19.01.2013 Views

Academische kalender - KHLim

Academische kalender - KHLim

Academische kalender - KHLim

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Beste student<br />

In december 2008 sloten de Limburgse en de Leuvense associatie een belangrijk<br />

samenwerkingsakkoord. Een van de eerste realisaties daarvan is de gezamenlijke<br />

opleiding tot industrieel ingenieur die de XIOS Hogeschool Limburg (XIOS) en de<br />

Katholieke Hogeschool Limburg (<strong>KHLim</strong>) aanbieden. Sinds het academiejaar 2010-2011<br />

begin je als student je opleiding binnen FI² wat staat voor: Faculteit Industrieel<br />

Ingenieur.<br />

We geloven voor de volle honderd procent in deze associatieoverschrijdende<br />

samenwerking. Ondersteund door de Universiteit Hasselt en de K.U.Leuven bieden XIOS<br />

en <strong>KHLim</strong> één gezamenlijke ingenieursopleiding aan waarin de wetenschappelijke<br />

expertisedomeinen en specialisaties van de instellingen elkaar onderling zullen<br />

versterken. 1+1 is immers meer dan 2. De intense samenwerking, de stevige<br />

wetenschappelijke onderzoeksbasis en de verwevenheid van het onderwijs met dit<br />

onderzoek garanderen een kwalitatief hoogstaande ingenieursopleiding in Limburg, en<br />

dragen bij tot de reputatie ervan, zowel in Vlaanderen als internationaal.<br />

Als je in Limburg industrieel ingenieur wil worden, kan je uit een breed gamma van acht<br />

afstudeerrichtingen kiezen: biochemie, bouwkunde, chemie, elektronica-ict,<br />

elektromechanica, elektrotechniek, nucleaire technologie en verpakkingstechnologie. Het<br />

eerste gedeelte van het programma (de eerste 94 studiepunten) is gemeenschappelijk<br />

voor alle industrieel ingenieurs; daarna heb je rechtstreeks toegang tot de verschillende<br />

afstudeerrichtingen. De ingenieursopleiding heeft ook een uitgesproken pluralistisch<br />

karakter: de instellingen werken samen met respect voor ieders levensbeschouwelijke<br />

eigenheid.<br />

Studenten van de bachelor industriële wetenschappen - ongeacht of ze zich inschrijven<br />

aan XIOS of aan de <strong>KHLim</strong> - volgen hetzelfde programma, krijgen les van dezelfde<br />

docenten en gebruiken dezelfde cursussen en handboeken. Als je afstudeert, krijg je een<br />

diploma dat gezamenlijk wordt afgeleverd door XIOS en <strong>KHLim</strong>.<br />

We wensen je veel succes bij je verdere studieloopbaan.<br />

Myriam Lynen Dirk Franco<br />

departementshoofd IWT <strong>KHLim</strong> algemeen directeur XIOS<br />

Roos Peeters Willy Indeherberge<br />

departementshoofd TIW XIOS algemeen directeur <strong>KHLim</strong><br />

1


Inhoudsopgave<br />

Gebruikte afkortingen en termen 3<br />

Organisatie van FI² 6<br />

<strong>Academische</strong> <strong>kalender</strong> 7<br />

Doorstromingstabel 8<br />

Studietabellen 9<br />

Algemeen 10<br />

Bouwkunde 11<br />

Chemie 12<br />

Biochemie 13<br />

Elektromechanica 14<br />

Elektrotechniek 15<br />

Elektronica-ICT 16<br />

Nucleaire technologie 17<br />

Verpakkingstechnologie 18<br />

Algemene informatie 19<br />

Onderwijs 19<br />

Examens 20<br />

Vakkentabel 1 & 2 aba 22<br />

Competenties 31<br />

ECTS-fiches 43<br />

2


Gebruikte afkortingen en termen<br />

Afkorting<br />

instellingen<br />

Term voluit<br />

<strong>KHLim</strong> Katholieke Hogeschool Limburg<br />

K.U.Leuven Katholieke Universiteit Leuven<br />

UHasselt Universiteit Hasselt<br />

XIOS<br />

XIOS Hogeschool Limburg: eXpertisecentrum voor Innovatie, Industrie,<br />

Onderwijs, Onderzoek en Samenleving<br />

Afkorting Term voluit Verduidelijking<br />

aba<br />

academisch gerichte<br />

bachelorsopleiding<br />

AC academische competentie<br />

AWC<br />

afstudeerrichting<br />

academisch wetenschappelijke<br />

competentie<br />

BKV: O, L begeleide kennisverwerking<br />

Coörd.<br />

Verantw.<br />

coördinerende verantwoordelijke<br />

dOO deelopleidingsonderdeel<br />

ECTS<br />

European Credit Transfer<br />

System<br />

FI² Faculteit Industrieel Ingenieur<br />

graad<br />

bachelorsopleidingen sluiten aan bij het<br />

secundair onderwijs en hebben een<br />

studieomvang van 180 studiepunten<br />

de <strong>Academische</strong> Competenties voor een<br />

academische bachelor en master die<br />

vastgelegd werden door de<br />

decreethouder<br />

een differentiatie in een<br />

opleidingsprogramma met een<br />

studieomvang van ten minste 30<br />

studiepunten<br />

de <strong>Academische</strong> Wetenschappelijke<br />

Competenties voor een academische<br />

bachelor en master die vastgelegd<br />

werden door de decreethouder<br />

contacturen waarbij de activiteiten van<br />

de studenten centraal staan, dit omvat<br />

oefeningen (O) en lab-labo (L)<br />

indien meerdere personeelsleden<br />

betrokken zijn bij de<br />

onderwijsactiviteiten van één<br />

opleidingsonderdeel wordt er één<br />

coördinerende verantwoordelijke<br />

aangeduid<br />

een deel van een opleidingsonderdeel<br />

van minimum 1 studiepunt<br />

De studiebelasting wordt uitgedrukt<br />

met het internationale ECTS-systeem<br />

waardoor de waardetoekenning van<br />

internationaal verworven vakken<br />

vergelijkbaar wordt. Een studiejaar komt<br />

overeen met 60 studiepunten.<br />

de gezamenlijke opleiding tot industrieel<br />

ingenieur die de XIOS Hogeschool<br />

Limburg en de Katholieke Hogeschool<br />

Limburg aanbieden<br />

de aanduiding van bachelor, master of<br />

doctor verleend op het einde van een<br />

opleiding c.q. na promotie met de<br />

uitreiking van een diploma<br />

3


HT halftijds programma<br />

IWT<br />

Industriële Wetenschappen en<br />

Technologie<br />

KO kennisoverdracht (theorie)<br />

L lab examen<br />

kwalificatie van een graad<br />

M mondeling examen<br />

MA mastersopleiding<br />

OD overdracht<br />

OO(D) opleidingsonderdeel<br />

P permanente evaluatie<br />

S schriftelijk examen<br />

SBU studiebelastingsuren<br />

SEM semester<br />

SP<br />

STP<br />

STPT<br />

studiepunten<br />

een deel van een opleidingsprogramma<br />

van een structureel programmadeel<br />

(studiejaar) met een studieomvang van<br />

ten minste 27 en ten hoogste 33<br />

studiepunten<br />

het departement van de <strong>KHLim</strong> waartoe<br />

de opleiding tot industrieel ingenieur<br />

behoort<br />

die contacturen waarbij de activiteiten<br />

van de docent centraal staat<br />

de toevoeging die verwijst naar de<br />

voltooide opleiding of voor wat de graad<br />

van ‘doctor’ betreft, naar een vakgebied<br />

het betreft een vaardigheidstoets die<br />

nagaat of de student over<br />

bepaalde vaardigheden beschikt of<br />

bepaalde handelingen kan uitvoeren<br />

mondeling examen met schriftelijke<br />

voorbereiding of voorbereiding op<br />

digitale wijze<br />

sluit aan bij een academisch gerichte<br />

bachelorsopleiding en is zelf academisch<br />

gericht, met studieomvang van minimum<br />

60 studiepunten<br />

overdracht van het behaalde cijfer naar<br />

een tweede examenperiode of bisjaar toe<br />

een deel van een opleiding binnen een<br />

bepaald structureel programmadeel<br />

(studiejaar), dat bestaat uit bepaalde<br />

onderwijsactiviteiten en bijbehorende<br />

studieactiviteit, en dat eindigt met een<br />

examen (omvat minimum 3<br />

studiepunten)<br />

permanent evalueren betekent<br />

systematisch evalueren<br />

tijdens het onderwijsleerproces, dus niet<br />

tijdens de examenperiode<br />

volledig schriftelijk examen desgevallend<br />

op digitale wijze afgenomen<br />

ieder structureel programmadeel<br />

(studiejaar) bevat een samenhangend<br />

geheel van ten minste 1.500 en ten<br />

hoogste 1.800 uren onderwijs of andere<br />

studieactiviteiten. Dit noemt men de<br />

studiebelastingsuren of SBU<br />

een periode van 13 lesweken met<br />

daaropvolgend een examenreeks van 3<br />

weken<br />

een binnen de Vlaamse Gemeenschap<br />

aanvaarde internationale eenheid die<br />

overeenstemt met ten minste 25 en ten<br />

hoogste 30 uren (SBU) voorgeschreven<br />

onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten<br />

en waarmee de studie-omvang van elke<br />

opleiding of elk opleidingsonderdeel<br />

wordt uitgedrukt<br />

4


TIW<br />

TR trimester<br />

structureel programmadeel /<br />

opleidingsfase<br />

Toegepaste<br />

Ingenieurswetenschappen<br />

WC wetenschappelijke competentie<br />

ZS zelfstudie<br />

wat tot voor kort een studiejaar werd<br />

genoemd wordt binnen de BaMastructuur<br />

een structureel programmadeel<br />

genoemd (van 60 studiepunten)<br />

het departement van XIOS waartoe de<br />

opleiding tot industrieel ingenieur<br />

behoort<br />

een periode van 9 of 10 lesweken met<br />

daaropvolgend een examenreeks van 2<br />

of 3 weken<br />

de Wetenschappelijke Competenties voor<br />

een academische bachelor en master die<br />

vastgelegd werden door de<br />

decreethouder<br />

het ingeschat aantal uren dat de student<br />

nog nodig heeft om zelfstandig te<br />

studeren, oefeningen te maken, examens<br />

voor te bereiden, etc.<br />

5


Organisatie van FI²<br />

In de associatieoverschrijdende samenwerking ondersteund door de Universiteit Hasselt<br />

(UHasselt) en de K.U.Leuven zullen XIOS en <strong>KHLim</strong> één gezamenlijke ingenieursopleiding<br />

aanbieden onder de naam Faculteit Industrieel Ingenieur: FI². Deze pagina schets de<br />

organisatie van deze faculteit. (www.fi2.be)<br />

Instellingen<br />

<strong>KHLim</strong> (Katholieke Hogeschool Limburg)<br />

Departement IWT<br />

Universitaire Campus<br />

Agoralaan Gebouw B,<br />

3590 Diepenbeek<br />

tel 011 230 790<br />

infoiwt@khlim.be<br />

www.khlim.be<br />

XIOS Hogeschool Limburg<br />

Departement TIW<br />

Universitaire Campus<br />

Agoralaan Gebouw H,<br />

3590 Diepenbeek<br />

tel 011 370 777<br />

info@xios.be<br />

www.xios.be<br />

Gemeenschappelijke associatiefaculteit (GAF IWT bestuur)<br />

Voorzitter: Marc D'Olieslaeger (UHasselt)<br />

Ondervoorzitter: Ludo Froyen (K.U. Leuven)<br />

Vertegenwoordiger <strong>KHLim</strong>: Willy Indeherberge<br />

Myriam Lynen<br />

Vertegenwoordigers XIOS: Dirk Franco<br />

Roos Peeters<br />

Vertegenwoordigers KUL: An Descheemaeker<br />

Karen Maex<br />

Ludo Froyen<br />

Vertegenwoordigers UHasselt: Nicole Dekelver<br />

Robert Carleer<br />

Dagelijks bestuur en coördinatie: onderwijsmanagementteam (OMT)<br />

Voorzitter: Marc D'Olieslaeger (UHasselt)<br />

Vertegenwoordigers <strong>KHLim</strong>: Myriam Lynen<br />

Adèle Peeters<br />

Johan Baeten<br />

Vertegenwoordigers XIOS: Roos Peeters<br />

Els Goignard<br />

Els Wieërs<br />

Vertegenwoordiger UHasselt: Nicole Dekelver<br />

Examencommissie<br />

Voorzitter: Marc D'Olieslaeger (UHasselt)<br />

Secretaris: Myriam Lynen (<strong>KHLim</strong>)<br />

Vertegenwoordigers <strong>KHLim</strong>: Adèle Peeters<br />

Johan Baeten<br />

Vertegenwoordigers XIOS: Roos Peeters<br />

Els Goignard<br />

Els Wieërs<br />

Jaarcoördinatoren<br />

Jaarcoördinator <strong>KHLim</strong>: Adèle Peeters<br />

Jaarcoördinator XIOS: Els Goignard<br />

Ombudspersonen<br />

Onderwijs/examen-ombuds XIOS: Kathleen Bovin<br />

Onderwijsombuds <strong>KHLim</strong>: Adèle Peeters<br />

Examenombuds <strong>KHLim</strong>: Martine Peetermans<br />

Ombudspersoon UHasselt: Marc Smeyers<br />

6


<strong>Academische</strong> <strong>kalender</strong><br />

Een academische <strong>kalender</strong> geeft een overzicht over de spreiding van de<br />

onderwijsactiviteiten, de examens en vakantieweken in het academiejaar. Deze <strong>kalender</strong><br />

geeft een overzicht per week.<br />

Onderwijsactiviteiten<br />

tijdens de weken<br />

(trimestersysteem)<br />

1 ABA FI2<br />

Onderwijsactiviteiten<br />

tijdens de weken<br />

(semestersysteem)<br />

2 ABA FI2<br />

De week van<br />

maandag:<br />

1 1 19 september 2011<br />

2 2 26 september 2011<br />

3 3 03 oktober 2011<br />

4 4 10 oktober 2011<br />

5 5 17 oktober 2011<br />

6 6 24 oktober 2011<br />

Herfstvakantie Herfstvakantie 31 oktober 2011<br />

7 7 07 november 2011<br />

8 8 14 november 2011<br />

9 9 21 november 2011<br />

10 10 28 november 2011<br />

EXAMEN 11 05 december 2011<br />

EXAMEN 12 12 december 2011<br />

1 13 19 december 2011<br />

Kerstvakantie Kerstvakantie 26 december 2011<br />

Kerstvakantie Kerstvakantie 02 januari 2012<br />

2 14 Blokweek 9 januari 2012<br />

3 EXAMEN 16 januari 2012<br />

4 EXAMEN 23 januari 2012<br />

5 EXAMEN 30 januari 2012<br />

6 1 06 februari 2012<br />

7 2 13 februari 2012<br />

Krokusvakantie Krokusvakantie 20 februari 2012<br />

8 3 27 februari 2012<br />

9 4 05 maart 2012<br />

EXAMEN 5 12 maart 2012<br />

EXAMEN 6 19 maart 2012<br />

1 7 26 maart 2012<br />

Paasvakantie Paasvakantie 02 april 2012<br />

Paasvakantie Paasvakantie 9 april 2012<br />

2 8 16 april 2012<br />

3 9 23 april 2012<br />

4 10 30 april 2012<br />

5 11 07 mei 2012<br />

6 12 14 mei 2012<br />

7 13 21 mei 2012<br />

8 14 Blokweek 28mei 2012<br />

9 EXAMEN 04 juni 2012<br />

EXAMEN EXAMEN 11 juni 2012<br />

EXAMEN EXAMEN 18 juni 2012<br />

EXAMEN, deliberatie, EXAMEN, deliberatie, 25 juni 2012<br />

proclamatie<br />

proclamatie<br />

Zomervakantie (7 weken) Zomervakantie (7 weken) 02 juli 2012<br />

EXAMEN (2e periode) EXAMEN (2e periode) 20 augustus 2012<br />

EXAMEN (2e periode) EXAMEN (2e periode) 27 augustus 2012<br />

EXAMEN (2e periode) EXAMEN (2e periode) 03 september 2012<br />

EXAMEN deliberatie, EXAMEN deliberatie, 10 september 2012<br />

proclamatie (2 e periode)<br />

begin academiejaar<br />

2012-2013<br />

proclamatie (2 e periode)<br />

begin academiejaar 2012-<br />

2013<br />

17 september 2012<br />

7


Doorstromingstabel<br />

De eerste 94 studiepunten van de opleiding tot industrieel ingenieur zijn gemeenschappelijk. Daarna kan je je verder specialiseren in een<br />

bepaalde afstudeerrichting. De mogelijke afstudeerrichtingen binnen FI2 zijn voorgesteld in onderstaande overzicht.<br />

<strong>Academische</strong> bachelor Master<br />

1 2 3 4<br />

Gemeenschappelijk<br />

fc = focus<br />

afst = afstudeerrichting<br />

Bouwkunde<br />

Chemie<br />

Elektromechanica (EM)<br />

Bouwkunde<br />

Chemie fc Chemie<br />

Chemie fc Biochemie<br />

Bouwkunde<br />

Chemie<br />

Biochemie<br />

Elektromechanica fc EM Elektromechanica<br />

Elektromechanica fc EL<br />

Elektrotechniek (EL)<br />

EL afst Automatisering<br />

Elektronica-ICT Elektronica-ICT Elektronica-ICT<br />

Nucleaire Technologie fc Nucleair Nucleaire Technologie fc Nucleair Nucleaire Technologie afst Nucleair<br />

Nucleaire Technologie fc Milieu Nucleaire Technologie fc Milieu Nucleaire Technologie fc Milieu<br />

Verpakkingstechnologie Verpakkingstechnologie Verpakkingstechnologie<br />

8


Studietabellen<br />

Een studietabel geeft een overzicht van de opleidingsonderdelen (OOD) die aan bod<br />

komen in de bachelor en master industriële wetenschappen en de hieraan gekoppelde<br />

studiepunten (stpt).<br />

Het eerste gedeelte van het programma van de ingenieursopleiding (de eerste 94<br />

studiepunten) is gemeenschappelijk voor alle industrieel ingenieurs; daarna is er<br />

rechtstreeks toegang tot de verschillende afstudeerrichtingen. In de eerste tabel op de<br />

volgende bladzijde (bachelor in de industriële wetenschappen: algemeen) wordt dit<br />

programma weergegeven.<br />

Op de volgende bladzijden komen de studietabellen van de verschillende<br />

afstudeerrichtingen achtereenvolgens aan bod:<br />

o Bouwkunde<br />

o Chemie<br />

o Biochemie<br />

o Elektromechanica<br />

o Elektrotechniek<br />

o Elektronica-ICT<br />

o Nucleaire Technologie<br />

o Verpakkingstechnologie<br />

Naast een opsomming van de opleidingsonderdelen en het aantal studiepunten per<br />

opleidingsonderdeel, worden ook de leerlijnen weergegeven. Een leerlijn is een<br />

opeenvolging van een aantal opleidingsonderdelen die ervoor zorgen dat de studenten<br />

stapsgewijs hun kennis uitbreiden, gaande van inleidend over uitdiepend tot<br />

gespecialiseerd. Deze leerlijnen worden in de tabellen horizontaal weergegeven.<br />

In deel 2 van de studiegids wordt elk opleidingsonderdeel van het eerste jaar en het<br />

tweede jaar van de opleiding in detail weergegeven. In deze zogenaamde ECTS-fiches<br />

staan ondermeer de inhoud, het aantal uren les, de beoordelingscriteria, de werkvormen,<br />

de examenvormen, … neergeschreven per (deel)opleidingsonderdeel.<br />

Volgende afkortingen worden gehanteerd in de studietabellen:<br />

aba = academisch gerichte bachelor<br />

OOD = opleidingsonderdeel<br />

stpt = studiepunten<br />

1 studiepunt = 25-30u studietijd<br />

(contacturen, begeleide zelfstudie, zelfstudie, examen afleggen)<br />

stpt gem = studiepunt gemeenschappelijk<br />

stpt afst = studiepunt afstudeerrichting<br />

9


Algemeen<br />

Bachelor industriële wetenschappen: algemeen<br />

10


Bouwkunde<br />

Bachelor industriële wetenschappen: afstudeerrichting bouwkunde (BK)<br />

Master industriële wetenschappen: bouwkunde (BK)<br />

11


Chemie<br />

Bachelor industriële wetenschappen: afstudeerrichting chemie: focus chemie (CE)<br />

Master industriële wetenschappen: chemie (CE)<br />

12


Biochemie<br />

Bachelor industriële wetenschappen: afstudeerrichting chemie: focus biochemie (BIO)<br />

Master industriële wetenschappen: biochemie (BIO)<br />

13


Elektromechanica<br />

Bachelor industriële wetenschappen: afstudeerrichting elektromechanica: focus elektromechanica (EM) en elektrotechniek (EL)<br />

Master industriële wetenschappen: elektromechanica (EM)<br />

14


Elektrotechniek<br />

Bachelor industriële wetenschappen: afstudeerrichting elektromechanica: focus elektromechanica (EM) en elektrotechniek (EL)<br />

Master industriële wetenschappen: elektrotechniek (EL): afstudeerrichtingen elektrotechniek (EL) en automatisering (AUT)<br />

15


Elektronica-ICT<br />

Bachelor industriële wetenschappen: afstudeerrichting elektronica-ICT<br />

Master industriële wetenschappen: elektronica-ICT<br />

16


Nucleaire technologie<br />

Bachelor industriële wetenschappen: afstudeerrichting nucleaire technologie: focus nucleaire wetenschappen (NU) en<br />

milieuwetenschappen (MI)<br />

Master industriële wetenschappen: nucleaire technologie: afstudeerrichtingen milieutechnologie en radiochemie (MTRC), medischnucleaire<br />

technieken (MNT), nucleaire technieken (NTk)<br />

17


Verpakkingstechnologie<br />

Bachelor industriële wetenschappen: afstudeerrichting verpakkingstechnologie (VT)<br />

Master industriële wetenschappen: verpakkingstechnologie (VT)<br />

18


Algemene informatie<br />

Deze paragraaf geeft de algemene informatie betreffende de organisatie van het<br />

onderwijs, de geldende regels bij examens en de aanvullingen op het onderwijs- en<br />

examenreglement (OER) weer. Het volledige OER is terug te vinden op de website van<br />

FI² en omvat de onderwijsregeling, de examenregeling en de rechtspositie.<br />

Onderwijs<br />

De vakkentabel vermeldt de onderwijsvorm met de code KO of BKV welke respectievelijk<br />

staan voor kennisoverdracht (theorie) en begeleide kennisverwerking (oefeningen en<br />

lab). Dit geeft een administratieve indicatie van de werkvorm naar benodigde ruimtes en<br />

groepsgroottes. Heel wat theorielessen omvatten echter ook oefeningen. Heel wat<br />

labzittingen zijn mogelijk zelfstandig uit te voeren projecten. Enkel de vakfiche geeft de<br />

volledige beschrijving van de werkvorm die van toepassing is voor het betreffend vak.<br />

Deeloverdrachten - Inschrijving<br />

De student schrijft zich steeds in voor alle studiepunten van het volledige<br />

opleidingsonderdeel ongeacht de reeds behaalde deeloverdrachten. Het gehele pakket,<br />

inclusief de studiepunten van de deeloverdrachten, wordt afgetrokken van het<br />

leerkrediet.<br />

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen twee categorieën van contacturen:<br />

kennisoverdracht en begeleide kennisverwerking.<br />

Bij kennisoverdracht (KO - theorie) staan de activiteiten van de docent centraal.<br />

Bij begeleide kennisverwerking (BKV) staan de activiteiten van de studenten centraal.<br />

Hier kan het gaan om verschillende soorten van coöperatief leren zoals groepswerk,<br />

projecten,… of om het individueel werken aan oefeningen tijdens werkcolleges.<br />

Voor elk (deel)opleidingsonderdeel vermeldt de ECTS-fiche de contacturen van elk type.<br />

De totaal benodigde studietijd wordt vervolledigd met zelfstudie (ZS).<br />

Elk voltijds jaarprogramma omvat 60 studiepunten, die verdeeld worden over de<br />

verschillende opleidingsonderdelen volgens het aantal studie-uren dat aan een<br />

opleidingsonderdeel wordt besteed. In dit aantal studie-uren zijn zowel de contacturen<br />

(kennisoverdracht en begeleide kennisverwerking) als een schatting van de te<br />

verwachten zelfstudietijd (verwerking en instudering van de leerstof) begrepen.<br />

Een studiepunt komt overeen met 25 tot 30 studie-uren, wat per studiejaar (structureel<br />

programmadeel) tot een totaal aantal studie-uren van 1500 tot 1800 leidt.<br />

Deze studiepunten bepalen tevens de verdeling van de te behalen punten bij de<br />

evaluaties, m.a.w. het gewicht dat elk opleidingsonderdeel meekrijgt. De studiepunten,<br />

aan elk opleidingsonderdeel toegekend, staan vermeld in de programmatabellen en op de<br />

ECTS-fiches.<br />

Een structureel programmadeel (jaarprogramma) kan opgedeeld worden in drie periodes<br />

of trimesters of twee periodes of semesters. Elke periode wordt afgesloten met een<br />

examenreeks van minimum twee weken. Deze examens maken deel uit van de eerste<br />

examenperiode. Na de zomervakantie wordt de tweede examenperiode ingericht.<br />

Voor 1 aba is gekozen in trimesters te werken. De eerste examenperiode omvat bijgevolg<br />

drie examenreeksen. Op deze wijze wordt de examendruk gespreid. Vanaf 2 aba wordt<br />

gewerkt met het semestersysteem. De eerste examenperiode omvat hier dus slechts 2<br />

examenreeksen.<br />

19


Examens<br />

Deze paragraaf geeft een aantal algemeen gehanteerde regels als aanvulling op de<br />

bepalingen uit het Onderwijs- en Examenreglement (OER). Deze informatie is ook terug<br />

te vinden op de website: www.fi2.be.<br />

Onder een examen wordt verstaan: elke evaluatievorm die nagaat in welke mate de<br />

student de beoogde competenties, verbonden aan een opleidingsonderdeel, bereikt<br />

heeft.<br />

Examenvorm<br />

De vakkentabel vermeldt de examenvorm met de code P, L, S of M welke respectievelijk<br />

staan voor permanente evaluatie, labexamen, schriftelijk examen of mondeling examen<br />

(met schriftelijke voorbereiding). Mengvormen van deze vier komen eveneens voor.<br />

Enkel de ECTS-fiche geeft de volledige beschrijving van de examenvorm die van<br />

toepassing is voor het betreffend opleidingsonderdeel.<br />

Elk examen, schriftelijk of mondeling, voldoet aan de algemeen geldende criteria o.m.<br />

inzake betrouwbaarheid (nauwkeurigheid van het toetsinstrument) en validiteit (de mate<br />

waarin de toets aan zijn doel beantwoordt).<br />

1. volledig schriftelijk examen desgevallend op digitale wijze afgenomen. Het<br />

examen bestaat uit gesloten en/of open vragen, multiple choice, … .<br />

2. mondeling examen met schriftelijke voorbereiding of voorbereiding op digitale<br />

wijze. Het examen bestaat uit open vragen.<br />

3. permanente evaluatie: Permanent evalueren betekent systematisch evalueren<br />

tijdens het onderwijsleerproces, dus niet tijdens de examenperiode. Het evalueren<br />

is m.a.w. geïntegreerd in het leerproces. De vorm van de permanente evaluatie<br />

sluit aan bij de opdrachten of taken die de studenten maken en dus bij het<br />

concept ‘begeleide kennisverwerking’.<br />

4. lab examen: Het betreft een vaardigheidstoets die nagaat of de student over<br />

bepaalde vaardigheden beschikt of bepaalde handelingen kan uitvoeren.<br />

5. vervangend examen: Examen ter vervanging van een permanente evaluatie. De<br />

mogelijkheid van een vervangend examen is niet steeds voorzien. Deze<br />

examenvorm kan slechts in uitzonderlijke omstandigheden voorkomen<br />

bijvoorbeeld in het geval van herkansing voor een opleidingsonderdeel waarvoor<br />

enkel permanente evaluatie voorzien is. De ECTS-fiche geeft de concrete<br />

mogelijkheden van elk OO aan.<br />

Alle genoemde evaluatievormen, behalve de permanente evaluatie, hebben betrekking<br />

op examens afgenomen gedurende de voorziene examenweken.<br />

Labzittingen verplicht<br />

Deelname aan de labzittingen en practica is verplicht. Bij gewettigde afwezigheid kan de<br />

docent een inhaallab organiseren of een vervangopdracht aan de student opleggen. Het<br />

is echter aan de student om de afwezigheid tijdig aan de docent kenbaar te maken en<br />

naar een oplossing te vragen. Uitzonderingen staan vermeld in de ECTS-fiches.<br />

Tweede examenkans<br />

In principe heeft de student recht op twee examenkansen voor elk opleidingsonderdeel.<br />

De eerste examenkans ligt in de examenperiode na elke trimester (1 aba) of semester (2<br />

aba), de tweede ligt in de augustus/september-examenperiode. Voor sommige<br />

opleidingsonderdelen (hetzij vakken of delen van de vakken) is er geen tweede<br />

examenkans mogelijk. Indien dit van toepassing is, wordt dit expliciet vermeld in de<br />

ECTS-fiche.<br />

20


Niet afleggen / Afwezig<br />

Afwezigheid op een examen, het niet afleggen van een examen (blanco) of het niet<br />

uitvoeren van een opdracht, welke deel uitmaakt van de evaluatie, resulteert in de<br />

quotering “Niet Afgelegd”. Dit heeft geen invloed op de deeloverdrachten voor de andere<br />

deelopleidingsonderdelen binnen het samengesteld opleidingsonderdeel. Wel verliest de<br />

student hierdoor de mogelijkheid dit opleidingsonderdeel in zijn tolerantiekrediet op te<br />

nemen.<br />

Examenombuds<br />

Studenten beschikken over ombudsen als aanspreekpunt (op elke locatie). Voor<br />

onrechtmatigheden bij examens is dit de examenombuds. Ombudsen worden ad valvas<br />

bekendgemaakt. Voor meer informatie verwijzen we naar het onderwijs- en<br />

examenreglement.<br />

21


Vakkentabellen 1 & 2 aba<br />

Op de volgende bladzijde staan de vakkentabellen voor het eerste en tweede jaar<br />

<strong>Academische</strong> Bachelor in de Industriële Wetenschappen.<br />

Dit is telkens een tabel waarin per opleidingsonderdeel de specifieke kenmerken staan.<br />

Volgend voorbeeld illustreert hoe de tabellen gelezen moeten worden.<br />

Opleidingsonderdeel Chemie 1 (code FCHE1) – 8 studiepunten (stpt) bestaat uit twee<br />

deelopleidingsonderdelen (dOO): Chemie 1_1 (FCHE1_1) en Chemie 1_2 (FCHE1_1).<br />

Chemie 1_1 – 4 studiepunten<br />

De lessen en het examen staan geprogrammeerd in de eerste trimester,<br />

volgens de verdeling:<br />

18u begeleide kennisverwerking (BKV);<br />

9u lab (L).<br />

Er is een schriftelijk examen (S) voorzien voor BKV op het einde van<br />

trimester 2. Het lab wordt gequoteerd via permanente evaluatie (P).<br />

Chemie 1_2 – 4 studiepunten<br />

De lessen en het examen staan geprogrammeerd in de tweede trimester,<br />

volgens de verdeling:<br />

18u begeleide kennisverwerking (BKV);<br />

12u lab (L).<br />

Er is een schriftelijk examen (S) voorzien voor BKV op het einde van<br />

trimester 3. Het lab wordt gequoteerd via permanente evaluatie (P).<br />

Helemaal rechts in de tabel staat nog het volgende:<br />

o Het is niet mogelijk om voor Chemie 1 in te schrijven via een examencontract<br />

(e);<br />

o Er kan voor beide dOO een overdracht (OD) bekomen worden door de<br />

aanduiding J (ja).<br />

o Het aantal studiepunten per dOO is 4, wat overeenkomt met 40 punten voor dat<br />

dOO.<br />

o Voor het totale OO Chemie 1 geeft dit 80 punten.<br />

Onderaan in de tabel worden nog een aantal totalen gegeven en afkortingen<br />

verduidelijkt.<br />

Goed om weten is nog het volgende: hoewel er in de eerste trimester 7 dOO<br />

geprogrammeerd zijn, staan er slechts 4 examens geprogrammeerd op het einde van die<br />

trimester nl. van de dOO Chemie1_1, Analyse 1, Elektriciteit 1_1 en Mechanica 1_1. De<br />

andere 3 dOO worden permanent beoordeeld, hier wordt dus geen examen van<br />

afgenomen in de examenperiode.<br />

22


Competenties<br />

Het begrip competentie verwijst naar de afzonderlijke vaardigheden, kennis en attitudes<br />

(of ‘houdingen’) die iemand in staat stellen om zijn professionele taken succesvol uit te<br />

voeren. De competenties beschrijven dat iemand bekwaam of bevoegd is om bepaalde<br />

taken, functies en verantwoordelijkheden op te nemen.<br />

Er zijn twee soorten competenties: decretale competenties en beroepsspecifieke<br />

competenties.<br />

Decretale competenties<br />

Dit zijn de <strong>Academische</strong> (AC), Academisch Wetenschappelijke (AWC) en<br />

Wetenschappelijke Competenties (WC) voor een academische bachelor en master die<br />

vastgelegd werden door de decreethouder.<br />

De onderstaande tabel geeft een overzicht van deze competenties voor de academische<br />

bachelor enerzijds en voor de master anderzijds.<br />

aba - Competenties MA - Competenties<br />

AC1 Disciplinegebonden redeneren<br />

denk- en redeneervaardigheid<br />

AC10 Zelfstandig wetenschappelijk redeneren<br />

AC2 Informatie verwerven en verwerken AC11 Probleemoplossend vermogen<br />

complexe problemen passend<br />

benaderen<br />

AC3/AWC1 Kritisch reflecteren over discipline<br />

AC4/AWC4 Projectmatig en methodisch handelen<br />

creativiteit<br />

AC12 Kritisch reflecteren over eigen denken<br />

alternatieven en optimalisering<br />

aanreiken<br />

AC5 Leiding geven<br />

AC6 Communicatievaardig AC13 Communicatievaardig<br />

eigen werk in discipline onderzoek, wetenschappelijk werk<br />

AC7 Ingesteldheid tot levenslang leren<br />

inzicht in eigen beperkingen<br />

AWC2 Onderzoeksmethode kennen en kiezen AWC10 Onderzoek opzetten<br />

vraagstelling, planning<br />

AWC3 Onderzoek maatschappelijk plaatsen AWC11 Vermogen tot creatieve bijdrage<br />

WC1 Basiskennis + hoe en waarom<br />

AWC12 Multidisciplinair samenwerken<br />

AWC13 Inzicht in nieuwste kennis vakgebied<br />

AWC15 Onderzoeker zijn<br />

Er bestaan heel wat onderlinge verbanden tussen deze competenties. De onderstaande<br />

figuur geeft deze verbanden grafisch weer. Hoe verder de competentie in de<br />

‘boomstructuur’ staat hoe meer deze competentie moet doorwegen in het eindprofiel van<br />

een ingenieur. Om de gevorderde competentie te verwerven dient de student ook de<br />

voorgaande tot op zekere hoogte te beheersen: men kan stellen dat de gevorderde<br />

competentie de voorgaande omvat.<br />

31


AC1<br />

AC2<br />

WC1<br />

AC3<br />

AWC1<br />

AC5 AC7<br />

AC6<br />

AC4<br />

AWC4<br />

AWC2<br />

AC10<br />

AWC3<br />

AC12<br />

AC11<br />

AC13<br />

AWC14<br />

AWC10<br />

AWC11<br />

AWC13<br />

AWC12<br />

WC10<br />

AWC15<br />

Relaties tussen competenties: naast de vier ‘onafhankelijke’ competenties AC5, AC7, AWC3 en AWC12 zijn er<br />

duidelijk twee lijnen binnen de competenties: de lijn van basiskennis tot kennis in de nieuwste technologieën<br />

(WC1 naar AWC13) en de lijn van discipline gebonden redeneren en informatie verwerven over methodisch<br />

handelen, communiceren, onderzoek opzetten naar onderzoeker zijn.<br />

Beroepsgerichte Competenties<br />

Beroepsgerichte Competenties (BC) daarentegen zijn de competenties die de opleiding<br />

industrieel ingenieur van FI² buiten de decretale competenties ook nog nastreeft.<br />

BC1: In team samenwerken<br />

BC2: Technische oplossingen aanbrengen<br />

BC3: Processen en installaties beheren<br />

BC4: Producten en processen optimaliseren<br />

BC5: Stressbestendigheid<br />

BC6: Technische projecten opvolgen<br />

BC7: Zorgsystemen voor veiligheid, kwaliteit en milieu beheren<br />

BC8: Zelfstandig werken<br />

BC9: Verantwoordelijkheid opnemen<br />

BC10: Flexibel zijn en werken in een steeds wisselende context<br />

BC11: Bewust zijn van de internationale dimensie van de (toekomstige) beroepssituatie<br />

Competentiematrix<br />

In de competentiematrix op de volgende bladzijde staat aangegeven aan welke<br />

competenties gewerkt wordt binnen een OO of dOO.<br />

In de tabel staan zes hoofdcompetenties opgesomd, genummerd van 1 tot en met 6.<br />

Elke hoofdcompetentie wordt verder nog eens opgesplitst in een aantal<br />

deelcompetenties. Competentie 1 bevat bijvoorbeeld 7 deelcompetenties.<br />

Per (d)OO wordt aangegeven of er aan een hoofdcompetentie gewerkt wordt als er een X<br />

staat. Op welk niveau er vervolgens aan de deelcompenties die van toepassing zijn<br />

gewerkt wordt, wordt aangeduid op de volgend manier:<br />

1: inleidend<br />

2: uitdiepend<br />

3: gespecialiseerd<br />

Het valt op dat niet alle competenties die nagestreefd worden in de vierjarige opleiding al<br />

in 1 aba en 2 aba allemaal (even uitgebreid) aan bod komen.<br />

32


1 ABA<br />

33


2 ABA<br />

35


ECTS-fiches<br />

De studiebelasting wordt sinds de invoering van de Bachelor-masterstructuur uitgedrukt<br />

met het internationale ECTS-systeem waardoor de waardetoekenning van internationaal<br />

verworven vakken vergelijkbaar wordt (ECTS staat voor European Credit Transfer<br />

System). Een studiejaar komt overeen met 60 studiepunten. Een opleiding van vier jaar<br />

bestaat dus uit 240 studiepunten. Een studiepunt staat dan voor gemiddeld 28 uur<br />

studie-inspanning.<br />

Op de hiernavolgende bladzijden staan de ECTS-fiches van de opleidingsonderdelen van<br />

1 aba en 2 aba.<br />

De volgende informatie is op deze fiches terug te vinden:<br />

� coördinator, lesgever(s), opleidingsfase en ECTS-punten<br />

� niveau<br />

� competenties<br />

� beoordelingscriteria<br />

� inhoud<br />

� werkvorm en studiemateriaal<br />

� examenvorm<br />

� algemene visie<br />

� begincompetenties<br />

� situering in het curriculum/volgtijdelijkheid<br />

� relatie met onderzoek<br />

� relatie met werkveld<br />

� aanvullende info<br />

43


1 FCHE1_1<br />

dOO<br />

Code<br />

Chemie 1_1<br />

FCHE1_1<br />

Coördinator Myriam Lynen( LyMy)<br />

Lesgever(s) Els Goignard (GoEl), Nadia Lepot (LeNa), Adèle Peeters (PeAd),NN<br />

Opleidingsfase 1ABA<br />

ECTS-punten 4 Tot.: 116 u KO: BKV: WC 18u+L 9 ZS: 89 u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt<br />

1. over een ruime veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1,1.2,1.3,1.4<br />

2. over praktische vaardigheden 2.1,2.3<br />

3. over communicatievaardigheden 3.1,3.2<br />

4. over algemene beroepsattitudes 4.3,4.5,4.8<br />

6. over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig werken 6.4<br />

De student:<br />

- kan termen, begrippen, symbolen, kenmerken, figuren en vergelijkingen correct en volledig definiëren, omschrijven of<br />

bewijzen, en de betekenis, het belang, en het onderlinge verband verduidelijken AC1, AC2, WC1, 1.1, 1.2<br />

- kan absolute hoeveelheden correct berekenen, evenals concentraties van oplossingen AC1, AC2, AWC1, 1.3, 1.4<br />

- kan uit verbrandingsresultaten de minimumformule van een product afleiden AC1, AWC1, 1.3, 1.4<br />

- kan vaststellingen in verband met verbranding, straling, elementaire deeltjes en atomen verklaren en/of bewijzen AC1, WC1,<br />

1.1, 1.2<br />

- kan de aangeboden informatie zelfstandig weergeven door middel van zelf geconstrueerde schema’s of figuren AC2, AWC4,<br />

BC8, 6.4, 4.3, 4.5<br />

- kan uit het ranggetal de elektronenconfiguratie opstellen; de effectieve kernlading van een elektron berekenen, de plaats van<br />

een element in de tabel bepalen, de aard van de mogelijke chemische bindingen afleiden en verklaren AC1, AC2, WC1, 1.3,<br />

1.4<br />

- kan trends in een rij en in een kolom van de tabel voorspellen en verklaren WC1, AC1, AC2, 1.1, 1.2, 1.3<br />

- kan uit de elektronenconfiguraties de brutoformule, de ruimtelijk correcte structuurformule en/of de naam van anorganische<br />

verbindingen afleiden en kenmerken van verbindingen met elkaar vergelijken AC1, AWC1, 1.3, 1.4<br />

- kan de toepassingen van een aantal anorganische verbindingen beschrijven WC1, 1.1<br />

- kan reactievergelijkingen voor de verbranding van producten, de reactie met water en eenvoudige zuur-base reacties<br />

opstellen AC1, AWC1, 1.3,1.4<br />

- kan het principe van een aantal scheikundige technieken verklaren, gebruiken bij berekeningen en praktische uitvoeringen<br />

AC1, AC2, AWC1, AWC4, 1.3, 1.4, 4.3<br />

- kan zelfstandig een voorbereide laboproef op een nauwkeurige, veilige en milieubewuste manier uitvoeren binnen de<br />

voorziene tijd, kan de experimentele resultaten correct interpreteren, verwerken en opnemen in het verslag, met respecteren<br />

van de opgelegde deadlines AC2, AC6, AWC1, AWC4, BC5, BC7, BC8, 1.4, 2.1, 2.3, 3.1, 4.5, 4.8, 6.4<br />

- kan een korte mondelinge uiteenzetting geven over het uit te voeren experiment WC1, AC6, 3.2, 1.2<br />

Inhoud - Hoofdstukken 1 en 2: Basisconcepten chemie (materie, dichtheid, concentratie,<br />

minimumformule,…)<br />

- Hoofdstukken 3, 4 en 5: Elementaire deeltjes, atoomkernen, atomen, elektronenconfiguratie,<br />

periodiek systeem<br />

- Hoofdstukken 6, 7 en 8: Structuur, naamgeving en reacties van anorganische verbindingen van<br />

metalen en niet-metalen<br />

Practica: ondersteunend aan theorie<br />

Werkvorm Begeleide Zelfstudie: zelfstudie van de theorie, en begeleiding bij zelfstandig werken aan enerzijds<br />

inzichtsopdrachten en anderzijds toepassingsopdrachten. Zelfstandig uitvoeren van practica.<br />

Studiemateriaal Eigen cursusmateriaal met per hoofdstuk: inhoudstafel, beschrijving van de theorie, concrete<br />

doelstellingen, studietips, inzichtsopdrachten, toepassingsopdrachten en eventueel kennisopdrachten.<br />

Handleiding bij het practicum. Elektronische leeromgeving Toledo.<br />

Examenvorm<br />

Schriftelijk examen over de theorie en de opdrachten (85% van de punten) met gebruik van een bundel<br />

