornen kann man keine<br />
Trauben lesen”, alsook “Auf Dornen wachsen keine Trauben”. De andere talen kennen<br />
blijkbaar dit gezegde niet.<br />
PRUIM<br />
Ons gezegde De rijpste pruimen zijn geschud betekent: het beste is er al van weg, er valt<br />
niet veel meer te halen, of ook (inzake leeftijd) de beste jaren zijn al voorbij. Analoge<br />
beeldspraak is echter in onze buurtalen niet aan te treffen, evenmin trouwens als voor het<br />
gezegde Met iets in de pruimen zitten (= in verlegenheid zijn, in de rats zitten), waarvoor<br />
het Frans zegt “être embarrassé”, het Italiaans “in imbarazzo”.Het Engels kent daarvoor<br />
eigen uitdrukkingen zoals “Be in a blue funk” (= angst), “Be in a stew”, “Have cold feet”,<br />
“Have the wind up” e.a.m., en het Duits “Im Pfeffer sitzen”, “In der Soße (of ook: in der<br />
Brühe, im Wurstkessel, in der Schmiere, in der Tinte) sitzen”. Het Spaans heeft hiervoor<br />
“Verse in apuros” (= zichzelf in nood zien) en het Italiaans “Essere nei guai” (= in de puree<br />
zitten).<br />
KERS<br />
De bekendste Nederlandse spreuk met kers is wel Met hoge heren is kwaad kersen eten<br />
(want zij gooien met de stenen), waaraan woordelijk beantwoordt “Mit großen Herren ist<br />
nicht gut Kirschen essen” of in het Deens “Man skal ikke spise kirsebær med de store”. Maar<br />
het Spaans en het Frans prefereren hiervoor een andere vrucht dan de kers, nl. de PEER:<br />
“En burlas ni en veras (= half schertsend, half serieus), con tu señor (of: con tu amo) no<br />
partas peras”, resp. “Qui avec son seigneur mange poires, il ne choisit pas les meilleures”.<br />
Het Engels kent enkele afwijkende varianten: “He needs a long spoon (= lepel) who sups<br />
with the devil”, naast “Kings have long arms” en “The weakest goes to the wall”.<br />
Zoveel geven als een boer om een kers betekent: er niets om geven, waarvoor de<br />
Fransman heel kleurloos zegt: “N‟attacher aucune valeur à…”, de Engelsman “Care little<br />
for…” en de Duitser “Nicht viel darauf geben”. En voor de Italiaan, resp. de Spanjaard<br />
volstaat “No tenere a” (= hechten aan), resp. “Hacer poco caso de”: geen verduidelijkende<br />
beeldpsraak dus, zoals wel bij ons het geval is. Talen hebben zo elk hun eigenheden.<br />
MUSEUMKRONIEK<br />
Dubbeltentoonstelling van 26 juni tot 5 september 2010 in het<br />
Museum van <strong>Deinze</strong> en de Leiestreek<br />
Yves Beaumont “Landscapes. An anthology 2000-2010”<br />
Beaumont (° Oostende 1970) vertrekt in zijn tekeningen en schilderijen steeds vanuit de realiteit van<br />
het landschap en de referentie ernaar verdwijnt ook nooit helemaal uit zijn werk. De kunstenaar<br />
schuwt daarmee het eerder klassieke ge<strong>nr</strong>e allerminst en - zoals ook Mondriaan en Spilliaert het<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !
