11 FMEC1_1 dOO Code Mechanica 1_1 FMEC1_1 Algemene visie Naast het inhoudelijke aspect stelt dit opleidingsonderdeel zich tot doel het exact en kritisch wetenschappelijk denken aan te scherpen bij de studenten. Bovendien biedt dit opleidingsonderdeel de gelegenheid bij uitstek om probleemoplossend te leren denken. De combinatie van inzicht in de theorie en beheersing van wiskundige en wetenschappelijke oplossingsmethoden is hierbij essentieel. Begincompetenties Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid Relatie met onderzoek Relatie met werkveld Dit opleidingsonderdeel veronderstelt een elementaire kennis van functies, afgeleiden en integralen. Steunt op: zie begincompetenties Is basis voor: Mechanica 2 en Fysica 1 In dit opleidingsonderdeel wordt er gewerkt aan twee belangrijke onderzoekscompetenties: het formuleren van een probleemstelling en het vermogen tot kritische reflectie De meeste machines, voertuigen en gereedschappen die we gebruiken zijn ontworpen door ingenieurs. De bewegingen van deze machines of de onderdelen ervan worden beschreven door de basiswetten van de mechanica. Inzicht in de mechanica is daardoor belangrijk voor elke ingenieur. Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands - Aanvullende leermateriaal: Giancoli, D.C. (2008). Natuurkunde deel I: mechanica en thermodynamica. Pearson Education Serway, R. Jewett, J.W. (2004) Physics for scientists and engineers with modern physics; Belmont: Brooks/Cole-Thomson. - Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling: Enkel tijdens het examen van de oefeningen mogen de studenten een grafisch rekenmachine gebruiken. 65
12 FMEC1_2 dOO Code Mechanica 1_2 FMEC1_2 Coördinator Maarten De Munck (DmuMa) Lesgever(s) Lisette Vandael (VaLi), Pascal Vannitsen (VnnPa), Els Wieërs (WiEl), Dirk Willem (WiDi) Opleidingsfase 1ABA ECTS-punten 4 Tot.: 112u KO: 9u BKV: O 18u + L 10u ZS: 75u Niveau Inleidend Competenties Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids) Beoordelingscriteria Codes verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids) De student beschikt 1. over een ruime veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5 2. over praktische vaardigheden 2.1, 2.2, 2.3 3. over communicatievaardigheden 3.1, 3.2 4. over algemene beroepsattitudes 4.1, 4.2, 4.3, 4.5, 4.6, 4.7, 4.12 6. over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.1, 6.7 De student moet tijdens het schriftelijk examen over de oefeningen zelfstandig de opgave van theoretische oefening vertalen naar een ‘gegeven-gevraagde-formules’-structuur. Hij of zij moet op een creatieve manier tot een oplossing komen door het opbouwen van wetenschappelijke redeneringen, het toepassen van mechanische wetten en wiskundige technieken. Hij of zij moet de regels van het afronden van resultaten kunnen toepassen en de resultaten bekritiseren. WC1, AC1, AC6, AWC1, AWC4, BC8, 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 2.3, 3.1, 4.2, 4.3, 4.5, 6.1, 6.7 De student moet tijdens de permanente evaluatie tonen dat hij de theoretische achtergrond van het labo via zelfstudie heeft voorbereid. Hij of zij moet in teamverband, op veilige en nauwkeurige wijze een labo-opdracht (met behulp van meetsoftware) kunnen uitvoeren en hierbij de onzekerheden op de resultaten correct kunnen inschatten. Bovendien moet hij of zij statistische technieken kunnen toepassen op meetresultaten en de resultaten van de experimenten kunnen toetsen aan de literatuur en de werkelijkheid. Hij of zij moet een correct en volledig laboverslag kunnen schrijven: volledige beschrijving van de theoretische achtergrond, de proefopstelling, de meetresultaten, de verwerking en de interpretatie van de meetresultaten en de conclusies van het labo. WC1, AC1, AC2, AC5, AC6, AC7, AWC1, AWC4, BC1, BC9, 1.1, 1.3, 1.4, 2.1, 2.2, 2.3, 3.1, 3.2, 4.1, 4.2, 4.3, 4.6, 4.7, 4.12, 6.1, 6.7 Inhoud - Foutentheorie - Kinematica van starre lichamen - Dynamica star lichaam - Wetten van Newton voor starre lichamen - Arbeid en energie voor starre lichamen - Stoot en impuls voor starre lichamen - Statica Werkvorm Tijdens de hoorcolleges (in grote groep) wordt de theorie aangebracht met behulp van bordschema's en eventueel applets. Ook worden er modeloefeningen gemaakt. Tijdens oefenzittingen (in kleine groep) wordt de theorie toegepast. Labozittingen waarin de theorie aan de praktijk wordt getoetst. Studiemateriaal Handboek voor de theorie en de oefeningen: Hibbeler ‘Mechanica voor technici: Dynamica’ Cursustekst foutentheorie en statica en practicumtekst mechanica Elektronisch leerplatvorm met aanvullende informatie Examenvorm 1 ste examenkans Schriftelijk examen met oefeningen (85%) en permanente evaluatie van het labo (15%). Verplichte aanwezigheid tijdens alle labo’s. 2 de examenkans Schriftelijk examen met oefeningen (85%). Geen vervangend examen voor de permanente evaluatie. De beoordeling van de permanente evaluatie uit de eerste examenkans wordt overgenomen. 66