1ste examenkans met cijfergegevens. Permanente evaluatie van de practica(15% van de punten). Verplichte<br />

aanwezigheid tijdens alle labo’s.<br />

2de examenkans Theorie, opdrachten: idem als eerste examenkans. Voor de practica is er geen tweede examenkans.<br />

De punten van de eerste examenkans blijven behouden. Enkel indien de student aan minimaal 2/3<br />

van de labzittingen deelnam is een vervangexamen mogelijk. Overdracht van labcijfer naar volgend<br />

academiejaar is mogelijk als 10/20 behaald werd.<br />

44


1 FCHE1_1<br />

dOO<br />

Code<br />

Chemie 1_1<br />

FCHE1_1<br />

Algemene visie In het kader van een polyvalente algemene en technische vorming hoort chemie als<br />

wetenschappelijke discipline tot de opleiding van elke ingenieur. De student moet voldoende<br />

competenties in chemische begrippen verwerven, om deze zelfstandig te kunnen toepassen bij het<br />

oplossen van technische problemen. Er wordt een vorming verzekerd met de nodige chemische<br />

wetenschappelijke en technische kennis, waarbij belangrijke basiskennis wordt aangebracht als<br />

polyvalente voorbereiding op het ingenieursberoep. De student krijgt aldus een chemische<br />

basisopleiding die nodig is om te komen tot een beredeneerde kennis.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Vanuit het secundair onderwijs wordt elementaire voorkennis verwacht van vooral fysische<br />

grootheden (massa; dichtheid, druk, …) en eenheden, en van elementaire wiskundige bewerkingen<br />

(rekenkundige bewerkingen, tweedegraadsvergelijking en logaritme).<br />

Steunt op:<br />

Is basis voor: Chemie1_2, Materiaalkunde1 en de chemievakken van 2aba en die van de<br />

afstudeerrichting chemie-biochemie .<br />

Het opleidingsonderdeel Chemie1_1 stelt resultaten van onderzoek voor, met nu en dan een<br />

directe verwijzing naar de onderzoeker zelf.<br />

De inhoud van dit opleidingsonderdeel is vakdomeingebonden maar draagt bij tot de algemene<br />

ingenieursvorming van de studenten.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullend leermateriaal:<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling:tijdens practica geldt een verplichte<br />

aanwezigheid<br />

45


2 FCHE1_2<br />

dOO<br />

Code<br />

Chemie 1_2<br />

FCHE1_2<br />

Coördinator Myriam Lynen (LyMy)<br />

Lesgever(s) Els Goignard (GoEl), Nadia Lepot (LeNa), Adèle Peeters (PeAd), NN<br />

Opleidingsfase 1ABA<br />

ECTS-punten 4 Tot.: 112 u KO: BKV: WC 18u+L 12 u ZS: 82u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt<br />

1. over een ruime veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1,1.2,1.3,1.4<br />

2. over praktische vaardigheden 2.1,2.3<br />

3. over communicatievaardigheden 3.1,3.2<br />

4. over algemene beroepsattitudes 4.3,4.5,4.8<br />

6. over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig werken 6.4<br />

De student:<br />

- kan termen, begrippen, symbolen, kenmerken, functionele groepen, figuren en vergelijkingen correct en volledig definiëren,<br />

omschrijven of bewijzen, de betekenis, het belang, en het onderlinge verband verduidelijken AC1, AC2, WC1, 1.1, 1.2,1.3<br />

- kan de aangeboden informatie zelfstandig weergeven door middel van zelf geconstrueerde schema’s of figuren AC2, AWC4,<br />

BC8, 6.4, 4.5, 4.3<br />

- kan vaststellingen in verband met organische verbindingen, thermodynamische grootheden, elektrolyten en chemische<br />

reacties verklaren en/of bewijzen AC1, WC1, 1.1, 1.2<br />

- kan de bruto- en structuurformules, namen en eventuele kanonieken van eenvoudige organische verbindingen afleiden AC1,<br />

AC2, AWC1, 1.3, 1.4<br />

- kan de kenmerken en/of toepassingen van een aantal organische verbindingen beschrijven WC1, 1.1<br />

- kan het principe en de bruikbaarheid van verschillende scheidingstechnieken met elkaar vergelijken en<br />

scheidingsopbrengsten berekenen WC1, AC1, AC2, AWC1, 1,1, 1,2, 1.3, 1,4<br />

- kan kookpunt, smeltpunt en oplosbaarheid van analoge verbindingen vergelijken en de verschillen verklaren WC1, AC1,<br />

AC2, AWC1, 1.1, 1.2, 1.3,1.4<br />

- kan kookpunt, smeltpunt en osmotische druk van oplossingen van al dan niet elektrolyten correct berekenen AC1, AC2,<br />

AWC1, 1.2, 1.3, 1.4<br />

- kan het gedrag van elektrolyten beschrijven, vergelijken en verklaren AC1, WC1, 1.1, 1.2<br />

- kan factoren die de snelheid of de evenwichtsligging bij chemische reacties beïnvloeden verklaren en de invloed van een<br />

factor op een reactie voorspellen en verklaren WC1, AC1, AWC1, 1.1, 1.2, 1.4<br />

- kan berekeningen in verband met de reactiewarmte, de snelheid, het rendement en de evenwichtshoeveelheden bij<br />

chemische reacties correct uitvoeren AC1, AWC1, 1.3, 1.4<br />

- kan zelfstandig een voorbereide laboproef op een nauwkeurige, veilige en milieubewuste manier uitvoeren binnen de<br />

voorziene tijd en kan de experimentele resultaten correct interpreteren, verwerken en opnemen in het verslag, met<br />

respecteren van de opgelegde deadlines AC2, AC6, AWC1, AWC4, BC5, BC7, BC8, 1.4, 2.1, 2.3, 3.1, 4.5, 4.8, 6.4<br />

- kan een korte mondelinge uiteenzetting geven over het uit te voeren experiment WC1, AC6, 3.2, 1.2<br />

Inhoud - Hoofdstukken 9 /10: Organische Chemie: Koolwaterstoffen en verbindingen met functionele<br />

groepen<br />

- Hoofdstukken 11 en 12: Scheidingsmethoden<br />

- Hoofdstukken 13: Elektrolyten<br />

- Hoofdstuk 14: Thermochemie en stoichiometrie<br />

- Hoofdstukken 15 en 16: Reactiesnelheid en Chemisch Evenwicht<br />

Practica: 1. Bereiding van aspirine, 2. Destillatie, 3. Smeltpuntverlaging van een antivriesoplossing , 4.<br />

Bepaling van de reactiesnelheid<br />

Werkvorm Begeleide Zelfstudie: zelfstudie van de theorie, en begeleiding bij zelfstandig werken aan enerzijds<br />

inzichtopdrachten en anderzijds toepassingsopdrachten. Zelfstandig uitvoeren van practica.<br />

Studiemateriaal Eigen cursusmateriaal met per hoofdstuk: inhoudstafel, beschrijving van de theorie, concrete<br />

doelstellingen, studietips, inzichtopdrachten, toepassingsopdrachten en eventueel kennisopdrachten.<br />

Handleiding bij het practicum. Elektronische leeromgeving.<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk examen over de theorie en de opdrachten (80% van de punten) met gebruik van een bundel<br />

met cijfergegevens<br />

Permanente evaluatie van de practica (20% van de punten). Verplichte aanwezigheid tijdens alle labo’s<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen over de theorie en de opdrachten met gebruik van een bundel met cijfergegevens.<br />

Voor de practica is er geen tweede examenkans. De punten van de eerste examenkans blijven<br />

behouden. Enkel indien de student aan minimaal 3/4 van de labzittingen deelnam is een<br />

vervangexamen mogelijk.<br />

Overdracht van labcijfer naar volgend academiejaar is mogelijk als 10/20 behaald werd.<br />

46


2 FCHE1_2<br />

dOO<br />

Code<br />

Chemie 1_2<br />

FCHE1_2<br />

Algemene visie In het kader van een polyvalente algemene en technische vorming hoort chemie als<br />

wetenschappelijke discipline tot de opleiding van elke ingenieur. De student moet voldoende<br />

competenties in chemische begrippen verwerven, om deze zelfstandig te kunnen toepassen bij het<br />

oplossen van technische problemen. Er wordt een vorming verzekerd met de nodige chemische<br />

wetenschappelijke en technische kennis, waarbij belangrijke basiskennis wordt aangebracht als<br />

polyvalente voorbereiding op het ingenieursberoep. De student krijgt aldus een chemische<br />

basisopleiding die nodig is om te komen tot een beredeneerde kennis.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Vanuit het secundair onderwijs wordt elementaire voorkennis verwacht van elementaire wiskundige<br />

bewerkingen (rekenkundige bewerkingen, tweedegraadsvergelijking en logaritme). Vanuit Chemie1_1<br />

wordt kennis verwacht van de bouw en eigenschappen van atomen en van anorganische moleculen.<br />

Steunt op: Chemie 1_1<br />

Is basis voor: De chemievakken van 2aba..<br />

Het opleidingsonderdeel Chemie 1_2 stelt resultaten van onderzoek voor, met nu en dan een<br />

directe verwijzing naar de onderzoeker zelf.<br />

De inhoud van dit opleidingsonderdeel is vakdomeingebonden maar draagt bij tot de brede, algemene<br />

ingenieursvorming van de studenten.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullend leermateriaal:<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling: tijdens practica geldt een verplichte<br />

aanwezigheid<br />

47


3 FWIS1_1<br />

dOO<br />

Code<br />

Analyse 1<br />

FWIS1_1<br />

Coördinator Giovanni Vanroelen (VnGi)<br />

Lesgever(s) Marie-Godelieve Lemmens (LmLi), Andy Snoecx (SnoAn)<br />

Opleidingsfase 1ABA<br />

ECTS-punten 4 Tot.: 112 u KO: 18 u BKV: 22,5 u ZS: 71,5 u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student(e) beschikt over:<br />

1. een ruime veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.5, 1.6<br />

2. praktische vaardigheden 2.2, 2.3<br />

3. communicatievaardigheden 3.1<br />

4. algemene beroepsattitudes 4.1, 4.2, 4.3, 4.5<br />

6. elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.1, 6.6, 6.7<br />

De student(e):<br />

- kent de correcte formulering en/of wiskundig bewijs/motivatie van belangrijke begrippen (definities),<br />

stellingen of eigenschappen uit de cursus analyse en is in staat om ook andere analoge<br />

eigenschappen te bewijzen, WC1, AC1, 1.1, 1.2, 1.3<br />

- begrijpt de definities, formules, eigenschappen en oplossingsmethoden uit de cursus en weet welke<br />

nodig/bruikbaar zijn om een probleem uit de analyse met al dan niet een (vakoverschrijdend)<br />

verhaalelement schriftelijk op te lossen, AC2, AC6, AWC4, 1.3, 1.6, 3.1<br />

- weet elementen uit de cursus analyse te structureren om verbanden te leggen met andere<br />

elementen uit toegepast wetenschappelijke of technologische disciplines, AWC1, 1.5<br />

- kent de troeven maar ook de beperkingen van het CAS-toestel om het op een verantwoorde manier<br />

te gebruiken tijdens het oplossingsproces van oefeningen, AWC4, 2.2<br />

- werkt nauwkeurig en volledig door gebruik te maken van correcte notaties in formules en<br />

berekeningen, het duidelijk schetsen van grafieken, het vermelden van alle tussenstappen +<br />

voorwaarden en het verklaren van de gebruikte symbolen, AWC4, 2.3<br />

- is bekwaam om een aantal duidelijk afgebakende onderwerpen uit de analyse zelfstandig te<br />

(be)studeren met de mogelijkheid van het stellen van vragen, AC2, AC7, BC8, 4.1, 4.5<br />

- is in staat om een gegeven probleemstelling te analyseren, correct te (her)formuleren in wiskundige<br />

termen en daarna de opgebouwde kennis creatief te gebruiken om het gestelde probleem<br />

gestructureerd op te lossen, AC1, AWC4, 4.2, 4.3, 6.1, 6.6<br />

- controleert kritisch elke tussenstap en het eindresultaat op zijn waarheidsgehalte, AWC1, 6.7<br />

Inhoud - Overzicht van reële functies, impliciete functies, parameterkrommen en krommen in poolcoördinaten<br />

- Limieten , afgeleiden (betekenis, rekenregels, impliciet afleiden, middelwaardestellingen)<br />

- Toepassingen op afgeleiden (differentialen, kettingregel- en extremavraagstukken, krommen)<br />

- Veeltermbenaderingen, Taylor- en MacLaurinreeksen + toepassingen<br />

- Rekentechnieken onbepaalde integralen, bepaalde integralen (Riemann- versus infinitesimale<br />

aanpak, hoofdstelling van de integraalrekening, oneigenlijke integraal)<br />

- Toepassingen op bepaalde integralen (zowel meetkundige als ingenieurstoepassingen)<br />

Werkvorm Theorie in grote groepen (18 u), gewone oefeningen in kleinere groepen (22,5 u), facultatieve<br />

differentiëring in de vorm van herhalingsoefeningen (9 u), PE-zelfstudieopdracht<br />

Studiemateriaal - Handboek: “Analyse voor het hoger onderwijs”, G.Deen en P.Levrie, De Boeck, ISBN 90-455-0796-5<br />

- Extra studiemateriaal gebruikt in de les waaronder oefeningenbundel en transparanten<br />

- Elektronische leeromgeving en CAS-toestel TI-Nspire<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans - Permanente Evaluatie (PE): schriftelijke test na zelfstudieopdracht (20% van de punten). Verplichte<br />

aanwezigheid op de test! Sanctie bij ongewettigde afwezigheid: ND (Niet Deelgenomen) voor het<br />

volledige dOO en dus automatisch herexamen voor analyse 1.<br />

- Schriftelijk examen KO (theorie) zonder hulpmiddelen (20% van de punten)<br />

- Schriftelijk examen BKV (oefeningen) met gebruik van formularium en TI-Nspire (60% van de punten)<br />

2 de examenkans - Schriftelijk examen KO en BKV: idem aan 1 ste examenkans<br />

- PE: de punten van de 1 ste examenkans blijven behouden, tenzij de student(e) beslist (op de dag van<br />

de 2 de examenkans) om deel te nemen aan de herkansingstest. Dan komen de nieuwe PE-punten in<br />

de plaats te staan. Overdracht van de PE-punten naar volgend academiejaar is niet mogelijk.<br />

48


3 FWIS1_1<br />

dOO<br />

Code<br />

Analyse 1<br />

FWIS1_1<br />

Algemene visie De wiskunde in deze opleiding is een hulpmiddel om de wonderen van de techniek te verstaan, te<br />

kunnen gebruiken en te helpen ontwikkelen. Wiskunde is de taal van de ingenieur en de basis die<br />

nodig is om te komen tot een beredeneerde kennis. De student(e) verwerft voldoende inzicht en<br />

vaardigheid om de belangrijkste wiskundige begrippen zelfstandig toe te passen op technische of<br />

toegepast wetenschappelijke problemen waarvan de behandeling tot de taak van een industrieel<br />

ingenieur behoort.<br />

De wetenschappelijke basis bestaat voor een beperkt gedeelte uit feitenmateriaal (kennen). De<br />

nadruk ligt echter veeleer op de redeneervaardigheden (begrijpen) en op het toepassen daarvan bij<br />

het oplossen van concrete problemen (toepassen). Zuiver abstracte wiskunde komt daarom ook<br />

weinig aan bod. Daarnaast leert de student ook een aantal rekentechnieken.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

De student(e) is vertrouwd met de onderwerpen behandeld in de opfrissingscursus wiskunde.<br />

Daarnaast heeft de student(e) aanleg om de taal van de wiskunde te hanteren, beschikt hij/zij over<br />

een kritisch redeneervermogen en een creatieve geest om probleemoplossend te denken.<br />

Steunt op: wiskundekennis uit de vooropleiding (secundair onderwijs). Vaak zijn de hoofdstukken<br />

uitgebreide uitdiepingen van geziene wiskundedelen die nodig zijn om technische of toegepast<br />

wetenschappelijke kennis te verwerven.<br />

Is basis voor: analyse 2 in 1ABA, numerieke wiskunde, signalen & systemen en wiskunde in de bouw<br />

in 2ABA. Daarnaast worden de gekozen onderwerpen beschouwd als toeleveringsonderdelen van<br />

ingenieursvakken zoals elektriciteit, mechanica, elektronica, sterkteleer, enz.<br />

De student(e) verwerft voldoende inzicht en vaardigheid om de belangrijkste wiskundige<br />

begrippen zelfstandig toe te passen, nieuwe informatie te verwerven en te structureren. Kritisch<br />

reflecteren over het eigen denken en de discipline en het vermogen om probleemoplossend te<br />

werken, wordt geleerd in de oefeningen.<br />

De bachelor verwerft een wetenschappelijke basisvorming die nodig is om te komen tot een<br />

beredeneerde kennis. De fundamenten voor de ontwikkeling van een kritische onderzoeksattitude<br />

worden in de wetenschapsvakken gelegd waarbij wiskunde een voortrekkersrol vervult.<br />

Inzet en zin voor nauwkeurigheid krijgen bijzondere aandacht. Dit betekent: het juist lezen van een<br />

tekst, de correcte term geven voor een begrip, de correcte definitie verwoorden voor een term,<br />

getallen en symbolen correct gebruiken en een correcte verklaring geven voor uitspraken en feiten.<br />

Gezien er in het latere beroepsleven waarschijnlijk gebruik gemaakt wordt van geïnformatiseerde<br />

hulpmiddelen, wordt het werken met een CAS-toestel in de wiskundevakken aangeleerd.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende leermateriaal:<br />

� “Calculus”, H. Anton, I. Bivens en S. Davis, John Wiley & Sons, INC, ISBN 0-471-38157-8<br />

(Taal: Engels)<br />

� “Calculus with analytic geometry”, R. Ellis en D. Gulick, Harcourt brace Jovanovich, ISBN 0-<br />

15-505737-5 (Taal: Engels)<br />

� “Analyse voor ingenieurs”, D. Keppens, Acco, ISBN 90-334-6232-X<br />

� “Wiskunde voor het hoger onderwijs”, delen 1 en 2, L. Papula, Academic Service, ISBN 90-<br />

6233-904-2<br />

� “Wiskunde in werking, deel 2, analyse toegepast”, M. de Gee, Epsilon uitgaven, ISBN 90-<br />

5041-076-2<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling:<br />

� De zelfstudieopdracht in het kader van de permanente evaluatie bestaat uit een aantal<br />

duidelijk afgebakende onderwerpen uit het domein van de analyse. Ter voorbereiding van<br />

de test moet de student(e) deze onderwerpen zelfstandig verwerken aan de hand van een<br />

leidraadtekst, extra achtergrondinformatie hierover opzoeken en opdrachten oplossen. Alle<br />

opgesomde beoordelingscriteria zijn opnieuw van toepassing bij het verbeteren van de test.<br />

49


4 FWIS1_2<br />

dOO<br />

Code<br />

Analyse 2<br />

FWIS1_2<br />

Coördinator Giovanni Vanroelen (VnGi)<br />

Lesgever(s) Marie-Godelieve Lemmens (LmLi), Andy Snoecx (SnoAn)<br />

Opleidingsfase 1ABA<br />

ECTS-punten 4 Tot.: 112 u KO: 18 u BKV: 22,5 u ZS: 71,5 u<br />

Niveau Uitdiepend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student(e) beschikt over:<br />

1. een ruime veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.5, 1.6<br />

2. praktische vaardigheden 2.2, 2.3<br />

3. communicatievaardigheden 3.1<br />

4. algemene beroepsattitudes 4.1, 4.2, 4.3<br />

6. elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.1, 6.6, 6.7<br />

De student(e):<br />

- kent de correcte formulering en/of wiskundig bewijs/motivatie van belangrijke begrippen (definities),<br />

stellingen of eigenschappen uit de cursus en is in staat om ook andere analoge eigenschappen te<br />

bewijzen, WC1, AC1, 1.1, 1.2, 1.3<br />

- begrijpt de definities, formules, eigenschappen en oplossingsmethoden uit de cursus en weet welke<br />

bruikbaar zijn om een probleem met al dan niet een (vakoverschrijdend) verhaalelement schriftelijk<br />

op te lossen, AC2, AC6, AWC4, 1.3, 1.6, 3.1<br />

- weet elementen uit de cursus analyse te structureren om verbanden te leggen met andere<br />

elementen uit de wiskunde en uit toegepast wetenschappelijke of technologische disciplines, AWC1,<br />

1.5<br />

- kent de troeven maar ook de beperkingen van het CAS-toestel om het op een verantwoorde manier<br />

te gebruiken tijdens het oplossingsproces van oefeningen, AWC4, 2.2<br />

- werkt nauwkeurig en volledig door gebruik te maken van correcte notaties in formules en<br />

berekeningen, het duidelijk schetsen van grafieken, het vermelden van alle tussenstappen +<br />

voorwaarden en het verklaren van de gebruikte symbolen, AWC4, 2.3<br />

- is bekwaam om bijkomende informatie/voorbeelden over de behandelde onderwerpen in de les<br />

zelfstandig te (be)studeren met de mogelijkheid van het stellen van vragen, AC2, AC7, 4.1<br />

- is in staat om een probleemstelling te analyseren, correct te (her)formuleren in wiskundige termen<br />

en daarna de opgebouwde kennis creatief te gebruiken om het gestelde probleem gestructureerd op<br />

te lossen, AC1, AWC4, 4.2, 4.3, 6.1, 6.6<br />

- controleert kritisch elke tussenstap en het eindresultaat op zijn waarheidsgehalte, AWC1, 6.7<br />

Inhoud - Functies met meer veranderlijken: partiële afgeleiden, raakvlak, totaal differentiaal,<br />

richtingsafgeleide & gradiëntbegrip, vrije en gebonden extrema (methode van Lagrange) met<br />

aandacht voor meetkundige (ruimtelijke) interpretatie<br />

- Meervoudige integralen (cartesische, pool-, cilinder- en bolcoördinaten) en toepassingen (vooral<br />

volume, traagheidsmoment en zwaartepunt)<br />

- Oplossingsmethodes van differentiaalvergelijkingen van de eerste en hogere orde + toepassingen<br />

Werkvorm Theorie in grote groepen (18 u), gewone oefeningen in kleinere groepen (22,5 u)<br />

Studiemateriaal - Handboek: “Analyse voor het hoger onderwijs”, G.Deen en P.Levrie, De Boeck, ISBN 90-455-0796-5<br />

- Extra studiemateriaal gebruikt in de les waaronder oefeningenbundel en transparanten<br />

- Elektronische leeromgeving en CAS-toestel TI-Nspire<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans - Schriftelijk examen KO (theorie) zonder hulpmiddelen (25% van de punten)<br />

- Schriftelijk examen BKV (oefeningen) met gebruik van formularium en TI-Nspire (75% van de<br />

punten)<br />

2 de examenkans Idem aan 1 ste examenkans<br />

50


4 FWIS1_2<br />

dOO<br />

Code<br />

Analyse 2<br />

FWIS1_2<br />

Algemene visie De wiskunde in deze opleiding is een hulpmiddel om de wonderen van de techniek te verstaan, te<br />

kunnen gebruiken en te helpen ontwikkelen. Wiskunde is de taal van de ingenieur en de basis die<br />

nodig is om te komen tot een beredeneerde kennis. De student(e) verwerft voldoende inzicht en<br />

vaardigheid om de belangrijkste wiskundige begrippen zelfstandig toe te passen op technische of<br />

toegepast wetenschappelijke problemen waarvan de behandeling tot de taak van een industrieel<br />

ingenieur behoort.<br />

De wetenschappelijke basis bestaat voor een beperkt gedeelte uit feitenmateriaal (kennen). De<br />

nadruk ligt echter veeleer op de redeneervaardigheden (begrijpen) en op het toepassen daarvan bij<br />

het oplossen van concrete problemen (toepassen). Zuiver abstracte wiskunde komt daarom ook<br />

weinig aan bod. Daarnaast leert de student ook een aantal rekentechnieken.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

De student(e) is vertrouwd met de leerstof van analyse 1. Daarnaast heeft de student(e) aanleg om<br />

de taal van de wiskunde te hanteren, beschikt hij/zij over een kritisch redeneervermogen en een<br />

creatieve geest om probleemoplossend te denken.<br />

Steunt op: analyse 1<br />

Is basis voor: numerieke wiskunde, signalen & systemen en wiskunde in de bouw in 2ABA. Daarnaast<br />

worden de gekozen onderwerpen beschouwd als toeleveringsonderdelen van ingenieursvakken zoals<br />

elektriciteit, mechanica, elektronica, sterkteleer, enz.<br />

De student(e) verwerft voldoende inzicht en vaardigheid om de belangrijkste wiskundige<br />

begrippen zelfstandig toe te passen, nieuwe informatie te verwerven en te structureren. Kritisch<br />

reflecteren over het eigen denken en de discipline en het vermogen om probleemoplossend te<br />

werken, wordt geleerd in de oefeningen.<br />

De bachelor verwerft een wetenschappelijke basisvorming die nodig is om te komen tot een<br />

beredeneerde kennis. De fundamenten voor de ontwikkeling van een kritische onderzoeksattitude<br />

worden in de wetenschapsvakken gelegd waarbij wiskunde een voortrekkersrol vervult.<br />

Inzet en zin voor nauwkeurigheid krijgen bijzondere aandacht. Dit betekent: het juist lezen van een<br />

tekst, de correcte term geven voor een begrip, de correcte definitie verwoorden voor een term,<br />

getallen en symbolen correct gebruiken en een correcte verklaring geven voor uitspraken en feiten.<br />

Gezien er in het latere beroepsleven waarschijnlijk gebruik gemaakt wordt van geïnformatiseerde<br />

hulpmiddelen, wordt het werken met een CAS-toestel in de wiskundevakken aangeleerd.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende leermateriaal:<br />

� “Calculus”, H. Anton, I. Bivens en S. Davis, John Wiley & Sons, INC, ISBN 0-471-38157-8<br />

(Taal: Engels)<br />

� “Calculus with analytic geometry”, R. Ellis en D. Gulick, Harcourt brace Jovanovich, ISBN 0-<br />

15-505737-5 (Taal: Engels)<br />

� “Analyse voor ingenieurs”, D. Keppens, Acco, ISBN 90-334-6232-X<br />

� “Wiskunde voor het hoger onderwijs”, delen 1 en 2, L. Papula, Academic Service, ISBN 90-<br />

6233-904-2<br />

� “Wiskunde in werking, deel 2, analyse toegepast”, M. de Gee, Epsilon uitgaven, ISBN 90-<br />

5041-076-2<br />

51


5 FALG1<br />

OO<br />

Code<br />

Algebra en MATLAB<br />

FALG1<br />

Coördinator Giovanni Vanroelen (VnGi)<br />

Lesgever(s) Marie-Godelieve Lemmens (LmLi), Andy Snoecx (SnoAn)<br />

Opleidingsfase 1ABA<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84 u KO: 12 u BKV: O 12 u + PC 8 u ZS: 52 u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student(e) beschikt:<br />

1. over een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.6<br />

2. over praktische vaardigheden 2.2, 2.3<br />

3. over communicatievaardigheden 3.1<br />

4. over algemene beroepsattitudes 4.1, 4.2, 4.3<br />

6. over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.1, 6.6, 6.7<br />

De student(e):<br />

- begrijpt de definities, formules, stellingen of eigenschappen uit de cursus en weet welke<br />

nodig/bruikbaar zijn om een algebraïsch probleem (in de ruime zin van het woord) schriftelijk op te<br />

lossen, WC1, AC1, AC6, 1.1, 1.2, 3.1<br />

- kent de verschillende oplossingsmethoden en -strategieën om problemen uit de algebra met al dan<br />

niet een (vakoverschrijdend) verhaalelement aan te pakken, AC1, AC2, AWC4, 1.3, 1.6<br />

- kent de troeven maar ook de beperkingen van het CAS-toestel om het op een verantwoorde manier<br />

te gebruiken tijdens het oplossingsproces, AWC4, 2.2<br />

- weet hoe hij algebraïsche en wiskundige problemen m.b.v. MATLAB kan oplossen, AWC4, 2.2<br />

- werkt nauwkeurig en volledig door gebruik te maken van correcte notaties in formules en<br />

berekeningen, het vermelden van alle tussenstappen + voorwaarden en het verklaren van de<br />

gebruikte symbolen, AWC4, 2.3<br />

- is bekwaam om bijkomende informatie/voorbeelden over de behandelde onderwerpen in de les<br />

zelfstandig te (be)studeren met de mogelijkheid van het stellen van vragen, AC2, AC7, 4.1<br />

- is in staat om een gegeven probleemstelling te analyseren, correct te (her)formuleren in wiskundige<br />

termen en daarna de opgebouwde kennis creatief te gebruiken om het gestelde probleem<br />

gestructureerd op te lossen, AC1, AWC4, 4.2, 4.3, 6.1, 6.6<br />

- controleert kritisch elke tussenstap en het eindresultaat op zijn waarheidsgehalte, AWC1, 6.7<br />

Inhoud - Matrixrekenen, inverse matrices, determinanten en stelsels<br />

- Lineaire algebra met vectoren (vectorruimten, lineaire (on)afhankelijkheid, basis, …)<br />

- Punten, rechten & vlakken (parametervergelijking en cartesische vergelijking, ligging, afstanden, ...)<br />

- Lineaire transformaties<br />

- Eigenwaarden en eigenvectoren + toepassingen hierop<br />

- Algebraïsche en wiskundige technieken met behulp van MATLAB<br />

Werkvorm Theorie in grote groepen (12 u), gewone oefeningen in kleinere groepen (12 u), MATLAB-oefeningen<br />

in een PC-lokaal in kleinere groepen (8 u)<br />

Studiemateriaal - Cursustekst en oefeningenbundel algebra<br />

- Extra studiemateriaal gebruikt in de les<br />

- Inleidende cursustekst MATLAB met bijhorende opgaven en MATLAB software<br />

- Elektronische leeromgeving en CAS-toestel TI-Nspire<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans - Permanente evaluatie (PE): computertest MATLAB met gebruik van formularium (25% van de<br />

punten). Verplichte aanwezigheid op de test! Sanctie bij ongewettigde afwezigheid: ND (Niet<br />

Deelgenomen) voor het volledige OO en dus automatisch herexamen voor algebra en MATLAB.<br />

- Schriftelijk examen met gebruik van TI-Nspire (75% van de punten – uitsluitend BKV)<br />

2 de examenkans - Schriftelijk examen BKV: idem aan 1 ste examenkans<br />

- Permanente evaluatie: de punten van de 1ste examenkans blijven behouden, tenzij de student(e)<br />

beslist (op de dag van de 2 de examenkans) om deel te nemen aan de herkansingscomputertest. Dan<br />

komen de nieuwe PE-punten in de plaats te staan. Overdracht van de PE-punten naar volgend<br />

academiejaar is niet mogelijk.<br />

52


5 FALG1<br />

OO<br />

Code<br />

Algebra en MATLAB<br />

FALG1<br />

Algemene visie De wiskunde in deze opleiding is een hulpmiddel om de wonderen van de techniek te verstaan, te<br />

kunnen gebruiken en te helpen ontwikkelen. Wiskunde is de taal van de ingenieur en de basis die<br />

nodig is om te komen tot een beredeneerde kennis. De student(e) verwerft voldoende inzicht en<br />

vaardigheid om de belangrijkste wiskundige begrippen zelfstandig toe te passen op technische of<br />

toegepast wetenschappelijke problemen waarvan de behandeling tot de taak van een industrieel<br />

ingenieur behoort.<br />

De wetenschappelijke basis bestaat voor een beperkt gedeelte uit feitenmateriaal (kennen). De<br />

nadruk ligt echter veeleer op de redeneervaardigheden (begrijpen) en op het toepassen daarvan bij<br />

het oplossen van concrete problemen (toepassen). Zuiver abstracte wiskunde komt daarom ook<br />

weinig aan bod. Daarnaast leert de student een aantal rekentechnieken.<br />

Hij maakt ook kennis met een technische softwareomgeving (MATLAB) die wereldwijd in de industrie<br />

gebruikt wordt voor allerhande wiskunde toepassingen.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

De student(e) is vertrouwd met basisbegrippen uit de algebra zoals matrices en stelsels. Daarnaast<br />

heeft de student(e) aanleg om de taal van de wiskunde te hanteren, beschikt hij/zij over een kritisch<br />

redeneervermogen en een creatieve geest om probleemoplossend te denken.<br />

Steunt op: wiskundekennis uit de vooropleiding (secundair onderwijs). Vaak zijn de hoofdstukken<br />

uitgebreide uitdiepingen van geziene wiskundedelen die nodig zijn om technische of toegepast<br />

wetenschappelijke kennis te verwerven.<br />

Is basis voor: ingenieursvakken zoals elektriciteit, mechanica, elektronica, sterkteleer, enz.<br />

De student(e) verwerft voldoende inzicht en vaardigheid om de belangrijkste wiskundige<br />

begrippen zelfstandig toe te passen, nieuwe informatie te verwerven en te structureren. Kritisch<br />

reflecteren over het eigen denken en de discipline en het vermogen om probleemoplossend te<br />

werken, wordt geleerd in de oefeningen.<br />

De bachelor verwerft een wetenschappelijke basisvorming die nodig is om te komen tot een<br />

beredeneerde kennis. De fundamenten voor de ontwikkeling van een kritische onderzoeksattitude<br />

worden in de wetenschapsvakken gelegd waarbij wiskunde een voortrekkersrol vervult.<br />

Inzet en zin voor nauwkeurigheid krijgen bijzondere aandacht. Dit betekent: het juist lezen van een<br />

tekst, de correcte term geven voor een begrip, de correcte definitie verwoorden voor een term,<br />

getallen en symbolen correct gebruiken en een correcte verklaring geven voor uitspraken en feiten.<br />

Gezien er in het latere beroepsleven waarschijnlijk gebruik gemaakt wordt van geïnformatiseerde<br />

hulpmiddelen, wordt het werken met een CAS-toestel en het softwarepakket MATLAB aangeleerd.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende leermateriaal:<br />

� “Linear Algebra and its Applications”, David C. Lay, Pearson International Edition, ISBN 0-<br />

321-31485-9 (Taal: Engels)<br />

� “Leren werken met MATLAB”, K. Meerbergen, N. Scheerlinck en Y. Vanberghen, Acco,<br />

ISBN 90-3347-791-1<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling:<br />

� de MATLABtest in het kader van de permanente evaluatie bestaat uit een aantal opdrachten<br />

uit het domein van de wiskunde (voornamelijk algebra) die de student binnen de voorziene<br />

tijdspanne moet oplossen m.b.v. het softwarepakket MATLAB in de vorm van m-files. De<br />

ingeleverde m-files worden beoordeeld op hun structuur (opbouw), efficiëntie, correcte<br />

interpretatie van de gegeven probleemstelling, volledigheid, juistheid van de eindresultaten,<br />

(kritische) commentaar geschreven bij de tussenstappen, kwaliteit van de gemaakte figuren<br />

en de al dan niet aanwezigheid van syntaxfouten.<br />

53


6 FINF1<br />

OO<br />

Code<br />

Informatica 1<br />

T1: beginselen van programmeren in VBA<br />

T2: beginselen van OO-programmeren in Java<br />

FINF1<br />

Coördinator Kris Aerts (AeKr)<br />

Lesgever(s) Leo Rutten (RuLe), Herman Boyen (BoHe), Koen Gilissen (GiKo)<br />

Opleidingsfase 1ABA<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 77u KO: 5u BKV: 22u ZS: 50u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt<br />

1. over een ruime veelzijdige, wetenschappelijk en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1,1.2,1.3,1.4<br />

2. over praktische vaardigheden 2.1,2.2, 2.4<br />

3. over communicatievaardigheden 3.1,3.3, 3.5<br />

4. over algemene beroepsattitudes 4.2,4.3, 4.5, 4.11<br />

6. over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig denken 6.3,6.6<br />

De student kan:<br />

Trim. 1 Visual Basic-macro’s in Excel opnemen, de code ervan begrijpen en aanpassen<br />

variabelen en gegevenstypes m.i.v. arrays samen met hun operatoren toepassen<br />

controlestructuren gebruiken om keuzes en herhalingen te implementeren<br />

code algemener maken door gebruik te maken van functies en procedures met parameters<br />

een probleemstelling van beperkte complexiteit omzetten in een werkende VBA-macro<br />

AC1, AWC4, BC2, BC5, BC8<br />

1.2,1.3, 2.1,2.2, 3.1, 4.2,4.3,4.5,4.11, 6.3,6.6<br />

Trim. 2 het verschil tussen klassen en objecten verklaren en uitleggen<br />

het bereik van variabelen (klasse-, object- en lokale variabelen) begrijpen en toepassen<br />

voor een eenvoudig probleem klassen en methodes in Java ontwerpen en implementeren<br />

de uitvoering van het programma verklaren en de debugger gebruiken<br />

WC1, AC1, AC2, AWC4, AC6, BC2, BC5, BC8<br />

1.1,1.2,1.3,1.4, 2.1,2.2,2.4, 3.1,3.3,3.5, 4.2,4.3,4.5,4.11, 6.3,6.6<br />

Inhoud In Excel macro’s opnemen, bestuderen, aanpassen en optimaliseren<br />

Syntax en semantiek van opdrachten (variabelen declareren, controlestructuren, … ) in VBA<br />

Kennis van de soorten objecten die je met VBA in Excel kan aansturen<br />

Met functies, methodes en parameters algoritmes opstellen, implementeren en fouten opsporen<br />

Werken volgens de principes van “Objecten Eerst” (met BlueJ)<br />

Een eenvoudige klasse in Java ontwerpen en implementeren<br />

Verschillende klassen en objecten laten samenwerken<br />

Werkvorm De klemtoon ligt op de PC-sessies waar kennisoverdracht en kennisverwerving geïntegreerd<br />

gebeuren en elke student op een PC de oefeningen oplost. Bijkomend is er kennisoverdracht in<br />

grotere groepen waarin we de concepten en ontwerpstrategieën interactief aanbrengen.<br />

Studiemateriaal Specifieke cursussen voor elk trimester, ontwikkeld door de betrokken docenten.<br />

Modeloplossingen op het elektronisch leerplatform.<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans T1 (1/3 van de punten): zelfstandig thuiswerk (20%) en oefeningenexamen op PC (80%)<br />

T2 (2/3 van de punten) zelfstandig thuiswerk (25%) en schriftelijk, openboekexamen (75%)<br />

2 de examenkans T1 (1/3 van de punten) oefeningenexamen op PC; voor T2 (2/3 van de punten) schriftelijk,<br />

openboekexamen (100%)<br />

54


6 FINF1<br />

OO<br />

Code<br />

Informatica 1<br />

T1: beginselen van programmeren in VBA<br />

T2: beginselen van OO-programmeren in Java<br />

FINF1<br />

Algemene visie Vanuit de brede ingenieursvorming opteren we voor de moderne praktijk met object-georienteerd<br />

software-ontwerp. We doen dit in Java omdat deze taal internationaal in academische middens, zowel<br />

bij ingenieurs als zuivere informatici, als normtaal gebruikt wordt. Extra argumenten zijn de<br />

aanwezigheid van de didactische programmeeromgeving BlueJ en de ondersteuning voor GUItoepassingen<br />

in MVC. De leerlijn gaat in 3 fasen:<br />

1. programming in the small met aandacht voor basisconstructies zoals variabelen, functies met<br />

parameters, controlestructuren en het werken met objecten en hun eigenschappen<br />

2. OO-programming in the small volgens de leermethode “Objecten eerst” van BlueJ<br />

3. OO-programming in the large(r) (in 2ABA) met het ontwerp-patroon Model-View-Controller,<br />

waarbij we ook dieper ingaan op de verschillende vormen van erving.<br />

- De eerste fase heeft vooral als doel de instap in object-oriëntatie te vereenvoudigen, en wordt<br />

daarom beperkt tot 1 studiepunt. We kiezen voor Visual Basic for Applications (VBA) in Excel<br />

omdat dit een gemakkelijke instapomgeving is en we hiermee doelgerichte macro’s kunnen<br />

ontwikkelen in Office voor de automatisering van rekenopdrachten, bv. bij andere<br />

opleidingsonderdelen.<br />

- De 2 e fase met 2 studiepunten sluit het 1 e jaar af met basiskennis van object-oriëntatie in Java.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Dit opleidingsonderdeel verwacht geen voorkennis informatica buiten het kunnen uitvoeren van<br />

dagdagelijkse taken met de computer en het werken met internet.<br />

Steunt op: nihil<br />

Is basis voor: Grafische Applicaties in Java<br />

Als basisvak informatica komen de studenten niet direct in aanraking met de nieuwste onderzoeksresultaten.<br />

Toch is de IDE BlueJ het resultaat van onderwijsgericht onderzoek en wijzen we studenten<br />

op historische inzichten en keuzes die gemaakt worden in de ontwikkeling van programmeertalen.<br />

Kunnen werken met Excel vindt het werkveld meestal vanzelfsprekend. Via de kennis VBA kunnen<br />

studenten bepaalde taken automatiseren en op die manier een efficiëntiewinst bekomen.<br />

De kennis Java wordt nog aangevuld in het tweede jaar, maar geeft nu al inzicht in de complexiteit<br />

van software-ontwikkeling en technieken om deze complexiteit beheersbaar te maken.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende leermateriaal: Tutorials, helpfiles van de verschillende bibliotheken, externe websites,<br />

verwijzingen naar VBA- en Java-boeken (waarvan een deel verkrijgbaar zijn in de bibliotheek)<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling:<br />

De evaluatievorm volgt de stijgende leercurve: de taak in de loop van T1 en het oefeningenexamen<br />

op het einde van T1 zijn nog van een eerder beperkte omvang, maar in T2 volgt er al een<br />

uitgebreidere zelfstandige taak en een examen met vooral competentiegerichte oefeningen, naast<br />

eventueel een beperkte kennistoets. Dit examen is volledig open boek waarbij de student ook de<br />

modeloplossingen van oefeningen mag gebruiken: niet alleen de code, maar vooral de redenering<br />

erachter van belang bij het ontwerpen van een informatica-oplossing.<br />

Bij de taak en de gequoteerde oefening van VBA is het op zijn minst noodzakelijk dat de oplossing<br />

effectief werkt. Daarnaast besteedt de student aandacht aan de kwaliteit van de implementatie:<br />

� het gebruik van controlestructuren waar dat nodig is,<br />

� aandacht voor herbruikbaarheid door gebruik van functies, parameters en lokale variabelen,<br />

� en leesbaarheid van de code.<br />

In de taak van Java bewijst de student de eigen ontwerpscompetenties en dat hij/zij de implementatie<br />

volledig kan afwerken tot in de details. Bij het examen Java komen de ontwerp- en implementatievaardigheden<br />

nogmaals aan bod, bijvoorbeeld door een oefening op te lossen of de werking van een<br />

gegeven programma te bespreken. De student bewijst ook inzicht in het geheel van de stof (bv over<br />

samenhang klassen en objecten of over de manier van werken met methodes en parameters).<br />

55


7 FELO1<br />

OO<br />

Code<br />

Analoge Elektronica<br />

FELO1<br />

Coördinator Ronald Thoelen (ThRo)<br />

Lesgever(s) Jan Genoe (GeJa), Koen Gillissen (GiKo), Jeroen Broeders (BrJe), Dirk Smets (SmDi)<br />

Opleidingsfase 1ABA<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84 u KO: 18 u BKV: 9 u + L6u ZS: 50 u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt<br />

1. over een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan<br />

toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.7<br />

2. over praktische vaardigheden 2.1, 2.2, 2.3<br />

3. over communicatievaardigheden 3.1, 3.2, 3.3, 3.4<br />

6. over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en<br />

projectmatig handelen 6.3<br />

De student:<br />

- begrijpt waarom halfgeleiders de mogelijkheid bieden stromen en spanningen te sturen. WC1,1.1<br />

