FOCO_EA OO Code O & C DSP2 - Elektronica FOCO_EA Algemene visie Uiteraard mag elektronica-onderricht zich niet beperken tot een theoretische studie. Daarom worden er ook laboratoriumzittingen georganiseerd die nauw aansluiten bij de behandelde theorie. Dit opleidingsonderdeel gaat nog een stap verder. Hier wordt de kennis die werd opgedaan in de verschillende theorielessen en labozittingen gecombineerd om uiteindelijk tot een mooi afgesloten technische realisatie te komen. Begincompetenties Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid Relatie met onderzoek Relatie met werkveld Dit vak vereist een basiskennis van elektriciteit, analoge en digitale elektronica en informatica Deze opdracht kan als afsluitend geheel van het 2 de jaar beschouwt worden en dienen als een goede basis voor de bachelorproef in het 3 de jaar. De studenten moeten hun werk op een wetenschappelijke manier verwerken in tussentijdse verslagen, een eindverslag en een eindpresentatie. Er zal getracht worden de opdrachten zo uit te schrijven, opdat ze ook een uitwerking in het ‘echte’ bedrijfsleven kunnen hebben. Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands 125
FINF2 OO Code Informatica 2: T1: Grafische Applicaties in Java (GaJa) FINF2 Coördinator Kris Aerts (AeKr) Lesgever(s) Herman Boyen (BoHe) Opleidingsfase 2ABA ECTS-punten 3 Tot.: 88u KO: 8u BKV: 16u ZS: 64u Niveau Uitdiepend Competenties Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids) Beoordelingscriteria Codes verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids) De student beschikt 1. over een ruime veelzijdige, wetenschappelijk en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1,2,3,4, en 6 2. over praktische vaardigheden 2.1,2.2,2.3,2.4 3. over communicatievaardigheden 3.1,3.2,3.4,3.5 4. over algemene beroepsattitudes 4.1,4.2,4.3,4.4,4.5, 4.11,4.13 6. over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig denken 6.1,3,4,6 en 7 De student kan: - typische informatica-bouwstenen, zowel op ontwerp- als implementatiegebied (zoals erving, interfaces, iteratoren, …) beheersen, herkennen en toepassen AC12/ BC2/WC1 – 1.2,1.3,1.4,2.1,4.2,4.3,4.4,6.4,6.6 - werken met API’s en deze toepassen tijdens programma-ontwikkeling. AC7 – 1.2,2.1,2.2, 3.5,4.1,4.2,4.5,4.13,6.3,6.6 - code documenteren via Javadoc voor hergebruik (zelf API’s schrijven) AC1/AC6/BC6 – 1.2,1.3, 2.1,2.2,2.3,2.4,3.1,3.4, 4.3,4.5 - interactieve, grafische toepassingen ontwikkelen volgens het Model-View-Controller patroon BC2/AC1/AWC4/AC6/ AWC11 - 1.2,1.3,1.4,1.6,2.1,2.2,2.3,3.2,4.1,4.2,4.3, 4.5, 4.11, 6.1,6.3,6.4,6.6,6.7 - inzicht in basisalgoritmes van beeldverwerking en deze kunnen implementeren. AC1/AC2/WC1 – 1.1,1.3,2.2,4.2,6.6 Inhoud In het begin van de cursus hernemen we de basis van OO-denken in het algemeen. Daarna bekijken we een aantal ontwerpstrategieën: hoe begint men aan een programmeeropgave, wat komt er eerst, wat komt later, wat zijn de bouwstenen, patronen, methodes die daarbij van belang zijn (softwarecomponenten, softwarebibliotheken, ontwerppatronen, specifieke programmeertechnieken zoals iteratoren, …). We gaan vooral dieper in op interactieve, grafische toepassingen, zoals games of simulaties. Hier ligt de klemtoon op MVC (Model-View-Controller): een ontwerppatroon om de verschillende taken in een interactief programma op te splitsen in afzonderlijke klassen. Voor dit soort toepassingen leren we ook werken met widgets en panels om user interfaces te bouwen, en met Threads om onderdelen van het programma gelijktijdig te kunnen laten lopen. Omdat we elementen van AWT en Swing gebruiken, tonen we hoe je de functionaliteit van die bibliotheken kan terug vinden in elektronische helpbestanden. Nadien moeten studenten zelfstandig hun weg vinden in de API’s. Daarnaast is er een belangrijk deel rond beeldverwerking, waar we een aantal basisalgoritmes bekijken, zoals het werken met de RGB-kleurwaarden van een digitaal beeld, het uitvergroten of verkleinen van een beeld, roteren en look-up-table bewerkingen zoals constrast-vergroting door histogram-stretching… Werkvorm De klemtoon ligt op de PC-sessies waar kennisoverdracht en kennisverwerving geïntegreerd gebeuren en elke student op een PC de oefeningen oplost. Bijkomend is er kennisoverdracht in grotere groepen waarin we de concepten en ontwerpstrategieën interactief aanbrengen. Projectwerk om het ontwerpen met MVC in te oefenen. Studiemateriaal Specifieke cursus GaJa, ontwikkeld door de betrokken docenten. Modeloplossingen op het elektronisch leerplatform. Examenvorm 1 ste examenkans Zelfstandige opdracht tijdens het jaar + schriftelijk examen 2 de examenkans Schriftelijk examen plus individuele opdracht 126