3993<br />
landschap als een schilderkunstig gegeven benaderden - zoekt hij<br />
naar eigen zeggen naar “de beeldende vertaling van het<br />
landschappelijk element”. Door een opeenvolging van onderzoeken,<br />
aftasten, schilderen, uitlichten, wegschilderen, toevoegen en accenten<br />
leggen, slaagt hij erin om het landschap te transformeren, tot hij een<br />
fragiel evenwicht bereikt tussen de zintuiglijke waarneembare realiteit<br />
en de eigen „afbeelding‟ ervan. De creatie is voor Beaumont dan ook<br />
minstens even belangrijk als het resultaat zelf.<br />
“Het schilderen is echter in zijn gehele creativiteitsproces een<br />
zodanig intense aangelegenheid dat het herhaaldelijk - in een soort<br />
slingerbeweging - de bovenhand heeft en de figuratieve en eerder<br />
concrete elementen van de herinnering in hoge mate assimileert, overspoelt, met picturaliteit bedekt<br />
en alle concrete referenties overstijgt." H. Brutin<br />
Yves Beaumont kreeg zijn opleiding aan de Academie te Gent o.l.v. Karel Dierickx en Jean Bilquin<br />
(1989-1993). Zijn werk werd vrij snel opgemerkt door galeries voor hedendaagse kunst. Reeds in<br />
1995 kreeg hij een solotentoonstelling in het Museum voor Schone Kunsten te Oostende en daarna<br />
volgden verschillende exposities in binnen- en buitenland.<br />
De tentoonstelling in het Museum van <strong>Deinze</strong> en de Leiestreek biedt een overzicht van de<br />
landschappen die Yves Beaumont al meer dan 10 jaar onvermoeibaar produceert.<br />
Naar aanleiding van deze tentoonstelling wordt een kleine gelegenheidscatalogus uitgegeven.<br />
Kathleen Huys “Schilderijen 2007-2010”<br />
Kathleen Huys (° Gent 1965) studeerde monumentale schilderkunst aan de<br />
Hogeschool Sint-Lucas te Gent en volgde les in het atelier van Juul Claeys<br />
aan de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten te <strong>Deinze</strong>. Ze woont en<br />
werkt in het landelijke Meigem-<strong>Deinze</strong>. In 2008 bracht haar inzending voor<br />
de Canvascollectie de jury zodanig in vervoering dat ze als tweede laureaat<br />
van de wedstrijd werd uitgeroepen.<br />
De doeken van Kathleen Huys - vaak op klein formaat - dwingen ons tot<br />
concentratie en reflectie. Delen die bij een eerste oogopslag nog als<br />
abstract worden ervaren, blijken al snel een volgende figuratieve laag te<br />
bevatten, die we nodig hebben om het werk verder te kunnen lezen.<br />
Ogenschijnlijk wazig of onafgewerkt, zijn de<br />
schilderijen eerder subtiel transparant en laat<br />
de kunstenaar ons net die lagen zien die zij<br />
interessant vindt. De relatie tussen mens en dier, natuur, kracht, macht<br />
en vrijheid zijn terugkerende thema‟s in haar werken. Haar inspiratie<br />
haalt ze vaak uit eigen en gevonden fotomateriaal. Gezichten zijn als<br />
het ware onherkenbaar gemaakt en zonder identiteit, doch zeggen<br />
uiteindelijk zoveel. Ter gelegenheid van deze expositie wordt ook een<br />
reeks van portretten getoond die de toeschouwer zelfs aanstaren en<br />
confronteren. Verder in deze intieme tentoonstelling een selectie van<br />
werken waarmee Kathleen Huys een tip van de sluier oplicht.<br />
Naar aanleiding van deze tentoonstelling wordt een kleine<br />
gelegenheidscatalogus uitgegeven.<br />
PRAKTISCHE INFORMATIE:<br />
Van 26 juni tot 5 september 2010<br />
Museum van <strong>Deinze</strong> en de Leiestreek<br />
Lucien Matthyslaan 3-5, 9800 <strong>Deinze</strong><br />
Tel: 09/381.96.70 - Fax: 09/381.96.79<br />
Website : www.museumdeinze.be<br />
E-mail: museum@deinze.be<br />
Openingsuren:<br />
weekdagen van 14.00 u tot 17.30 u<br />
zaterdag, zon- & feestdagen van 10 tot 12 u en<br />
van 14 tot 17 u<br />
maandag gesloten.<br />
Groepen met gids kunnen na afspraak ook in de voormiddag de tentoonstelling bezoeken<br />
Wij danken u voor uw lidmaatschap en steun !<br />
Lidmaatschap 2010 nog niet in orde?<br />
Dan riskeer je het volgende Contactblad niet te ontvangen !