- kent de basisprincipes van de verschillende componenten WC1,1.1,1.7<br />

- kent de circuitmodellen van de verschillende elektronische componenten (conductieve en<br />

capacitieve component) WC1,1.1<br />

- kan deze elektronische componenten gebruiken om schakelingen op te bouwen WC1,AC1,1.2,1.3<br />

- kan CMOS basispoorten opbouwen op basis van nMOS en pMOS transistors AC1, 1.3<br />

- kan in het labo een schakeling opbouwen en de resultaten visualiseren en rapporteren AWC4,<br />

AC6,2.1,2.2,2.3,3.1<br />

- kan een poster maken over een elektronische component. AC2,AC6,3.2,3.3,3.4, 6.3<br />

Inhoud - Inleiding halfgeleiders<br />

- Toepassing van diodes<br />

- Speciale diodes<br />

- Transistors<br />

- Veldeffecttransistors<br />

Werkvorm Hoorcolleges, labo- en oefenzittingen<br />

Studiemateriaal Elektronisch leerplatform met slides en aanvullende informatie<br />

Handboek: Electronics, 2010, Pearson Custom Publications<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Theorie (50%) + Oefeningen (40%): schriftelijk examen (gesloten boek)<br />

Labo: permanente evaluatie (10%). Verplichte aanwezigheid tijdens de labo’s.<br />

2 de examenkans Theorie (50%) + Oefeningen (40%): mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek)<br />

Labo: Er is geen tweede examenkans mogelijk. De beoordeling over het labo uit de eerste<br />

examenkans wordt overgenomen.<br />

56


7 FELO1<br />

OO<br />

Code<br />

Analoge Elektronica<br />

FELO1<br />

Algemene visie “Ambient intelligence” zal ontegensprekelijk in de nabije toekomst een van de hoofdkenmerken<br />

worden van onze leefomgeving. Waar anno 2005 elektronica nog zichtbaar aanwezig is in een steeds<br />

toenemend aantal toestellen, zal anno 2020 elektronica veel meer onzichtbaar aanwezig zijn in bijna<br />

elk gebruiksvoorwerp. Deze verschillende gebruiksvoorwerpen zullen onderling informatie uitwisselen,<br />

bv een chip in een kostuum zal de wasmachine vertellen welk wasprogramma dient gebruikt te<br />

worden, de elektronica in het etiket van een fles chemicaliën zal toelaten te volgen wat met wat<br />

gemengd wordt en zal toelaten alarm te slaan wanneer dat gevaarlijk wordt, de sensor in een<br />

autoband zal draadloos doorgeven wanneer deze autoband aan vervanging toe is, de elektronica in<br />

een wegwerpplakkertje op een wonde zal toelaten het genezingsproces te volgen en alarm te slaan in<br />

geval van infectie, de elektronica in een verpakking zal aangeven wat de kostprijs is van dat product,<br />

wanneer een product vervallen is en hoe het gerecycleerd kan worden. De gewone gebruiker zal in de<br />

toekomst hoe langer hoe minder een besef dienen te hebben van de aanwezigheid van elektronica,<br />

laat staan van hoe dit alles functioneert. Het tegendeel is echter waar voor elke ingenieur. Waar<br />

vroeger de elektronica in een redelijk beperkt aantal toestellen aanwezig was, was het eenvoudig het<br />

ontwerp van deze elektronica over te laten aan een redelijk beperkt aantal ingenieurs. De toekomstige<br />

alomtegenwoordigheid van elektronica vereist dat elke ingenieur zich, weliswaar op conceptniveau,<br />

hiermee zal moeten bezig houden. Hiervoor is het primordiaal dat elke ingenieur (ook een toekomstig<br />

ingenieur bouwkunde, chemie of elektromechanica) een degelijk inzicht heeft in de achtergronden en<br />

de mogelijkheden van de elektronica. Dit inzicht begint bij het begrijpen van de componenten die in de<br />

elektronica gebruikt worden. Dit inzicht is dan ook de voornaamste focus van de cursus componenten.<br />

Er wordt vertrokken van het inzicht in de verschillende halfgeleider materialen (ladingsdragers en<br />

transport) en er worden stap voor stap (diode, bipolaire transistor, JFET, MOSFET, …) de nodige<br />

begrippen en concepten geïntroduceerd om te komen tot de MOS veldeffecttransistor als dominante<br />

component in de hedendaagse (en toekomstige) elektronica. Aan de hand van deze component wordt<br />

dan vervolgens toegelicht hoe logische schakelingen kunnen bekomen worden en waarom de scaling<br />

zal blijven leiden tot een steeds toenemende kracht van de elektronica.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

De student moet beschikken over een diploma secundair onderwijs of een diploma dat hieraan<br />

gelijkgesteld is.<br />

De aanpak van deze cursus is derhalve dat ze de nodige achtergrond en inzicht geeft in de werking<br />

van de elektronica geeft die iedere ingenieur nodig heeft ongeacht de verdere keuze in zijn<br />

studieloopbaan en gelijktijdig de fundamenten legt voor de ingenieur die kiest voor elektronica als<br />

specialisatie.<br />

In dit opleidingsonderdeel wordt verwezen naar wetenschappelijke artikels en boeken die aan de<br />

grondslag liggen van de behandelde leerstof.<br />

Inzicht in de basiswerking van de elektronica biedt de facto ook een inzicht in mogelijkheden van deze<br />

elektronica. Inzicht in de mogelijkheden van de elektronica is onontbeerlijk voor eender welke<br />

ingenieur die vernieuwend wenst bezig te zijn in het werkveld.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende leermateriaal: SM Sze, 1992, Physics of Semiconductors, Wiley-Interscience<br />

57


8 FELI1_1<br />

dOO<br />

Code<br />

Elektriciteit 1_1<br />

FELT1_1<br />

Coördinator Michaël Daenen (DaMi)<br />

Lesgever(s) Geert Vandensande (VdsGe), Tim Clukers (ClTi), Eric Geuens (GeEr), Thijs Vandenryt (VaTh)<br />

Opleidingsfase 1ABA<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84u KO: 13,5u BKV: O 16u ZS: 54,5u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt:<br />

1. over een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan<br />

toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4<br />

De student:<br />

- Kan definities, formules en eenheden van elektrische grootheden exact formuleren en toepassen.<br />

WC1, AC1, 1.1,1.3<br />

- Kan basiswetten van de elektrostatica + magnetisme exact formuleren en gebruiken a) in<br />

oefeningen, b) bij de verklaring van de werking van elektrische toestellen, c) bij de afleiding van<br />

bepaalde formules. WC1, AC1, 1.1, 1.2, 1.3<br />

- Kan de handregels voor magnetisme vlot toepassen. AC1, WC1, 1.2, 1.3<br />

Inhoud Deel 1: Elektrostatica<br />

1. Inleidende begrippen.<br />

2. Het elektrisch veld.<br />

3. Geleiders en elektrische velden.<br />

4. Diëlektrica.<br />

5. Energie in het elektrisch veld.<br />

6. Condensatoren<br />

Deel 2: Elektromagnetisme<br />

1. Het magnetisme.<br />

2. Het elektromagnetisme.<br />

3. Magnetische materialen.<br />

4. Magnetische ketens.<br />

5. De Lorentzkrachten.<br />

6. De bewegings- en de geïnduceerde ems.<br />

7. Inductieve kringen.<br />

8. Magnetisch gekoppelde kringen.<br />

9. Wervelstromen.<br />

Werkvorm Mix van hoorcolleges en oefenzittingen.<br />

Studiemateriaal Eigen cursusteksten. Online informatie via Toledo.<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk examen over theorie (50%) en oefeningen (50%). Formularium mag gebruikt worden.<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen over theorie (50%) en oefeningen (50%). Formularium mag gebruikt worden.<br />

58


8 FELI1_1<br />

dOO<br />

Code<br />

Elektriciteit 1_1<br />

FELT1_1<br />

Algemene visie Deze cursus beoogt het aanbrengen van een wetenschappelijke basiskennis van het vakgebied<br />

“elektrotechniek” als onderdeel van de polyvalente voorbereiding op het ingenieursberoep en als<br />

voorbereiding op de master “industriële ingenieurswetenschappen”.<br />

In het eerste jaar is er heel wat herhaling van leerstof uit het secundair onderwijs. Deze herhaling<br />

gebeurt wel met een grotere diepgang. De wetenschappelijke basis bestaat voor een beperkt<br />

gedeelte uit feitenmateriaal (kennen). De nadruk ligt veeleer op redeneervaardigheden (begrijpen), en<br />

het oplossen van concrete problemen (toepassen).<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Er is in feite nauwelijks basiskennis “elektrotechniek” vereist. De cursus begint vanaf nul maar het<br />

tempo ligt behoorlijk hoog.<br />

Voor het volgen van dit opleidingsonderdeel is elementaire kennis van fysica (opbouw van de stof) en<br />

wiskunde (algebra, vectorrekenen, integraal- en differentiaalrekenen) een must.<br />

Steunt op: Kennis uit het secundair onderwijs<br />

Is basis voor: De opleidingsonderdelen in de leerlijn elektrotechniek.<br />

Het opleidingsonderdeel “Elektriciteit1” stelt resultaten van onderzoek voor zonder expliciet te<br />

verwijzen naar de onderzoeker of het onderzoek zelf. De studenten voeren onderzoeksgerelateerde<br />

opdrachten uit.<br />

Het juist hanteren van de disciplinegebonden wetmatigheden, grootheden en eenheden is een<br />

minimum eis om in het werkveld op eenduidige wijze te kunnen communiceren.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende leermateriaal:<br />

Douglas C. Giancoli; “Natuurkunde voor Wetenschap en Techniek: Elektrostatica en Magnetisme.<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling:<br />

De evaluatie peilt voornamelijk naar<br />

� inzicht<br />

� het vermogen om nieuwe problemen op te lossen<br />

� en het correct toepassen van de respectievelijke elektrische grootheden en hun eenheden.<br />

59


9 FELI1_2<br />

dOO<br />

Code<br />

Elektriciteit 1_2<br />

FELT1_2<br />

Coördinator Michaël Daenen (DaMi)<br />

Lesgever(s) Geert Vandensande (VdsGe), Tim Clukers (ClTi), Eric Geuens (GeEr), Thijs Vanderyt (VaTh)<br />

Opleidingsfase 1ABA<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84u KO: 9u BKV: O 16u L 8u ZS: 51u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Inhoud<br />

De student beschikt:<br />

1. over een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan<br />

toepassen 1.1, 1.2, 1.3.<br />

2. over praktische vaardigheden.2.1, 2.3<br />

De student:<br />

- Kan definities, formules en eenheden van magnetische grootheden exact formuleren en toepassen.<br />

AC1, WC1, 1.1, 1.2, 1.3<br />

- Kan basiswetten van elektrodynamica en wisselstroomtheorie exact formuleren en gebruiken a) in<br />

oefeningen, b) bij de verklaring van de werking van elektrische toestellen, c) bij de afleiding van<br />

bepaalde formules. AC1, WC1, 1.1, 1.2, 1.3<br />

- Kan rekentechnieken voor het oplossen van elektrische kringen, aangesloten op gelijkspanning en<br />

wisselspanning toepassen. WC1, AC1, 1.1, 1.2, 1.3<br />

- Kan schakelingen opbouwen, doormeten en de meetresultaten interpreteren. AC1, AWC1, AWC4,<br />

1.3, 1.4, 2.1, 2.3<br />

Deel 3: Elektrodynamica<br />

1. De elektrische stroomkring.<br />

2. Elektrische grootheden.<br />

3. Elektrische schakelingen en hun oplossingsmethoden.<br />

Deel 4: Wisselstroomtheorie / toepassingen op magnetisme<br />

1. Fasordiagram - complexe voorstelling van spanningen, stromen en impedanties.<br />

2. RLC-resonanties<br />

3. Vermogensoverdracht<br />

4. Ideale transformator<br />

Labo<br />

Inleiding: Hoe gebruik je een meetinstrument? / Weerstanden.<br />

1. De serie- en parallelschakeling.<br />

2. De V-A-metermeetmethode.<br />

3. De potentiometer.<br />

4. Gemengde en complexe schakelingen.<br />

Werkvorm Mix van hoorcolleges, oefenzittingen en labo’s.<br />

Studiemateriaal Eigen cursusteksten. Online informatie via Toledo: Demo video’s bij het inleidend labo.<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk examen over theorie (40%) en oefeningen (40%). Het formularium mag gebruikt worden.<br />

Permanente evaluatie van het labo (20%). Verplichte aanwezigheid tijdens alle labo’s.<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen over theorie (40%) en oefeningen (40%). Het formularium mag gebruikt worden.<br />

Voor de labo’s is er geen tweede examenkans. De punten van de eerste examenkans blijven<br />

behouden.<br />

60


9 FELI1_2<br />

dOO<br />

Code<br />

Elektriciteit 1_2<br />

FELT1_2<br />

Algemene visie Deze cursus beoogt het aanbrengen van een wetenschappelijke basiskennis van het vakgebied<br />

“elektrotechniek” als onderdeel van de polyvalente voorbereiding op het ingenieursberoep en als<br />

voorbereiding op de master “industriële ingenieurswetenschappen”.<br />

In het eerste jaar is er heel wat herhaling van leerstof uit het secundair onderwijs. Deze herhaling<br />

gebeurt wel met een grotere diepgang. De wetenschappelijke basis bestaat voor een beperkt<br />

gedeelte uit feitenmateriaal (kennen). De nadruk ligt veeleer op redeneervaardigheden (begrijpen), en<br />

het oplossen van concrete problemen (toepassen).<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Er is in feite nauwelijks basiskennis “elektrotechniek” vereist. De cursus begint vanaf nul maar het<br />

tempo ligt behoorlijk hoog.<br />

Voor het volgen van dit opleidingsonderdeel is elementaire kennis van fysica (opbouw van de stof) en<br />

wiskunde (algebra, vectorrekenen, integraal- en differentiaalrekenen) een must.<br />

Steunt op: Kennis uit het secundair onderwijs<br />

Is basis voor: De opleidingsonderdelen in de leerlijn elektrotechniek.<br />

Het opleidingsonderdeel “Elektriciteit1” stelt resultaten van onderzoek voor zonder expliciet te<br />

verwijzen naar de onderzoeker of het onderzoek zelf.<br />

Het juist hanteren van de disciplinegebonden wetmatigheden, grootheden en eenheden is een<br />

minimum eis om in het werkveld op eenduidige wijze te kunnen communiceren.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende leermateriaal:<br />

Douglas C. Giancoli; “Natuurkunde voor Wetenschap en Techniek: Elektrostatica en Magnetisme.<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling:<br />

De evaluatie peilt voornamelijk naar<br />

� inzicht<br />

� het vermogen om nieuwe problemen op te lossen<br />

� en het correct toepassen van de respectievelijke elektrische grootheden en hun eenheden<br />

- Overdracht van labcijfer naar volgend academiejaar is mogelijk indien minimum 10/20 behaald werd.<br />

61


10 FFYS1<br />

OO<br />

Code<br />

Fysica 1<br />

FFYS1<br />

Coördinator Els Wieërs (WiEl)<br />

Lesgever(s) Brecht Baeten (BaBr), Lisette Vandael (VaLi), Dirk Willem (WiDi) en Stan Wouters (WouSt)<br />

Opleidingsfase 1ABA<br />

ECTS-punten 5 Tot.: 140u KO: 27u BKV: 31u (L 8u + O 23u) ZS: 82u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Inhoud<br />

De student beschikt<br />

1. over een ruime veelzijdige, wetenschappelijk en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.5<br />

2. over praktische vaardigheden 2.1, 2.2, 2.3<br />

3. over communicatievaardigheden 3.1, 3.2<br />

4. over algemene beroepsattitudes 4.1, 4.2, 4.3, 4.5, 4.6, 4.7, 4.12<br />

6. over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.1, 6.7<br />

De student kan tijdens het theoretisch examen:<br />

- de fysische begrippen definiëren en eenheden van deze begrippen benoemen en/of afleiden. Hij kan (verschillen tussen)<br />

begrippen in woorden en met een schets of grafiek uitleggen.WC1, AC1, AC2, 1.1, 1.3<br />

- fysische vergelijkingen afleiden. Hij kan de veronderstellingen en een situatieschets geven. Hij kan in de situatieschets de<br />

grootheden uit de af te leiden formule vermelden. Hij kan de formules of wetten die tijdens de afleiding gebruikt worden<br />

beargumenteren. WC1,AC1, AC2, 1.1, 1.3<br />

- fysische begrippen en vergelijkingen gebruiken om fysische verschijnselen (in praktische toepassingen) te verklaren<br />

WC1,AC1,AC2, AWC1, 1.1,1.3,1.5<br />

- deze informatie zelfstandig, gestructureerd en schriftelijk rapporteren. AC6, BC8, 3.1,4.5<br />

De student kan tijdens het oefeningenexamen<br />

- oefeningen zelfstandig oplossen met de methode van probleemoplossend denken: Hij kan de opgave vertalen naar een<br />

‘gegeven-gevraagde-formules’-structuur. Hij kan op een creatieve manier tot een oplossing komen door het opbouwen van<br />

wetenschappelijke redeneringen, het toepassen van fysische wetten en wiskundige technieken. Hij kan het gevraagde in<br />

formulevorm afzonderen. Hij kan alle redeneringstappen opschrijven; AC1, AC2, AC6, AWC1 ,AWC4, BC8, 1.3, 2.3, 3.1,<br />

4.2, 4.3, 4.5, 6.1, 6.7<br />

De student kan tijdens de permanente evaluatie<br />

- tonen dat hij de theoretische achtergrond van het labo via zelfstudie heeft voorbereid. Hij moet in teamverband, op veilige en<br />

nauwkeurige wijze een labo-opdracht kunnen uitvoeren: kan door middel van proeven de theoretische formules verifiëren en<br />

de meettoestellen gebruiken, een software programma gebruiken waarmee datagegevens via fysische sensoren ingelezen<br />

worden, kan met behulp van een rekenblad de berekeningen en de grafieken opstellen. Hij moet hierbij de onzekerheden op<br />

de resultaten correct kunnen inschatten en de resultaten van de experimenten kunnen toetsen aan de literatuur en de<br />

werkelijkheid. Hij moet met behulp van een tekstverwerker een correct en volledig laboverslag kunnen schrijven: volledige<br />

beschrijving van de theoretische achtergrond, de proefopstelling, de meetresultaten, de verwerking en de interpretatie van de<br />

meetresultaten en de conclusies van het labo. AC1, AC2, AC5, AC6, AC7, AWC1, AWC4, BC1, BC9, WC1, 1.1, 1.2, 1.3,<br />

1.4, 2.1, 2.2, 2.3, 3.1, 3.2, 4.1, 4.3, 4.6, 4.7, 4.12, 6.7<br />

Vloeistoffen, Temperatuur, Thermische expansie en de ideale gaswet<br />

Kinetische gastheorie, Warmte en de eerste hoofdwet van de thermodynamica<br />

Trillingen, Golfbeweging, Geluid<br />

Licht: reflectie en breking, Lenzen en optische instrumenten<br />

Werkvorm - Kennisoverdracht: Hoorcolleges met multimedia ondersteuning (powerpointpresentaties, applets,<br />

films), demoproeven en voorbeeldoefeningen<br />

- Begeleide kennisverwerking: Begeleide oefenzittingen en labo’s<br />

Studiemateriaal Handboek: Fysica voor industrieel ingenieurs deel 1, 2011, Pearson Education Ltd;<br />

Elektronisch leerplatform met aanvullende informatie;<br />

Cursustekst voor het labo.<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk examen van de theorie (45%) en de oefeningen (40%). Permanente evaluatie van het labo<br />

(15%). Verplichte aanwezigheid tijdens alle labo’s. Ongewettigde afwezigheid resulteert in geen cijfer<br />

voor dit opleidingsonderdeel. Dit betekent dat dit opleidingsonderdeel volgend academiejaar moet<br />

hernomen worden.<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen van de theorie (45%) en de oefeningen (40%). Geen vervangend examen voor de<br />

permanente evaluatie van het labo. De beoordeling van de permanente evaluatie uit de eerste<br />

examenkans wordt overgenomen.<br />

Grafische rekenmachine mag op het examen enkel gebruikt worden tijdens de oefeningen.<br />

Overdracht van cijfer van de permanente evaluatie naar volgend academiejaar is mogelijk als minstens<br />

10/20 behaald werd<br />

62


10 FFYS1<br />

OO<br />

Code<br />

Fysica 1<br />

FFYS1<br />

Algemene visie Dit opleidingsonderdeel beoogt de studenten een diepgaand inzicht bij te brengen in een aantal<br />

domeinen van de klassieke fysica. Naast het inhoudelijke aspect stelt het opleidingsonderdeel zich<br />

evenzeer tot doel het exact en kritisch wetenschappelijk denken aan te scherpen. Bovendien biedt dit<br />

opleidingsonderdeel de gelegenheid bij uitstek om probleemoplossend te leren denken, een<br />

vaardigheid die bij industrieel ingenieurs zeker niet mag ontbreken en dit zowel op theoretisch als op<br />

praktisch gebied. De combinatie van inzicht in de theorie en beheersing van wiskundige en<br />

wetenschappelijke oplossingsmethoden is hierbij essentieel. Verder wordt er een methode aangeleerd<br />

om de nauwkeurigheid van gegevens en resultaten te bepalen. Tot slot wordt er via de labozittingen<br />

gewerkt aan het aanleren van labovaardigheden, schriftelijke rapportering en werken in teamverband.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

De studenten moet een aantal fysische begrippen kennen en begrijpen uit de mechanica:<br />

� eenheden en grootheden<br />

� vectorrekenen<br />

� kinematische en dynamische grootheden en wetmatigheden<br />

� energie<br />

De studenten moeten een aantal wiskundige begrippen en technieken onder de knie hebben<br />

� integraalrekenen<br />

� differentiaalrekenen<br />

� goniometrische begrippen en regels<br />

Dit opleidingsonderdeel steunt op mechanica 1 en vormt een belangrijke basis voor fysica 2,<br />

thermodynamica en fluïdomechanica.<br />

Binnen dit opleidingsonderdeel worden belangrijke onderzoekscompetenties bijgebracht:<br />

probleemstelling formuleren, probleemoplossend werken, kritische reflectie en rapportering.<br />

Bovendien leren de studenten tijdens het labo om onderzoeksgegevens te verzamelen, te analyseren<br />

en te verwerken<br />

Fysica is een van de basiswetenschappen. Er is dus geen directe link met het werkveld. Maar<br />

voldoende kennis en inzicht in de wetmatigheden van de fysica vormt de basis voor de meer<br />

toepassingsgerichte opleidingsonderdelen zoals (toegepaste) fluïdomechanica, (toegepaste)<br />

thermodynamica, …uit de hogere jaren.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende leermateriaal:<br />

� Cursus op elektronische leeromgeving met extra informatie (applets – presentaties -<br />

internetlinks) die de leerstof illustreert en verduidelijkt<br />

� Serway, R. Jewett, J.W. (2004) Physics for scientists and engineers with modern physics;<br />

Belmont: Brooks/Cole-Thomson<br />

63


11 FMEC1_1<br />

dOO<br />

Code<br />

Mechanica 1_1<br />

FMEC1_1<br />

Coördinator Maarten De Munck (DmuMa)<br />

Lesgever(s) Lisette Vandael (VaLi), Pascal Vannitsen (VnnPa), Els Wieërs (WiEl), Dirk Willem (WiDi)<br />

Opleidingsfase 1ABA<br />

ECTS-punten 4 Tot.: 112u KO: 15u BKV: O 25u ZS: 72 u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt<br />

1. over een ruime veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan<br />

toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.5<br />

3. over communicatievaardigheden 3.1<br />

4. over algemene beroepsattitudes 4.2, 4.3, 4.5<br />

6. over elementaire onderzoekscompetenties, kan onder begeleiding probleemgericht en<br />

projectmatig handelen 6.1, 6.7<br />

De student moet tijdens het schriftelijk examen over de theorie zelfstandig definities van fysische<br />

grootheden kunnen formuleren, eenheden van grootheden kunnen benoemen en afleiden en de<br />

mechanische wetten kunnen formuleren, afleiden en interpreteren WC1, AC6, AWC4, BC8, 1.1, 1.7,<br />

3.1, 4.3, 4.5<br />

De student moet tijdens het schriftelijk examen over de oefeningen zelfstandig de opgave van een<br />

theoretische oefening vertalen naar een ‘gegeven-gevraagde-formules’-structuur. Hij of zij moet op<br />

een creatieve manier tot een oplossing komen door het opbouwen van wetenschappelijke<br />

redeneringen, het toepassen van mechanische wetten en wiskundige technieken. Hij of zij moet de<br />

regels van het afronden van resultaten kunnen toepassen en de resultaten bekritiseren. WC1, AC1,<br />

AC6, AWC1, AWC4, BC8, 1.2, 1.5, 3.1, 4.2, 4.3, 4.5, 6.1, 6.7<br />

Inhoud - Algemene inleiding<br />

- Vectorrekening<br />

- Kinematica van puntmassa’s<br />

- Wetten van Newton voor puntmassa’s<br />

- Arbeid en energie voor puntmassa’s<br />

- Stoot en impuls voor puntmassa’s<br />

Werkvorm Tijdens de hoorcolleges (in grote groep) wordt de theorie aangebracht met behulp van bordschema's<br />

en eventueel applets. Ook worden er modeloefeningen gemaakt.<br />

Tijdens oefenzittingen (in kleine groep) wordt de theorie toegepast.<br />

Studiemateriaal Handboek voor de theorie en de oefeningen: Hibbeler ‘Mechanica voor technici: Dynamica’<br />

Cursustekst vectorrekening<br />

Elektronisch leerplatvorm met aanvullende informatie<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk examen van de theorie (35%) en de oefeningen (65%)<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen van de theorie (35%) en de oefeningen (65%)<br />

64


11 FMEC1_1<br />

dOO<br />

Code<br />

Mechanica 1_1<br />

FMEC1_1<br />

Algemene visie Naast het inhoudelijke aspect stelt dit opleidingsonderdeel zich tot doel het exact en kritisch<br />

wetenschappelijk denken aan te scherpen bij de studenten. Bovendien biedt dit opleidingsonderdeel<br />

de gelegenheid bij uitstek om probleemoplossend te leren denken. De combinatie van inzicht in de<br />

theorie en beheersing van wiskundige en wetenschappelijke oplossingsmethoden is hierbij essentieel.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Dit opleidingsonderdeel veronderstelt een elementaire kennis van functies, afgeleiden en integralen.<br />

Steunt op: zie begincompetenties<br />

Is basis voor: Mechanica 2 en Fysica 1<br />

In dit opleidingsonderdeel wordt er gewerkt aan twee belangrijke onderzoekscompetenties: het<br />

formuleren van een probleemstelling en het vermogen tot kritische reflectie<br />

De meeste machines, voertuigen en gereedschappen die we gebruiken zijn ontworpen door<br />

ingenieurs. De bewegingen van deze machines of de onderdelen ervan worden beschreven door de<br />

basiswetten van de mechanica. Inzicht in de mechanica is daardoor belangrijk voor elke ingenieur.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende leermateriaal:<br />

Giancoli, D.C. (2008). Natuurkunde deel I: mechanica en thermodynamica. Pearson<br />

Education<br />

Serway, R. Jewett, J.W. (2004) Physics for scientists and engineers with modern physics;<br />

Belmont: Brooks/Cole-Thomson.<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling:<br />

Enkel tijdens het examen van de oefeningen mogen de studenten een grafisch rekenmachine<br />

gebruiken.<br />

65


12 FMEC1_2<br />

dOO<br />

Code<br />

Mechanica 1_2<br />

FMEC1_2<br />

Coördinator Maarten De Munck (DmuMa)<br />

Lesgever(s) Lisette Vandael (VaLi), Pascal Vannitsen (VnnPa), Els Wieërs (WiEl), Dirk Willem (WiDi)<br />

Opleidingsfase 1ABA<br />

ECTS-punten 4 Tot.: 112u KO: 9u BKV: O 18u + L 10u ZS: 75u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt<br />

1. over een ruime veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan<br />

toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5<br />

2. over praktische vaardigheden 2.1, 2.2, 2.3<br />

3. over communicatievaardigheden 3.1, 3.2<br />

4. over algemene beroepsattitudes 4.1, 4.2, 4.3, 4.5, 4.6, 4.7, 4.12<br />

6. over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en<br />

projectmatig handelen 6.1, 6.7<br />

De student moet tijdens het schriftelijk examen over de oefeningen zelfstandig de opgave van<br />

theoretische oefening vertalen naar een ‘gegeven-gevraagde-formules’-structuur. Hij of zij moet op<br />

een creatieve manier tot een oplossing komen door het opbouwen van wetenschappelijke<br />

redeneringen, het toepassen van mechanische wetten en wiskundige technieken. Hij of zij moet de<br />

regels van het afronden van resultaten kunnen toepassen en de resultaten bekritiseren. WC1, AC1,<br />

AC6, AWC1, AWC4, BC8, 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 2.3, 3.1, 4.2, 4.3, 4.5, 6.1, 6.7<br />

De student moet tijdens de permanente evaluatie tonen dat hij de theoretische achtergrond van het<br />

labo via zelfstudie heeft voorbereid. Hij of zij moet in teamverband, op veilige en nauwkeurige wijze<br />

een labo-opdracht (met behulp van meetsoftware) kunnen uitvoeren en hierbij de onzekerheden op de<br />

resultaten correct kunnen inschatten. Bovendien moet hij of zij statistische technieken kunnen<br />

toepassen op meetresultaten en de resultaten van de experimenten kunnen toetsen aan de literatuur<br />

en de werkelijkheid. Hij of zij moet een correct en volledig laboverslag kunnen schrijven: volledige<br />

beschrijving van de theoretische achtergrond, de proefopstelling, de meetresultaten, de verwerking en<br />

de interpretatie van de meetresultaten en de conclusies van het labo. WC1, AC1, AC2, AC5, AC6,<br />

AC7, AWC1, AWC4, BC1, BC9, 1.1, 1.3, 1.4, 2.1, 2.2, 2.3, 3.1, 3.2, 4.1, 4.2, 4.3, 4.6, 4.7, 4.12, 6.1,<br />

6.7<br />

Inhoud - Foutentheorie<br />

- Kinematica van starre lichamen<br />

- Dynamica star lichaam<br />

- Wetten van Newton voor starre lichamen<br />

- Arbeid en energie voor starre lichamen<br />

- Stoot en impuls voor starre lichamen<br />

- Statica<br />

Werkvorm Tijdens de hoorcolleges (in grote groep) wordt de theorie aangebracht met behulp van bordschema's<br />

en eventueel applets. Ook worden er modeloefeningen gemaakt.<br />

Tijdens oefenzittingen (in kleine groep) wordt de theorie toegepast.<br />

Labozittingen waarin de theorie aan de praktijk wordt getoetst.<br />

Studiemateriaal Handboek voor de theorie en de oefeningen: Hibbeler ‘Mechanica voor technici: Dynamica’<br />

Cursustekst foutentheorie en statica en practicumtekst mechanica<br />

Elektronisch leerplatvorm met aanvullende informatie<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk examen met oefeningen (85%) en permanente evaluatie van het labo (15%). Verplichte<br />

aanwezigheid tijdens alle labo’s.<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen met oefeningen (85%). Geen vervangend examen voor de permanente evaluatie.<br />

De beoordeling van de permanente evaluatie uit de eerste examenkans wordt overgenomen.<br />

66


12 FMEC1_2<br />

dOO<br />

Code<br />

Mechanica 1_2<br />

FMEC1_2<br />

Algemene visie Naast het inhoudelijke aspect stelt dit opleidingsonderdeel zich tot doel om de studenten<br />

probleemoplossend te leren denken en dit zowel op theoretisch als op praktisch gebied. De<br />

combinatie van inzicht in de theorie en beheersing van wiskundige en wetenschappelijke<br />

oplossingsmethoden is hierbij essentieel. Verder wordt er een methode aangeleerd om de<br />

nauwkeurigheid van gegevens en resultaten te bepalen. Tot slot wordt er via de labozittingen gewerkt<br />

aan het aanleren van labovaardigheden, schriftelijke rapportering en werken in teamverband.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Dit opleidingsonderdeel veronderstelt een elementaire kennis van functies, afgeleiden en integralen.<br />

Alsook een basiskennis van en inzicht in de concepten aangebracht in mechanica 1_1. Bovendien<br />

moet de student vertrouwd zijn met het gebruik van tekstverwerking en rekenbladen.<br />

Steunt op: Mechanica 1_1<br />

Is basis voor: Sterkteleer<br />

In dit opleidingsonderdeel wordt er gewerkt aan twee belangrijke onderzoekscompetenties: het<br />

formuleren van een probleemstelling en het vermogen tot kritische reflectie. Bovendien leren de<br />

studenten tijdens het labo om onderzoeksgegevens te verzamelen, te analyseren en te verwerken.<br />

De meeste constructies, machines, voertuigen en gereedschappen die we gebruiken zijn ontworpen<br />

door ingenieurs. De stabiliteit van deze constructies en de bewegingen van deze machines of de<br />

onderdelen ervan worden beschreven door de basiswetten van de mechanica. Inzicht in de<br />

mechanica is daardoor belangrijk voor elke ingenieur.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende leermateriaal:<br />

Giancoli, D.C. (2008). Natuurkunde deel I: mechanica en thermodynamica. Pearson<br />

Education.<br />

Serway, R. Jewett, J.W. (2004) Physics for scientists and engineers with modern physics;<br />

Belmont: Brooks/Cole-Thomson.<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling:<br />

Tijdens het examen mogen de studenten een grafisch rekenmachine gebruiken.<br />

67


FOCO1_1112_GoEl & AeKr.doc<br />

OO<br />

Code<br />

Onderzoek en communicatie 1<br />

FOCO1<br />

Coördinator Els Goignard (GoEl), Kris Aerts (AeKr)<br />

Lesgever(s) Diverse lesgevers<br />

Opleidingsfase 1ABA<br />

ECTS-punten 6 Tot.: 168 u. KO: 9u BKV: 55u ZS: 104u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt over:<br />

1. een ruime, veelzijdige wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2,<br />

1.3, 1.5, 1.6;<br />

2. praktische vaardigheden 2.1, 2.2, 2.3, 2.4;<br />

3. communicatievaardigheden 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6;<br />

4. algemene beroepsattitudes 4.1, 4.3, 4.5, 4.6, 4.7, 4.11, 4.12;<br />

5. elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig denken 6.1,<br />

6.2, 6.3, 6.4, 6.5, 6.6, 6.7.<br />

De student:<br />

- kan op een efficiënte manier relevante onderzoeksinformatie verzamelen en verwerken, AC2, 6.3, 6.4;<br />

- kan een probleemstelling, een onderzoeksvraag en onderzoeksdoelstellingen formuleren, AC1 (AWC10), 6.1;<br />

- kan methoden en technieken toepassen op disciplinegebonden en vakoverschrijdende problemen, WC1, AWC1, AWC4, 1.1,<br />

1.2, 1.3, 1.5, 1.6;<br />

- kan een onderzoeksproject op een creatieve, probleemoplossende en gestructureerde manier plannen en uitwerken, AWC4,<br />

AWC2, BC8, 4.3, 4.5, 6.2, 6.6, 6.5;<br />

- kan efficiënt, duidelijk en correct communiceren, in het Nederlands, Engels en Frans, zowel ten aanzien van specialisten als<br />

in een multidisciplinaire omgeving, AC6, AC13, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6;<br />

- kan schriftelijk rapporteren, gebruikmakend van courante softwarepakketten, AC6, 2.2, 3.1;<br />

- kan mondeling rapporteren, al dan niet met behulp van audiovisuele hulpmiddelen, AC6, 2.2, 3.2;<br />

- kan in groep werken (duidelijke taakverdeling; efficiënt vergaderen; conflicthantering enz.), AC5, BC1, BC5, 4.6, 4.7, 4.12;<br />

- kan zelfstandig en planmatig werken, met zin voor kritische reflectie, AWC1, AWC4, BC8, 4.3, 4.5, 6.7;<br />

- is zich bewust van de onzekerheden en grenzen van kennis en geeft blijk van een ingesteldheid tot levenslang leren, AC7,<br />

AC2, 4.1;<br />

- kan op correcte, nauwkeurige en stressbestendige wijze technische laboproeven uitvoeren, AWC4, BC5, 2.1, 2.3, 2.4, 4.11;<br />

- kan meetresultaten en statistische gegevens correct verwerken, interpreteren en visualiseren, gebruikmakend van courante<br />

softwarepakketten, AC2, AC6, AC13, 1.3, 2.2, 3.1, 6.4.<br />

Inhoud Trimester 1<br />

- Inleiding tot onderzoek en communicatie<br />

- Schriftelijke/wetenschappelijke verslaggeving<br />

- Vergader- en rapporteringstechnieken<br />

- Efficiënt informatie verzamelen - bibliotheek en internet<br />

Trimester 2<br />

- ‘Begeleid’ onderzoeksproject chemie of fysica<br />

- Communicatievaardigheden Frans/Engels<br />

- Beschrijvende statistiek/lineaire regressietechnieken<br />

Trimester 3<br />

- ‘Vrij’ onderzoeksproject in een nader te bepalen domein<br />

- Communicatievaardigheden Engels/Frans<br />

Werkvorm Voornamelijk begeleide kennisverwerking, in kleinere groepjes, ondersteund door een beperkt aantal<br />

hoorcolleges en labosessies.<br />

Studiemateriaal Cursusbundel ‘Onderzoek en communicatie’.<br />

André Mottart & Jordi Casteleyn. Communiceren & Techniek. Handleiding communicatieve<br />

vaardigheden voor ingenieurs en technici. Gent: Academia Press.<br />

Elektronische leeromgeving.<br />

Examenvorm Permanente evaluatie; evenredige spreiding over de drie trimesters.<br />

1 ste examenkans 100% permanente evaluatie. Beoordeling aan de hand van de tussentijdse testen, de projectportfolio’s,<br />

-rapporten en -presentaties, de opdrachten communicatieve vaardigheden (Nederlands/Frans/Engels),<br />

het groepswerk enz. Verplichte aanwezigheid tijdens alle evaluatiemomenten (worden tijdig<br />

bekendgemaakt door de betrokken docent(en)). Ongewettigde afwezigheid op één of meerdere<br />

evaluatiemomenten leidt onherroepelijk tot ND (= niet deelgenomen), waardoor de student pas<br />

het volgende academiejaar kan slagen voor dit opleidingsonderdeel.<br />

2 de examenkans Geen tweede examenkans mogelijk.<br />

68


FOCO1_1112_GoEl & AeKr.doc<br />

OO<br />

Code<br />

Onderzoek en communicatie 1<br />

FOCO1<br />

Algemene visie Als toekomstig industrieel ingenieur verwerf je niet alleen een brede wetenschappelijke en<br />

technologische kennis, maar leer je ook hoe je die kennis in de praktijk moet toepassen om concrete<br />

problemen op te lossen. In het opleidingsonderdeel ‘onderzoek en communicatie’ leer je technischwetenschappelijk,<br />

praktijkgericht en logisch denken, problemen in kaart brengen en analyseren, en<br />

een onderzoeksproject plannen en uitwerken. Telkens geef je daarbij blijk van een gestructureerde<br />

aanpak.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Verder wordt van een industrieel ingenieur niet alleen verwacht dat hij technisch-inhoudelijk onderlegd<br />

is, maar ook dat hij zijn specifieke expertise op een efficiënte, duidelijke en correcte manier kan<br />

communiceren, zowel met specialisten als met niet-specialisten. Aangezien heel wat communicatie in<br />

onze hedendaagse internationale wereld anderstalig van aard is, is behalve een goede beheersing<br />

van het Nederlands, ook een actieve kennis en beheersing van vreemde talen - met name Engels en<br />

Frans - een belangrijk pluspunt.<br />

Voor de communicatievaardigheden Engels en Frans wordt uitgegaan van de eindtermen TSO.<br />

Onderzoek en communicatie’ is een van de belangrijkste componenten binnen de<br />

ingenieursopleiding. Het opleidingsonderdeel ‘onderzoek en communicatie 1’ biedt studenten een<br />

belangrijke aanzet om onderzoekscompetenties en communicatieve vaardigheden te verwerven die<br />

verder worden uitgewerkt in 2aba, 3aba en master.<br />

In dit opleidingsonderdeel leren de studenten de basisknepen die een ‘beginnend onderzoeker’ onder<br />

de knie moet hebben: relevante onderzoeksinformatie verzamelen en verwerken, een<br />

probleemstelling en onderzoeksvraag formuleren, onderzoeksmethoden selecteren en toepassen,<br />

een onderzoeksproject op een gestructureerde, probleemoplossende manier uitwerken,<br />

onderzoeksresultaten vlot en helder presenteren enz.<br />

De inhoud van dit opleidingsonderdeel is disciplineoverschrijdend en draagt bij tot de algemene<br />

ingenieursvorming, de onderzoekende houding en de communicatieve vaardigheden van de<br />

studenten.<br />

Aanvullende info Onderwijstaal: Nederlands<br />

69


14 FMAT1<br />

OO<br />

Code<br />

Materiaalkunde 1<br />

FMAT1<br />

Coördinator Wouter Schroeyers (WoSc)<br />

Lesgever(s) Wouter Schroeyers (WoSc), Bert Van Bael (BeVa)<br />

Opleidingsfase 1ABA<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 82u KO: 14u BKV: (L 8 + O 4) u ZS: 56u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Beoordelingscriteria<br />

De student<br />

- Beschikt over een ruime polyvalente, wetenschappelijk en technologische basiskennis die hij/zij<br />

gericht kan toepassen 1.1,1.2,1.3,1.4,1.6<br />

- Beschikt over praktische vaardigheden 2.1,2.2,2.3,2.4<br />

- Beschikt over communicatievaardigheden 3.1,<br />

- Beschikt over algemene beroepsattitudes 4.2,4.3,4.5,4.6,4.8,4.9,4.11,4.12<br />

- Beschikt over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleem gericht en<br />

projectmatig denken 5.3,5.5,5.6,5.7<br />

- Beschikt over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en<br />

projectmatig werken 7.1, 7.3,7.4,7.5,7.6<br />

De student:<br />

- kan de voornaamste materiaaleigenschappen toelichten WC1,1.1<br />

- kan concrete voorbeelden geven van de verschillende materiaalgroepen WC1,1.1<br />

- kan voor een concrete toepassing/product aangeven welke materiaaleigenschappen belangrijk zijn<br />

AC1,1.3,<br />

- kan de Ashby-diagramma gebruiken om geschikte materialen te kiezen voor bepaalde toepassingen<br />

en kent het nut en de beperkingen van Ashby-diagramma AC2,AC7,AC12,1.2,1.4,1.6,2.2,4.2,7.4,7.5<br />

- heeft inzicht in de voornaamste mechanische eigenschappen (betekenis, testmethodes, praktisch<br />

belang, relatie met inwendige structuur) AC1,WC1,1.1,1.2,1.3<br />

- kan voor verschillende testen opsommen welke eigenschappen bepaald kunnen worden; wat de voornadelen<br />

zijn en de toepassingsgebieden AC3,WC1,1.1,1.2,1.3<br />

- kan fasendiagramma’s interpreteren en gebruiken AC1,AC7,1.1,1.2,4.2<br />

- kan normen gebruiken en verklaren waarom bepaalde eisen gesteld worden<br />

AC2,AWC2,BC3,1.2,1.3,5.7,7.6<br />

- kan proeven uitvoeren / beschrijven en de resultaten interpreteren (o.a. figuren en tabellen)<br />

AC2,AWC1,BC3,BC2,2.1,2.2,2.3,4.2,4.5,5.7,7.1,7.3,7.5,7.6<br />

- kan aangeven of en hoe mechanische eigenschappen gewijzigd kunnen worden AC1,WC1,1.1,<br />

- kan in overleg in groepsverband proeven uitvoeren en laboverslagen afwerken<br />

BC1,2.1,2.3,3.1,4.2,4.3,4.6,4.8,4.9,4.11,4.12,5.3,5.5,5.6,5.7,7.1,7.3,7.5,7.6<br />

Inhoud Hoorcolleges<br />

1. Materialen en processen volgens Ashby, duurzame materialen<br />

2. Stijfheidsbepaald ontwerp: stijfheid, dichtheid, materiaalselectie<br />

3. Inwendige materiaalopbouw: microscopie, atomen/kristallen/fazen, chemische bindingen<br />

4. Verklaring van materiaalstijfheid en thermische eigenschappen<br />

5. Plasticiteit en ductiliteit/sterktebepaald ontwerp<br />

6. Verklaring van plasticiteit<br />

7. Breuk, breuktaaiheid, vermoeiing<br />

8. Inleiding tot fasediagrammen<br />

9. Toepassingen van fasediagrammen<br />

Labo’s<br />

1. Soortelijke massa, stijfheid en sterkte<br />

2. Warmtebehandelingen (harden, ontlaten), kerfslag en hardheid<br />

3. Fasediagrammen (afkoelcurven) en microstructuren<br />

Begeleide kennisverwerving<br />

1. Toepassing van fasediagrammen<br />

2. Materiaalselectie Ashby<br />

70


14 FMAT1<br />

OO<br />

Code<br />

Materiaalkunde 1<br />

FMAT1<br />

Werkvorm Kennisoverdracht: 7 blokken van 120 min<br />

Kennisverwerking:<br />

� BKV labo: 3 labo’s (2 van 3 uur en labo van 2 uur)<br />

� BKV oefeningen: 2 blokken van 120 min<br />

Studiemateriaal Eigen cursusmateriaal en slides. Handleiding bij het practicum . Documenten in elektronische<br />

leeromgeving.<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk examen (max. 4 uur) over KO en oefeningen BKV (75% van de punten) met gebruik van<br />

(niet grafisch) rekenmachine.<br />

Permanente evaluatie van de practica (25% van de punten) met verplichte aanwezigheid tijdens alle<br />

labo’s.<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen voor KO en oefeningen (75 % van de punten) met gebruik van (niet grafisch)<br />

rekenmachine. Voor de practica (25 % punten) is er geen tweede examenkans. De punten van de<br />

eerste examenkans blijven behouden, overdracht van labcijfer naar volgend academiejaar is<br />

mogelijk als 10/20 behaald werd.<br />

Algemene visie Het selecteren van het meest geschikte materiaal voor concrete toepassingen is één van de<br />

praktische problemen waarmee ingenieurs geconfronteerd worden. Om dergelijke problemen<br />

gestructureerd aan te pakken wordt in dit vak gebruik gemaakt van de methode van Ashby. Deze<br />

methode wordt bestudeerd voor toepassingen waarbij mechanische materiaaleigenschappen centraal<br />

staan. Om te kunnen redeneren over de geschiktheid van materialen wordt basiskennis bijgebracht<br />

over de inwendige structuur en het leggen van verbanden met de eigenschappen. In het labo verwerft<br />

men praktische ervaring met testmethodes om een aantal eigenschappen te leren kennen en te<br />

analyseren. Bijzondere aandacht gaat hierbij naar het correct verwerken, interpreteren en rapporteren<br />

van de resultaten. Om een totaalbeeld van de mogelijkheden en beperkingen van materialen te<br />

verkrijgen leert men relevante informatie op te zoeken in diverse bronnen zoals databanken, normen,<br />

bedrijfsinformatie en vaktijdschriften.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

De student moet een basiskennis chemie hebben, meer in het bijzonder atoombouw en chemische<br />

binding.<br />

Het vak steunt op een aantal chemische vakken, geeft een inleiding tot de materiaalkunde en legt de<br />

basis voor een brede waaier aan latere vakken waarin materialen een centrale rol spelen.<br />

Het materiaalkundig onderzoek in verschillende onderzoeksgroepen van de hogescholen zal<br />

voorgesteld worden aan de hand van voorbeelden. De studenten voeren onderzoeksgerelateerde<br />

opdrachten uit in het labo: ze voeren proeven uit, verwerken de resultaten en rapporteren ze.<br />

Onderzoeksgroepen van beide hogescholen testen de eigenschappen van verschillende materialen in<br />

opdracht van bedrijven. Contacten met het werkveld via eindwerken, projecten, bedrijfsbezoeken.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende leermateriaal: CES software<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling: tijdens practica geldt een verplichte<br />

aanwezigheid. Puntenverdeling: Met KO en oefeningen BKV zijn 75% van de punten te verdienen.<br />

Permanente evaluatie labo telt mee voor 25% van de punten.<br />

71


15 FGON1<br />

OO<br />

Code<br />

Grafisch Ontwerpen / CAD 1 (AutoCAD)<br />

FGON1<br />

Coördinator Jos Theunissen (ThJo)<br />

Lesgever(s) Bart Van Helden (VaBa)<br />

Opleidingsfase 1ABA<br />

ECTS-punten 4 Tot.: 112 u KO: 0 u BKV: 54 u ZS: 58 u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt<br />

1. over ruime veelzijdige, wetenschappelijk en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1,1.2,1.3,1.7<br />

2. over praktische vaardigheden 2.1, 2.2, 2.3, 2.4<br />

3. over communicatievaardigheden 3.4<br />

4. over algemene beroepsattitudes 4.3, 4.5<br />

De student:<br />

- kent de basisprincipes van proj.meth., aanzichten, doorsneden, maataanduiding, maattoleranties<br />

en symbolische voorstellingen van bouwkundige en mechanische elementen; WC1, AC1,<br />

AC2,1.1,1.2,1.3<br />

- kan bovenstaande principes toepassen zowel volgens het conventionele tekenen (vaktekenen)<br />

als via 2D tekenpakket AutoCAD; WC1, AC1, AC2, AWC4, BC8, BC9 1.1,1.2,1.3, 2.2, 2.3, 4.5<br />

- kan vertrekkende van een 3-dimensioneel voorwerp, aanzichten en doorsnede aanmaken in 2<br />

dimensionele vorm rekening houdend met algemeen geldende tekennormen; AC1, AC2, AWC4,<br />

BC8, 1.2,1.3, 2.3, 2.4, 4.3, 4.5<br />

- kan uitgaande van een onvolledige 2 dimensionele voorstelling de tekening vervolledigen; AC1,<br />

AC2, AWC4, BC8, 1.1, 1.2, 1.3, 4.3, 4.5<br />

- kan een volledig afgewerkte tekening juist interpreteren; AC6, AWC4, BC8, 3.4, 4.3, 4.5<br />

- kan bij doorboringen snijlijnen construeren; WC1, AC1, AC2, AWC4, BC8, 1.1,1.2,1.3, 2.3, 4.5<br />

- kan via de aangeleerde technieken een duidelijke schets maken; WC1, AC1, AC2, AWC4, BC5,<br />

1.1, 1.2, 1.3, 4.5<br />

- kent de methoden van schroefdraadvoorstelling en -aanduiding; WC1, AC1, AC2, AWC4,<br />

1.1,1.2,1.3, 2.4<br />

- kan op een logische manier een 2D tekening opbouwen met behulp van een AutoCAD<br />

softwarepakket. WC1, AC1, AC2, AWC4, BC8, BC9, 1.1,1.2,1.3, 1.7, 2.2, 2.3, 4.5<br />

Inhoud - inleiding in het vaktekenen en het tekening lezen<br />

- projectiemethoden<br />

- doorsneden<br />

- doorboringen – snijdingen<br />

- maataanduiding en maattoleranties<br />

- schroefdraadvoorstelling en –aanduiding<br />

- schetstechnieken<br />

- een 2D tekening conventioneel maken en bewerken<br />

- een 2D tekening kunnen maken met een 2D-tekenpakket<br />

Werkvorm Tijdens de BKV worden de basisprincipes aangebracht, ingeoefend door het maken van schetsen, via<br />

tekeninvuloefeningen, tekenleesoefeningen en het maken van een technische tekening.<br />

Dit zowel conventioneel (vaktekenen) als gebruik makend van een AutoCAD softwarepakket.<br />

Studiemateriaal Blackboard: additionele informatie wordt op blackboard meegedeeld<br />

Cursus: grafisch ontwerpen FGON1 (vaktekenen + AutoCAD)<br />

Diversen: tijdens de werkzitting worden er voorbeelden uit de praktijk gepresenteerd, alsook worden er<br />

schaalmodellen en allerlei onderdelen van machines gebruikt in opdrachten<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Permanente evaluatie bestaande uit 6 testen,vooraf via elektronisch leerplatform aangekondigd,<br />

gedurende het hele jaar. Verplichte aanwezigheid tijdens de testen.<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen: tekening leesoefening en maken van een tekening (vaktekenen + AutoCAD)<br />

72


15 FGON1<br />

OO<br />

Code<br />

Grafisch Ontwerpen / CAD 1 (AutoCAD)<br />

FGON1<br />

Algemene visie Om het mechanisch/bouwkundig ontwerp helder aan derden over te brengen is een tekening het<br />

aangewezen middel. In de BKV leert de student de technieken om een voorwerp in een plat vlak voor<br />

te stellen. Hij leert hoe een tekening vervolledigd kan worden – een detailtekening maken.<br />

Om klaar te staan voor de praktijk oefen je jezelf in het lezen van een industriële tekening aan de<br />

hand van een vragenlijst.<br />

De student verwerft voldoende inzicht, vaardigheden en competenties om:<br />

- duidelijk afgebakende opdrachten uit de werktuigbouw/bouwkunde zelfstandig uit te voeren;<br />

- technisch verantwoorde tekeningen te maken.<br />

Het onderricht is zo opgebouwd dat de student na een periode van één jaar een technische tekening<br />

op een efficiënte wijze kan samenstellen en interpreteren. Zowel de technieken van het handmatig<br />

tekenen alsook het CAD-tekenen worden aangeleerd.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Van de studenten wordt geen voorkennis verwacht, maar een goed ruimtelijk inzicht is wenselijk.<br />

Voor vele studenten is het een eerste kennismaking.<br />

Als ingenieur word je vaak betrokken bij het ontwerpproces.<br />

Dit opleidingsonderdeel situeert zich in het domein van de toegepaste mechanica/bouwkunde.<br />

Het is de bedoeling de studenten in contact te brengen met mechanisch/bouwkundige technologieën<br />

in de vorm van technische tekeningen.<br />

Elke ingenieur, in welke discipline die ook terecht komt, krijgt te maken met een technisch dossier –<br />

technische tekeningen. Deze moeten eenduidig juist geïnterpreteerd worden.<br />

Vandaar de directe relatie met het werkveld.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende leermateriaal:<br />

software tekenpakketten – didactische voorwerpen van te tekenen onderdelen –<br />

demonstraties met behulp van een dataprojector<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling:<br />

Verplichte aanwezigheid tijdens de testen<br />

73


16 FECO1<br />

OO<br />

Code<br />

Algemene economie<br />

FECO1<br />

Coördinator Myriam Vanbeuren (VaMy)<br />

Lesgever(s) Myriam Vanbeuren (VaMy)<br />

Opleidingsfase 1ABA<br />

ECTS-punten 3 stp Tot.: 84 u KO+BKV: 27 u ZS: 57 u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Beoordelingscriteria<br />

De student beschikt over<br />

1. een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen<br />

1.1,1.2,1.3,1.4,1,5,1.6,1.7<br />

2. praktische vaardigheden 2.3<br />

3. communicatievaardigheden 3.1<br />

4. algemene beroepsattitudes 4.1,4.2,4.3,4.4<br />

De student:<br />

- kan de voor- en nadelen aangeven van het vrije marktsysteem, WC1, AWC4, 1.1, 2.3<br />

- kan de wetten van vraag en aanbod grafisch en wiskundig toepassen en uitleggen op<br />

praktijkvoorbeelden, WC1, AWC4,AC1,AC2,AC7, 1.1, 1.2, 1.3,1.6,4.1,4.2,4.3,4.4<br />

- kan het effect van een indirecte belasting en de graad van afwenteling op de consument uitleggen<br />

en verklaren, WC1, AC1, AWC1, AWC4, 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.7, 4.3<br />

- kan het verschil tussen prijs-, inkomens- en kruiselasticiteit uitleggen, berekenen en beoordelen,<br />

WC1, AC1,AC2,AWC4, 1.1, 1.2, 1.3, 4.3<br />

- kan de invloed van een minimum- of maximumprijs aangeven/berekenen, WC1, AC1,AWC4, 1.1,<br />

1.2,1.3,1.6<br />

- kan het begrip Bruto Binnenlands Product (BBP) en afgeleide begrippen uitleggen, herkennen en<br />

berekenen, WC1, AC1,AC2,AWC4, 1.1, 1.2,1.3,2.3<br />

- kan de oorzaken, de gevolgen en de meetinstrumenten van inflatie toelichten en (grafisch)<br />

weergeven, WC1,AC1,AC2, AWC4, 1.1, 1.2,1.3,2.3<br />

- kan de relatie schetsen en verhelderen tussen enerzijds de intrestvoet en inflatie en anderzijds<br />

intrestvoet en het BBP. Hij kan deze relatie toepassen op concrete praktijkvoorbeelden, WC1,<br />

AC1, AC2, AC7, AWC1, AWC4, 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.7, 2.3, 4.1, 4.2, 4.3, 4.4<br />

- de diverse soorten werkloosheid identificeren en onderscheiden, WC1, AWC4, 1.1, 1.6, 2.3<br />

- gevolgen van overheidsinmenging herkennen en berekenen, WC1, AC1, AC2, AWC4, 1.1, 1.2,<br />

1.3, 2.3, 4.3<br />

- kan het verschil weergeven tussen perfecte competitie en andere marktvormen, WC1, AWC4, 1.1,<br />

1.3,2.3,4.3<br />

- heeft inzicht in de basisbegrippen en principes van de internationale handel, WC1, AWC4, 1.1,<br />

1.3, 2.3,4.3<br />

Voor alle punten geldt eveneens AC6,3.1<br />

Inhoud Inleiding<br />

Vraag, aanbod en prijsvorming<br />

Nationaal inkomen en werkgelegenheid<br />

Bepalen van het macro-economisch evenwicht op de goederenmarkt<br />

Geldmarkt<br />

Verband tussen geld- en goederenmarkt<br />

Internationale handel<br />

Werkvorm Hoorcolleges gecombineerd met oefeningen<br />

Studiemateriaal Syllabus<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans 100% schriftelijk, gesloten boek examen (meerkeuzevragen, open vragen en oefeningen)<br />

2 de examenkans 100% schriftelijk, gesloten boek examen (meerkeuzevragen, open vragen en oefeningen)<br />

74


16 FECO1<br />

OO<br />

Code<br />

Algemene economie<br />

FECO1<br />

Algemene visie Deze cursus wil studenten, die tot nu toe nog geen of weinig contact hebben gehad met economie,<br />

enkele economische basisbegrippen en -principes bijbrengen. Het betreft begrippen of situaties die<br />

men dagelijks tegenkomt in de krant, op het nieuws, … zoals BBP, rente, inflatie. Dit<br />

opleidingsonderdeel is niet bedrijfseconomisch gericht zoals boekhouden, management accounting,…<br />

vermits eerstejaarsstudenten nog te ver van het bedrijfsleven staan. De bedrijfseconomische<br />

opleidingsonderdelen komen aan bod in de hogere jaren. Dit opleidingsonderdeel heeft de bedoeling<br />

een algemene economische basis mee te geven, die hoort bij de algemene kennis van elke student.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Dit opleidingsonderdeel vereist geen economische achtergrond, is niet bedrijfseconomisch maar wel<br />

algemeen economisch gericht. Een basiskennis van wiskundige vergelijkingen van de 1 ste graad is<br />

wenselijk. De relatie met andere opleidingsonderdelen wordt hieronder aangegeven.<br />

Is basis voor SBP, een opleidingsonderdeel van het derde jaar.<br />

Algemene economie probeert de student bij te brengen hoe externe factoren een invloed kunnen<br />

hebben op een land/onderneming/gezin, op de prijzen van de grondstoffen,… .<br />

Vele verbanden worden wiskundig en grafisch uitgelegd waardoor dit opleidingsonderdeel een relatie<br />

heeft met wiskunde.<br />

Voor het opleidingsonderdeel economie moeten de studenten bronnen raadplegen, bestuderen en<br />

bespreken.<br />

In het opleidingsonderdeel economie worden gegevens van een onderzoek/artikel regelmatig<br />

geanalyseerd en besproken.<br />

Dit opleidingsonderdeel heeft misschien geen rechtstreeks verband met het werkveld, maar gezien de<br />

meeste studenten terechtkomen in het bedrijfsleven, zullen ze onrechtstreeks geconfronteerd worden<br />

met economische begrippen zoals inflatie, elasticiteit, BBP,…<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende leermateriaal: eigen notities, internet, kranten en nieuwsberichten<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling: bij het beoordelen wordt vooral gelet<br />

of de student de aangeleerde economische begrippen kan duiden, verklaren, verbanden heeft<br />

leren leggen en in staat is de economische actualiteit te begrijpen en te verklaren.<br />

75


FCHE2<br />

OO<br />

Code<br />

Chemie 2<br />

FCHE2<br />

Coördinator Myriam Meyers (MeMy)<br />

Lesgever(s) Els Goignard (GoEl), Mieke Buntinx (BuMi), Adèle Peeters (PeAd), Etienne Van Hoof (VaEt), Myriam<br />

Meyers (MeMy)<br />

Opleidingsfase 2ABA<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84u KO: BKV: 18u + L 9u ZS: 57u<br />

Niveau Inleidend tot uitdiepend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student:<br />

- beschikt over een ruime polyvalente, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij<br />

gericht kan toepassen 1.1,1.2,1.3,1.4,1.5<br />

- beschikt over praktische vaardigheden 2.1,2.3<br />

- beschikt over communicatievaardigheden 3.1,3.2<br />

- beschikt over algemene beroepsattitudes 4.3,4.5,4.6,4.8<br />

- beschikt over elementaire onderzoekscompetenties en kan begeleid projectmatig denken 6.1,6.4<br />

De student kan:<br />

- chemische begrippen, symbolen, kenmerken en technieken correct en volledig definiëren, omschrijven<br />

of bewijzen, en de betekenis, het belang, en het onderlinge verband verduidelijken<br />

AC1,AC2,WC1,1.1,1.2,1.3,1.5<br />

- de sterkte van zuren en basen vergelijken; zuur-base reacties opstellen, en de evenwichtsligging<br />

voorspellen en/of berekenen, de pH berekenen van diverse oplossingen AC2,AWC1,1,3,1.4<br />

- bij zuur-base titraties een geschikte indicator selecteren, de keuze motiveren, de werking van de<br />

indicator verklaren AC2,AWC1,1.3,1.4,4.3,6.1,6.4<br />

- voor weinig oplosbare producten de oplosbaarheid berekenen of voorspellen in functie van de<br />

aanwezigheid van verschillende beïnvloedende factoren AC1,AC2,1.2,1.3<br />

- redoxreactievergelijkingen opstellen, en de evenwichtsconstante berekenen AC1,AC2,1.2,1.3<br />

- het principe van galvanische elementen beschrijven en verklaren, en de waarde van de standaard<br />

elektrodepotentiaal en de celpotentiaal berekenen AC2,AWC1,WC1,1.1,1.3,1,4,<br />

- zuur-base en redoxtitraties nauwkeurig uitvoeren en de concentraties of hoeveelheden berekenen<br />

AC1,AC2,1.3,1.4,4.3<br />

- de formules van enkele basispolymeren opzoeken, en deze polymeren dan verder indelen op basis<br />

van verschillende structuurkenmerken en de belangrijkste kenmerken en eigenschappen verklaren<br />

en in een figuur weergeven AC1,AC2,WC1,AWC1,1.1,1.2,1.3,1.5<br />

- de manier van bereiden van polymeren aangeven en het belang van additieven voor kunststoffen<br />

beschrijven AC2,AWC1,WC1,1.1,1.3,1.5<br />

- zelfstandig een voorbereide laboproef op een nauwkeurige, veilige en milieubewuste manier<br />

uitvoeren binnen de voorziene tijd, kan de experimentele resultaten correct interpreteren, verwerken<br />

en opnemen in het verslag AC2,AC6,AWC1,AWC4,BC7,1.4,2.1,2.3,3.1,4.5,4.8,6.4<br />

- een korte mondelinge uiteenzetting geven over reacties en titraties AC1,AC6,3.2,1.2,6.1<br />

Inhoud Reacties van moleculen: zeven hoofdstukken: (1) Zuren en basen; (2) Zuur-base reacties; (3) De pH<br />

van oplossingen; (4) Neerslagreacties; (5) Redoxreacties; (6) Toepassingen van redoxreacties (7)<br />

Polymeerchemie. Inhoud van de practica: zuur-base en redoxreacties en/of titratie, pH en buffers;<br />

Werkvorm Begeleide Zelfstudie: zelfstudie van de theorie, en begeleiding bij zelfstandig werken aan enerzijds<br />

inzichtopdrachten en anderzijds toepassingsopdrachten. Zelfstandig uitvoeren van practica.<br />

Studiemateriaal Eigen cursusmateriaal en elektronische leeromgeving met per hoofdstuk: inhoudstafel, beschrijving<br />

van de theorie, concrete doelstellingen, inzichtopdrachten, toepassingsopdrachten en eventueel<br />

kennisopdrachten. Handleiding bij het practicum.<br />

Examenvorm Schriftelijk examen (max. 4 uren) over de theorie en de opdrachten (85 % van de punten) met gebruik<br />

van een bundel met cijfergegevens. Grafisch rekenmachine is toegestaan.<br />

1 ste examenkans Permanente evaluatie van de practica (15 %).Verplichte aanwezigheid tijdens alle labzittingen.<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen over de theorie en de opdrachten met gebruik van een bundel met cijfergegevens.<br />

Voor de practica is er geen tweede examenkans. De punten van de eerste examenkans blijven<br />

behouden. Enkel indien de student aan 2 van de 3 labo’s deelnam is een vervangexamen mogelijk.<br />

Overdracht van labcijfer naar volgend academiejaar is mogelijk als 10/20 behaald werd.<br />

76


FCHE2<br />

OO<br />

Code<br />

Chemie 2<br />

FCHE2<br />

Algemene visie In het kader van een polyvalente algemene en technische vorming hoort chemie als wetenschappelijke<br />

discipline tot de opleiding van elke ingenieur. De student moet voldoende competenties in<br />

chemische begrippen verwerven, om deze zelfstandig te kunnen toepassen bij het oplossen van<br />

technische problemen. Er wordt een vorming verzekerd met de nodige chemische wetenschappelijke<br />

en technische kennis, waarbij belangrijke basiskennis wordt aangebracht als polyvalente voorbereiding<br />

op het ingenieursberoep. De student krijgt aldus een chemische basisopleiding die nodig is om te<br />

komen tot een beredeneerde kennis.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

FChemie 2 steunt vooral op de kennis die werd verworven binnen FChemie 1.1 en 1.2 en FFysica 1<br />

FChemie 2 levert enerzijds essentiële kennis voor de vakken analytische chemie; elektrochemie;<br />

organische chemie en; chemische materiaalkarakterisering; biomoleculen/biochemie en industriële<br />

proceschemie.<br />

Anderzijds biedt het ook een voorbereiding op andere opleidingsonderdelen, ondermeer voor thema’s<br />

zoals galvanische elementen, materiaalkunde en elektronica.<br />

Het opleidingsonderdeel FChemie_2 stelt resultaten van onderzoek voor, met nu en dan een<br />

directe verwijzing naar de onderzoeker zelf.<br />

Vermits het hier om een basiscursus gaat, met aanbrengen van basiskennis en basisvaardigheden uit<br />

het vakgebied van de scheikunde, is er geen directe relatie met het werkveld.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullend leermateriaal:Toledo<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling: tijdens practica geldt een verplichte<br />

aanwezigheid<br />

77


FTHE2<br />

OO<br />

Code<br />

Thermodynamica 2<br />

FTHE2<br />

Coördinator Wim Deferme (DeWi)<br />

Lesgever(s) Wim Deferme (DeWi); Michael Daenen (DaMi); Andre Goyvaerts (GoAn); Brecht Baeten (BaBr); Ilona<br />

Stouten (StIl)<br />

Opleidingsfase 2ABA-EM<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84u KO: 12u BKV: O 6u en L 9u ZS: 57u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt<br />

1. over een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan<br />

toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4<br />

2. over praktische vaardigheden.2.1, 2.3<br />

De student moet:<br />

� De exergie-analyse van een eenvoudig thermodynamisch proces kunnen maken. AC2<br />

� Het thermodynamisch gedrag van een meer-fase systeem kunnen beschrijven. AC2<br />

� Een eenvoudige warmtewisselaar kunnen berekenen. AC2/BC2<br />

� Een koelvin kunnen berekenen. AC2/BC2<br />

� Een gasturbine met verliezen kunnen berekenen. AC2<br />

� Het verbrandingsproces kunnen beschrijven en de samenstelling van de rookgassen<br />

kunnen bepalen door berekening. AC2<br />

� De belangrijkste onderdelen van een warmtekracht systeem kunnen noemen en de werking<br />

van het geheel kunnen verklaren. AC2<br />

� De theoretische werking van een compressie koelsysteem kunnen geven en de koellast<br />

kunnen berekenen. AC2<br />

� De niet-omkeerbaarheid in industriële processen kunnen aanduiden en het onderscheid met<br />

een omkeerbaar proces kunnen geven. AC2<br />

� Met de hulp van een formuleblad een gelijkaardig probleem, dat in de les of oefenzitting is<br />

besproken, kunnen oplossen. AWC4/BC2<br />

Inhoud 1. Stoom centrale<br />

- Rankine cyclus<br />

- Co-generatie van stoom en elektriciteit<br />

2. Gas centrale<br />

- Brayton cyclus<br />

- Otto cyclus<br />

- Diesel cyclus<br />

- Warmte kracht systemen<br />

- Gecombineerde cyclus<br />

3. Koel systemen en warmte pompen<br />

4. Warmte overdracht<br />

- Conductie, Convectie, Straling<br />

- Warmtewisselaars<br />

- Koelvinnen<br />

- Koellast berekening<br />

5. Verbranding<br />

Labo<br />

1. Berekening koelcyclus met behulp van computerprogramma.<br />

2. Warmteverliesberekening van een woonhuis.<br />

3. Klimatisatie<br />

4. Warmtekracht<br />

Werkvorm Mix van hoorcolleges, oefenzittingen en labo’s.<br />

Studiemateriaal Eigen cursusteksten.<br />

78


FTHE2<br />

OO<br />

Code<br />

Thermodynamica 2<br />

FTHE2<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Theorie: mondeling met schriftelijke voorbereiding, Oefeningen: schriftelijk, Labo: permanente<br />

evaluatie,<br />

2 de examenkans Theorie: mondeling met schriftelijke voorbereiding, Oefeningen: schriftelijk, Labo: geen tweede<br />

examenkans mogelijk. De punten van de eerste examenkans blijven behouden, overdracht van<br />

labcijfer naar volgend academiejaar is mogelijk als 10/20 behaald werd.<br />

Algemene visie De energie die wij in ons dagelijks leven nodig hebben. Zo is de warmte die we nodig hebben om ons<br />

huis te verwarmen van lage kwaliteit. Toch gebruiken we daarvoor hoogwaardige energie zoals<br />

brandstoffen. Dit gebeurt ook heel dikwijls in industriële processen. De ingenieur die zich meer wil<br />

specialiseren in kwalitatieve beoordeling van energie en energieprocessen moet in zijn opleiding meer<br />

krijgen dan de basis thermodynamica die aan iedereen wordt aangeboden.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Het succesvol afronden van FTHE2_1 is een vereiste.<br />

De meer uitgebreide studie van de thermodynamica situeert zich binnen het gebied van de basis<br />

thermodynamica en de fluïdomechanica. De student leert gebruik makend van de basiswetten om een<br />

kwalitatieve beoordeling te maken van veel voorkomende industriële processen.<br />

Het vak stelt resultaten van onderzoek voor zonder expliciet te verwijzen naar de onderzoeker of het<br />

onderzoek zelf.<br />

Kwaliteit is iets wat bedrijven voortduren bezighoudt. Ook in het domein van de energietoepassingen<br />

wordt meer en meer gevraagd naar bruikbare criteria om energiestromen te beoordelen<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling:<br />

- De evaluatie van de theoretische competentie gebeurt in een mondeling examen met<br />

schriftelijke voorbereiding, gewichtsfactor 12/30<br />

- De evaluatie van het zelfstandig kunnen oplossen van thermodynamische problemen<br />

gebeurt in een schriftelijk examen, gewichtsfactor 12/30<br />

- De evaluatie van het aanleren van praktische en sociale vaardigheden gebeurt permanent,<br />

aan de hand van laboratoriumverslagen en een evaluatietest, gewichtsfactor 6/30<br />

- Overdracht van labcijfer naar volgend academiejaar is mogelijk indien minimum 10/20<br />

behaald werd.<br />

79


FOCO_EM<br />

OO<br />

Code<br />

O&C2-DSP-EM: inventor ontwerp<br />

FOCO_EM<br />

Coördinator De Munck Maarten<br />

Lesgever(s) De Munck Maarten (DmuMa), Holsteen Jos (HoJo), Stouten Ilona (StIl), Stryckers Jeroen (StJe),<br />

Theunissen Jos (ThJo)<br />

Opleidingsfase 2ABA-EM<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84u KO: 0u BKV: O 24u ZS: 60u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student:<br />

1, beschikt over een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij<br />

gericht kan toepassen (1.1, 1.2, 1.3, 1.5, 1.6, 1.7)<br />

2, beschikt over praktische vaardigheden (2.2, 2.3, 2.4)<br />

3, beschikt over communicatievaardigheden (3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6)<br />

4, beschikt over algemene beroepsattitudes (4.2, 4.3, 4.6, 4.12, 4.13)<br />

6. beschikt over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en<br />

projectmatig handelen (6.3, 6.5, 6.6)<br />

De student levert een beknopt werktuigbouwkundig dossier af dat wordt beoordeeld op volgende<br />

criteria:<br />

- De technisch/wetenschappelijke, communicatieve en economische aspecten van<br />

projectmatig werken. 1.1, 1.2, 1.7<br />

- Analyse en uitwerking van een opgelegde opdracht (1.2, 1.3, 1.5, 1.6, 3.4, 3.5, 4.2, 4.6,<br />

4.12, 6.3, 6.5, 6.6, WC1, AC1, AC2, AWC1, AWC4, AC5, BC1)<br />

- Gebruik van een 3D CAD pakket (Inventor) (2.2)<br />

- De uitwerking van werktuigbouwkundige tekeningen en stuklijsten volgens geldende<br />

normen. (1.1, 2.3, 2.4, 4.3, WC1, AWC4)<br />

- Communicatievaardigheden. 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6<br />

- Het geven van een voorbereide PowerPoint-presentatie over het project in het Nederlands,<br />

Frans en Engels volgens algemeen geldende presentatierichtlijnen. 3.2, 3.3, 3.4, 3.6<br />

De student toont interesse en respect voor andere culturen, staat open voor andere standpunten en<br />

meningen en houdt hier in zijn communicatie rekening mee. 3.6, 4.6, 4.12, 4.13<br />

Inhoud - Probleemdefinitie<br />

- Eisenpakket<br />

- Functieanalyse<br />

- Concept<br />

- Uitwerking van het werktuigbouwkundig dossier<br />

- Verslaggeving en presentatie<br />

- Opstellen en toepassen van SWOT –analyses<br />

Werkvorm Projectwerk in groep met ondersteuning via lessen(CAD) , opdrachten en communicatiesessies.<br />

Studiemateriaal Documentatiecentrum en cursussen FGON1 en FGON2<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Evaluatie van het verslag en de mondelinge verdediging van het ontwerp.<br />

2 de examenkans Idem<br />

80


FOCO_EM<br />

OO<br />

Code<br />

O&C2-DSP-EM: inventor ontwerp<br />

FOCO_EM<br />

Algemene visie Met de kennis opgedaan in FGON1 en FGON2 worden de studenten geconfronteerd met een<br />

complexere vakoverschrijdende opdracht. Onder begeleiding van de docenten verwerft de student<br />

voldoende inzicht, vaardigheden en competenties om een werkbouwkundig dossier af te werken en te<br />

presenteren.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

De student kent de principes en de normen van technisch tekenen en is vertrouwd met de gestelde<br />

eisen aan een productierijp grafisch ontwerp zoals aangebracht in het opleidingsonderdeel grafisch<br />

ontwerpen (FGON1 en FGON2).<br />

De student kan verder bouwen op eerder verworven competenties voor schriftelijk en mondeling<br />

presenteren (FOCO1 en FOCO2) en is in staat algemene kennis uit aanverwante vakgebieden toe te<br />

passen.<br />

Steunt op: zie begincompetenties<br />

Onderzoek en communicatie vormt verder een belangrijke link naar de Bachelorproef in 3 aba, de<br />

Masterproef (of elk projectmatig vak) en internationale toegepaste communicatie 1 en 2 in 3aba en<br />

master. Voor de plaatsing van het vak is bewust gekozen voor 2 aba, semester 2. De student(e) heeft<br />

op dit ogenblik reeds een ruimer algemeen projectwerk uitgevoerd en een basis aan communicatieve<br />

vaardigheden in Engels en Frans verworven in het opleidingsonderdeel FOCO1 in 1aba en FOCO2<br />

semester 1 in 2aba en kan door reflectie hierop nog heel wat bijleren op projectmatig, technischinhoudelijk<br />

vlak en op het gebied van anderstalige communicatie in FOCO2, semester 2.<br />

Bovendien worden de communicatieve vaardigheden in Engels en Frans verder aangescherpt.<br />

Is basis voor: Mechanisch ontwerpen en elektrisch ontwerpen in 3ABA<br />

In dit vak voeren de studenten zelf een klein onderzoeksproject uit.<br />

De inhoud van dit opleidingsonderdeel draagt bij tot de algemene ingenieursvorming, de<br />

onderzoekende houding en de communicatieve vaardigheden van de studenten.<br />

De opdracht worden geïnspireerd op opdrachten uit de bacherorproef. Vermits daar de opdrachten uit<br />

het werkveld komen blijft de inhoud up-to-date. Het in te leveren werktuigbouwkundig dossier bestaat<br />

uit tekeningen en stuklijsten die door aankoop- of verkoopdiensten kunnen worden gebruikt.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

81


FGON2<br />

OO<br />

Code<br />

Grafisch Ontwerpen 2<br />

FGON2<br />

Coördinator Theunissen Jos (ThJo)<br />

Lesgever(s) De Munck Maarten (DmuMa), Holsteen Jos (HoJo), Stouten Ilona (StIl), Stryckers Jeroen (StJe),<br />

Theunissen Jos (ThJo)<br />

Opleidingsfase 2ABA-EM<br />

ECTS-punten 3 Tot.:84u KO:0u BKV:O 30u ZS:54u<br />

Niveau Uitdiepend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentie-matrix in<br />

deel 1 van de studiegids<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in deel 1<br />

van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentie-matrix in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

De student:<br />

1, beschikt over een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen (1.1,<br />

1.2, 1.3, 1.4)<br />

2, beschikt over praktische vaardigheden (2.4)<br />

3, beschikt over communicatievaardigheden (3,1, 3,4, 3,5)<br />

4, beschikt over algemene beroepsattitudes (4,2, 4,3, 4,6, 4,12)<br />

6. beschikt over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen<br />

(6.3, 6.5)<br />

Vaardigheden die nodig zijn om goed en efficie nt het mechanisch gedeelte van een<br />

werktuigbouwkundig dossier te kunnen lezen en afwerken:<br />

− Een volledig werktuigbouwkundig dossier aanvullen (uitwerken van opdrachten, herkennen en tekenen<br />

van onderdelen uit een samenstelling en aanvullen van stuklijsten). 2.4, 3.1, 3.4, 4.3, AC6, AWC4<br />

− Aan de hand van een samenstellingstekening de werking van een machine kunnen afleiden<br />

en technische samenhangen herkennen. 1.3, 4.3, 6.3, AC1, AC2, AWC4<br />

− Lezen van werktuigbouwkundige detailtekeningen en samenstellingen. 6.3, AC2<br />

− Werken met de tabellen uit het boek Tabellenbuch metall. 3.5, 6.3, AC2<br />

− De verschillende machine-onderdelen zoals bouten, moeren, zekeringsringen, sluitringen,<br />

stelschroeven, oliekeerringen, lagers, tandwielen op een juiste manier herkennen en<br />

toepassen in een samenstelling. 1.1, 4.2, WC1, AWC4<br />

− Functionele aanduidingen zoals uitlopen, centreergaten, ruwheidsaanduidingen, verzinkingen,<br />

alg. toleranties en afkantingssymbolen op een detailtekening aanbrengen. 1.2, WC1, AC1<br />

− Lastekeningen kunnen lezen en maken. 1.2, WC1, AC1<br />

− Maataanduidingen met de juiste passingen en toleranties functioneel aanbrengen. 1.1, 1.2,<br />

1.4, WC1, AC1, AWC1<br />

− Werktuigbouwkundige tekeningen productierijp afwerken. 2.4, 3.1, 3.4, AC6, AWC4<br />

− In teamverband werken. 4.6, 4.12, AC5, BC1<br />

Inhoud � Het werktuigbouwkundig dossier<br />

� Lagertoepassingen<br />

� Toleranties en passingen<br />

� Geometrische toleranties<br />

� Lassen op een tekening<br />

� Normonderdelen en tabellen<br />

� Opgaven<br />

Werkvorm Begeleide oefenzittingen.<br />

Het resultaat van de oefeningen wordt geëvalueerd en teruggekoppeld.<br />

Studiemateriaal Cursus Grafisch ontwerpen 2<br />

Tabellen- en formuleboek Tabellenbuch Metall<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk examen<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen<br />

82


FGON2<br />

OO<br />

Code<br />

Grafisch Ontwerpen 2<br />

FGON2<br />

Algemene visie In FGON1 leert de student detailtekeningen maken en verwerken tot een samenstelling.<br />

In FGON2 worden een aantal onvolledige dossiers verder afgewerkt door de student. De nodige<br />

informatie wordt door de student opgezocht of afgeleid uit de gegeven informatie.<br />

Na het volgen van dit opleidingsonderdeel moet de student in staat zijn het mechanisch deel van<br />

een werktuigbouwkundig dossier te doorgronden en productierijp af te werken.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

De student kent de principes en de normen van technisch tekenen zoals aangebracht in het<br />

opleidingsonderdeel grafisch ontwerpen 1 (FGON1).<br />

Algemene kennis uit de opleidingsonderdelen materiaalkunde 1 (FMAT1) en vormgeving 1<br />

(FVORM1) is aanbevolen.<br />

Steunt op: zie begincompetenties<br />

Is basis voor:<br />

� Onderzoek en communicatie 2 EM (FOCO_EM)<br />

� Mechanisch ontwerp<br />

Relatie met onderzoek De student zoekt in dit opleidingsonderdeel in vakliteratuur naar geschikte oplossingen en vergelijkt<br />

deze mogelijke oplossingen kritisch.<br />

Relatie met werkveld De op te lossen dossiers zijn praktijkvoorbeelden van werktuigbouwkundige dossiers en worden in<br />

teamverband opgelost. Het zijn dossiers met stuklijsten en afgewerkte tekeningen zoals gebruikt in<br />

de industrie.<br />

Aanvullende info � Onderwijstaal: Nederlands<br />

� Aanvullend leermateriaal:<br />

� Video Montage en demontage van lagers<br />

83


FMAT2_DeWi_0403<br />

OO<br />

Code<br />

Materiaalkunde 2<br />

FMAT2<br />

Coördinator Wim Deferme (DeWi)<br />

Lesgever(s) Bert Van Bael (VaBe), Wouter Schroeyers (ScWo), Tim Clukers (ClTi)<br />

Opleidingsfase 2ABA-CE, 2ABA-EM<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84u KO: 18u BKV: L 12u ZS: 54u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt<br />

1. over een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan<br />

toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4<br />

2. over praktische vaardigheden.2.1, 2.3<br />

De student:<br />

� moet de methodische aanpak van de materiaalkeuze volgens CES kunnen<br />

verklaren a.h.v. een case-studie van een concreet probleem. Hij/zij moet<br />

kunnen aangegeven op welke manier de CES-software hierin kan<br />

aangewend worden. AC1/ AC2/AC3/AC4<br />

� moet in eigen woorden kunnen uitleggen op welke manier ijzererts wordt<br />

omgezet in staal en gietijzer. AC3/AC6/ AC7<br />

� moet het ontstaan van de microstructuur van metalen kunnen verklaren op<br />

basis van de samenstelling en het bijhorende evenwichtsdiagramma.<br />

AC1/AC6<br />

� moet de reële microstructuren van ongelegeerd staal kunnen verklaren en<br />

hierin het mechanisme van de perlietvorming kunnen uitleggen.<br />

AC1/AC3/AC6<br />

� moet de belangrijkste warmtebehandelingen op staalsoorten kunnen<br />

verklaren (veredelen, harden, normaalgloeien, zachtgloeien).<br />

AC1/AC3/AC6<br />

� moet verschillen in mechanische en thermische eigenschappen tussen<br />

verschillende materiaalgroepen kunnen verklaren. Hij kent ook de<br />

belangrijkste vormgevingstechnieken die voor de verschillende<br />

materiaalgroepen gebruikt worden. AC3/AC7<br />

� moet de resultaten van de labozittingen kunnen verklaren en op hun<br />

relevantie kunnen evalueren. AC2/AC3/AC6<br />

Inhoud 1. Materiaalkeuze: methode en CES-benadering<br />

2. Industriële bereidingsprocessen: staalbereiding, kunststof, keramiek en composiet<br />

3. Evenwichtsdiagrammen en microstructuren: structuren in staal en gietijzer, ijzer-koolstof<br />

diagram<br />

4. Warmtebehandelingen: metalen en niet-metalen<br />

Labo<br />

Werkvorm Lessen en labozittingen.<br />

Studiemateriaal Eigen cursusteksten.<br />

1. Microstructuren (schuren, polijsten en etsen) en Vickers hardheid<br />

2. microstructuren van staal en gietijzer<br />

3. ijzer-koolstof evenwichtsdiagramma’s en TTT-diagramma’s<br />

4. Testen van niet-metalen en structuren: ultrasoon, …<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Theorie: schriftelijk examen met mondelinge toelichting (20/30)<br />

Labo: permanente evaluatie van medewerking en verslaggeving (10/30)<br />

Alle labo’s moeten gevolgd worden. Bij gewettigde afwezigheden dient de student contact op te<br />

nemen met de docent voor afspraken rond een vervangopdracht.<br />

2 de examenkans Theorie: schriftelijk examen met mondelinge toelichting (20/30)<br />

Labo: geen tweede examenkans mogelijk. De punten van de eerste examenkans blijven behouden,<br />

84


FMAT2_DeWi_0403<br />

OO<br />

Code<br />

Materiaalkunde 2<br />

FMAT2<br />

overdracht van labcijfer naar volgend academiejaar is mogelijk als 10/20 behaald werd.<br />

Algemene visie De materiaalkunde zal voor de ingenieur de brug zijn tussen de fundamentele wetenschappen als<br />

fysica, mechanica en chemie en de technische wereld waarin hij of zij de materiële wereld aanpast<br />

aan de noden van mens en maatschappij. Hierbij is heel wat inzicht in materiaal-gedrag nodig. We<br />

zien de opbouw in dit inzicht geleidelijk groeien via volgende stappen :<br />

� In FMAT1 bestuderen we de materiaalstructuur en het meten van de<br />

materiaaleigenschappen om te kunnen komen tot een verantwoorde materiaalkeuze.<br />

� In FMAT2 zullen we de materiaalkeuze breder onderbouwen door inzicht bij te brengen in<br />

zowel het legeren als de thermische behandelingen van metalen. Het relevante<br />

materiaalgedrag wordt sterk praktisch geïllustreerd en we situeren de metalen tussen de<br />

andere technische materialen.<br />

� In FMAT3 gaan we verder in op de oppervlakteveredeling en het specifieke gedrag van<br />

staalsoorten in harden, corrosie en toepassingen als spuitgietmatrijzen.<br />

� In FMAT4 is er ruimte om dieper in te gaan op innovatieve materialen en omvormtechnieken.<br />

Uitgangspunt van onze visie rond materiaalkunde is gebaseerd op de benadering van Cambridge<br />

(Prof Mike Ashby).<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

FMAT1 dient succesvol te zijn afgelegd alvorens aan FMAT2 te mogen deelnemen.<br />

Zie bovenvermelde “algemene visie”<br />

FMAT1 dient succesvol te zijn afgelegd alvorens aan FMAT2 te mogen deelnemen.<br />

Het vak stelt resultaten van onderzoek voor zonder expliciet te verwijzen naar de onderzoeker of het<br />

onderzoek zelf. In het labo komen onderzoeksgerelateerde opdrachten aan bod: de studenten voeren<br />

proeven uit, verwerken resultaten en rapporteren hierover. De studenten die kiezen voor een vrije<br />

opdracht (zie verder bij “Aanvullende Informatie…”) verzamelen, analyseren en bespreken<br />

bijvoorbeeld teksten uit vaktijdschriften.<br />

Alhoewel deze cursus vooral theoretische inzichten wil meegeven, komen vele voorbeelden uit de<br />

Vlaamse industriële praktijk (staalbereiding bij Sidmar en Arcelor Mittal Genk; éénkristallen bij<br />

Umicore en IMEC; geheugenlegeringen bij AMT; composieten bij Sabca; …) Er wordt gewerkt met<br />

industriële legeringen en gegevens van Uddeholm en Böhler.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling:<br />

Bij de eindevaluatie is er ruimte om vanuit een vrije opdracht in te gaan op<br />

materiaalkeuze, materiaaltoepassing of materiaalverwerking gebaseerd op eigen<br />

interesse en ervaringen (bv. vanuit hobby).<br />

85


FELT<br />

OO<br />

Code<br />

Elektrotechniek<br />

FELT<br />

Coördinator Michaël Daenen (DaMi)<br />

Lesgever(s) Erik Geuens (GeEr), Geert Vandensande (VdsGe), Thijs Vandenryt (VaTh)<br />

Opleidingsfase 2ABA-EM<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84 KO: 18u BKV: L 12 u ZS: 48u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Student beschikt over:<br />

1. een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.6<br />

2. Beschikt over praktische vaardigheden 2.1, 2.3<br />

De student:<br />

- Kan definities, formules en eenheden van elektrische grootheden exact formuleren en toepassen.<br />

WC1, AC1, 1.1, 1.3<br />

- Kan de begrippen en afleiding van formules uit de eenfasige en driefasige wisselstroom exact<br />

formuleren en gebruiken a) in oefeningen, b) bij de verklaring en werking van elektrische toestellen en<br />

schakelingen, c) bij de afleiding van bepaalde formules. WC1, AC1, 1.1, 1.2, 1.3<br />

- Kan rekentechnieken, grafisch via fasoren en mathematisch via complexe getallen, voor het<br />

oplossen van elektrische kringen, aangesloten op eenfasige of driefasige wisselspanning, toepassen.<br />

WC1, AC1, 1.1, 1.2, 1.3<br />

- Kan schakelingen opbouwen, doormeten en de meetresultaten interpreteren van uit de aangeboden<br />

theorie. AC1, AWC1, AWC4, 1.3, 1.4, 2.1, 2.3<br />

Inhoud Deel 4: Wisselstroomtheorie / toepassingen op magnetisme<br />

Fasordiagram - complexe voorstelling van spanningen, stromen en impedanties.<br />

RLC-resonanties<br />

Vermogensoverdracht<br />

De transformator<br />

Deel 5: Driefasige wisselstroom<br />

Driefasige spanningen en stromen<br />

Driefasige generatoren<br />

Driefasige belastingen (draaiveld)<br />

Vermogen in driefasige systemen<br />

Cos-phi-verbetering in driefasige systemen<br />

Driefasige netten en beveiliging: TT, TN, IT<br />

Labo<br />

Metingen met oscilloscoop<br />

1. Inleiding oscilloscoop<br />

2. RC-, RL-, en RLC-kringen<br />

3. Overgangsverschijnselen<br />

Vermogen metingen<br />

4. 3-wattmetermethode >< Aron-schakeling<br />

5. TL lampen en COS phi verbetering<br />

6. Relaisschakelingen<br />

Werkvorm Mix van hoorcolleges en labo’s.<br />

Studiemateriaal Eigen cursusteksten en powerpointpresentaties.<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk examen over theorie (40%) en oefeningen (40%). Het formularium mag gebruikt worden.<br />

Permanente evaluatie van het labo (20%). Verplichte aanwezigheid tijdens alle labo’s. Tijdens de<br />

laatste labozitting wordt een praktisch examen afgenomen.<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen over theorie (40%) en oefeningen (40%). Het formularium mag gebruikt worden.<br />

Voor het labo is geen tweede examenkans mogelijk. De beoordeling over het labo uit de eerste<br />

examenkans wordt overgenomen.<br />

86


FELT<br />

OO<br />

Code<br />

Elektrotechniek<br />

FELT<br />

Algemene visie Deze cursus beoogt het aanbrengen van een wetenschappelijke basiskennis van het vakgebied<br />

“elektrotechniek” als onderdeel van de polyvalente voorbereiding op het ingenieursberoep en als<br />

voorbereiding op de master “industriële ingenieurswetenschappen”.<br />

De wetenschappelijke basis bestaat voor een beperkt gedeelte uit feitenmateriaal (kennen). De<br />

nadruk ligt veeleer op redeneervaardigheden (begrijpen), en het oplossen van concrete problemen<br />

(toepassen).<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Deze cursus steunt op de competenties verkregen in Elektriciteit1_1 en Elektriciteit1_2. Een<br />

basiskennis van elektrodynamica, elektrostatica en magnetisme is vereist. Voorts is de nodige basis<br />

wiskunde (algebra, vectorrekenen, integraal- en differentiaalrekenen) een must.<br />

Steunt op: Elektriciteit1_1 en Elektriciteit1_2<br />

Is basis voor: Elektrische aandrijvingen, elektrische installaties en ontwerpen en<br />

vermogenselektronica<br />

Het opleidingsonderdeel “Elektrotechniek” stelt resultaten van onderzoek voor zonder expliciet te<br />

verwijzen naar de onderzoeker of het onderzoek zelf. De studenten voeren onderzoeksgerelateerde<br />

opdrachten uit.<br />

Het juist hanteren van de disciplinegebonden wetmatigheden, grootheden en eenheden is een<br />

minimum eis om in het werkveld op eenduidige wijze te kunnen communiceren.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende leermateriaal:<br />

Douglas C. Giancoli; “Natuurkunde voor Wetenschap en Techniek: Elektrostatica en Magnetisme.<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling:<br />

De evaluatie peilt voornamelijk naar<br />

� inzicht<br />

� het vermogen om nieuwe problemen op te lossen<br />

� en het correct toepassen van de respectievelijke elektrische grootheden en hun eenheden.<br />

- Overdracht van labcijfer naar volgend academiejaar is mogelijk indien minimum 10/20 behaald werd.<br />

87


FSTER2<br />

dOO<br />

Code<br />

Sterkteleer 2<br />

FSTER2<br />

Coördinator Kris Henrioulle (HeKr)<br />

Lesgever(s) Kris Henrioulle (HeKr) Tim Clukers (ClTi) Michaël Daenen (DaMi)<br />

Opleidingsfase 2ABA – EM<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84 u KO: 18u BKV: O 12 u ZS: 54u<br />

Niveau Verdiepend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt<br />

1. over een ruime veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan<br />

toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.7<br />

3. over communicatievaardigheden 3.1<br />

4. over algemene beroepsattitudes 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.8<br />

6. over elementaire onderzoekscompetenties, kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig<br />

handelen 6.1, 6.4, 6.5, 6.7<br />

De student moet tijdens het schriftelijk examen over de theorie zelfstandig de basisbegrippen uit de<br />

cursus kunnen afleiden en uitleggen. (1.1, 1.2, 1.7, 3.1, 4.2, WC1, AC1, AC6, AWC4)<br />

De student moet tijdens het schriftelijk examen over de oefeningen zelfstandig de opgave vertalen<br />

naar een model, (1.3, 1.5, 4.2, 4.4, 6.1, 6.4, 6.5, 6.7, AC1, AC2, AC7, AWC4, AWC1) hij/zij moet tot<br />

een oplossing komen door het opbouwen van wetenschappelijke redeneringen, het toepassen van<br />

wetten van de sterkteleer en wiskundige technieken, (1.2, 4.3, 4.5, 4.8, WC1, AC1, AWC4, BC8,<br />

BC7) hij/zij moet de resultaten toetsen en kritisch beoordelen. (1.4, 3.1, AWC1, AC6)<br />

Inhoud � spanningstransformaties, cirkel van Mohr<br />

� vervormingstransformaties, gebruik van rekstrookjes<br />

� stabiliteit van een constructie: knik<br />

� vakwerken, krachten in mechanische constructies<br />

� berekenen van dunwandige drukvaten<br />

� doorbuiging van balken en assen - statische en hyperstatische belastingsgevallen<br />

� geselecteerde items i.v.m. buiging van mechanische constructies<br />

� arbeidsmethoden<br />

Werkvorm Tijdens de kennisoverdracht (in grote groep) wordt de theorie aangebracht en geïllustreerd met<br />

modeloefeningen. Tijdens de begeleide kennisverwerking (in kleine groep) moet de student<br />

zelfstandig de theorie toepassen in oefeningen.<br />

Studiemateriaal Handboek : Hibbeler RC Sterkteleer Tweede Editie (2007)<br />

Oefeningenbundel Sterkteleer K. Henrioulle en T. Clukers<br />

Elektronisch leerplatform met aanvullende informatie<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk examen, theorie en oefeningen<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen, theorie en oefeningen<br />

88


FSTER2<br />

dOO<br />

Code<br />

Sterkteleer 2<br />

FSTER2<br />

Algemene visie Waar in Sterkteleer 1 de nadruk ligt op het toepassen van basisformules focust het<br />

opleidingsonderdeel Sterkteleer 2 op een meer diepgaand begrip van het verloop van spanningen en<br />

vervormingen in structuren. De relatie tussen de vervorming gemeten in een punt van de constructie<br />

en de algemene spannings-en vervormingstoestand in dat punt laat de ingenieur toe de berekening<br />

van spanningen en vervormingen experimenteel te valideren. Daarnaast maakt het<br />

opleidingsonderdeel een selectie van specifieke belastingsgevallen die in mechanische constructies<br />

kunnen voorkomen en reikt hiervoor een oplossingsmethode aan.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Dit opleidingsonderdeel veronderstelt een elementaire kennis van functies, afgeleiden en integralen,<br />

alsook de kennis van en inzicht in de concepten aangebracht in Sterkteleer 1. Bovendien moet de<br />

student vertrouwd zijn met het gebruik van rekenbladen.<br />

Steunt op: Sterkteleer 1 en Mechanica 1 en 2<br />

Is basis voor: Toegepaste mechanica 1, Mechanisch ontwerp: bachelorproef, Elektromechanisch<br />

ontwerp: bachelorproef en Eindige elementen.<br />

De cursus verwijst naar resultaten van onderzoek en verwijst naar voorbeelden uitgevoerd in het<br />

kader van dienstverlening.<br />

Speciale aandacht gaat naar het opstellen van een model voor een reëel probleem.<br />

De ingenieur gebruikt de basiskennis uit de sterkteleer bij het ontwerp en beoordeling van elke<br />

mechanische constructie. Zulke constructies komen in elke industriële sector voor. Zonder<br />

gedetailleerde berekeningen te maken kan de ingenieur toch zwakke plekken in een mechanische<br />

constructie aanwijzen.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullend leermateriaal: Hibbeler Statica (Pearson 2005) en Hibbeler Structural Analysis (Pearson<br />

7th Edition)<br />

89


FVORM2_1112_ThJo<br />

dOO<br />

Code<br />

Vormgevingstechnieken 2<br />

FVORM2<br />

Coördinator Theunissen Jos (ThJo)<br />

Lesgever(s) Theunissen Jos (ThJo), Clukers Tim (ClTi)<br />

Opleidingsfase 2ABA-EM<br />

ECTS-punten 2 Tot.: 60 u KO: 9 u BKV: L 24 u ZS: 27 u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt<br />

1. over ruime veelzijdige, wetenschappelijk en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen binnen het<br />

elektromechanische gebeuren: 1.2, 1.3, 1.7, 2.2, 2.4, 2.5, 2.6, 2.7, 2.9, 3.1, 3.6, 3.7, 3.8, 3.11, 3.12<br />

2. over algemene beroepsattitudes: 4.2, 4.4, 4.8, 4.9<br />

3. over communicatievaardigheden: 7.1, 7.3<br />

De constructie en de werking beschrijven van werktuigmachines voor de verspanende bewerkingen -<br />

de verschillende aandrijvingen bespreken AC2.<br />

Het positioneren en het klemmen van gereedschap en werkstuk uitleggen AC2.<br />

De snijsnelheid, de snedediepte, de voeding berekenen voor de toe te passen verspaningsprocessen<br />

AC2.<br />

De hoeken van een snijgereedschap benoemen en de invloed op het snijproces bespreken AC2.<br />

Vermogens en snijtijden berekenen van deze processen AC2.<br />

De invloed bespreken van factoren die het verspaningsproces beheersen AC2.<br />

Alle veiligheidsaspecten met betrekking tot het labo toepassen AC2.<br />

Het verspaningsproces (opstellingen, parameters, snijgereedschapskeuze) bedienen, verklaren en<br />

uitvoeren AC2.<br />

Met een draaibank, freesmachine, boortoestel, slijpbank werken AC2.<br />

Alle basishandelingen uitvoeren met betrekking tot het autogeen- en bekleed elektrodelassen AC2.<br />

Machinebankwerken in al zijn aspecten toepassen AC2.<br />

Een verslag maken van de uitgevoerde laboratoriumproef AC6<br />

Inhoud - Aandrijvingen en positioneren van werkstuk en gereedschap.<br />

- Beschrijving van machines voor verspanende bewerkingen<br />

- Opspanproblematiek van werkstuk en gereedschappen<br />

Tijdens de eerste labozitting wordt de student vertrouwd gemaakt met de machines in de werkplaats.<br />

De begeleidende docent legt de werking uit van de machines en maakt de oefening gedeeltelijk.<br />

Tevens wordt voldoende aandacht besteed aan de veiligheid. Dit door het werkplaatsreglement voor<br />

te lezen en te overlopen en tijdens de oefeningen voortdurend te wijzen op mogelijk gevaarlijke<br />

handelingen. Daarna leert de student individueel werken met werktuigmachines zoals draaibank,<br />

freesmachine, boormachine, slijpbank. Ook enkele niet-verspanende technieken kopen aanbod:<br />

elektrisch en autogeen lassen, verbindingstechnieken, draadtappen, klinken, plaatbewerking.<br />

Werkvorm hoorcollege<br />

De beoordeling gebeurt tijdens de labozittingen, rekening houdend met de voorbereiding, motivatie,<br />

inzet tijdens de labozitting en verslag. Op het einde van de zitting krijgt iedere student(e) een<br />

beoordelingscijfer.<br />

Studiemateriaal FVORM2 cursus en labotekst<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk, verplichte aanwezigheid, op de test die het labo voorafgaat - permanente evaluatie<br />

tijdens de labo’s met verplichte aanwezigheid<br />

2 de examenkans Schriftelijk<br />

Overdracht van labcijfer naar volgend academiejaar is mogelijk indien minimum 10/20 behaald werd<br />

90


FVORM2_1112_ThJo<br />

dOO<br />

Code<br />

Vormgevingstechnieken 2<br />

FVORM2<br />

Algemene visie Bij verspanende bewerkingen komt een product tot stand door overtollig materiaal weg te nemen.Dit<br />

overtollige materiaal wordt weggenomen in de vorm van “spanen”.<br />

De meest toegepaste technieken en de gereedschappen en machines worden grondig uitgediept.<br />

Je leert de verschillend onderdelen doorgronden die samen een hele constructie of machine vormen.<br />

Je leert een werkstuk vervaardigen – de gepaste gereedschappen en vervaardigingsparameters<br />

kiezen. De basisbewerkingen worden eerst gedemonstreerd en nadien kan je zelf op een veilige wijze<br />

de opdrachten uitvoeren. Je pikt als surplus ook nog een initiatie in elektrisch en autogeen lassen<br />

mee.<br />

Eveneens horen machinebankwerken tot de zelf toe te passen basisbewerkingen.<br />

Hij verwerft voldoende inzicht en vaardigheden en competenties om basisopdrachten uit de<br />

werktuigkunde zelfstandig uit t e voeren.<br />

Kennis van productietechnieken aanbrengen als polyvalente voorbereiding op het beroep van de<br />

ingenieur.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

De student moet een tekening kunnen lezen en eenduidig interpreteren.<br />

Uit de verscheidenheid van verspanende bewerkingen moet je een goede keuze maken.<br />

Vertrekkende van een technische tekening, moet je een bewerkingsvolgorde opstellen.<br />

Het eindresultaat wordt bepaald door afmetingen, oppervlakteruwheid en toleranties.<br />

Je ervaart hoe je gepaste gereedschappen en machines kunt gebruiken om werkstukken zelf aan te<br />

maken.<br />

Door de machines eigenhandig te gebruiken, doet men de beste ervaring op.<br />

Men krijgt meer gevoel omtrent “ het verspanen van materialen”.<br />

Basistechnieken bij het lassen leer je eigenhandig aan.<br />

Vooraleer een onderdeel kan geproduceerd worden moet er eerst een tekening gemaakt worden.<br />

Veel ingenieur hebben een “productie gerichte” functie in een bedrijf. Mogelijk als hoofd van een<br />

tekenafdeling – productielijn –of als hoofd van de engineerafdeling.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende leermateriaal:<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling:<br />

De studenten worden getest op de elementaire kennis van<br />

verspanende bewerkingstechnieken.<br />

Een aantal meerkeuze vragen vormen het tweede luik van het examen.<br />

Deze schriftelijke test wordt afgenomen voor de eerste labozitting. Slagen op deze test is een<br />

voorwaarde om de oefeningen tijdens de labozittingen te mogen uitvoeren.<br />

Tijdens de labozittingen moeten de studenten in staat zijn zelfstandig eenvoudige technische<br />

opdrachten uit te voeren.<br />

Voor iedere labozitting is er een beoordeling op voorbereiding – inzet – stiptheid en houding tijdens de<br />

uitvoering – vaardigheid – eindresultaat - orde en netheid.<br />

91


FINGM1A<br />

OO<br />

Code<br />

Ingenieur & Maatschappij<br />

FINGM 1A<br />

Coördinator Sylvain Leysen (LeSy)<br />

Lesgever(s) Sylvain Leysen (LeSy)<br />

Opleidingsfase 2ABA-EM, 2ABA-EA, 2ABA-Ce<br />

ECTS-punten 3<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Informatie verwerven en verwerken 1.3, 4.1, 6.3<br />

Disciplinegebonden redeneren 1.1, 1.2, 6.1<br />

Kritisch en zelfstandig reflecteren 4.2, 4.9<br />

Kritisch reflecteren over eigen denkprocessen en handelen als ingenieur. 4.9, 6.4, 6.6, 6.7<br />

Student moet met eigen woorden kunnen uitleggen:<br />

1. dat filosofie met het eigen leven te maken heeft AC2<br />

2. dat het mythische denkpatroon vandaag nog functioneert AC2<br />

3. dat zowel in kennen als handelen het universaliteitsprincipe meespeelt AC1/AC2<br />

4. de dualistische mensvisie en de poging om het dualisme te overwinnen AC2/AWC1<br />

5. het denken van Marx (historisch dialectisch materialisme, vervreemding, godsopvatting) AC2<br />

6. het denken van Marcuse en Habermas in verband met het maatschappelijke systeem AC2/AC3<br />

7. het leven binnen de grenzen van het mogelijke van Ivan Illich AC1/AC2/AWC1<br />

8. vier voorstellen om tot een christelijk handelen te komen AC2<br />

9. het technocratische wereldbeeld en zijn ethische gevolgen AWC1<br />

10. de kritieken van belangrijke wetenschapsfilosofen op het technocratische wereldbeeld AWC1<br />

11. het ecologische wereldbeeld en zijn ethische consequenties. AC2<br />

Inhoud Deel 1: Kennismaking<br />

Inleiding: een uitnodiging om mee te denken.<br />

Hoofdstuk 1. De reclame, een kwestie van mythe.<br />

Hoofdstuk 2. Universaliteit in kennen en handelen.<br />

Hoofdstuk 3. De strijd met een dualistische mensvisie.<br />

Hoofdstuk 4. Karl Marx: denken over arbeid.<br />

Hoofdstuk 5. De mens: ontwerper, bestuurder en slachtoffer van het systeem.<br />

Hoofdstuk 6. Leven binnen de grenzen van het mogelijke.<br />

Hoofdstuk 7. Een christelijke visie.<br />

Deel 2: Wetenschap en ethiek<br />

I. Het technocratische wereldbeeld.<br />

II. Kritiek op het technocratische wereldbeeld.<br />

III. Het ecologische wereldbeeld in wetenschap en ethiek.<br />

Werkvorm Hoorcolleges, aangevuld met werkcolleges<br />

Studiemateriaal Schriftelijke cursus<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk examen<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen<br />

92


FINGM1A<br />

OO<br />

Code<br />

Ingenieur & Maatschappij<br />

FINGM 1A<br />

Algemene visie Wij vormen een kandidaat industrieel ingenieur die voldoende inzichten en vaardigheden verwerft om<br />

mensgericht en taakgericht te reflecteren (filosofie) over zichzelf (mensvisies) en zijn omgeving<br />

(sociale filosofie). We willen daarbij ingenieurs vormen die vanuit een humane inspiratie in concrete<br />

situaties aan het maatschappelijke en menselijke welzijn meewerken. Er wordt de nodige aandacht<br />

besteed aan wijsgerige reflectie gericht op persoonlijkheidsontwikkeling, zelfkennis en de<br />

maatschappelijke verantwoordelijkheid van de ingenieur. De confrontatie met enkele grote denkers uit<br />

de algemene filosofie en de wetenschapsfilosofie wordt als middel gebruikt om de student in te leiden<br />

in kritische reflectie en probleemoplossend denken. In bijkomende oefeningen wordt aandacht<br />

besteed aan leren luisteren, het correct formuleren van eigen denken en het aanleren van sociale<br />

vaardigheden<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Een goede taalvaardigheid en voldoende denk en schrijfvermogen zijn vereist. Er wordt geen enkele<br />

filosofische voorkennis vereist.<br />

Het geheel wordt aangeboden op het niveau van een modale humaniorastudent Een goede<br />

taalvaardigheid en voldoende denk en schrijfvermogen zijn wel nodig. In die zin wordt er vanuit de<br />

wijsbegeerte ook ondersteuning geboden aan alle vakken die enige vorm van abstract denken en<br />

vlotte communicatie veronderstellen.<br />

In deel twee wordt de onderzoeksstrategie van het logisch empirisme kritisch bekeken<br />

Beperkt zich tot bedrijfsbezoeken en intense gesprekken met collega’s ingenieurs over maatschappelijk<br />

problemen en de rol van de ingenieur. Dit ter voorbereiding van de ethische gevalstudies in het derde<br />

jaar die een intenser contact met het bedrijfsleven veronderstellen.<br />

Aanvullende info Het geheel wordt afgerond met een klassiek schriftelijk examen dat bestaat uit vier grote<br />

vragen die gebaseerd zijn op de in de cursus bij elk hoofdstuk beschreven doelstellingen.<br />

Van de bachelor wordt verwacht dat hij de hoorcolleges en oefeningen actief bijwoont.<br />

Zelfstandig kunnen reflecteren is de nagestreefde competentie.<br />

93


FSIGNS<br />

OO<br />

Code<br />

Signalen en Systemen<br />

FSIGNS<br />

Coördinator Johan Baeten (BaJo)<br />

Lesgever(s) Johan Baeten (BaJo), Giovanni Vanroelen (VnGi )<br />

Opleidingsfase 2ABA-EM, 2ABA-EA, 2ABA-NT, 2ABA-VT<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84 KO: 24 BKV: 6 + lab 3 ZS: 51<br />

Niveau Uitdiepend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties,<br />

codes verwijzen naar<br />

decretale competenties (zie deel 1<br />

van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

De student beschikt over (AC1, AC2, AWC1, AWC2, WC1)<br />

1. een ruime, veelzijdige wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.5,1.6;<br />

2. praktische vaardigheden 2.2, 2.3;<br />

3. communicatievaardigheden 3.1, 3.4;<br />

4. algemene beroepsattitudes 4.1, 4.2, 4.3, 4.5, 4.11;<br />

6. elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.1, 6.4, 6.5, 6.6,<br />

6.7.<br />

De student kan<br />

1. Fourier-reeksontwikkeling toepassen op (elementaire) periodische signalen, daarbij rekening<br />

houdend met de aanwezige symmetrie, en dit zowel in trigonometrische als exponentiële vorm.<br />

2. Fourier-reeksen gebruiken om het lo-pass en hi-pass mechanisme uit te leggen en na te rekenen<br />

van een eenvoudige elektronische filter met periodische ingangsspanning.<br />

3. De belangrijkste kenmerken en eigenschappen van de Fourier- en Laplace-transformatie<br />

bewijzen of toelichten al dan niet met behulp van een (tegen)voorbeeld.<br />

4. Eindwaardeproblemen, convolutievraagstukken en integro-differentiaalvergelijkingen oplossen<br />

met behulp van gepaste Laplace-technieken.<br />

5. Voortbouwend op elementaire wiskundige technieken zoals complex rekenen, differentiaal- en<br />

integraalrekenen enerzijds en uitgaande van de elementaire fysische bouwstenen met<br />

bijbehorende basiswetten anderzijds, het wiskundig model, in de vorm van een blokschema of<br />

transfertfunctie, van een willekeurig (mechanisch, elektrisch, elektronisch, thermisch …) doch<br />

analoog systeem of proces, opstellen door hanteren van de Laplace-transformatie met<br />

toepassing van de dynamische denkwijze en linearisatie.<br />

6. Voor een gegeven analoog systeem het tijdgedrag (stap-, puls- ramprespons) berekenen (en<br />

tekenen) door toepassing van de inverse Laplace-transformatie op basis van<br />

partieelbreuksplitsing en met behulp van het formularium (Laplace-transformatie-tabel)<br />

7. Voor een gegeven analoog systeem het frequentiegedrag afleiden en tekenen in Bode- en<br />

Nyquistdiagram.<br />

8. Systeemeigenschappen synthetiseren uit en koppelen aan tijd- of frequentiegedrag.<br />

9. Op basis van de overeenstemmende vorm in de basiswet, mechanische systemen substitueren<br />

naar equivalente elektrische systemen en omgekeerd.<br />

Inhoud - Fourier-reeksontwikkeling en Fourier-transformatie.<br />

- Laplace-transformatie: Voorwaartse, Inverse transformatie, eigenschappen<br />

- modelvorming systemen<br />

- Tijdrespons van eerste en tweede orde systemen (impuls, stap, ramp)<br />

- Frequentierespons van eerste en tweede orde systemen (Bode, Nyquist)<br />

- Systemen met dode tijd.<br />

- Verbanden tussen ideale systeemelementen.<br />

Werkvorm Theorie en toepassingen in grote groep (12 x 2u), oefenzittingen (4 x 1,5u) en PC-labzittingen (2 x<br />

1,5u) in kleinere groep.<br />

Studiemateriaal Up-to-date eigen cursusmateriaal, Matlab, CAS-rekentoestel<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk (Afleidingen, meerkeuze, inzicht en toepassingen), rekenmachine toegelaten<br />

2 de examenkans Schriftelijk (idem aan 1 ste examenkans)<br />

94


FSIGNS<br />

OO<br />

Code<br />

Signalen en Systemen<br />

FSIGNS<br />

Algemene visie Signalen en Systemen brengt de student een aantal basisvaardigheden bij voor het analyseren van<br />

signalen en het beschrijven van het gedrag van systemen. Signalen en systemen is een door en door<br />

vakdomein-overschrijdend basisvak voor de ingenieur. Het ontwikkelen, verbeteren of automatiseren<br />

van een proces/systeem is maar zinvol of mogelijk indien de ingenieur een duidelijke voeling bezit<br />

voor realistisch signaal- en systeemgedrag of voor aanvaardbare specificaties en indien hij/zij<br />

technieken kan hanteren om deze signalen en systemen te analyseren en te beschrijven.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Een grondige studie van Signalen en Systemen is enkel mogelijk indien de student voldoende<br />

wiskundige bagage bezit met betrekking tot integraal- en differentiaalrekenen, complex rekenen en<br />

partieelbreuksplitsing. Verder kent Signalen en Systemen verschillende raakpunten naar vakken zoals<br />

fysica, mechanica of elektriciteit wat de beschrijving van systeemelementen betreft.<br />

Signalen en Systemen vormt (in zijn geheel) de basis voor regeltechniek, waar de analyse en<br />

beschrijving van al dan niet geregelde systemen essentieel is. Het vormt een uitgebreide inleiding op<br />

analoge signaalbewerking voor het ontwerp en de analyse van filters of voor de beschrijving van<br />

frequentie-eigenschappen.<br />

Verder biedt Signalen en Systemen een aantal ingenieurstechnieken die gebruikt worden in tal van<br />

ingenieursvakken zoals Meetsystemen,Trillingen, Analoge elektronica, Elektriciteit en Aandrijvingen<br />

voor de beschrijving van systemen.<br />

Door het vakoverschrijdend karakter, met een vergelijk van de opgedane kennis uit deze<br />

verschillende basisvakken, geeft Signalen en Systemen de perfecte synthese of ‘integratie’ van deze<br />

kennis, welke essentieel is als grondige basiskennis in een brede ‘beeldvorming’ van de toekomstige<br />

ingenieur: kennis uit één vakdomein is hierdoor overdraagbaar naar andere vakdomeinen!<br />

Signalen en Systemen leert belangrijke ingenieurstechnieken aan om onderzoeksgegevens te<br />

verwerken, te modeleren en/of te analyseren.<br />

In zijn finaliteit stelt Signalen en Systemen de toekomstige ingenieur in staat om signalen, processen<br />

en producten qua tijd- en frequentiespecificaties op een kritische wijze te beoordelen.<br />

Aanvullende info Onderwijstaal: Nederlands<br />

Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling: Het schriftelijk examen toets naar<br />

parate theoretische basiskennis, naar beredeneerd en naar toepassingsgericht oplossend vermogen<br />

om te komen tot het juiste resultaat volgens een adequate werkwijze.<br />

95


FBWIS<br />

OO<br />

Code<br />

Wiskunde in de Bouw<br />

FBWIS<br />

Coördinator Giovanni Vanroelen (VnGi)<br />

Lesgever(s) Giovanni Vanroelen (VnGi)<br />

Opleidingsfase 2ABA_BK<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84 u KO: 12 u BKV: O 6 u + PC 6 u ZS: 60 u<br />

Niveau Uitdiepend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student(e) beschikt:<br />

1. over een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan<br />

toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.6<br />

2. over praktische vaardigheden 2.2, 2.3<br />

3. over communicatievaardigheden 3.1<br />

4. over algemene beroepsattitudes 4.1, 4.2, 4.3<br />

6. over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en<br />

projectmatig handelen 6.1, 6.6, 6.7<br />

De student(e):<br />

- begrijpt de definities, formules, stellingen of eigenschappen uit de cursus en weet welke<br />

nodig/bruikbaar zijn om een “wiskundig probleem in de bouw” (in de ruime zin van het woord)<br />

schriftelijk op te lossen, WC1, AC2, AWC2, 1.1, 1.2, 3.1<br />

- kent de verschillende oplossingsmethoden en -strategieën om een “wiskundig probleem in de bouw”<br />

met al dan niet een verhaalelement aan te pakken, AC1, AWC2, 1.3, 1.6<br />

- kent de troeven maar ook de beperkingen van het CAS-toestel om het op een verantwoorde manier<br />

te gebruiken tijdens het oplossingsproces, AWC2, AWC4, 2.2<br />

- weet hoe hij Fourier-problemen en partiële differentiaalvergelijkingen met behulp van MATLAB kan<br />

oplossen, WC1, AWC4, 2.2<br />

- werkt nauwkeurig en volledig door gebruik te maken van correcte notaties in formules en<br />

berekeningen, het vermelden van alle tussenstappen + voorwaarden en het verklaren van de<br />

gebruikte symbolen, AC1, AC6, 2.3<br />

- is bekwaam om bijkomende informatie/voorbeelden over de behandelde onderwerpen in de les<br />

zelfstandig te (be)studeren met de mogelijkheid van het stellen van vragen, WC1, AC1, AC2,<br />

AWC4, AC7, 4.1<br />

- is in staat om een gegeven probleemstelling te analyseren, correct te (her)formuleren in wiskundige<br />

termen en daarna de opgebouwde kennis creatief te gebruiken om het gestelde probleem<br />

gestructureerd op te lossen, AC2, AWC4, 4.2, 4.3, 6.1, 6.6<br />

- controleert kritisch elke tussenstap en het eindresultaat op zijn waarheidsgehalte, AWC1, AC12, 6.7<br />

Inhoud - Fourierreeksontwikkeling en toepassingen<br />

- Inleiding tot vectorcalculus en toepassingen<br />

- Inleiding tot oplossingstechnieken voor partiële differentiaalvergelijkingen en toepassingen<br />

Werkvorm Theorie in grote groep (12u), gewone oefeningen in kleine groep (6u), MATLAB-oefeningen in een<br />

PC-lokaal in kleine groep (6u)<br />

Studiemateriaal - Cursustekst Wiskunde in de Bouw met oefeningen<br />

- Extra studiemateriaal gebruikt in de les<br />

- Cursustekst MATLAB met bijhorende opgaven en MATLAB software<br />

- Elektronische leeromgeving en CAS-toestel TI-Nspire<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans - Permanente evaluatie (PE): computertest MATLAB met gebruik van formularium (25% van de<br />

punten). Verplichte aanwezigheid op de test! Sanctie bij ongewettigde afwezigheid: ND (Niet<br />

Deelgenomen) voor het volledige OO.<br />

- Schriftelijk examen (75% van de punten – mix van theorie en oefeningen) met gebruik van<br />

formularium en TI-Nspire bij het oefeningendeel.<br />

96


FBWIS<br />

OO<br />

Code<br />

Wiskunde in de Bouw<br />

FBWIS<br />

2 de examenkans - Schriftelijk examen (75%): idem aan 1 ste examenkans<br />

- PE: de punten van de 1ste examenkans blijven behouden, tenzij de student(e) beslist (op de dag<br />

van de 2 de examenkans) om deel te nemen aan de herkansingscomputertest. Dan komen de nieuwe<br />

PE-punten in de plaats te staan. Overdracht van de PE-punten naar volgend academiejaar is<br />

niet mogelijk.<br />

Algemene visie Wiskunde in de Bouw heeft als hoofddoelstelling de student een aantal wiskundige<br />

basisvaardigheden bij te brengen in verband met stromingsgedrag in de brede zin van het woord.<br />

Stromingen van allerlei aard komen in de toepassingen aan bod (vloeistof, warmte, geluid, lucht,<br />

verkeer, …). Deze cursus is dan ook opgevat als een vakdomein-overschrijdend basisvak voor een<br />

bouwkundig ingenieur met invalshoeken uit hydraulica, akoestiek, bouwfysica, mobiliteit, … . De<br />

wiskunde is daarbij een hulpmiddel om de basisconcepten van de stromingsleer te verstaan en te<br />

kunnen gebruiken. De nadruk ligt daarbij op redeneervaardigheden (begrijpen) en op het toepassen<br />

van het feitenmateriaal bij het oplossen van concrete problemen. Daarbij maken we ondermeer<br />

gebruik van software (MATLAB) die wereldwijd in de industrie wordt ingezet voor allerhande<br />

toepassingen.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Een grondige studie van Wiskunde in de Bouw is enkel mogelijk indien de student voldoende<br />

wiskundige bagage bezit met betrekking tot integraal- en differentiaalrekenen, vectorrekenen en<br />

numerieke wiskunde. Daarnaast heeft de student(e) aanleg om de taal van de wiskunde te hanteren,<br />

beschikt hij/zij over een kritisch redeneervermogen en een creatieve geest om probleemoplossend te<br />

denken.<br />

Steunt op: wiskundekennis uit de analyse, kennis uit de mechanica (in verband met arbeid en<br />

energie) en kennis uit de numerieke wiskunde (in verband met oplossen van gewone<br />

differentiaalvergelijkingen)<br />

Is basis voor: bouwkundige ingenieursvakken zoals bouwfysica, hydraulica, enz.<br />

De student(e) verwerft voldoende inzicht en vaardigheid om de belangrijkste wiskundige<br />

begrippen zelfstandig toe te passen, nieuwe informatie te verwerven en te structureren. Kritisch<br />

reflecteren over het eigen denken en de discipline en het vermogen om probleemoplossend te<br />

werken, wordt geleerd in de oefeningen.<br />

De bachelor verwerft een wetenschappelijke basisvorming die nodig is om te komen tot een<br />

beredeneerde kennis. De fundamenten voor de ontwikkeling van een kritische onderzoeksattitude<br />

worden in de wetenschapsvakken gelegd waarbij wiskunde een voortrekkersrol vervult.<br />

Wiskunde in de bouw stelt de toekomstig ingenieur in staat om stromingsfenomenen waarmee hij later<br />

kan geconfronteerd worden beter te begrijpen. Verder krijgen inzet en zin voor nauwkeurigheid<br />

bijzondere aandacht wat kan bijdragen tot het aankweken van een gezonde beroepsattitude. Elke<br />

toekomstige ingenieur zal bovendien op de een of andere manier gebruik maken van de<br />

mogelijkheden die hem geboden worden door de computer. Het is in die context belangrijk dat hij<br />

vertrouwd is met de aangepaste wiskundige technieken die in de les aangeleerd worden met de CAS-<br />

en/of Matlab-software.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende leermateriaal:<br />

� “Wiskunde in werking (deel 3): functies van meer variabelen toegepast“, M. de Gee, Epsilon<br />

Uitgaven Utrecht, ISBN 90-5041-000-6<br />

� “Calculus (a complete course)”, Robert A. Adams en Christopher Essex, Pearson Canada<br />

(Toronto), ISBN 978-0-321-54928-0 (Taal: Engels)<br />

97


FOCO_BK_1112_CeWe<br />

OO / dOO<br />

Code<br />

Onderzoek en communicatie 2<br />

FOCO_BK<br />

Coördinator Wesley Ceulemans (CeWe)<br />

Lesgever(s) Wesley Ceulemans (CeWe), Bram Vandoren (VaBr), Caroline Simon (SiCa), Karine Evers (EvKa)<br />

Opleidingsfase 2aba_BK<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 90 KO: . BKV: 24 ZS: 66<br />

Niveau Uitdiepend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt over<br />

1. een ruime, veelzijdige wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5,<br />

1.7;<br />

2. praktische vaardigheden 2.1, 2.2, 2.3, 2.4<br />

3. communicatievaardigheden 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6;<br />

4. algemene beroepsattitudes 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6, 4.7, 4.9, 4.11, 4.12, 4.13;<br />

6. elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.1, 6.3, 6.4,<br />

6.5, 6.6, 6.7.<br />

De student:<br />

- is vertrouwd met de technisch/wetenschappelijke, communicatieve en economische aspecten van projectmatig werken. 1.1,<br />

1.2, 1.7, WC1<br />

- kan een project door middel van zelfstudie en teamwork binnen een vooropgesteld kader en tijdsspanne analyseren, creatief<br />

uitwerken en de besluiten zowel schriftelijk (projectportfolio, paper) als mondeling (vergaderingen, presentaties) rapporteren.<br />

1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.7, 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6, 4.1, 4.2, 4.3, 4.5, 4.6, 4.7, 6.6, WC1, AWC4, AWC1,<br />

AC6, AC2, AC7, AC1, AC10, BC8, AC5, BC1, BC9<br />

- kan in teamverband werken en gedraagt zich professioneel ten opzichte van zijn teamgenoten, medestudenten, docenten en<br />

externen. 4.11, 4.12, BC5<br />

- is in staat correct informatie te raadplegen, verzamelen en interpreteren en weegt de relevantie van de informatiebronnen af.<br />

3.5, 6.3, 6.4, 4.13, AC6, BC11, AC2, AC2, AWC1<br />

- plaatst een probleemstelling in het juiste kader, formuleert de juiste doelstellingen en selecteert de gepaste<br />

onderzoeksmethodieken voor het opzetten van onderzoek. 6.1, 6.5, 6.6, AC1, AWC2, AWC4<br />

- is communicatievaardig. 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6, AC6<br />

- kan een voorbereide PowerPoint-presentatie geven over het project in het Nederlands, Frans en Engels volgens algemeen<br />

geldende presentatierichtlijnen. 3.2, 3.3, 3.4, 3.6, AC6<br />

- toont interesse en respect voor andere culturen, staat open voor andere standpunten en meningen en houdt hier in zijn<br />

communicatie rekening mee. 3.6, 4.6, 4.12, 4.13, AC6, AC5, BC1, BC11<br />

- kan kritisch reflecteren over en bijstellen van eigen werk/inbrenging, is zich bewust van de onzekerheden en grenzen van<br />

kennis en geeft blijk van een ingesteldheid tot levenslang leren. 4.4, 4.9, 6.7, AC7, AWC3, AWC1<br />

Inhoud De afstudeerrichting bouwkunde biedt vele perspectieven in diverse domeinen zoals bruggenbouw,<br />

wegenbouw, waterbouw, gebouwen voor bewoning, industriële gebouwen, afwerking, etc.<br />

Onderzoek en communicatie 2 behandelt een wetenschappelijk project binnen de bouwkunde. Dit<br />

project staat in het teken van een studie in de infrastructuurwerken, nl. in de bruggenbouw.<br />

Het project omvat verschillende topics:<br />

- Literatuurstudie van vakwerken en brugsystemen.<br />

- Ontwerpen van vakwerkbrug op basis van eigen design<br />

- Maken en testen van het schaalmodel.<br />

Door te kiezen voor een brede invalshoek komen er veel aspecten aan bod en zullen diverse<br />

competenties aangescherpt of ontwikkeld worden:<br />

- Opzoeken van informatie.<br />

- Classificeren en catalogeren van informatie volgens relevantie.<br />

- Analyseren en besluitvorming.<br />

- Teamwork; samenwerking en verdeling van taken.<br />

- Creativiteit omzetten in de praktijk.<br />

- Analyseren van normen en toepassen van normen op een specifieke opdracht.<br />

- Ontwerpen, schetsen en tekenen van een virtuele brugconstructie.<br />

- Testen van een constructie.<br />

- Economisch inzicht op voorgestelde constructies.<br />

- Opstellen en toepassen van SWOT-analyses.<br />

- Presentatie, gedeeltelijk in Engels en Frans, van de teamoplossing alsook van de technische<br />

informatie hieromtrent.<br />

Werkvorm Projectwerk in groep met ondersteuning via lessen, opdrachten en communicatiesessies.<br />

Studiemateriaal Het cursusmateriaal met betrekking tot het uit te voeren project wordt via de elektronische<br />

98


FOCO_BK_1112_CeWe<br />

OO / dOO<br />

Code<br />

Onderzoek en communicatie 2<br />

FOCO_BK<br />

leeromgeving ter beschikking gesteld.<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans 100% Permanente evaluatie (PE): Beoordeling op basis van het projectportfolio (50%), de<br />

mondelinge voorstelling van het project (30%) en de procesevaluatie (20%). Verplichte aanwezigheid.<br />

Sanctie bij ongewettigde afwezigheid: ND (niet deelgenomen) voor het volledige OO.<br />

2 de examenkans Geen tweede examenkans mogelijk. Overdracht van de PE-punten naar volgend academiejaar is<br />

niet mogelijk.<br />

Algemene visie Het basisprincipe van alle bouwkunde-berekeningen is het evenwicht: het evenwicht tussen<br />

aangrijpende acties (bv. wegbelasting) en weerstandbiedende reacties/krachten (bv. sterkte van de<br />

brugstructuur). Om dit principe te illustreren wordt gebruik gemaakt van een eenvoudige doch mooie<br />

toepassing: vakwerkbruggen. Verschillende factoren leiden tot de keuze van deze toepassing. In<br />

vakwerkstaven treden enkel zuivere normaalkrachten op: de meest eenvoudige belasting van een<br />

structuur. Studenten hebben bijgevolg weinig voorkennis nodig, maar leren toch op korte termijn<br />

grootschalige structuren te berekenen volgens de basisprincipes van de sterkteleer, stabiliteitsleer en<br />

(inter)nationale normen. Studenten zullen werken met verschillende computertoepassingen: AutoCAD<br />

voor het uittekenen van de schaalmodellen, PowerFrame voor de numerieke controleberekening van<br />

de vakwerkstructuur. Studenten leren informatie te verzamelen (uit o.a. normen) en kritisch te<br />

vergelijken en toe te passen. Er is een ruime vrijheid in ontwerp mogelijk: de studenten krijgen de<br />

vrijheid om de geometrie van de vakwerkbruggen aan te passen.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

De student heeft de competenties zoals beschreven in het opleidingsonderdeel FOCO1 onder de<br />

knie.<br />

Onderzoek en communicatie is een belangrijke component binnen de ingenieursopleiding. Er zal een<br />

probleemstelling worden aangereikt die de studenten moeten uitvoeren door toepassing van<br />

aangeleerde onderzoeksmethodieken. Bovendien worden de communicatieve vaardigheden in Engels<br />

en Frans verder aangescherpt. Onderzoek en communicatie vormt verder een belangrijke link naar de<br />

Bachelorproef in 3 aba, de Masterproef (of elk projectmatig vak) en internationale toegepaste<br />

communicatie 1 en 2 in 3aba en master. Voor de plaatsing van het vak is bewust gekozen voor 2 aba,<br />

semester 2. De student(e) heeft op dit ogenblik reeds een ruimer algemeen projectwerk uitgevoerd<br />

en een basis aan communicatieve vaardigheden in Engels en Frans verworven in het<br />

opleidingsonderdeel FOCO1 in 1aba en FOCO2 semester 1 in 2aba en kan door reflectie hierop nog<br />

heel wat bijleren op projectmatig, technisch-inhoudelijk vlak en op het gebied van anderstalige<br />

communicatie in FOCO2, semester 2. Bovendien kan de student nu een onderwerp kiezen in het<br />

kader van zijn afstudeerrichting bouwkunde.<br />

In dit opleidingsonderdeel komt elke student in aanraking met onderzoek. De student(e) moet een<br />

probleemstelling analyseren, onderzoeksvraag behandelen en onderzoeksmethoden selecteren om<br />

zo een aanzet te geven voor het opzetten van onderzoek.<br />

De opdracht sluit bovendien aan bij de speerpunten van de opleiding Bouwkunde:<br />

- Duurzaamheid: de studenten zullen de meest optimale vakwerkstructuur moeten ontwerpen, m.a.w.<br />

met de laagste materiaalkost de grootste brugoverspanning bereiken. Bovendien zijn de praktische<br />

proeven zo opgevat dat er geen verlies aan testmateriaal plaatsvindt.<br />

- Mobiliteit: de studenten zullen in de geldende (inter)nationale normen de correcte brugbelasting<br />

moeten opzoeken, uitgeoefend door mobiele lasten. Een virtuele case wordt opgelegd, met de<br />

daarbij horende brugoverspanning en konvooilast.<br />

De inhoud van dit opleidingsonderdeel draagt bij tot de algemene ingenieursvorming, de<br />

onderzoekende houding en de communicatieve vaardigheden van de studenten.<br />

Aanvullende info Onderwijstaal: Nederlands<br />

In het projectportfolio vinden de studenten informatie met betrekking tot de praktische regeling<br />

(duidelijke omschrijving probleemstelling, doelstellingen, lesmomenten, ...) van het uit te voeren<br />

project. Dit is beschikbaar op de elektronische leeromgeving.<br />

99


FWIS2<br />

OO<br />

Code<br />

Numerieke Wiskunde en Statistiek<br />

FWIS2<br />

Coördinator Giovanni Vanroelen (VnGi)<br />

Lesgever(s) Marie-Godelieve Lemmens (LmLi)<br />

Opleidingsfase 2ABA<br />

ECTS-punten 4 Tot.: 112 u KO: 24 u BKV: 18 u ZS: 70 u<br />

Niveau Uitdiepend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student(e) beschikt:<br />

1. over een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en techn. basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.6<br />

2. over praktische vaardigheden 2.2, 2.3<br />

3. over communicatievaardigheden 3.1, 3.2<br />

4. over algemene beroepsattitudes 4.1, 4.2, 4.3, 4.5<br />

6. over el. onderzoekscomp. en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.1, 6.3, 6.4, 6.5, 6.6, 6.7<br />

De student(e):<br />

- begrijpt de definities, formules, stellingen of eigenschappen uit de cursus en weet welke<br />

nodig/bruikbaar zijn om een numeriek of statistisch probleem (in de ruime zin van het woord)<br />

schriftelijk op te lossen, WC1, AC2, AWC2, 1.1, 1.2, 3.1<br />

- kent de verschillende oplossingsmethoden, procedures en algoritmen om numerieke of statistische<br />

problemen met al dan niet een (vakoverschrijdend) verhaalelement aan te pakken en is bekwaam<br />

om correct om te gaan met foutschattingen en statistische onzekerheid, AC1, AWC2, 1.3, 1.4, 1.6<br />

- kent de troeven maar ook de beperkingen van het CAS-toestel en de gebruikte software om het op<br />

een verantwoorde manier te gebruiken tijdens het oplossingsproces, WC1, AWC2, AWC4, 2.2<br />

- werkt nauwkeurig en volledig door gebruik te maken van correcte notaties in formules en<br />

berekeningen, het duidelijk tekenen van grafieken, het vermelden van alle tussenstappen +<br />

voorwaarden en het verklaren van de gebruikte symbolen, AC1, AC6, 2.3<br />

- is bekwaam om onder begeleiding relevante data te verzamelen, zelf een analyse van deze data<br />

met gepaste onderzoeksmethoden uit te voeren, de conclusies onderbouwd neer te schrijven in een<br />

verslag en deze mondeling toe te lichten, AC1, AC2, AC6, AWC4, AC7,3.1,3.2,4.1, 4.5, 6.3, 6.4, 6.5<br />

- is in staat om een gegeven probleemstelling te analyseren, correct te (her)formuleren in wiskundige<br />

of statistische termen en daarna de opgebouwde kennis creatief te gebruiken om het gestelde<br />

probleem gestructureerd op te lossen, AC2, AWC4, 4.2, 4.3, 6.1, 6.6<br />

- controleert kritisch elke tussenstap en het eindresultaat op zijn waarheidsgehalte, AWC1, 6.7<br />

Inhoud - Numerieke Wiskunde: numerieke methoden voor het oplossen van vergelijkingen,<br />

interpolatietechnieken, numerieke integratie en numeriek oplossen van differentiaalvergelijkingen.<br />

- Statistiek: elementaire waarschijnlijkheidsleer, kansverdelingen van één numerieke veranderlijke<br />

(algemeen, discrete verdelingswetten, continue kansverdelingen, lineaire samenstelling van toevalsgrootheden,<br />

centrale limietstelling en normale benadering van discrete kansverdelingen), verdelingswetten<br />

voor kengetallen van steekproeven, toetsen van hypothesen (algemeen, toetsen op basis<br />

van de normale verdeling, chi-kwadraat aanpassingstesten), correlatie- en regressietechnieken.<br />

Werkvorm Theorie en toepassingen in grote groepen (24u), oefeningen in een PC-lokaal in kleine groepen (18u),<br />

PE-opdracht statistiek<br />

Studiemateriaal - Cursustekst en oefenbundel numerieke wiskunde en statistiek + extra materiaal gebruikt in de les<br />

- Elektronische leeromgeving, CAS-toestel TI-Nspire + computersoftware (Matlab en Excel)<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans - Permanente Evaluatie (PE): computertest numerieke wiskunde met gebruik van formularium (15%)<br />

en verplichte aanwezigheid (sanctie bij ongewettigde afwezigheid: ND voor het volledige OO!)<br />

- PE: schriftelijk verslag van de zelfstandig opgeloste opdracht statistiek uitgevoerd met Excel (15%)<br />

(sanctie bij plagiaat of het niet indienen van het schriftelijk verslag: ND voor het volledige OO!)<br />

- Mondeling examen over de statistische opdracht (10%)<br />

- Schriftelijk examen (mix van oefeningen en theorie) (60%) met gebruik van formularium en TI-Nspire<br />

2 de examenkans - Schriftelijk examen (60%): idem aan 1 ste examenkans<br />

- PE: computertest numerieke wiskunde (15%). Zie aanvullende info voor de concrete richtlijnen!<br />

- PE: verplichte computertest statistiek (na het schriftelijk examen horende bij de 2 de examenkans)<br />

met mondelinge ondervraging (15% + 10%)<br />

Overdracht van de PE-punten naar volgend academiejaar is niet mogelijk.<br />

100


FWIS2<br />

OO<br />

Code<br />

Numerieke Wiskunde en Statistiek<br />

FWIS2<br />

Algemene visie De (numerieke) wiskunde in deze opleiding is een hulpmiddel om de wonderen van de techniek te<br />

verstaan, te kunnen gebruiken en te helpen ontwikkelen. Statistiek is op zijn beurt een hulpmiddel om<br />

op een verantwoorde wijze besluiten te trekken uit gedane proeven of metingen in een technische of<br />

wetenschappelijke context. De student(e) verwerft in de loop van het semester voldoende inzicht en<br />

vaardigheid om de belangrijkste numerieke en statistische technieken zelfstandig toe te passen op<br />

problemen waarvan de behandeling tot de taak van een industrieel ingenieur behoort.<br />

De wetenschappelijke basis bestaat voor een beperkt gedeelte uit feitenmateriaal (kennen). De<br />

nadruk ligt echter veeleer op de redeneervaardigheden (begrijpen) en op het toepassen daarvan op<br />

concrete data of bij het benaderend oplossen van concrete problemen. Daarbij maakt de student(e)<br />

gebruik van software die wereldwijd in de industrie wordt ingezet voor allerhande toepassingen.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

De student(e) is vertrouwd met de belangrijkste concepten uit de beschrijvende statistiek, curvefitting<br />

en de differentiaal- en integraalrekening. Daarnaast heeft de student(e) aanleg om de taal van de<br />

wiskunde te hanteren, beschikt hij/zij over een kritisch redeneervermogen en een creatieve geest om<br />

probleemoplossend en wetenschappelijk te denken.<br />

Steunt op: wiskundekennis uit de analyse, algebra & Matlab en onderzoek & communicatie van 1ABA.<br />

Is basis voor: het benaderend oplossen van problemen en de verwerking van de resultaten van<br />

project- of labo-opdrachten binnen de diverse ingenieursdisciplines, bachelor- en masterproef.<br />

De student(e) verwerft voldoende inzicht en vaardigheid om de belangrijkste numerieke en<br />

statistische begrippen zelfstandig toe te passen, nieuwe informatie te verwerven en te structureren.<br />

Een kritische ingesteldheid ten opzichte van het eigen denken en de discipline en het vermogen om<br />

probleemoplossend te werken, worden aangeleerd in de oefeningen.<br />

De bachelor verwerft een wetenschappelijke basisvorming die nodig is om te komen tot een<br />

beredeneerde kennis. De fundamenten voor de ontwikkeling van een kritische onderzoeksattitude<br />

worden in de wetenschapsvakken gelegd waarbij wiskunde en statistiek een voortrekkersrol vervullen.<br />

Elke toekomstige ingenieur zal op de een of andere manier gebruik maken van de mogelijkheden die<br />

hem geboden worden door de computer. Het is in die context belangrijk dat hij vertrouwd is met de<br />

aangepaste wiskundige technieken die aangeleerd worden in het domein van de numerieke<br />

wiskunde. Op statistisch vlak is het vaak de ingenieur die de steekproefmetingen van de<br />

medewerkers op de vloer visualiseert, veralgemeent en eventuele voorspellingen maakt voor de hele<br />

partij. De kans dat een industrieel ingenieur te werk wordt gesteld in de kwaliteitsdienst van een<br />

bedrijf is zeker niet ondenkbaar. Gezien het analyseren van deze kwaliteit en het treffen van<br />

beslissingen op alle vlakken voor een groot deel gebeuren met behulp van statistische technieken is<br />

het noodzakelijk dat de ingenieur de basisregels van statistiek onder de knie heeft.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende leermateriaal:<br />

� “Analyse voor het hoger onderwijs”, G.Deen en P.Levrie, De Boeck, ISBN 90-455-0796-5<br />

� “Inleiding tot numerieke wiskunde”, Adhemar Butheel, Acco, ISBN 978-90-334-6253-5<br />

� “Statistiek in de praktijk”, David S. Moore en George P. McCabe, Academic Service, ISBN<br />

90-395-1421-6<br />

� “Statistiek voor technici met behulp van Excel en TI 83”, Theo van Pelt, Marjo Stevens,<br />

Academic Service, ISBN 90 395 0582 9<br />

� “Statistiek en wetenschap”, J. Beirlant, G. Dierckx, M. Hubert, Acco, ISBN 90-334-5878-0;<br />

� “Statistiek: Een inleiding voor het hoger onderwijs”, James T. McClave, P.George Benson<br />

en Terry Sincich, Pearson, ISBN 90-430-0501-0<br />

� http://www.wynneconsult.com/ en http://lstat.kuleuven.be/java/index.htm<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling:<br />

� Bij deelname aan de 2 de examenkans moet de student(e) het schriftelijk herexamen en de<br />

computertest statistiek met mondelinge ondervraging dus verplicht afleggen. Voor de PE<br />

van numerieke wiskunde echter blijven de punten van de 1 ste examenkans behouden, tenzij<br />

de student beslist (op de dag van de 2 de examenkans) om deel te nemen aan de<br />

herkansingscomputertest. Dan komen de nieuwe PE-punten in de plaats te staan.<br />

101


FWERF_T_1112_MoRu<br />

OO / dOO<br />

Code<br />

De werf van A tot Z / Topografie<br />

FWERF_T<br />

Coördinator Ruth Moors (MoRu)<br />

Lesgever Ruth Moors (MoRu)<br />

Opleidingsfase 2aba_BK<br />

ECTS-punten 2 Tot.: 60u KO: BKV: 21u (inclusief labo) ZS: 39u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Beoordelingscriteria<br />

De student(e) beschikt:<br />

- over een ruime polyvalente, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij gericht kan<br />

toepassen 1.1, 1.2, 1.7<br />

- over praktische vaardigheden 2.1, 2.2, 2.3<br />

- over communicatievaardigheden 3.1, 3.4<br />

- over algemene beroepsattitudes 4.1, 4.5, 4.6, 4.7, 4.11, 4.12<br />

- over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleem gericht en<br />

projectmatig denken 6.6, 6.7<br />

De student(e):<br />

- begrijpt de verschillende meetmethodes uit de cursus en weet welke methodes in specifieke<br />

situaties gebruikt worden, 1.1, 1.2, 1.7, 4.1, WC1, AC2, AC7<br />

- werkt in groep, 3.4, 4.6, 4.12, AC6, AC5, BC1<br />

- voert een opmeting uit met behulp van jalons en een pentagoonprisma, 2.1, 2.3, AWC4<br />

- werkt nauwkeurig met een niveau, een theodoliet, alsook met een totaalstation, 2.1, 2.3, AWC4<br />

- verwerkt de ingemeten gegevens tot een duidelijk opmetingsplan, 2.2, AWC4<br />

- zet een rechthoekig gebouw uit op een vlak terrein, 2.1, 2.3, 6.6, AWC4<br />

- beheerst de topografische methodes en berekeningen en kan deze in de praktijk toepassen, 2.1,<br />

AWC4<br />

- stelt een individueel verslag op en respecteert deadlines, 2.2, 3.1, 4.5, 4.7, 4.11, 6.7, AWC4, AC6,<br />

BC8, BC9, BC5, AWC1<br />

- heeft kennis en inzicht in de grootschaligere opmetingstechnieken zoals satellietplaatsbepaling en<br />

de basisprincipes van de fotogrammetrie, 1.1, 1.2, WC1<br />

Inhoud - meettechnieken: afstandsmetingen, hoogtemetingen, elektronische metingen,<br />

satellietplaatsbepaling en fotogrammetrie<br />

- meetmiddelen en meettoestellen: jalons, dubbel pentagoonprisma, meetband, niveau, baak,<br />

theodoliet, totaalstation (landmeetkundig totaalstation en specifiek voor de bouwkunde)<br />

- oefeningen: coördinaatberekening, voorwaartse en achterwaartse insnijding, polygonatie<br />

Werkvorm Gecombineerde lessen van theorie, oefeningen en labo’s in kleine groepen<br />

Studiemateriaal - Eigen cursustekst, oefeningenbundel en labo-opdrachten<br />

- Extra studiemateriaal gebruikt in de les en elektronische leeromgeving (zoals recente artikels)<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans - 65% Permanente evaluatie (PE): inzet tijdens het groepslabo + individuele schriftelijke verslagen per<br />

labo; verplichte aanwezigheid<br />

- 35% Schriftelijk examen: oefeningen en theorie<br />

2 de examenkans - Permanente evaluatie: geen vervangend examen mogelijk; geen overdracht mogelijk van de PEpunten<br />

naar volgend academiejaar<br />

- Schriftelijk examen: oefeningen en theorie (35%)<br />

102


FWERF_T_1112_MoRu<br />

Algemene visie Topografie is de toegepaste wetenschap die zich bezig houdt met het meten van land, meer precies,<br />

de onderlinge positie van punten op het aardoppervlak. Het is een onderdeel van de geodesie en richt<br />

zich op de meetkundige beschrijving van stukken land waarbij het effect van de aardkromming<br />

planimetrisch kan worden verwaarloosd. Natuurlijk zal de topograaf zich niet puur bezighouden met<br />

het meten. Hij zal datgene wat hij meet ook moeten benoemen. In die zin is topografie ook het<br />

inwinnen en verwerken van data tot geo-informatie.<br />

In de bouwkundige betekenis beslaat het werkveld praktische werkzaamheden die uitgevoerd worden<br />

op een werf. Het uitzetten van assen en punten en het lezen en begrijpen van opmetingsplannen zijn<br />

voor bouwkundige ingenieurs van groot belang.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

De student(e) beschikt over een creatieve geest om praktisch en probleemoplossend te denken.<br />

Daarnaast is de student(e) vertrouwd met AutoCAD en wiskunde, zodat de opgemeten resultaten<br />

kunnen verwerkt worden in de vorm van een opmetingsplan.<br />

- Steunt hoofdzakelijk op wiskundekennis<br />

- Is een eerste kennismaking met de terreinwerkzaamheden voorafgaandelijk op een werf<br />

De bachelor verwerft een praktische basisvorming die nodig kan zijn in meerdere<br />

onderzoeksdomeinen in de bouw. Zo kan de bachelor zelfstandig via opmeting data verzamelen en<br />

verwerken in zijn onderzoek.<br />

De meeste bouwkundige ingenieurs worden op het werkveld geconfronteerd met werftoestanden<br />

waarbij vaak assen van gebouwen dienen uitgezet te worden, fundamenten moeten gelokaliseerd<br />

worden, controlemetingen dienen te gebeuren.<br />

In de eerste plaats zal de industrieel ingenieur een landmeter aanstellen om deze opdrachten uit te<br />

voeren. Als werfleider is het echter van het grootste belang dat men de landmeter niet blindelings<br />

volgt, maar dat de uitgevoerde werkzaamheden gecontroleerd kunnen worden. Ook typisch aan<br />

werftoestand is het feit dat vaak (reeds uitgezette) punten verdwijnen. Het is dan aan de ingenieur om<br />

nauwkeurig en via een correcte meting deze punten terug te lokaliseren.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende leermateriaal:<br />

� via elektronische leeromgeving worden recente artikels in verband met de topografie ter<br />

beschikking gesteld<br />

� J.E. Alberda & J.B. Ebbinge, Inleiding landmeetkunde, Delft (Nederland), VSSD, 2003, pp.<br />

1-484 (raadpleegbaar in de bibliotheek)<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling:<br />

� verplichte aanwezigheid bij permanente evaluatie<br />

- Labo “Trimble” met mogelijkheid tot werken met Trimble-meettoestellen<br />

103


FWERF_BM1_1112_MiPh<br />

OO / dOO<br />

Code<br />

De werf van A tot Z/Bouwmanagement 1<br />

FWERF_BM1<br />

Coördinator Philippe Micheels<br />

Lesgever(s) MiPh<br />

Opleidingsfase 2aba_BK<br />

ECTS-punten 2 Tot.: 60u KO: BKV: 20u ZS: 40u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student(e) beschikt:<br />

- over een ruime polyvalente, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij gericht kan<br />

toepassen 1.1, 1.2, 1.7<br />

- over praktische vaardigheden 2.2, 2.3, 2.4<br />

- over communicatievaardigheden 3.1, 3.2, 3.4<br />

- over algemene beroepsattitudes 4.1, 4.2, 4.3, 4.5, 4.6, 4.7, 4.11, 4.12<br />

- kan functioneren in een bedrijfscontext 5.1, 5.3<br />

- over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleem gericht en<br />

projectmatig denken 6.1, 6.3, 6.6, 6.7<br />

De student(e):<br />

- heeft kennis en inzicht in de geldende wetgeving en procedures: 1.1, 1.2, 1.3, 4.1, WC1, AWC2,<br />

AWC4, AC1, AC2, AC7<br />

- heeft kennis en inzicht in de factoren die bepalend zijn voor de planning van een project 1.1, 1.2,<br />

1.3, 4.1, WC1, AWC2, AWC4, AC1, AC2, AC7<br />

- heeft kennis en inzicht in de factoren die bepalend zijn voor de kostprijs van een project 1.1, 1.2, 1.3,<br />

4.1, , WC1, AWC2, AWC4, AC1, AC2, AC7<br />

- heeft kennis en inzicht in de factoren die bepalend zijn voor de kwaliteit van een project 1.1, 1.2, 1.3,<br />

4.1, , WC1, AWC2, AWC4, AC1, AC2, AC7<br />

- werkt in groep, 3.4, 4.6, 4.12, AC6, AC5, BC1<br />

- voert een opmeting op basis van plannen: 2.2, 2.3, 2.4, 4.2, 4.3, AWC4, AC1, AC10<br />

- verwerkt de opgemeten gegevens tot een duidelijke meetstaat, 2.2, 2.3, AWC4<br />

- stelt een individueel verslag op en respecteert deadlines, 2.2, 3.1, 4.5, 4.7, 4.11, 6.7, AWC4, AC6,<br />

BC8, AC5, BC9, BC5, AWC1<br />

- is in staat een project aan te besteden en toe te wijzen conform de wettelijke bepalingen: 1.1, 1.2,<br />

1.3, 2.4, 4.1, WC1, AWC2, AWC4, AC2, AC7<br />

- is in staat een vordering op te stellen: 1.1, 1.3, 2.2, 2.4, 4.5, 6.3, WC1, AC1, AWC4, BC8, AC2<br />

- is in staat prijsherzieningen te bepalen 1.1, 1.3, 2.2, 2.4, 4.5, 6.3, WC1, AC1, AWC4, BC8, AC2<br />

Inhoud Overheidsopdrachten voor diensten en aannemingen<br />

Welke procedure kiezen voor welk project<br />

Begroting erelonen voor studieopdrachten<br />

Ontwerp- en studieopdracht<br />

Randvoorwaarden van invloed op de planning, kwaliteit en kostprijs van een project<br />

Verschillende fases van de studieopdracht<br />

Budgetcontrole<br />

Subsidieaanvragen<br />

Bestekken<br />

Administratieve bepalingen en algemene aannemingsvoorwaarden<br />

Technische bepalingen<br />

Meetstaten<br />

Gedetailleerde meetstaat<br />

Samenvattende meetstaat<br />

Kostprijsraming<br />

Inschrijvingsbiljet<br />

Aanbesteding der werken<br />

Erkenning en registratie van aannemers<br />

aspecten als erkenning en registratie beheren en het belang van deze elementen<br />

bevatten<br />

Aanbestedingsprocedures<br />

de klassieke aanbestedingsprocedures<br />

104


FWERF_BM1_1112_MiPh<br />

OO / dOO<br />

Code<br />

De werf van A tot Z/Bouwmanagement 1<br />

FWERF_BM1<br />

design and build, PPS, DBFM<br />

Publicatie der werken – Europees en nationaal<br />

Prijsbepaling, indienen offertes en opening der offertes<br />

Nazicht der inschrijvingen<br />

Aanbestedingsverslag en toewijzing der werken<br />

Nietigheid der offertes<br />

Administratieve en technische controle van de offertes<br />

Bepaling rangschikking en toewijzingsbedrag<br />

Uitvoering der werken<br />

Administratief dossier<br />

Technisch dossier<br />

Pilootaanneming – planning en coördinatie in ruimte en tijd op de werven<br />

Uitvoeringsplanning<br />

Werfinrichting<br />

Technische voorstellen<br />

Coördinatieplannen<br />

Start- en werfvergaderingen en – verslagen<br />

Vorderingsstaten en PV van nazicht<br />

Prijsherzieningen<br />

Verrekeningsvoorstellen<br />

PV van vaststelling en ingebrekestelling<br />

Verweermiddelen van het bestuur<br />

Voorlopige en definitieve oplevering<br />

Eindafrekening<br />

As-built dossier<br />

Werkvorm De theorie wordt uitgelegd aan de hand van concrete voorbeelden en toepassingen met een<br />

permanente terugkoppeling naar het werkveld.<br />

Studiemateriaal - Cursus Bouwmanagement 1, XIOS Hogeschool Limburg<br />

- elektronisch leerplatform<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans De theorie (50%) wordt geëvalueerd via een schriftelijk examen.<br />

De zelfstudie en oefeningen worden geëvalueerd via een schriftelijk examen (20%) en de ingediende<br />

stukken (30%).<br />

2 de examenkans Zowel de kennisoverdracht (50%) als de zelfstudie en oefeningen (50%) worden geëvalueerd via een<br />

schriftelijk examen.<br />

Algemene visie Het opleidingsonderdeel heeft als doelstelling de studenten kennis van- en inzicht in de verschillende<br />

stappen die dienen doorlopen te worden in een bouwproject te verschaffen.<br />

Alle aspecten van het bouwproces gaande van de beslissing tot het realiseren van een project tot en<br />

met de definitieve oplevering worden behandeld. Hierbij komen telkens de elementen aan bod die van<br />

invloed kunnen zijn op de doorlooptijd en bijgevolg ook de planning van de respectievelijke fases.<br />

Dit kunnen zowel technische, economische maar ook wettelijke aspecten zijn.<br />

De student kan deze aspecten plaatsen en heeft inzicht in de actoren die bepalend zijn voor de<br />

planning van een project.<br />

De student heeft inzicht in de verschillende coördinatietaken van zowel piloot- als nevenaannemers<br />

tijdens uitvoering der werken.<br />

Tijdens de oefensessies dient de student op basis van plannen een project op te meten. De student is<br />

in staat zowel de juiste artikels te selecteren, gedetailleerde en samenvattende opmeting te maken,<br />

aangevuld met een begroting van de kostprijs der werken.<br />

Aansluitend dient een planning voor de uitvoering der werken voorbereid te worden.<br />

Ten slotte dient de student een vorderingsstaat voor de uitgevoerde werken op te stellen rekening<br />

houdend met prijsherzieningen.<br />

De student heeft hierbij inzicht in de wettelijke randvoorwaarden die gekoppeld zijn aan de<br />

105


FWERF_BM1_1112_MiPh<br />

OO / dOO<br />

Code<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

De werf van A tot Z/Bouwmanagement 1<br />

FWERF_BM1<br />

verschillende meetcodes.<br />

De oefeningen worden in groepen van maximaal 3 personen voorbereid.<br />

De student is praktisch ingesteld en heeft ruimtelijk inzicht. Hij is in staat plannen van bouwprojecten<br />

te analyseren en interpreteren en deze te gebruiken als basis voor het opstellen van meetstaten. Hij is<br />

vertrouwd met word en excell.<br />

Dit is een eerste kennismaking met bouwmanagement. Dit opleidingsonderdeel vormt de basis voor<br />

bouwmanagement 2 in 3aba.<br />

Deze cursus heeft als doelstelling de studenten vertrouwd te maken met de concepten en technieken<br />

planning en calculatie. Elke ingenieur wordt immers in zijn/haar functie geconfronteerd met<br />

projectmatig werk. Sommigen als projectleider in ontwerpfase, anderen als lid van een projectteam in<br />

uitvoering, nog anderen als klant of opdrachtgever van een project. Het is dan ook belangrijk te weten<br />

wat de problematiek is van het managen en uitvoeren van een project, en welke technieken<br />

gehanteerd worden. In de loop van de cursus zullen deze concepten en technieken aan bod komen.<br />

De cursus start steeds vanuit reële cases waaraan de theoretische lessen en oefeningensessies<br />

worden opgebouwd.<br />

Aan de hand van deze praktijkvoorbeelden wordt de student vertrouwd gemaakt met elementen die<br />

bepalend kunnen zijn voor de planning en kostprijs van een project. Dit kunnen zowel algemene maar<br />

ook zeer specifieke of zelfs uitzonderlijke voorwaarden zijn.<br />

Aanvullende info Onderwijstaal: Nederlands<br />

De lessen worden ondersteund met werfbezoeken.<br />

106


FBMAT_1112_GoJa<br />

OO / dOO<br />

Code<br />

Bouwmaterialen<br />

FBMAT<br />

Coördinator Jan Goffa (GoJa)<br />

Lesgever(s) Jan Goffa (GoJa)<br />

Opleidingsfase 2aba_BK<br />

ECTS-punten 5 Tot.: 140u KO 24u BKV 24u<br />

labo<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar<br />

de decretale<br />

competenties (zie<br />

verklarende lijst in deel<br />

1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen<br />

naar de deelcompetenties<br />

(zie<br />

competentie-matrix in<br />

deel 1 van de<br />

studiegids)<br />

Begincompetenties<br />

ZS 92u<br />

De student beschikt over<br />

1. een ruime, veelzijdige wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan<br />

toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.7;<br />

3. communicatievaardigheden 3.1;<br />

4. algemene beroepsattitudes 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.8;<br />

6. elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleem-gericht en projectmatig<br />

handelen 6.1, 6.4, 6.5, 6.7.<br />

De student moet tijdens het schriftelijk examen over de theorie blijk geven van kennis en begrip van de<br />

toepasbaarheid, (karakteristieke) eigenschappen bereiding, transport en verwerking van de diverse<br />

bouwmaterialen. 1.1, 1.2, 1.7, 3.1, 4.2, WC1, AWC2, AC1, AC6, AWC4<br />

De student moet tijdens het schriftelijk examen over de oefeningen in staat zijn de nodige<br />

randvoorwaarden, principes, know-how .... kunnen leveren om tot een juiste en pragmatische<br />

oplossing ivm het gekozen bouwmateriaal te komen 1.3, 1.5, 4.2, 4.4, 6.1, 6.4, 6.5, 6.7, AC1, AC2,<br />

AC7, AWC4, AWC1 en dit via het toepassen van wetenschappelijke redeneringen, rekentechnische en<br />

wiskundige technieken 1.2, 4.3, 4.5, 4.8, WC1, AC1, AWC4, BC8, BC7. De student moet de<br />

resultaten hierbij toetsen en kritisch beoordelen. 1.4, 3.1, AWC1, AC6<br />

De student moet het doel en het belang van de laboproeven kunnen plaatsen binnen de context van<br />

bouwprojecten en eventuele ingrepen voorstellen om problemen te verhelpen.<br />

Dit opleidingsonderdeel veronderstelt een elementaire wiskundige kennis (oplossen van stelsels van<br />

vergelijkingen) en eenvoudige statistiek (natuurlijke verdelingswet van Gauss, standaardafwijkingen, ...)<br />

Algemene visie Het doel van het opleidingsonderdeel is de studenten vertrouwd te maken met de beschikbare<br />

natuurlijke en halffabricaatbouwmaterialen, hun oorsprong of productie, hun mechanische,<br />

rheologische, hygro- en thermofysische eigen-schappen en hun aanwendbaarheid in het kader van<br />

bouwkundige projecten (infrastructuren, ruwbouw, stabiliteit, ...). Er wordt een overzicht gegeven van<br />

de meest gangbare constructiematerialen (granulaten, cement, beton, staal, baksteen, hout, grond ...).<br />

Tijdens de lessen wordt ingegaan op de fysische en mechanische eigenschappen van de materialen<br />

en hoe deze in verband staan met de microstructuur van het materiaal. Er wordt bestudeerd hoe men<br />

deze eigenschappen kan wijzigen door in te grijpen in het productieproces. Er wordt ook aandacht<br />

besteed aan normen. Zo wordt besproken hoe men tot karakteristieke waarden van eigenschappen<br />

komt en hoe men dan uiteindelijk tot rekenwaarden komt.<br />

Werkvorm Tijdens de kennisoverdracht (volledige groep) wordt de theorie aangebracht via gestructureerde<br />

hoorcolleges en geïllustreerd met de technische steekkaarten, catalogi, handleidingen,<br />

gebruikscriteria... van de natuurlijke materialen en via half-fabricage beschikbare bouwproducten en<br />

hun verwerking. De student moet tevens zelfstandig de theorie toepassen in oefeningen en in de keuze<br />

en toepassing van geschikte bouwmaterialen.<br />

Tijdens de labozittingen (in kleine groepen ± 15 personen) moet de student in teamverband overgaan<br />

tot aanmaak en beproeven van een aantal bouwmaterialen (zeefanalyses, plasticiteitsproeven, aanmaak<br />

beton, sterkteproeven, ...) in het labo bouwkunde.<br />

107


FBMAT_1112_GoJa<br />

Studiemateriaal Cursus<br />

Bouwmaterialen - Betontechnologie [Bert Maes & Jan Goffa]<br />

Bouwmaterialen - Metselwerk [Jan Goffa]<br />

Bouwmaterialen – Staal [Jan Goffa]<br />

Bouwmaterialen – Hout [Jan Goffa]<br />

Bouwmaterialen - Betontechnologie [Bert Maes & Jan Goffa]<br />

Elektronisch leerplatform<br />

PPT-presentaties van de hoorcolleges<br />

Additionele informaties (EC, WTCB, Febelcem, Industria, ...)<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans KO+oefeningen: 70% : Schriftelijk examen van de theorie (25%) en oefeningen (75%), beide gesloten<br />

boek waarbij de studenten mogen gebruik maken van een formularium.<br />

LABO : 30 % : Permanente evaluatie (PE) : De criteria hierbij zijn onder andere de wijze waarop de<br />

student aanwezig is op de werksessies, de specifieke richtlijnen naleeft, de algemene werkwijze en de<br />

vaardigheid van uitvoering. Verder wordt regelmatig nagegaan in hoeverre de opgaven voorbereid<br />

worden en/of de berekeningen en oplossingsmethoden overeenstemmen met de geziene theorie.<br />

Tenslotte worden de verslagen beoordeeld naar vorm en inhoud. Per ongewettigde afwezigheid in een<br />

labosessie of per ontbrekend laboverslag wordt 1/5 van de punten voor PE in mindering gebracht.<br />

2 de examenkans<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

70% schriftelijk examen;<br />

PE (30%): geen 2° examenkans mogelijk. Overdracht van de PE-punten naar volgend academiejaar is niet<br />

mogelijk.<br />

De inhoud van dit opleidingsonderdeel is noodzakelijk voor de opleidings-onderdelen dimensionering van<br />

beton- en steenconstructies, dimensionering van hout- en staalconstructies in het verdere curriculum.<br />

Het opleidingsonderdeel maakt gebruik van de opgedane kennis in de vakken Analyse en Statistiek.<br />

Relatie met onderzoek De cursus verwijst naar resultaten van onderzoek en verwijst naar voorbeelden uitgevoerd in het kader van<br />

dienstverlening en onderzoeksprojecten. Er wordt aandacht geschonken aan de innovatieve<br />

ontwikkelingen in de diverse domeinen van de bouwmaterialen.<br />

Relatie met werkveld De ingenieur gebruikt de basiskennis uit dit opleidingsonderdeel om inzicht te krijgen in de vele facetten<br />

van het bouwgebeuren, welke hem kunnen oriënteren naar een specialisatie , o.a. via de keuze van<br />

stages, bachelor- of masterproeven waarbij contacten met het werkveld worden ontwikkeld.<br />

Aanvullende info 2. Onderwijstaal: Nederlands<br />

3. Een aantal bedrijfsbezoeken worden geïntegreerd in de lessen.<br />

108


FBSTER1_1112_SchPi<br />

OO / dOO<br />

Code<br />

Gevorderde sterkteleer in de bouw 1<br />

FBSTER1<br />

Coördinator Pieter Schevenels (SchPi)<br />

Lesgever(s) Pieter Schevenels (SchPi), Koen Heyens (HeKo)<br />

Opleidingsfase 2ABA_BK<br />

ECTS-punten 5 Tot.: 140u KO: 24u BKV: 30u ZS: 86u<br />

Niveau Uitdiepend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt<br />

1. over een ruime veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan<br />

toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.7<br />

3. over communicatievaardigheden 3.1<br />

4. over algemene beroepsattitudes 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.8<br />

6. over elementaire onderzoekscompetenties, kan onder begeleiding probleemgericht en<br />

projectmatig handelen 6.1, 6.4, 6.5, 6.7<br />

De student moet tijdens het schriftelijk examen over de theorie zelfstandig een aantal basisbegrippen<br />

uit de cursus kunnen afleiden en uitleggen. (1.1, 1.2, 1.7, 3.1, 4.2, WC1, AC1, AC6, AWC4)<br />

De student moet tijdens het schriftelijk examen over de oefeningen zelfstandig de opgave vertalen<br />

naar een model, (1.3, 1.5, 4.2, 4.4, 6.1, 6.4, 6.5, 6.7, AC1, AC2, AC7, AWC4, AWC1) hij/zij moet tot<br />

een oplossing komen door het opbouwen van wetenschappelijke redeneringen, het toepassen van<br />

wetten van de sterkteleer en wiskundige technieken, (1.2, 4.3, 4.5, 4.8, WC1, AC1, AWC4, BC8,<br />

BC7) hij/zij moet de resultaten toetsen en kritisch beoordelen. (1.4, 3.1, AWC1, AC6)<br />

Inhoud - Samengestelde doorsneden<br />

- Cirkel van Mohr – grensspanningscriteria<br />

- Structuren<br />

- Vakwerken<br />

- Kabels<br />

- Bogen<br />

- Verplaatsingen van structuren<br />

- Momentenlijn (herhaling)<br />

- Integralen van Mohr<br />

- Hyperstatische systemen, o.a. stelling van Pasternak<br />

Werkvorm Tijdens de kennisoverdracht (in grote groep) wordt de theorie aangebracht en geïllustreerd met<br />

modeloefeningen.<br />

Tijdens de begeleide kennisverwerking (in kleine groep) moet de student zelfstandig de theorie<br />

toepassen in oefeningen.<br />

Studiemateriaal Cursus Gevorderde sterkteleer in de bouw K. De Proft, P. Schevenels en K. Heyens<br />

Oefeningenbundel K. Heyens en P. Schevenels aangevuld met informatie op elektronisch leerplatform<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk examen van de theorie (25%) en oefeningen (75%)<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen van de theorie (25%) en oefeningen (75%)<br />

Algemene visie Tijdens de cursus Gevorderde sterkteleer in de bouw worden de begrippen die behandeld werden in<br />

de richting-gemeenschappelijke cursus Sterkteleer (STER1) toegepast op specifieke structuren in de<br />

bouw. In deze cursus wordt de krachtswerking in en de verplaatsing van de meer eenvoudige<br />

structuren zoals vakwerken, kabels en bogen bestudeerd, terwijl in de vervolgcursus raamwerken aan<br />

bod komen. Een andere stap die gezet wordt is deze van het oplossen van isostatische systemen<br />

naar het oplossen van hyperstatische systemen.<br />

109


FBSTER1_1112_SchPi<br />

OO / dOO<br />

Code<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Gevorderde sterkteleer in de bouw 1<br />

FBSTER1<br />

De student beheerst de begrippen geïntroduceerd in de richting-gemeenschappelijke cursus<br />

Sterkteleer (STER1) en kan deze toepassen in praktische problemen.<br />

Dit opleidingsonderdeel maakt deel uit van de leerlijn Sterkteleer-Toegepaste Mechanica, waarbij de<br />

student de principes leert kennen om constructies te dimensioneren en verplaatsingen te berekenen.<br />

Het grondig beheersen van de principes in deze cursus is dan ook noodzakelijk voor de materiaalspecifieke<br />

vakken waar constructies gedimensioneerd worden (bijv. staal, beton, hout, metselwerk,<br />

…).<br />

De cursus verwijst naar resultaten van onderzoek en verwijst naar voorbeelden uitgevoerd in het<br />

kader van dienstverlening.<br />

Speciale aandacht gaat naar het opstellen van een model voor een reëel probleem.<br />

De ingenieur gebruikt de basiskennis uit de sterkteleer bij het ontwerp en beoordeling van elke<br />

bouwkundige constructie. Zonder gedetailleerde berekeningen te maken kan de<br />

ingenieur toch aangeven waar zwakke plekken in een constructie kunnen optreden.<br />

Aanvullende info Onderwijstaal: Nederlands<br />

110


FINLBK_CIV_VaMa<br />

OO / dOO<br />

Code<br />

Inleiding tot bouwkunde/Inleiding tot civiele constructies<br />

FINLBK_CIV<br />

Coördinator Marc Van Moorsel (VaMa)<br />

Lesgever(s) Marc Van Moorsel (VaMa), Bart Van Zegbroeck (VaBa)<br />

Opleidingsfase 2aba_BK<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 90 u KO: 30 u BKV: ZS:<br />

60u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt over<br />

1. een ruime, veelzijdige wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.4, 1.5, 1.7;<br />

3. communicatievaardigheden 3.1;<br />

4. algemene beroepsattitudes 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.13;<br />

6. elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.3, 6.7.<br />

De student(e):<br />

- kent de opbouw van een weg. 1.1, 1.2, 1.7, WC1, AWC2<br />

- kan voor een globaal ontwerp van een wegstructuur gebruik maken van meetkundige eigenschappen,<br />

lengteprofielen en dwarsprofielen.1.1, 1.2, 1.3, 1.5, 1.7, 4.2, 4.13, WC1, AWC2, AC1, AWC4, AC2, AC1, AC10,<br />

BC11<br />

- heeft het globaal inzicht om een ontwerp te maken van een tracé op basis van grondeigenschappen, het<br />

grondverzet, hellingen, waterafvoer, comfort van de wegbestuurder, weerstand, stroefheid enz. 1.1, 1.2, 1.4, 1.5,<br />

1.7, 4.1, 4.3, 4.13, WC1, AWC2, AC2, AC2, AC7, AWC4, BC11<br />

- heeft inzicht in diverse waterbouwkundige constructies. 1.1, 1.2, 1.4, 1.5, 1.7, 4.1, 4.2, 4.3, 4.13, WC1, AWC2,<br />

AWC1, AC2, AC2, AC7, AC1, AC10, AWC4, BC11<br />

- kan brugsystemen classificeren volgens de verschillende paramaters (draagsystemen, materialen, gebruik,etc.)<br />

1.1, 1.2, 1.4, 1.5, 1.7, 4.1, 4.2, 4.3, 4.13, WC1, AWC2, AWC1, AC2, AC2, AC7, AC1, AC10, AWC4, BC11<br />

- heeft een inzicht in de verschillende onderdelen van een brug (onderbouw, bovenbouw, opleggingen,etc.) 1.1,<br />

1.2, 1.4, 1.5, 1.7, 4.1, 4.2, 4.3, 4.13, WC1, AWC2, AWC1, AC2, AC2, AC7, AC1, AC10, AWC4, BC11<br />

- kan onder begeleiding hetzij individueel, hetzij in groep informatie verzamelen, vergelijken en kritisch<br />

bestuderen en dit mondeling en/of schriftelijk weergeven. 1.5, 3.1, 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 6.3, 6.7, AC2, AWC1,<br />

AC6, AC7, AWC4, AC7, BC8<br />

Inhoud Wegenis:<br />

Het definiëren van een weg aan de hand van een aantal begrippen en eigenschappen.<br />

Het bepalen van de meetkundige eigenschappen, het grondplan, de lengteprofielen, de<br />

dwarsprofielen.<br />

Bepaling van de parameters die doorslaggevend zijn bij het ontwerp van een weg: de<br />

grondeigenschappen, het grondverzet, hellingen, waterafvoer, comfort van de wegbestuurder,<br />

weerstand, stroefheid enz.<br />

De verschillende soorten wegen, zoals cementbetonwegen, asfaltbetonwegen,<br />

elementenverhardingen worden behandeld (inleidend).<br />

Bruggenbouw – waterbouw:<br />

Een globaal overzicht van de waterbouwkundige constructies wordt behandeld: sluizen, stuwdammen,<br />

stuwen, duikers, kaaimuren, keermuren, dukdalven, oeververdediging enz.<br />

Er wordt een globaal overzicht gemaakt van de verschillende brugsystemen op basis van de<br />

morfologische eigenschappen, de materialen (hout, beton, metselwerk, staal, voorgespannen beton),<br />

de uitvoeringsmethoden, etc.<br />

Werkvorm Gestructureerde hoorcolleges met veel voorbeelden uit de praktijk staan garant voor de overdracht<br />

van de theoretische kennis.<br />

Studiemateriaal - Eigen cursusteksten<br />

- Extra studiemateriaal (publicaties OCW, wetenschappelijke publicaties, enz.) gebruikt in de les en<br />

elektronische leeromgeving<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans - Het gedeelte wegenis wordt dmv een schriftelijk examen geëvalueerd (65%)<br />

- Het gedeelte bruggenbouw – natte waterbouw wordt dmv een PE-opdracht (permanente evaluatie)<br />

geëvalueerd. (35%)<br />

111


FINLBK_CIV_VaMa<br />

OO / dOO<br />

Code<br />

2 de examenkans<br />

Inleiding tot bouwkunde/Inleiding tot civiele constructies<br />

FINLBK_CIV<br />

- Het gedeelte wegenis wordt dmv een schriftelijk examen geëvalueerd. (65%)<br />

- Het gedeelte bruggenbouw – natte waterbouw wordt dmv een vervangend schriftelijk examen<br />

geëvalueerd. (35%)<br />

Algemene visie In het onderdeel wegenis wordt de wereldwijde historiek geschetst van de methodes waarmee wegen<br />

werden en worden gebouwd. Verschillende elementen met betrekking tot wegontwerp komen hierbij<br />

aan bod. Specifieke aandacht gaat uit naar de geometrie, langsprofiel en dwarsprofiel van de weg.<br />

Ook wordt er steeds een kadering binnen het verloop van een infrastructuurproject gedaan.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

In het onderdeel bruggenbouw - waterbouw wordt de wereldwijde historiek geschetst van<br />

de methodes waarmee bruggen, tunnels en kademuren werden en worden gebouwd. Hierbij wordt de<br />

focus gelegd op het voortschrijdende inzicht omtrent het statische en dynamische structuurgedrag<br />

alsook het beter begrip omtrent de grond/structuur interactie. In deze historiek wordt bijkomend de<br />

relatie gelegd met de verbetering/verandering van de beschikbare bouwmaterialen.<br />

De student dient in staat te zijn de basisprincipes van de verschillende bouwmethoden en<br />

structuurtypes omtrent bruggen, tunnels en kademuren te kunnen reproduceren alsook de link te<br />

leggen naar de onderliggende sterkteleer principes en het materiaalgedrag.<br />

De student(e) is vertrouwd met de belangrijkste concepten van de sterkteleer.<br />

Dit opleidingsonderdeel geeft een inleiding in het wegenisontwerp en bruggenbouw/waterbouw. Deze<br />

inleiding dient als basis voor de opleidingsonderdelen Wegontwerp/wegergonomie, bruggen- en<br />

waterbouw. Binnen deze opleidingsonderdelen zullen een aantal begrippen diepgaander worden<br />

onderzocht/toegepast.<br />

De student zal adhv nationale en internationale wetenschappelijke publicaties op de hoogte blijven<br />

van de innovatieve vooruitgang binnen de wegenbouwkunde.<br />

Tijdens de lessen zullen verschillende werfbezoeken en excursies worden gepland om zo de<br />

uitwerking van de theoretische kennis te aanschouwen.<br />

Aanvullende info Onderwijstaal: Nederlands<br />

112


FINLBK_GEB_1112_HeKo<br />

OO / dOO<br />

Code<br />

Inleiding tot de bouwkunde/Inleiding tot constructie van gebouwen<br />

FINLBK_GEB<br />

Coördinator Koen Heyens<br />

Lesgever(s) Koen Heyens (HeKo)<br />

Opleidingsfase 2aba_BK<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 90 u KO: 30 u BKV: ZS:<br />

60u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Inhoud<br />

Werkvorm<br />

De student beschikt<br />

1. over een ruime veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan<br />

toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5,1.6, 1.7<br />

2. over praktische vaardigheden 2.4<br />

3. over communicatievaardigheden 3.2, 3.5<br />

4. over algemene beroepsattitudes 4.1 4.2, 4.3, 4.5, 4.7, 4.11, 4.12, 4.13<br />

6. over elementaire onderzoekscompetenties, kan onder begeleiding probleemgericht en<br />

projectmatig handelen 6.1, 6.4, 6.5, 6.7<br />

De student(e):<br />

- Begrijpt de theorie, methodes en technieken en kan deze toepassen op een voorbeeld uit de<br />

praktijk of een ontwerpvraagstuk 1.1, 1.2, 1.3,1.4,6.5, WC1, AWC4, AWC1, AWC2<br />

- Kan de opgedane kennis vakoverschrijdend toepassen door gekende systemen om te zetten<br />

naar staafwerkmodellen als basis voor de sterkteleer of door een materiaalkeuze te maken<br />

bij een bepaalde constructievorm 1.3,1.6, AWC4<br />

- Moet rekening kunnen houden met de hedendaagse Europese, Belgische en internationale<br />

normering bij het uitwerken/analyseren van een ontwerp 1.7,2.4,4.13, AWC4, BC11<br />

- Kan mondeling met een correcte attitude zijn keuzes, inzichten en redeneringen verdedigen<br />

3.2,4.2,4.7,4.12, AC6, AC1, AC10, AC5, BC9<br />

- Begrijpt teksten/slides die in een vreemde taal worden gegeven 3.5, AC6<br />

- Kan schriftelijk gestructureerd en zelfstandig zijn antwoorden formuleren in een opgegeven<br />

tijdsduur 4.3,4.5,4.11, AWC4, BC8, BC5<br />

- Heeft inzicht in een probleemstelling en kan hier relevante informatie over verwerken<br />

4.1,6.4,6.5, AC2, AC7, AWC1, AWC2<br />

- Kan een kritisch oordeel vellen over de aangereikte methoden en kan deze met elkaar<br />

aftoetsen 1.4,1.5,6.1,6.5,6.7, AWC1, AC2, AC1, AWC2<br />

De cursus bestaat uit 2 grote delen:<br />

Deel 1: Basisprincipes voor het kiezen van materialen en vormgeven van een draagstructuur:<br />

algemene stabiliteitsaspecten, typologie van constructievormen, de verschillende<br />

constructiematerialen en hun geëigende constructievormen.<br />

Deel 2: Basisprincipes voor het ontwerpen van een gebouwschil:<br />

Prestatie-eisen inclusief brandveiligheid<br />

hygrothermische aspecten<br />

akoestische aspecten<br />

Basisprincipes voor het ontwerpen van actieve systemen: verwarming, verlichting en luchtverversing<br />

met hun interactie<br />

Gestructureerde hoorcolleges met veel voorbeelden uit de praktijk staan garant voor de overdracht van de<br />

theoretische kennis.<br />

Studiemateriaal Up-to-date studiemateriaal (slides, wetenschappelijke publicaties, enz.) in de les en elektronische<br />

leeromgeving.<br />

113


FINLBK_GEB_1112_HeKo<br />

OO / dOO<br />

Code<br />

Inleiding tot de bouwkunde/Inleiding tot constructie van gebouwen<br />

FINLBK_GEB<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk examen van de theorie (50%) en mondeling examen adhv een inzichtsvraag (50%).<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen van de theorie (50%) en mondeling examen adhv een inzichtsvraag (50%).<br />

Algemene visie De cursus wil de studenten inzicht verschaffen in de bouwtechnische mogelijkheden en<br />

randvoorwaarden voor een gegeven ontwerpopgave. De wederzijdse verbanden tussen<br />

architectonische uitgangspunten, bouwtechnische en de fysische aspecten van het bouwen staan<br />

hierbij centraal.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

De student is vertrouwd met de basisconcepten van de sterkteleer.<br />

Dit opleidingsonderdeel geeft een inleiding tot constructie van gebouwen. Deze inleiding dient als<br />

basis voor de opleidingsonderdelen Duurzaam bouwen I en II. Binnen deze opleidingsonderdelen<br />

zulllen een aantal begrippen diepgaander worden onderzocht/toegepast.<br />

De student zal adhv internationale en nationale wetenschappelijke publicaties op de hoogte blijven van<br />

de innovatieve vooruitgang binnen de bouwkunde.<br />

Door gebruik te maken van bestaande gebouwen als uitgangspunt van de lessen zal de student een<br />

heel nauwe relatie krijgen met het werkveld. Tijdens de lessen zullen ook verschillende werfbezoeken<br />

en excursies worden gepland om zo de uitwerking van de theoretische kennis te aanschouwen.<br />

Aanvullende info Onderwijstaal: Nederlands<br />

De lessen worden ondersteund door excursies en werfbezoeken.<br />

114


OO / dOO<br />

Code<br />

Coördinator<br />

Lesgever(s)<br />

Ingenieur & Maatschappij Opt2<br />

FINGM1B<br />

Ingeburg Digneffe<br />

Ingeburg Digneffe<br />

gastsprekers:<br />

‐ Prof. dr. Gustaaf C. Cornelis<br />

‐ Prof. dr. Bart Van Kerkhove<br />

‐ dr.Maarten Boudry<br />

‐ dr. Karen François<br />

‐ Prof. dr. Gaston Moens<br />

‐ Prof.dr. Hans Achterhuis<br />

‐ Prof. dr. Tony Van Loon<br />

‐ Dr.Mathieu Snykers<br />

‐ Prof dr. Marleen Temmerman (o.a)<br />

Opleidingsfase 2ABA<br />

ECTS‐punten 3 Tot: 84u KO: 14u BKV: 12u ZS:58u<br />

niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de<br />

deelcompetenties (zie<br />

competentiematrix in deel 1<br />

van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de<br />

decretale competenties (zie<br />

verklarende lijst in deel 1<br />

van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de<br />

deelcompetenties (zie<br />

competentiematrix in deel 1<br />

van de studiegids)<br />

De student kan:<br />

‐ verbanden leggen tussen verschillende wetenschappelijke en<br />

technologische disciplines om problemen en processen te begrijpen<br />

1.5<br />

‐ kan op een beredeneerde manier keuzes maken 4.2<br />

‐ milieu‐, kwaliteits‐ en veiligheidsbewust handelen (met het oog op<br />

duurzame ontwikkeling) 4.8<br />

‐ mensgericht en taakgericht reflecteren over zichzelf en zijn<br />

omgeving 4.9<br />

‐ relevante informatie verzamelen (uit handboeken, literatuur en met<br />

behulp van geautomatiseerde technieken) 6.3<br />

‐ relevante informatie verwerken en is zich bewust van de<br />

onzekerheden en de grenzen van kennis 6.4<br />

‐ kent voor een gegeven probleemstelling de passende<br />

onderzoekstechnieken 6.5<br />

‐ heeft het vermogen tot kritische reflectie 6.7<br />

De student:<br />

‐ verzamelt informatie, ordent en verwerkt deze om een<br />

wetenschappelijke/technologische probleemstelling op te lossen<br />

AC4/AWC4, 4.2, 6.3, 6.5<br />

‐ consulteert bronnen, en kan de gevonden informatie hanteren in<br />

functie van zijn opdracht AC2, 4.2 6.3, 6.4<br />

‐ kan verbanden leggen tussen vakspecifieke kennisinhouden en<br />

andere vakgebieden AC1, 1.5<br />

‐ analyseert aan de hand van technieken (heracleitosmethode)<br />

ethische vragen, en behandelt deze op een beargumenteerde wijze<br />

AC3/AWC1, 4.9, 6.7<br />

‐ ontwikkelt een onderzoekende houding en is in staat om een<br />

probleem/dilemma te plaatsen, rekening houdend met technische,<br />

115


economische, sociale en ecologische aspecten AWC3, 4.8, 6<br />

Inhoud Wetenschapsfilosofie, met accent op:<br />

‐ wetenschapsdeontologie en –ideologie<br />

‐ popularisering<br />

‐ democratie van kennis en wetenschap<br />

‐ pseudowetenschappen<br />

‐ relatie wetenschap – maatschappij<br />

‐ ethiek<br />

‐ conflicthantering<br />

‐ maakbaarheid?<br />

‐ transhumanisme<br />

Werkvorm<br />

Studiemateriaal<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans<br />

De studenten krijgen een aanbod van verschillende gastcolleges,<br />

aangeboden door professoren met een expertise op het vlak van<br />

wetenschapsfilosofie.<br />

De studenten kiezen uit dit aanbod minstens 4 gastcolleges die ze zullen<br />

bijwonen, en waarover ze achteraf een verslag uitschrijven.<br />

De coördinator van dit opleidinsonderdeel zal 3 sessies geven voor de<br />

volledige groep:<br />

sessie 1: inleiding – wat wordt van de studenten verwacht (inhoud<br />

opdracht,…)<br />

sessie 2: stappenplan (heracleitosmethode)<br />

sessie 3: afsluitende sessie<br />

Tussen de verschillende gastcolleges zal de coördinator op een vast tijdstip<br />

beschikbaar zijn voor de studenten. Tijdens deze momenten worden de<br />

studenten begeleid bij het uitvoeren van de opdracht.<br />

Hand‐outs presentaties van de gastprofessoren<br />

Artikels<br />

Documentaires<br />

De studenten maken een verslag van de gevolgde lezingen, reflecteren over<br />

het thema en geven hun eigen mening. De gastsprekers geven na afloop van<br />

hun gastcollege 3 vragen mee, die te maken hebben met hun lezing. De<br />

studenten verwerken deze vragen in hun verslag (ze geven hun mening,<br />

kritiek, eventuele knelpunten, valkuilen, mogelijkheden,toekomstvisie ,…).<br />

Dit telt mee voor 50% van het totale cijfer op dit opleidingsonderdeel.<br />

Na het volgen van de lezingen schrijven de studenten een paper, rond een<br />

thema gelinkt aan de lezingen.<br />

Dit telt ook mee voor 50% van het totale cijfer.<br />

Tijdens de eerste samenkomst wordt afgesproken wat er van de studenten<br />

verwacht wordt in de paper.<br />

116


2 de examenkans De studenten herwerken hun paper, rekening houdend met de opmerkingen<br />

die werden gegevens tijdens de 1 ste examenkans (50%)<br />

De studenten lezen een artikel rond een wetenschapsfilosofisch thema, ze<br />

geven hierover hun mening, reflecteren, geven mogelijkheden en<br />

knelpunten weer, en beschrijven toekomstperspectieven. (50%)<br />

Algemene visie We vormen een kandidaat industrieel ingenieur die voldoende inzichten en<br />

vaardigheden verwerft om mensgericht en taakgericht te reflecteren<br />

(filosofie) over zichzelf (mensvisie) en zijn omgeving (sociale filosofie). We<br />

willen daarbij mensen vormen die vanuit een humane inspiratie in concrete<br />

situaties aan het maatschappelijke en menselijke welzijn meewerken. Zij<br />

kunnen een bijdrage leveren tot de integratie van ethische beschouwingen<br />

en juridische bedenkingen bij economisch‐wetenschappelijk onderzoek. Er<br />

wordt de nodige aandacht besteed aan wijsgerige reflectie gericht op<br />

persoonlijkheidsontwikkeling, zelfkennis en de maatschappelijke<br />

verantwoordelijkheid van de ingenieur.<br />

Begincompetentie nvt<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Aanvullende info<br />

De plaats van de toekomstig ingenieur in een snel evoluerende maatschappij<br />

komt tijdens de gastcolleges aan bod. De studenten krijgen de gelegenheid<br />

om via reflectie, vraagstelling en gesprekken dieper in te gaan in het thema<br />

wetenschap en maatschappij.<br />

De studenten leren kritisch omgaan met onderzoek en hun<br />

verantwoordelijkheid op te nemen wanneer uiteenlopende belangen<br />

meespelen .<br />

De studenten zijn ervan bewust dat bedrijven en instellingen , door de<br />

toenemende specialisaties meer verweven geraken met moraal en techniek.<br />

117


FMPELO<br />

OO<br />

Code<br />

Materialen & Processen in de elektronica<br />

FMPELO<br />

Coördinator Jan Genoe (GeJa)<br />

Lesgever(s) Jan Genoe (GeJa), Ronald Thoelen (ThRo)<br />

Opleidingsfase 2ABA-EA<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84 KO: 24 BKV: 0 ZS: 60<br />

Niveau Uitdiepend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties,<br />

codes verwijzen naar<br />

decretale competenties (zie deel 1<br />

van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

De student beschikt over<br />

1. een ruime, veelzijdige wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan<br />

toepassen 1.1,1.2,1.3,1.5,1.6,1.7;<br />

4. beschikt over algemene beroepsattitudes 4.1,4.8<br />

De student maakt kennis in dit vak met de verschillende soorten materialen die in de elektronica<br />

gebruikt worden en de basisprincipes van de werking van devices die hiermee gemaakt worden. De<br />

student moet de werking van al deze componenten begrijpen om er elektronische systemen mee te<br />

kunnen realiseren. AC1,AC2,WC1,WC10,1.1,1.2,1.3,1.5,1.6,1.7; 4.1,4.8<br />

Inhoud - Proces stappen in de silicium technologie voor geïntegreerde schakelingen<br />

- Printplaten en interconnect materialen in de elektronica<br />

- Verpakkingsmaterialen in de elektronica<br />

- Technologieën voor Si zonnecellen: kristallijn, poly-kristallijn, amorf, dunne film, …<br />

- Vloeibare kristallen en hun toepassingen in LCD displays<br />

- Processing van LEDS<br />

- OLEDs: de toekomst voor displays, signage en verlichting<br />

- Gedrukte en flexibele elektronica: voorbeeld van de organische RFID tag<br />

- Organische zonnecellen<br />

- Floating gate geheugen technologie …<br />

- Diamant als halfgeleider<br />

- Technologie van de batterijen<br />

- Digitale camera’s: CCD versus CMOS camera’<br />

Werkvorm Theorie in 12x 2u<br />

Studiemateriaal Cursustekst (FMPELO)<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek)<br />

2 de examenkans mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek)<br />

118


FMPELO<br />

OO<br />

Code<br />

Materialen & Processen in de elektronica<br />

FMPELO<br />

Algemene visie De elektronica is erg door technologie vernieuwing gedreven. En nieuwe materialen en verbetering<br />

van materialen vormt dan vaak de basis van deze vernieuwing. Kennis van materialen is dan ook<br />

essentieel voor het opvolgen van vernieuwing in de elektronica. Basiskennis in verband met<br />

materialen in de elektronica is een vereiste voor het dieper inzicht dat in de masteropleidingen<br />

elektronica verder uitgebouwd wordt.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Deze cursus geeft bijkomende inzichten die nuttig zijn voor de verdere studie en de beroepsloopbaan<br />

van de ingenieur elektronica<br />

Dit vak is opgevat als een capita selecta van specifieke topics waar er recent een duidelijke<br />

vooruitgang van de technologie bekomen is. Er wordt hierbij vertrokken van actuele publicaties<br />

(waarnaar verwezen wordt) en er wordt in de tekst ook duidelijk de link gelegd met het onderzoek dat<br />

hieraan aan de basis ligt.<br />

Inzicht in de materialen die gebruikt worden in de elektronica biedt de facto ook een inzicht in<br />

mogelijkheden van deze elektronica. Inzicht in de mogelijkheden van de elektronica is onontbeerlijk<br />

voor eender welke ingenieur die vernieuwend wenst bezig te zijn in het werkveld. En vernieuwend<br />

bezig zijn is de taak van elke ingenieur.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

119


FMICELO<br />

OO<br />

Code<br />

Micro-elektronica<br />

FMICELO<br />

Coördinator Ronald Thoelen (ThRo)<br />

Lesgever(s) Nele Mentens (MeNe), Jan Boutsen (BoJa), Frank Appaerts (ApFr)<br />

Opleidingsfase 2ABA-EA<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84u KO: 18u BKV: L 12u ZS: 54u<br />

Niveau Uitdiepend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties,<br />

codes verwijzen naar<br />

decretale competenties (zie deel 1<br />

van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

De student beschikt over<br />

1. een ruime, veelzijdige wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan<br />

toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.5,1.6;<br />

2. praktische vaardigheden 2.1,2.2, 2.3;<br />

3. communicatievaardigheden 3.1,3.4;<br />

4. beroepsattitudes 4.1,4.2,4.5,4.12,;<br />

6. elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig<br />

handelen 6.1, 6.4, 6.6.<br />

De student kan<br />

- begrippen zoals poortvertragingen, gatecapaciteit verklaren en toepassen<br />

WC1,AC2,AWC1,AWC4,BC2,BC3,BC4,1.1,1.2,1.3,1.5,1.6<br />

- de lay-out van een transistorschakeling schematisch tekenen AWC4,2.1,2.2, 2.3<br />

- de lay-out van een transistorschakeling via CAD tekenen, de ontwerpregels verifiëren en<br />

simuleren WC1,AC1,AC2,AWC1,AWC4,BC2,BC3,BC4,1.1,1.2,1.3,1.5,1.6,6.1, 2.1,2.2,<br />

2.3,6.4,6.6<br />

- de verschillende procestechnieken in de microelektronica uitleggen AC6,3.1,3.4<br />

- de werking van basis MEMs structuren uitleggen.<br />

WC1,AC2,AWC1,AWC4,BC2,BC3,BC4,1.1,1.2,1.3,1.5,1.6<br />

Inhoud - poortvertragingen, gatecapaciteit, aan-weerstand<br />

- chip lay-out en ontwerpregels<br />

- geavanceerde procestechnieken<br />

- inleiding MEMS<br />

Werkvorm Theorie en labo chip lay-out<br />

Studiemateriaal Up-to-date eigen cursusmateriaal met aanvullende informatie via het elektronisch platform<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans KO (60%): mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek)<br />

Lab (40%): permanente evaluatie (verplichte aanwezigheid)<br />

2 de examenkans KO (60%): mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek)<br />

Lab: geen; overdracht van cijfer naar volgend academiejaar is mogelijk als minstens 10/20 behaald<br />

werd.<br />

120


FMICELO<br />

OO<br />

Code<br />

Micro-elektronica<br />

FMICELO<br />

Algemene visie Bij het ontwerpen van chips worden tegenwoordig vooral automatische tools gebruikt om de lay-out te<br />

bepalen. Voor, vooral analoge, chips is het dikwijls nodig om de lay-out met de hand te tekenen.<br />

Vandaar wordt deze vaardigheid met behulp van het programma L-Edit aangeleerd.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

De voorkennis van de leerlingen bij de start van dit vak is digitale en analoge basiselektronica.<br />

Dit vak bouwt verder op de kennis opgedaan bij het vak analoge en digitale elektronica en is verder<br />

een basis voor chipdesign gerelateerde opleidingsonderdelen.<br />

In dit vak wordt verwezen naar wetenschappelijke artikels die aan de grondslag liggen van de<br />

behandelde leerstof alsook artikels die de behandelde leerstof als basis gebruiken voor verder<br />

onderzoek. Verder worden er technieken aangeleerd die in het onderzoek naar de ontwikkeling van<br />

nieuwe analoge chips worden aangewend.<br />

De technieken voor de handmatige lay-out van transistorschakelingen zijn nodig voor het ontwerpen<br />

van analoge chips. Een ingenieur die dit onder de knie heeft, kan daarom makkelijker aan de slag in<br />

een bedrijf waar analoge chips ontworpen worden.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

121


OO / dOO<br />

Code<br />

Analoge Elektronica 2<br />

FELO2 NT:NU<br />

Coördinator Roos Peeters (PeRo)<br />

Lesgever(s) Jan Boutsen (BoJa), Frank Appaerts (ApFr), Luc Lievens (LiLu)<br />

Opleidingsfase 2ABA-NT:Nu<br />

ECTS-punten 4 Tot.: 36 KO: 18 BKV: 0 Lab: 18<br />

Niveau Uitdiepend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties,<br />

codes verwijzen naar<br />

decretale competenties (zie deel 1<br />

van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

De student beschikt over (AC1, AC2, BC2, AWC1, AWC4)<br />

1. een ruime, veelzijdige wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.5,1.6;<br />

2. praktische vaardigheden 2.2, 2.3;<br />

3. communicatievaardigheden 3.1;<br />

5. elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen5.1, 5.4, 5.6.<br />

De student kan<br />

- de werking van elementaire transistorschakelingen verklaren<br />

- de werking van een differentiële versterker verklaren<br />

- met behulp van software (multisim) modelleringen uitvoeren van bepaalde componenten<br />

- de werking van verschillende vermogensversterkers verklaren<br />

- een vermogensschakeling dimensioneren<br />

- gestabiliseerde voedingen ontwerpen<br />

- een versterker of voeding op basis van discrete elementen opbouwen, uitmeten en<br />

verifiëren.<br />

Inhoud Analoge Elektronica<br />

- basis transistorschakelingen<br />

- differentiële versterker<br />

- Vermogenelektronica<br />

- Vermogenversterkers<br />

- Voedingen<br />

- Thyristoren<br />

- Spanningsregelaars<br />

Werkvorm Hoorcolleges, labo- en oefenzittingen<br />

Studiemateriaal Up-to-date eigen cursusmateriaal met aanvullende informatie via het elektronisch platform<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans KO: mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek) en wordt gequoteerd op 50% van het<br />

totaal aantal te behalen punten.<br />

Lab: permanente evaluatie en wordt gequoteerd op 50% van het totaal aantal te behalen punten.<br />

2 de examenkans KO: mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek)<br />

Lab: geen tweede examenkans; overdracht van cijfer naar volgend academiejaar is mogelijk als<br />

minstens 10/20 behaald werd.<br />

Algemene visie Deze cursus heeft tot doel de studenten een verdere diepgang te geven in de veelvoudige<br />

elektronicatoepassingen en zich verder te verdiepen in de eigenschappen van de actieve<br />

halfgeleiderbouwstenen. Vanuit deze analoge basis worden diverse functionele applicaties en<br />

systemen bestudeerd met een bijgevoegde flexibiliteit en intelligentie dankzij de software.<br />

De werkzittingen laten toe om de theoretische en afgeleide eigenschappen te toetsen aan de<br />

werkelijkheid door middel van metingen, berekeningen en simulaties<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Deze cursus bouwt verder op een aantal concepten van de vakken elektriciteit en analoge elektronica.<br />

De voorkennis van de studenten bij de start van dit vak is analoge basiselektronica. Dit vak<br />

vormt het vervolg op de analoge basiselektronica. Het vervolg op dit vak handelt over complexere<br />

elektronische schakelingen en ontwerp van geavanceerdere analoge versterkers.<br />

122


OO / dOO<br />

Code<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Analoge Elektronica 2<br />

FELO2 NT:NU<br />

In dit vak wordt verwezen naar wetenschappelijke artikels die aan de grondslag liggen van de<br />

behandelde leerstof alsook artikels die de behandelde leerstof als basis gebruiken voor verder<br />

onderzoek.<br />

De besproken componenten zijn veel voorkomende elementen in regelsystemen en elektronische<br />

systemen. De componenten hebben dan ook vele industriële toepassingen, zowel in het vakgebied<br />

van de elektronica als daarbuiten.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

123


FOCO_EA<br />

OO<br />

Code<br />

O & C DSP2 - Elektronica<br />

FOCO_EA<br />

Coördinator Ronald Thoelen (ThRo)<br />

Lesgever(s) Nele Mentens (MeNe), Thijs Vandenryt (VaTh)<br />

Opleidingsfase 2ABA-EA<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84 KO: 0 BKV: 24 ZS: 60<br />

Niveau Uitdiepend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties,<br />

codes verwijzen naar<br />

decretale competenties (zie deel 1<br />

van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

De student beschikt over<br />

1. een ruime, veelzijdige wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.5,1.6;<br />

2. praktische vaardigheden 2.1,2.2, 2.3;<br />

3. communicatievaardigheden 3.1,3.4;<br />

4. beroepsattitudes 4.1,4.2,4.5,4.12,;<br />

6. elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.1, 6.4, 6.6.<br />

Het doel van dit vak is het ontwerpen van de software en hardware van een complex systeem dat<br />

kan bestaan uit computers, microcontrollersystemen, netwerken (TCP/IP, veldbus, ...), sensoren,<br />

actuatoren, specifieke IC’s.<br />

De student moet hierbij, per groep van 2 tot 4 studenten, een systeem met gegeven specificaties<br />

implementeren en testen. Het geheel wordt onderbouwd met een degelijk verslag en uitgevoerd<br />

volgens een correcte methodiek van projectmatig werken.<br />

Gedurende het project zorgt de student voor tussentijdse rapportering. Ter afsluiting van het project<br />

geeft de student een overzicht van de behaalde resultaten in de vorm van een presentatie.<br />

AC1,AC2,AC6,AWC1,AWC4,AWC11,AWC12,BC2,BC3,BC4,BC6,BC7,1.1,1.2,1.3,1.5,1.6,2.1,2.2,2.<br />

3,3.1,3.4, 4.1,4.2,4.5,4.12,6.1,6.4,6.6<br />

Inhoud De opdracht is steeds gerelateerde aan hottopics in de elektronica. Details van de opgave zullen<br />

vanaf het begin van het academiejaar te vinden zijn op de elektronische leeromgeging<br />

Werkvorm werkzittingen<br />

Studiemateriaal geen<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Permanente evaluatie<br />

2 de examenkans Geen examenkans mogelijk<br />

124


FOCO_EA<br />

OO<br />

Code<br />

O & C DSP2 - Elektronica<br />

FOCO_EA<br />

Algemene visie Uiteraard mag elektronica-onderricht zich niet beperken tot een theoretische studie. Daarom worden<br />

er ook laboratoriumzittingen georganiseerd die nauw aansluiten bij de behandelde theorie. Dit<br />

opleidingsonderdeel gaat nog een stap verder. Hier wordt de kennis die werd opgedaan in de<br />

verschillende theorielessen en labozittingen gecombineerd om uiteindelijk tot een mooi afgesloten<br />

technische realisatie te komen.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Dit vak vereist een basiskennis van elektriciteit, analoge en digitale elektronica en informatica<br />

Deze opdracht kan als afsluitend geheel van het 2 de jaar beschouwt worden en dienen als een<br />

goede basis voor de bachelorproef in het 3 de jaar.<br />

De studenten moeten hun werk op een wetenschappelijke manier verwerken in tussentijdse<br />

verslagen, een eindverslag en een eindpresentatie.<br />

Er zal getracht worden de opdrachten zo uit te schrijven, opdat ze ook een uitwerking in het ‘echte’<br />

bedrijfsleven kunnen hebben.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

125


FINF2<br />

OO<br />

Code<br />

Informatica 2:<br />

T1: Grafische Applicaties in Java (GaJa)<br />

FINF2<br />

Coördinator Kris Aerts (AeKr)<br />

Lesgever(s) Herman Boyen (BoHe)<br />

Opleidingsfase 2ABA<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 88u KO: 8u BKV: 16u ZS: 64u<br />

Niveau Uitdiepend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt<br />

1. over een ruime veelzijdige, wetenschappelijk en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1,2,3,4, en 6<br />

2. over praktische vaardigheden 2.1,2.2,2.3,2.4<br />

3. over communicatievaardigheden 3.1,3.2,3.4,3.5<br />

4. over algemene beroepsattitudes 4.1,4.2,4.3,4.4,4.5, 4.11,4.13<br />

6. over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig denken 6.1,3,4,6 en 7<br />

De student kan:<br />

- typische informatica-bouwstenen, zowel op ontwerp- als implementatiegebied (zoals erving,<br />

interfaces, iteratoren, …) beheersen, herkennen en toepassen<br />

AC12/ BC2/WC1 – 1.2,1.3,1.4,2.1,4.2,4.3,4.4,6.4,6.6<br />

- werken met API’s en deze toepassen tijdens programma-ontwikkeling.<br />

AC7 – 1.2,2.1,2.2, 3.5,4.1,4.2,4.5,4.13,6.3,6.6<br />

- code documenteren via Javadoc voor hergebruik (zelf API’s schrijven)<br />

AC1/AC6/BC6 – 1.2,1.3, 2.1,2.2,2.3,2.4,3.1,3.4, 4.3,4.5<br />

- interactieve, grafische toepassingen ontwikkelen volgens het Model-View-Controller patroon<br />

BC2/AC1/AWC4/AC6/ AWC11 - 1.2,1.3,1.4,1.6,2.1,2.2,2.3,3.2,4.1,4.2,4.3, 4.5, 4.11, 6.1,6.3,6.4,6.6,6.7<br />

- inzicht in basisalgoritmes van beeldverwerking en deze kunnen implementeren.<br />

AC1/AC2/WC1 – 1.1,1.3,2.2,4.2,6.6<br />

Inhoud In het begin van de cursus hernemen we de basis van OO-denken in het algemeen. Daarna bekijken<br />

we een aantal ontwerpstrategieën: hoe begint men aan een programmeeropgave, wat komt er eerst,<br />

wat komt later, wat zijn de bouwstenen, patronen, methodes die daarbij van belang zijn<br />

(softwarecomponenten, softwarebibliotheken, ontwerppatronen, specifieke programmeertechnieken<br />

zoals iteratoren, …).<br />

We gaan vooral dieper in op interactieve, grafische toepassingen, zoals games of simulaties.<br />

Hier ligt de klemtoon op MVC (Model-View-Controller): een ontwerppatroon om de verschillende taken<br />

in een interactief programma op te splitsen in afzonderlijke klassen.<br />

Voor dit soort toepassingen leren we ook werken met widgets en panels om user interfaces te<br />

bouwen, en met Threads om onderdelen van het programma gelijktijdig te kunnen laten lopen.<br />

Omdat we elementen van AWT en Swing gebruiken, tonen we hoe je de functionaliteit van die<br />

bibliotheken kan terug vinden in elektronische helpbestanden. Nadien moeten studenten zelfstandig<br />

hun weg vinden in de API’s.<br />

Daarnaast is er een belangrijk deel rond beeldverwerking, waar we een aantal basisalgoritmes<br />

bekijken, zoals het werken met de RGB-kleurwaarden van een digitaal beeld, het uitvergroten of<br />

verkleinen van een beeld, roteren en look-up-table bewerkingen zoals constrast-vergroting door<br />

histogram-stretching…<br />

Werkvorm De klemtoon ligt op de PC-sessies waar kennisoverdracht en kennisverwerving geïntegreerd<br />

gebeuren en elke student op een PC de oefeningen oplost. Bijkomend is er kennisoverdracht in<br />

grotere groepen waarin we de concepten en ontwerpstrategieën interactief aanbrengen.<br />

Projectwerk om het ontwerpen met MVC in te oefenen.<br />

Studiemateriaal Specifieke cursus GaJa, ontwikkeld door de betrokken docenten.<br />

Modeloplossingen op het elektronisch leerplatform.<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Zelfstandige opdracht tijdens het jaar + schriftelijk examen<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen plus individuele opdracht<br />

126


FINF2<br />

OO<br />

Code<br />

Informatica 2:<br />

T1: Grafische Applicaties in Java (GaJa)<br />

FINF2<br />

Algemene visie Naast de inhoudelijke doelstellingen die uitgaan van het vak zelf, willen we via dit vak bereiken dat de<br />

studenten meer structuur in hun programma’s brengen dan voor ze dit vak deden: meer en betere<br />

parameters, een duidelijkere opsplitsing in klassen met verschillende taken (MVC-design patroon) en<br />

de vertaling van een grafische en/of interactieve probleemsituatie naar een werkend Javaprogramma.<br />

Voor dat laatste moeten de studenten ook kunnen werken met software-bibliotheken en<br />

de nodige functionaliteit kunnen opzoeken.<br />

Daarnaast gaat een belangrijk stuk van dit vak over digitale beeldverwerking. Met de prominente<br />

opkomst van scanners en digitale fototoestellen is dit zeker een relevante brok, ook voor het<br />

werkveld, waar dikwijls optische of infrarood-beelden gebruikt worden voor controles allerhande<br />

(kwaliteit, snelheid, gezondheid, traceerbaarheid, vervalsing, …)<br />

Met de kennis van dit vak heeft de student minstens elementaire kennis van de manier waarop zo’n<br />

beeld digitaal opgeslagen wordt en hoe het, met relatief eenvoudige wiskundige bewerkingen,<br />

bewerkt kan worden zodat de gewenste kenmerken duidelijker zichtbaar worden. Zoals in alle<br />

informaticavakken ontwikkelen we de vaardigheid om een probleem om te zetten in een<br />

gestructureerde en modulaire oplossing (in casu een software programma) waarbij elke stap heel<br />

precies gedefinieerd moet worden.<br />

Doordat een belangrijk stuk van de evaluatie gebeurt via een uitgebreide opdracht waarvan de<br />

studenten het concrete onderwerp zelf moeten kiezen, passen de studenten spontaan verschillende<br />

facetten toe van zelfwerkzaamheid en time management. Ook het kunnen afbakenen van een<br />

onderwerp- en oplossingsdomein komt hierbij aan bod.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Basiskennis van object-orientatie met inbegrip van erving. Programmeertaal Java.<br />

Steunt op: FINF1 – Beginselen van OO-programmeren in Java<br />

Is basis voor: Databaseprogrammatie met Java en C#, Hardwaregerichte software-ontwikkeling,<br />

Beeldverwerking<br />

Een groot stuk van dit vak is gebaseerd op het boek “Design Patterns, Elements of Reusable Object-<br />

Oriented Software” van ‘The Gang of Four’. Deze winnaar van Software Development, 1994<br />

Productivity Award is weliswaar al 15 jaar oud, maar is nog steeds richting gevend.<br />

Ook de algoritmes van beeldverwerking die we in deze cursus zien, zijn nog steeds up to date. Omdat<br />

het eerder basisalgoritmes zijn, gaat het niet om de meest recente of geavanceerde, maar wel om<br />

voorbeeld- en inzichtsverwervende algoritmes.<br />

Voor hun projectwerk dienen ze zelf een probleemstelling te formuleren en een oplossing hiervoor uit<br />

te werken volgens de geijkte methodologie.<br />

Methodisch software ontwerpen en hierbij gekende ontwerppatronen toepassen die hun<br />

deugdelijkheid bewezen hebben, is een belangrijke vereiste in het werkveld. Java en MVC worden in<br />

veel domeinen toegepast: niet alleen in grafische toepassingen, maar evenzeer voor databasegerichte<br />

programma’s, processturing, … Ook het belang van basisinzicht in de opbouw van en het<br />

werken met digitale beelden is gekend in vele domeinen.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende leermateriaal: Helpfiles van de verschillende bibliotheken, externe websites, algemene<br />

Java-boeken, specifiek verbredende boeken: Design Patterns, E. Gamma, ISBN 0201633612 en<br />

Train je hersens in Design Patterns, E. & E. Freeman, ISBN 9789077442715<br />

Ontwikkelomgeving BlueJ en/of NetBeans<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling:<br />

Het praktisch gedeelte rond Model-View-Controller wordt geëvalueerd via een individuele opdracht.<br />

Het gewicht van de deze opdracht ligt op 33%. Op het schriftelijk examen komen de theoretische<br />

aspecten daarvan aan bod met o.a. een kritische reflectie over een voorgestelde oplossing, en zowel<br />

praktische als inzichtelijke vragen over het deel beeldverwerking.<br />

127


FINF3<br />

OO<br />

Code<br />

Informatica 3<br />

T1: Database-programmatie met Java en C#<br />

FINF3<br />

Coördinator Kris Aerts (AeKr)<br />

Lesgever(s) Kris Aerts (AeKr)<br />

Opleidingsfase 2ABA EA, 2ABA-NU<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 88u KO: 6u BKV: 18u ZS: 64u<br />

Niveau Uitdiepend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt<br />

1. over een ruime veelzijdige, wetenschappelijk en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1,2,3,4 en 7<br />

2. over praktische vaardigheden 2.1,2.3,2.4<br />

3. over communicatievaardigheden 3.1,3.3,3.4,3.5<br />

4. over algemene beroepsattitudes 4.1,4.2,4.3,4.4,4.5,4.7,4.10,4.11<br />

6. over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig denken 6.1,4,6 en 7<br />

De student kan:<br />

- een gegevensanalyse uitvoeren, vertalen in een ER-diagram en dit omzetten in een relationele<br />

databank<br />

AC1/ AWC4/BC2 – 1.3,1.4,2.1,2.3,2.4,3.1,3.3,3.4,4.2,4.3,6.6<br />

- basisbegrippen en –concepten uit het relationeel model inzichtelijk uitleggen<br />

AC2/ WC1 – 1.1,1.2<br />

- m.b.v. SQL gegevens ophalen en bewerken<br />

AC1/BC2 –1.3, 2.1,2.3,2.4,4.3,6.6<br />

- een gefundeerde mening formuleren over de keuze van een relationele database versus een<br />

NoSQL-database zoals Hadoop, Cassandra of db4o<br />

AC1 /AWC1 – 1.1,1.3,1.4,1.7,3.4,3.5,4.1,4.2,4.4,6.4,6.7<br />

- een database gestuurde applicatie ontwerpen en implementeren in 3 lagen, en dit zowel in Java<br />

als in C#, en beide aanpakken kunnen vergelijken<br />

AC1 /AWC4/AC7/AC12/ BC2/BC5 –1.3,1.4,1.7,2.1,2.4,3.4,<br />

4.1,4.2,4.3,4.4,4.5,4.7,4.10,4.11,6.1,6.4,6.6,6.7<br />

Inhoud - Van MVC naar een database-gestuurde applicatie in 3 lagen, en een vooruitblik op het n-tier<br />

model voor webapplicaties of applicaties met verschillende (thin) clients.<br />

- Een probleem met data-opslag via gegevensanalyse en ER-schema’s zo modelleren dat zowel<br />

managers als ICT-ers er de modellering begrijpen<br />

- Eigenschappen van genormaliseerde databanken<br />

- SQL als gestructureerde taal om informatie uit databanken op te halen, in te voegen, aan te<br />

passen en te verwijderen<br />

- Een korte vergelijking tussen het relationeel model en de NoSQL-aanpak<br />

- De koppeling met een database via technologieën zoals JDBC voor Java, of ODCB/OleDB in C#<br />

- De ontwikkeling van een toepassing in 3 lagen zowel Java- als C#-applicaties.<br />

- Voor C#: het gebruik van Visual Studio en de overgang van Java naar C#<br />

Werkvorm De klemtoon ligt op projectwerk waarbij de student op zelfstandige wijze de aangereikte kennis omzet<br />

in actieve competenties. Dit wordt ondersteund via kennisoverdracht met directe toepassing in de<br />

praktijk. Alle lessen vinden plaats in de PC-klas waar kennisoverdracht en kennisverwerving<br />

geïntegreerd gebeuren en elke student op een PC de oefeningen oplost.<br />

Studiemateriaal Specifieke cursus, ontwikkeld door de betrokken docenten.<br />

Modeloplossingen op het elektronisch leerplatform.<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Zelfstandige opdracht(en) tijdens het jaar + schriftelijk examen<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen plus individuele opdracht<br />

128


FINF3<br />

OO<br />

Code<br />

Informatica 3<br />

T1: Database-programmatie met Java en C#<br />

FINF3<br />

Algemene visie Nadat we in het eerste jaar algemeen toepasbare principes van software-ontwikkeling aangeleerd<br />

hebben, is er in het tweede jaar ruimte voor specifiekere toepassingsdomeinen. Na de grafische<br />

applicaties in Java is het nu tijd voor databases en de toepassing in Java en C#. Hierbij gaan we<br />

enerzijds verdiepen (in het toepassen van ontwerp-patronen) en anderzijds verbreden door naast<br />

Java ook C# aan te leren, de object-geörienteerde taal van Microsoft in het .NET-framewerk. Op die<br />

manier is er in het curriculum plaats voor de twee populairste commercieel toegepaste OO-talen.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Er gaat grote aandacht naar gestructureerd ontwerp: na de MVC in GaJa gebruiken we nu het 3-lagen<br />

model (databaselaag, logicalaag en de presentatielaag) voor het ontwerp van een databasegestuurde<br />

applicatie; en ER-schema’s om een genormaliseerde database te kunnen ontwerpen.<br />

Verdiepend verwijzen we naar het uitgebreide n-tier-model voor het ontwerp van webapplicaties;<br />

verbredend naar de tegenpool van het relationeel model, zijnde de NoSQL-beweging. Op die manier<br />

moedigen we de kritische reflectie aan en confronteren elkaar met de onzekerheden van onze kennis.<br />

Doordat een belangrijk stuk van de evaluatie gebeurt via een uitgebreide opdracht waarvan de<br />

studenten het concrete onderwerp zelf moeten kiezen, passen de studenten spontaan verschillende<br />

facetten toe van zelfwerkzaamheid en time management. Ook het kunnen afbakenen van een<br />

onderwerp- en oplossingsdomein komt hierbij aan bod.<br />

Object-orientatie. Programmeertaal Java.<br />

Steunt op: FINF1 – Beginselen van OO-programmeren in Java en FINF2 – GaJa<br />

Is basis voor: opleidingsonderdelen met C++, C# en databases; gevorderde webapplicaties in<br />

ELO/ICT; beeldverwerking voor NT<br />

Relationele databases zijn een direct gevolg van onderzoek. Naar ICT-normen is dit weliswaar oud<br />

onderzoek, maar het blijft een toonaangevend resultaat. Tegelijk duiden we de verschillen met de<br />

NoSQL-filosofie die recent aanhang wint.<br />

De aanpak met het n-tier-model is een relatief recente ontwerptechniek (eerste inzichten in 1995) die<br />

sinds 2000 meer en meer toegepast wordt, en waarnaar redelijk wat onderzoek gebeurd is.<br />

De taal C# en het .NET-framework zijn zeer populaire resultaten van onderzoek door Microsoft.<br />

Voor hun projectwerk dienen ze zelf een probleemstelling te formuleren en een oplossing hiervoor uit<br />

te werken volgens de geijkte methodologie.<br />

Methodisch software ontwerpen en hierbij gekende ontwerppatronen toepassen die hun<br />

deugdelijkheid bewezen hebben, is een belangrijke vereiste in het werkveld.<br />

Concreet worden databases als centrale opslag bij zeer veel toepassingen gebruikt, zeker wanneer<br />

ze toegankelijk zijn via het netwerk. Het is dan overduidelijk dat dit zeer relevant is voor het werkveld.<br />

Tenslotte is ook C# (extreem) populair (geworden) in het werkveld en geniet deze taal dus zeker een<br />

plekje in het curriculum.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende leermateriaal: Helpfiles van de verschillende bibliotheken, externe websites,<br />

ontwikkelomgeving NetBeans en Visual Studio<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling:<br />

Het praktisch gedeelte rond het database-ontwerp enerzijds en het ontwerpen en implementeren van<br />

een database-gestuurde applicatie in Java en C# wordt geëvalueerd via individuele opdrachten,<br />

waarbij niet alleen de applicatie zelf, maar ook de kritische reflectie over de keuzes en een<br />

vergelijking tussen de aanpak in beide talen belangrijk is.<br />

Op het schriftelijk examen is er zowel een (kort) gesloten boek-gedeelte over meer theoretische<br />

inzichten, naast een open boek-gedeelte met zowel praktische als inzichtelijke vragen, voornamelijk in<br />

de vorm van oefeningen.<br />

129


FELO2<br />

OO<br />

Code<br />

Analoge Elektronica 2<br />

FELO2<br />

Coördinator Ronald Thoelen (ThRo)<br />

Lesgever(s) Nele Mentens (MeNe), Frank Appaerts (ApFr), Jan Boutsen (BoJa)<br />

Opleidingsfase 2ABA-EA<br />

ECTS-punten 6 Tot.: 168u KO: 36u BKV: L 18u ZS: 114u<br />

Niveau Uitdiepend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties,<br />

codes verwijzen naar<br />

decretale competenties (zie deel 1<br />

van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

De student beschikt over<br />

1. een ruime, veelzijdige wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan<br />

toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.5,1.6;<br />

2. praktische vaardigheden 2.2, 2.3;<br />

6. elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig<br />

handelen 6.1,6.4,6.6.<br />

De student kan<br />

- de werking van elementaire transistorschakelingen verklaren<br />

WC1,AC1,AC2,1.1,1.2,1.3,1.5,1.6<br />

- de werking van een differentiële versterker verklaren WC1,AC1,AC2,1.1,1.2,1.3,1.5,1.6<br />

- de werking van verschillende digitaal-analoog en analoog-digitaal convertoren verklaren<br />

en toepassen WC1,AC1,AC2,1.1,1.2,1.3,1.5,1.6<br />

- de schematische voorstelling van verschillende convertoren tekenen<br />

WC1,AC1,AC2,1.1,1.2, 1.3,1.5,1.6<br />

- met behulp van software modelleringen uitvoeren van bepaalde componenten<br />

AWC4,2.2, 2.3<br />

- de werking van verschillende vermogensversterkers verklaren en toepassen tekenen<br />

WC1,AC1,AC2,1.1,1.2,1.3,1.5,1.6<br />

- een vermogensschakeling dimensioneren AWC1,AWC4,2.2,2.3,6.1,6.4,6.6<br />

- gestabiliseerde voedingen ontwerpen AWC1,AWC4,2.2,2.3,6.1,6.4, 6.6<br />

- een versterker of voeding op basis van discrete elementen opbouwen, uitmeten en<br />

verifiëren. AWC1,AWC4,2.2,2.3,6.1,6.4,6.6<br />

Inhoud Analoge Elektronica<br />

- basis transistorschakelingen<br />

- differentiële versterker<br />

- digitaal-analoog convertoren<br />

- analoog-digitaal convertoren<br />

Vermogenelektronica<br />

- Vermogenversterkers<br />

- Thyristoren<br />

- GaN<br />

- Spanningsregelaars<br />

- Spanningsomvormers<br />

Werkvorm Hoorcolleges, labo- en oefenzittingen<br />

Studiemateriaal Up-to-date eigen cursusmateriaal met aanvullende informatie via het elektronisch platform<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans KO (60%): mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek)<br />

Lab (40%): permanente evaluatie (verplichte aanwezigheid)<br />

2 de examenkans KO (60%): mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek)<br />

Lab: geen; overdracht van cijfer naar volgend academiejaar is mogelijk als minstens 10/20 behaald<br />

werd.<br />

130


FELO2<br />

OO<br />

Code<br />

Analoge Elektronica 2<br />

FELO2<br />

Algemene visie Deze cursus heeft tot doel de studenten een verdere diepgang te geven in de veelvoudige<br />

elektronicatoepassingen en zich verder te verdiepen in de eigenschappen van de actieve<br />

halfgeleiderbouwstenen. Vanuit deze analoge basis worden diverse functionele applicaties en<br />

systemen bestudeerd met een bijgevoegde flexibiliteit en intelligentie dankzij de software.<br />

De werkzittingen laten toe om de theoretische en afgeleide eigenschappen te toetsen aan de<br />

werkelijkheid door middel van metingen, berekeningen en simulaties om daaruit volgend het<br />

systeemgedrag te leren kennen.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Deze cursus bouwt verder op een aantal concepten van de vakken elektriciteit en analoge elektronica.<br />

De voorkennis van de studenten bij de start van dit vak is digitale en analoge basiselektronica. Dit vak<br />

vormt het vervolg op de analoge basiselektronica. Het vervolg op dit vak handelt over complexere<br />

elektronische schakelingen en ontwerp van geavanceerdere analoge versterkers.<br />

In dit vak wordt verwezen naar wetenschappelijke artikels die aan de grondslag liggen van de<br />

behandelde leerstof alsook artikels die de behandelde leerstof als basis gebruiken voor verder<br />

onderzoek.<br />

De besproken componenten zijn veel voorkomende elementen in regelsystemen en elektronische<br />

systemen. De componenten hebben dan ook vele industriële toepassingen, zowel in het vakgebied<br />

van de elektronica als daarbuiten.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

131


FINSTR<br />

OO<br />

Code<br />

Instrumentatie en automatisering<br />

FINSTR<br />

Coördinator Ronald Thoelen (ThRo)<br />

Lesgever(s) Nele Mentens (MeNe), Ronald Thoelen (ThRo), Stijn Duchateau (DuSt)<br />

Opleidingsfase 2ABA-EA<br />

ECTS-punten 5 Tot.: 84 KO: 18 BKV: L 30 ZS: 92<br />

Niveau Uitdiepend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties,<br />

codes verwijzen naar<br />

decretale competenties (zie deel 1<br />

van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

De student beschikt over<br />

1. een ruime, veelzijdige wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan<br />

toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.5,1.6;<br />

2. praktische vaardigheden 2.1,2.2, 2.3;<br />

3. communicatievaardigheden 3.1,3.4;<br />

4. beroepsattitudes 4.1,4.2,4.5,4.12;<br />

6. elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig<br />

handelen 6.1, 6.4, 6.6.<br />

De student kan<br />

- het opgedane inzicht uitdiepen in het uitgebreide domein van de meettechniek, voor wat<br />

betreft de werking van de meettoestellen en de bijbehorende (meet-)software en interfacing,<br />

evenals de gebruikte meetmethoden en data-acquisitie.<br />

WC1,AWC1,AWC4,BC2,BC3,BC4,1.1,1.2,1.3,1.5, 1.6,2.1,2.2,2.3<br />

- omgaan met de geavanceerde meettechnieken die gebruikt (kunnen) worden in het<br />

hedendaags aanbod van meetinstrumentatie en onderzoek.<br />

AC2,AC7,AC12,BC8,4.1,4.2,4.5,4.12<br />

- de verworven competenties qua meettechniek toepassen bij onderzoek naar een<br />

gegeven probleem en hierover rapporteren. AC6,3.1,3.4, 6.1,6.4,6.6<br />

- in staat zijn om geavanceerde meetinstrumenten en systemen te gebruiken.<br />

AWC4,2.1,2.2,2.3<br />

- een geautomatiseerd systeem ontwerpen voor data acquisitie en verwerking<br />

AWC4,2.1,2.2,2.3<br />

Inhoud Theorie<br />

- Data acquisitie<br />

- Data verwerking<br />

- Automatisatie<br />

- Interfacing communicatie<br />

Labo<br />

- Data acquisitie (oscilloscoop, functiegenerator, …)<br />

- Labview<br />

- PLC<br />

Werkvorm Hoorcolleges, labo- en oefenzittingen<br />

Studiemateriaal Up-to-date eigen cursusmateriaal met aanvullende informatie via het elektronisch platform<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans KO (40%): mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek)<br />

Lab (60%): permanente evaluatie (verplichte aanwezigheid)<br />

2 de examenkans KO (40%): mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek)<br />

Lab: geen; overdracht van cijfer naar volgend academiejaar is mogelijk als minstens 10/20 behaald<br />

werd.<br />

Algemene visie Het doel van deze cursus is de student zich laten thuisvoelen als hij met meetproblemen wordt<br />

geconfronteerd teneinde zelf een oplossing (meettechniek - meetsysteem) te kunnen opstellen.<br />

Vele praktische aspecten en technieken zijn universeel en komen steeds opnieuw voor. Heel dikwijls<br />

moet een heel meetsysteem bestaande uit meerdere toestellen opgebouwd worden. Met Labview<br />

wordt een specifieke combinatie uitgewerkt, met een geautomatiseerd systeem en dit met interpretatie<br />

van resultaten. Deze cursus is dus niet een klassieke behandeling van sensoren voor fysische<br />

132


FINSTR<br />

OO<br />

Code<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Aanvullende info<br />

Instrumentatie en automatisering<br />

FINSTR<br />

grootheden maar is eerder gericht op meetsystemen en oplossingen voor meetproblemen en<br />

karakterisatie. Alhoewel het de bedoeling is om vertrouwd te geraken met meettechnieken en -<br />

systemen is er ook een groot deel parate kennis nodig. Aangezien er voorbeelden behandeld worden<br />

uit alle mogelijke domeinen van de elektronica is men verondersteld de eigenschappen van het<br />

specifieke domein (materiaal, componenten, subsystemen en systemen)te begrijpen en te kennen<br />

waarin men iets wil meten.<br />

De eindcompetenties van de opleidingsonderdelen analoge en digitale elektronica. Het is aanbevolen<br />

om de andere vakken elektronica uit het typisch programma van 2 ABa tegelijk te volgen. In deze<br />

cursussen worden immers de elektronica onderwerpen en technologieën behandeld waarin men moet<br />

leren meten.<br />

Kennis, technieken en vaardigheden uit het hele curriculum van de elektronica komen aan bod.<br />

Het vak bespreekt resultaten van onderzoek binnen het vakdomein van geautomatische metingen en<br />

sturingen.<br />

Voor de werkveld gaan we van volgende elementen nader de basiskennis beschouwen op<br />

theoretische grondslag, maar ook in labo-toepassingen van echte industriële installaties:<br />

Automatiseringsnetwerken met Gedistribueerde Intelligentie en –Hardware;<br />

Sensortechnologie;<br />

HMI (Human Machine Interface);<br />

PLC- en PC (Proces Computer)-gebaseerde sturingen;<br />

133


FANAL1_1<br />

dOO<br />

Code<br />

Volumetrie en gravimetrie<br />

FANAL1_1<br />

Coördinator Adèle Peeters (PeAd)<br />

Lesgever(s) Adèle Peeters (PeAd), Sonja Schreurs (ScSo)<br />

Opleidingsfase 2ABA-CE, 2ABA-MI<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84 KO: 24u Labo: 0u ZS: 60 u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt:<br />

- over een ruime polyvalente, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij<br />

gericht kan toepassen AC1/AC2/AWC1/AWC4/WC1;1.2/1.3/1.4<br />

- over praktische vaardigheden AWC4;2.1,2.4<br />

- over communicatievaardigheden AC6;3.1,3.5<br />

- over elementaire onderzoekscompetenties en kan begeleid projectmatig denken<br />

AC1/AWC1;6.1, 6.7<br />

- de basisbegrippen van chemometrie beheersen en deze kunnen toepassen<br />

AC1/AC2/AWC1/AWC4;1.1/1.3/1.4/6.4<br />

De student moet:<br />

- in de kwantitatieve analyse de zuur-base titratie, de redoxtitratie, de neerslagtitratie en de<br />

complexometrische titratie kritisch kunnen analyseren AC1/AC2/AWC1;1.2/1.3 /1.4<br />

- concentratie-, pH- en oplosbaarheidsformules kunnen afleiden, nodig om oefeningen op te<br />

lossen op afzonderlijke leerstofonderdelen, analoog met de lessituatie<br />

AC1/AC2/AWC1;1.2/1.3/1.4<br />

- in staat zijn om de gravimetrische en volumetrische analysemethodes kritisch kritisch te<br />

analyseren voor wat betreft chemische reacties, berekeningen en resultaten.<br />

AC1/AC2/AWC1/AWC4;1.2/1.3/1.4/2.1/2.4/3.1/3.5/6.1/6.7<br />

Inhoud - pH berekening van zuren en basen<br />

pH berekening van zouten<br />

pH berekening van bufferoplossingen<br />

- oplosbaarheidsproducten en oplosbaarheid<br />

- indicatoren<br />

- kwantitatieve analyse:<br />

1. volumetrie: - zuur-base<br />

- redox<br />

- neerslag<br />

- complexometrie<br />

2. Gravimetrie<br />

3. Inleiding tot de chemometrie<br />

Werkvorm Interactief college met oefeningen<br />

Studiemateriaal Eigen cursustekst samengesteld door de meewerkende docenten.<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk examen<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen<br />

134


FANAL1_1<br />

dOO<br />

Code<br />

Volumetrie en gravimetrie<br />

FANAL1_1<br />

Algemene visie In deze cursus moet de student de verworven basiskennis uit de opleidingsonderdelen “Algemene<br />

Chemie” kunnen gebruiken en toepassen. De begrippen uit de Analytische Chemie worden<br />

theoretisch verder uitgediept en ingeoefend met voorbeelden uit de praktijk, zodanig dat het vak als<br />

een basisvaardigheid kan aangewend worden.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Verwachte voorkennis : basischemie (1+2 ABA)<br />

Analytische chemie is een typisch chemisch basisvak.<br />

De aangeboden vorming geeft de nodige wetenschappelijke en technische kennis als voorbereiding<br />

op andere opleidingsonderdelen, ondermeer milieuchemie, instrumentele analytische chemie, analyse<br />

van milieukwaliteit, elektrochemie, organische chemie, biochemie, industriële chemie en kunststoffen.<br />

Het biedt een fundamentele basis geboden voor een goed verloop van de volgende studiejaren.<br />

Het vak FANAL1_1 legt een chemisch wetenschappelijke basis met voldoende diepgang om aan de<br />

hand van redeneervaardigheden te worden toegepast bij het oplossen van eenvoudige concrete<br />

problemen uit de analytische chemie.<br />

Vermits het hier om een basiscursus gaat is er geen directe relatie met het werkveld.<br />

Toch komen er naast vakspecifieke competenties ook andere competenties aan bod die in een latere<br />

fase in het werkveld van nut kunnen zijn.<br />

Persoonsgebonden competenties zoals inzet en doorzettingsvermogen.<br />

Cognitieve competenties zoals analytisch vermogen, creativiteit, abstractievermogen en<br />

probleemoplossend vermogen.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullend leermateriaal:<br />

� Fundamentals of analytical chemistry – Skoog, West, Holler<br />

� Quantitative chemical analysis – Daniel C. Harris<br />

� Statistiek, validatie en meetonzekerheid voor het laboratorium, J.W.A. Klaessens, Syntax Media,<br />

ISBN 90-774-2324-9<br />

- De student moet in staat zijn om de besproken kwantitatieve analysemethodes kritisch te<br />

analyseren voor wat betreft chemische reacties, berekeningen en resultaten. De student moet<br />

deze kennis kunnen toepassen in andere vakgebieden van de chemie.<br />

135


FANAL1_2<br />

dOO<br />

Code<br />

Spectrofotometrische analyse<br />

FANAL1_2<br />

Coördinator Etienne Van Hoof (VaEt)<br />

Lesgever(s) Etienne Van Hoof (VaEt)<br />

Opleidingsfase 2ABA-CE<br />

ECTS-punten 1 Tot.: 28 u KO: 12 u ZS: 16 u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student:<br />

- beschikt over een ruime polyvalente, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij<br />

gericht kan toepassen 1.1,1.2,1.3,1.4,1.5<br />

- kan relevante informatie verwerken en is zich bewust van de onzekerheden en de grenzen van de<br />

kennis (5.4)<br />

- beschikt over algemene beroepsattitudes 4.3,4.5,4.8<br />

De student kan:<br />

- de theoretische achtergrond die aan de basis van de spectrofotometrieligt toelichten en<br />

verklaren WC1<br />

- de belangrijkste grootheden in verband met elektromagnetsiche straling en hun<br />

onderlinge verbanden definiëren en beschrijven, en er berekeningen mee uitvoeren<br />

AC1, WC1<br />

-uitleggen hoe UV/VIS-absorptie bij organische verbindingen en gekleurde complexen tot<br />

stand komt, en verklaren hoe en wanneer er kleur ontstaat WC1<br />

-de invloed van bepaalde structuurkenmerken op de grootte van de absorptiegolflengte<br />

verklaren AC1<br />

- de verschillende kwantitatieve methoden (ijklijn, standaardadditie) toepassen op<br />

meetresultaten AC1<br />

- de invloed van bepaalde structuurkenmerken op de grootte van het golfgetal<br />

verklaren AC1<br />

- uit de krachtsconstante het golfgetal berekenen en omgekeerd AC1<br />

- gegeven het infraroodspectrum, uit een lijst met structuren de juiste formule<br />

selecteren AC1<br />

- in eenvoudige IR spectra de functionele groepen herkennen AC1<br />

- de opbouw en werking van de meetapparatuur beschrijven WC1<br />

Inhoud Spectrofotometrische analyse:<br />

Elektromagnetische straling<br />

UV-Zichtbaar licht (VIS): Principe en kwantitatieve methoden<br />

IR-spectrometrie: Principe en analyse van spectra<br />

Instrumenten voor spectrofotometrie<br />

Werkvorm Interactief college met oefeningen.<br />

Studiemateriaal Eigen cursustekst<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk examen (max. 2,5 uren).<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen (max. 2,5 uren)<br />

136


FANAL1_2<br />

dOO<br />

Code<br />

Spectrofotometrische analyse<br />

FANAL1_2<br />

Algemene visie In deze cursus moet de student de verworven basiskennis uit de opleidingsonderdelen Algemene<br />

Chemie en Organische Chemie 1 kunnen gebruiken en toepassen. De begrippen uit de Analytische<br />

Chemie worden theoretisch verder uitgediept en ingeoefend met voorbeelden uit de praktijk, zodanig<br />

dat het vak als een basisvaardigheid kan aangewend worden door de derdejaarsstudenten bachelor<br />

en door de masterstudenten chemie/biochemie .De chemisch wetenschappelijke basis die gelegd<br />

wordt, heeft voldoende diepgang om aan de hand van redeneervaardigheden te worden toegepast.<br />

Dit moet dan ook kunnen leiden tot het oplossen van eenvoudige concrete problemen uit de<br />

analytische chemie.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Er wordt verondersteld dat de student tijdens de opleidingsonderdelen Algemene Chemie, die<br />

aangeboden worden in de drie eerste semesters van de opleiding, en tijdens het opleidingsonderdeel<br />

Organische Chemie 1 van het vierde semester, de nodige kennis verworven heeft.<br />

Analytische chemie 1_2 is een typisch chemisch basisvak.<br />

UV-VIS wordt geïllustreerd in CHEMLAB en de verkregen resultaten worden verwerkt in het vak Basis<br />

Onderzoekstechnieken (BOND).<br />

Voor de studenten bachelor en master chemie/biochemie wordt in dit vak een fundamentele basis<br />

geboden voor een goed verloop van de volgende studiejaren.<br />

De aangeboden vorming geeft de nodige wetenschappelijke en technische kennis als voorbereiding<br />

op andere opleidingsonderdelen, ondermeer elektrochemie, organische chemie, biochemie,<br />

industriële chemie en kunststoffen.<br />

Het opleidingsonderdeel Spectrofotometrische analyse stelt onderzoeksapparatuur voor.<br />

Studenten moeten er uiteindelijk toe komen om meetmethodes kritisch te analyseren.<br />

De behandelde analytische methoden worden ook in de industrie voor chemische analyses gebruikt.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullend leermateriaal:<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling:<br />

137


FORG1_CE<br />

OO<br />

Code<br />

Organische Chemie 1<br />

FORG1_CE<br />

Coördinator Etienne Van Hoof (VaEt)<br />

Lesgever(s) Etienne Van Hoof (VaEt)<br />

Opleidingsfase 2ABA-CE<br />

ECTS-punten 4 Tot.: 112 u KO: 36 u ZS: 76 u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Inhoud<br />

De student:<br />

- beschikt over een ruime polyvalente, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij<br />

gericht kan toepassen 1.1,1.2,1.3,1.4,1.5<br />

- kan relevante informatie verwerken en is zich bewust van de onzekerheden en de grenzen van de<br />

kennis (5.4)<br />

- beschikt over algemene beroepsattitudes 4.3,4.5,4.8<br />

De student kan:<br />

- voor de belangrijkste soorten organische verbindingen de algemene formule, de verdere indeling en de<br />

belangrijkste kenmerken kunnen noteren; met praktische voorbeelden illustreren, en uitgaande van de<br />

structuurformule een product bij een bepaalde groep classificeren AWC1/WC1<br />

- de verschillende isomere, conformere en mesomere vormen van een product noteren, deze vormen met<br />

elkaar vergelijken naar stabiliteit, en gevolgen voor de eigenschappen afleiden AC2/AWC1/WC1<br />

- de theorie over conformeren en optische isomerie kunnen toepassen op suikers en aminozuren<br />

AC2/AWC1/WC1<br />

- de systematische naam van organische verbindingen vormen AWC1/AC4<br />

- de begrippen inductief en mesomeer effect kunnen gebruiken om het zuur-base gedrag van organische<br />

verbindingen met elkaar te vergelijken AWC1<br />

- verschillen in fysisch gedrag van organische verbindingen voorspellen of verklaren AC2/AWC1<br />

- van een aantal geselecteerde reacties het eindproduct voorspellen, het mechanisme noteren, en problemen<br />

in verband met competitie toelichten AC2/AWC1/WC1<br />

- het mechanisme van polymeervormingsreacties noteren en verklaren, en de principes en uitvoering van<br />

industriële productiemethodes verklaren en vergelijken AC2/AWC1<br />

Algemene Organische Chemie<br />

Hoofdstuk 1: Enkele basisconcepten uit de organische chemie<br />

Hoofdstuk 2: Overzicht van de belangrijkste klassen organische verbindingen<br />

Hoofdstuk 3: Conformeren van alkanen en cyclo-alkanen<br />

Hoofdstuk 4: Isomeren<br />

Hoofdstuk 5: De naamgeving van organische verbindingen<br />

Hoofdstuk 6: Zuur-Base eigenschappen van organische verbindingen<br />

Hoofdstuk 7: Fysische eigenschappen van organische verbindingen<br />

Hoofdstuk 8: Reacties van organische verbindingen<br />

Toepassingen<br />

De bereiding van Polymeren<br />

Werkvorm Interactief college met oefeningen.<br />

Studiemateriaal<br />

Eigen cursusmateriaal: Algemene Organische Chemie (Structuur en Eigenschappen van Organische<br />

verbindingen)<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk examen (max. 4 uren) met gebruik van een gegevensbundel.<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen (max. 4 uren) met gebruik van een gegevensbundel.<br />

138


FORG1_CE<br />

OO<br />

Code<br />

Organische Chemie 1<br />

FORG1_CE<br />

Algemene visie In het kader van een brede algemene, wetenschappelijke en technische vorming hoort organische<br />

chemie als wetenschappelijke discipline tot de opleiding van elke ingenieur in de chemie en de<br />

biochemie..De student moet voldoende basiscompetenties in organisch chemische begrippen<br />

verwerven, waarbij een beperkt gedeelte feitenkennis onvermijdelijk is. De nadruk ligt echter<br />

vooral op abstractievermogen en op logische redeneervaardigheden, en op het toepassen van de<br />

verworven kennis voor het aanpakken van technische en wetenschappelijke problemen.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

FORG1_CE steunt vooral op de kennis die werd verworven binnen FCHE1_1, 1_2 en FCHE_2.<br />

Organische Chemie 1 levert enerzijds essentiële basiskennis voor de vakken organische chemie<br />

(theorie en praktijk) in het derde jaar van de opleiding en in het masterjaar..<br />

Anderzijds biedt het ook een voorbereiding op en een ondersteuning van andere<br />

opleidingsonderdelen, zoals analytische chemie; biochemie, industriële chemie, ecologie en<br />

kunststoffen en dergelijke.<br />

Het opleidingsonderdeel Organische Chemie 1 stelt resultaten van onderzoek voor, met nu en dan<br />

een directe verwijzing naar de onderzoeker zelf.<br />

Vermits het hier om een basiscursus gaat, met aanbrengen van basiskennis en basisvaardigheden uit<br />

het vakgebied van de organische scheikunde, is er geen directe relatie met het werkveld.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullend leermateriaal:<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling:<br />

- Behalve de vakspecifieke competenties komen ook andere competenties aan bod, zoals: aandacht<br />

voor veiligheid en milieu; persoonsgebonden competenties zoals inzet en doorzettingsvermogen;<br />

cognitieve competenties zoals analytisch vermogen, abstractievermogen, probleemoplossend<br />

vermogen, logisch redeneervermogen, en het vermogen tot systematisch en methodisch handelen.<br />

139


FBIOMO<br />

OO<br />

Code<br />

Biomoleculen<br />

FBIOMO<br />

Coördinator Myriam Meyers (MeMy)<br />

Lesgever(s) Myriam Meyers (MeMy)<br />

Opleidingsfase 2ABA-CE<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84u KO: 18u BKV: 6u ZS: 60u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

1 Beschikt over een wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen<br />

1.1,1.2,1.3,1.7<br />

2 Beschikt over communicatievaardigheden 3.1,3.2<br />

3 Beschikt over algemene beroepsattitudes 4.1, 4.8, 4.11<br />

Er wordt van de student verwacht dat hij/zij<br />

- de diverse biomoleculen kent wat betreft bouwstenen, structuur, eigenschappen ervan, voorkomen<br />

en functie 'in vivo'. WC1, 1.1, 1.2<br />

- aan de hand van foto’s (sub-)microscopische structuren herkent en deze kan plaatsen en kan laten<br />

functioneren in plant, dier of micro-organisme WC1, 1.1<br />

- via zelfstudie met een wekelijkse test zelfstandig en deugdelijk kan redeneren binnen de discipline<br />

AC1, AC2, 4.1<br />

- gestimuleerd wordt tot levenslang leren AC7, 4.1<br />

- op zoek gaat naar een maatschappelijk belangrijke topic uit de eigen interessesfeer en zo via de<br />

toepassingen in medisch-farmaceutische context, in industriële microbiologie en biochemie, voeding,<br />

voor milieutoepassingen en duurzame, hernieuwbare groene, witte en rode biotechnologie het<br />

opleidingsonderdeel maatschappelijk weet te plaatsen. AC6, WC1, BC7, 1.7,3.2, 4.8<br />

- stressbestendig is bij directe controle BC5, 3.1,4.11<br />

- de belangrijkste analysetechnieken om biomoleculen kwalitatief en kwantitatief te bepalen kan<br />

aangeven AC1, AC2, 1.3<br />

- en technische oplossingen kan aanleveren in deze context. BC2,BC7, 1.2<br />

Inhoud De cursus bestaat uit 10 modules en is opgebouwd rond twee deelthema’s (1) ‘In vivo’: de<br />

biomoleculen en hun functie in levende organismen en (2) ‘In vitro’: hoe vinden we en hoe meten we<br />

de aanwezige hoeveelheid of concentratie van deze biomoleculen?<br />

Module 1: Inleiding: kenmerken van levende organismen<br />

Module 2: Suikers en hun belang in het metabolisme van plant en dier<br />

Module 3: Suikers: eigenschappen, kwalitatieve en kwantitatieve bepalingen<br />

Module 4: Lipiden: analyse<br />

Module 5: Membranen en organellen<br />

Module 6: Eiwitten: bouw, functies en analyse<br />

Module 7: Nucleïnezuren en supramoleculaire structuren eruit opgebouwd<br />

Module 8: Prokaryotische cellen (bacteriën)<br />

Module 9: Eukaryotische cellen, weefsels en organen<br />

Module 10: Celparasieten: virussen<br />

Werkvorm Begeleide zelfstudie met wekelijkse evaluatie en terugkoppeling<br />

Studiemateriaal Zelfstudiepakket (10 modules) – M. Meyers<br />

Cursus in Toledo met informatie, mogelijk vragen en antwoorden en mogelijkheid tot communicatie<br />

onderling en met de docent.<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Permanente evaluatie via wekelijkse test, module per module. Extra quotering, eens dat 10/20 behaald<br />

werd, te verdienen via voorstellen van toepassingen en/of zelf-presentatie van eigen gekozen topic.<br />

2 de examenkans Gedeeltelijk mondeling examen over de 10 modules met schriftelijke voorbereiding en gedeeltelijk<br />

schriftelijk en open boek examen voor de analytische modules. Rekenapparaat slechts bij uitzondering<br />

nodig.<br />

140


FBIOMO<br />

OO<br />

Code<br />

Biomoleculen<br />

FBIOMO<br />

Algemene visie Inhoudelijk is ‘Biomoleculen’ een inleidende cursus, belangrijk voor de algemene vorming (werking<br />

menselijk lichaam, gezondheid, milieu, hygiëne en voeding), maar bedoeld om uiteindelijk uit te<br />

monden in industriële biologie/biochemie/voedingschemie (controle, procesvoering en onderzoek) en<br />

een onderbouwd maatschappelijk debat (biotechnologie en duurzaamheid). Er wordt speciale<br />

aandacht gevraagd voor de chemie zowel in vivo als in vitro. Wat betreft opzet stimuleert dit<br />

opleidingsonderdeel zelfstandigheid (zelfstudie), redeneervermogen, levenslang leren,<br />

stressbestendigheid, het communicatief aspect hiervan (wekelijkse testen en presentatie) en het<br />

kritisch reflecteren omtrent eigen disciplinegebonden kennis (keuze tot herdoen van test).<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

De nodige zelfdiscipline voor het doornemen van zelfstudiepakketten is nodig, samen met de<br />

interesse in chemie (vooral organische chemie) en de toepassingen ervan in de biochemie.<br />

Steunt op: algemene en organische chemie (theorie en praktijk)<br />

Is basis voor: industriële microbiologie en biochemie (INDBIO / 3 ABA CE), moleculaire biologie<br />

(MOLBIO / 3 ABA BIO) en de specialisatievakken van de master of science in de industriële<br />

wetenschappen in de biochemie<br />

Het vak biomoleculen stelt resultaten van onderzoek voor zonder expliciet te verwijzen naar de<br />

onderzoeker of het onderzoek zelf: op moleculair vlak functioneren biomoleculen op een erg<br />

ingenieuze, gestructureerde en geregelde manier, om zo het ‘leven’ van diverse biologische<br />

organismen mogelijk te maken binnen een als maar ingewikkelder ecologische context. Uiteenrafelen<br />

van deze structuren met een studie ervan op ieder niveau moet systematisch leiden tot overzicht van<br />

deze belangrijke matrix. Als een directe verwijzing naar de onderzoeksmethoden worden<br />

analysetechnieken aangereikt, met de aanwijzing wanneer deze nodig en bruikbaar zijn voor het<br />

ondersteunen van het onderzoek in deze materie. Het is de bedoeling om in 3ABA (project biochemie,<br />

bachelorproef) met deze technieken daadwerkelijk aan de slag te gaan.<br />

Relaties met het werkveld zijn te vinden in alle aspecten van industriële biochemie en microbiologie,<br />

maar liggen praktisch nog iets verderop in het curriculum.<br />

Voeding- en microbiële analyses worden in 3 ABA projectmatig uitgevoerd; de basis wordt in<br />

biomoleculen (FBIOMO) en ‘FCHLAB’ gelegd.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- aanvullend leermateriaal: Toledo ‘Biomoleculen’<br />

- Aanvullende informatie over de permanente evaluatie en puntenverdeling in eerste kans examen:<br />

wekelijkse test over 1 enkele module, Bij herdoen van de test vervalt de behaalde score voor de<br />

module. Het examenresultaat (eerste kans) is de optelsom van de behaalde scores, eventueel<br />

aangevuld met extra quotering voor aanbrengen of presenteren van een maatschappelijk belangrijke<br />

item.<br />

141


FCHEMLAB FBOND FOCO_CE<br />

OO<br />

Code<br />

Practicum chemie en basisonderzoeksvaardigheden<br />

FCHEMLAB / FBOND FOCO_CE<br />

Coördinator Adèle Peeters (PeAd)<br />

Lesgever(s) Adèle Peeters (PeAd),Leen Braeken (BrLe), Sonja Schreurs (ScSo)<br />

Opleidingsfase 2ABA-CE<br />

ECTS-punten 6 Tot.: 180 BKV 6 Labo: 64 ZS: 86<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Inhoud<br />

Werkvorm<br />

Studiemateriaal<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans<br />

2 de examenkans<br />

De student beschikt;<br />

- over een ruime polyvalente, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij gericht<br />

kan toepassen AC1/AC2/AWC1/AWC4/WC1;1.2/1.3/1.4<br />

- over praktische vaardigheden AWC4;2.1,2.4<br />

- over communicatievaardigheden AC6;3.1,3.5<br />

- over elementaire onderzoekscompetenties en kan begeleid projectmatig denken AC1/AWC1;6.1,<br />

6.7<br />

De student moet;<br />

- een kwantitatieve analyse/organische synthese, uitgaande van een beknopte werkwijze, zelfstandig,<br />

nauwgezet en binnen de voorziene tijd kunnen uitvoeren AC1/AC2/BC2/BC7/AWC4;1.3/4.8;<br />

- de nodige apparatuur en glaswerk voor het uitvoeren van de proeven op een veilige manier kunnen opstellen<br />

en gebruiken AC2/BC7;1.3/4.8<br />

- op een verantwoorde wijze met scheikundige producten omgaan, d.w.z. milieubewust én volgens de<br />

veiligheidsvoorschriften AC2/BC2/BC7;1.3/4.8<br />

- nauwkeurig, volledig en kritisch leren observeren en waarnemingen op een correcte manier kunnen<br />

weergeven in een labschrift AC1/AC2;1.3<br />

- een verband leggen tussen de theorie en de uit te voeren experimenten, door het resultaat in chemische taal<br />

om te zetten AC1/AWC1/AWC4/BC1/BC2/BC3;1.3/1.4<br />

- waarnemingen, metingen en berekeningen overzichtelijk kunnen rapporteren, de bekomen resultaten correct<br />

interpreteren en een consequente conclusie formuleren AC6/AWC1/BC1;3/1.4<br />

- de basisbegrippen van chemometrie beheersen en deze kunnen toepassen<br />

AC1/AC2/AWC1/AWC4;1.1/1.3/1.4/6.4<br />

- de diverse begrippen inzake validatie beheersen en kunnen nagaan of een gegeven methode voldoet aan<br />

opgelegde criteria; AC2/AWC1;4.1/6.4<br />

- zelfstandig een procedure uitwerken om onbekende concentratie (metaal, anionen,…) in gegeven matrix te<br />

bepalen; deze analyse uitvoeren en rapporteren met statistische verwerking en validatie van de methode<br />

AWC2/AWC4/AC10;1.6<br />

- zuur-base titratie/ redoxtitratie /neerslagtitratie / complexometrische titratie<br />

- potentiometrische titratie van een aminozuur<br />

- gravimetrie<br />

- kwalitatieve analyse van suikers en kwant. bepaling van het suikergehalte in frisdrank<br />

- kwalitatieve analyse van vetten en kwant. bepaling van het jood- en verzepingsgetal in margarine of olie<br />

- Synthese van organische moleculen: o.a. diethyl-ether en methyloranje<br />

- Identificatietesten op polymeren<br />

- Instrumentele bepaling met methodevalidatie en statistische verwerking + oefening<br />

FCHEMLAB:Practicum / FBOND: werkcolleges / seminaries + groepswerk<br />

Labtekst door de meewerkende docenten samengesteld.<br />

Handboek: Statistiek, validatie en meetonzekerheid voor het laboratorium, J.W.A. Klaessens, Syntax Media, ISBN<br />

90-774-2324-9 + slides<br />

FCHEMLAB: Practica:Permanente evaluatie (voorbereiding, uitvoering, resultaten, verslag) aanwezigheid<br />

verplicht. Per dag dat een verslag te laat wordt ingeleverd, wordt het bekomen resultaat met 10 % verminderd,<br />

tenzij uitzonderlijke omstandigheden kunnen ingeroepen worden. (5/6)<br />

FBOND: Portfolio: laboverslagen instrumentele bepaling met methodevalidatie en statistische verwerking data,<br />

oefening methodevalidatie + mondelinge toelichting (1/6)<br />

FCHEMLAB:Practica: geen tweede examenkans. De punten van de eerste examenkans blijven behouden,<br />

Mogelijkheid tot tweede examenkans bij ongewettigde afwezigheid, indien de student aan minimaal 80% van de<br />

labzittingen deelnam.<br />

FBOND: Portfolio: Ondervraging verbeterde portfolio (1/6).<br />

overdracht van labcijfer naar volgend academiejaar is mogelijk als 10/20 behaald werd<br />

142


FCHEMLAB FBOND FOCO_CE<br />

OO<br />

Code<br />

Algemene visie<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Practicum chemie en basisonderzoeksvaardigheden<br />

FCHEMLAB / FBOND FOCO_CE<br />

Theoretische begrippen worden vertaald naar eenvoudige experimenten waardoor de student praktische<br />

basisvaardigheden aanleert, zoals analytisch zuiver, nauwkeurig en zelfstandig werken. Vermits FCHEMLAB<br />

bedoeld is voor zowel chemie- als biochemiestudenten worden de basisvaardigheden in een verder stadium<br />

toegepast en ingeoefend bij de uitvoering van experimenten uit beide disciplines inde vorm van kleine projecten.<br />

Door het zelfstandig uitvoeren van aanvankelijk eenvoudige opdrachten uit het vakgebied analytische chemie<br />

verwerft de student inzicht en vaardigheden. Bijkomend wordt de student aangeleerd hoe resultaten statistisch te<br />

verwerken en instrumentele methodes te valideren.<br />

Er wordt veel aandacht besteed aan planning (timemanagement), maar ook en sociale vaardigheden door te<br />

werken in kleine groepjes. Een intensieve begeleiding bij de uitvoering van de proeven en uitvoerig remediëren<br />

van de rapporten moet leiden naar een kritische zelfreflectie.<br />

De student heeft uit de practica Algemene Chemie de nodige praktische vaardigheden verworven. De student<br />

beheerst de nodige statistische begrippen (2ABA- semester 1).De student volgt FANAL1_1, FANAL1_2 en<br />

biomoleculen gelijktijdig met FCHEMLAB.<br />

FCHEMLAB is een practicum waarin kwantitatieve analyses uit het vakgebied van de Analytische Chemie, zoals<br />

volumetrische, en gravimetrische analyses worden uitgevoerd.<br />

Als toepassing op deze kwantitatieve analyse methodes wordt gekozen voor de kwantitatieve bepaling van<br />

suikers en vetten, omdat deze verbindingen uitvoerig besproken worden in het opleidingsonderdeel<br />

Biomoleculen.<br />

De synthese van organische moleculen en de identificatie van organische verbindingen laat de student toe om<br />

kennis te maken met de praktische kant van het opleidingsonderdeel Organische Chemie.<br />

Met het projectwerk wil de opleiding de leerlijn rond onderzoeksmethodiek verder uitdiepen, aansluitend bij<br />

de vakken analytische chemie, statistiek en FOCO.<br />

In FCHEMLAB wordt de student een algemene methodiek aangeleerd voor de uitvoering van diverse opdrachten:<br />

De student leert observeren, resultaten toetsen aan de vooropgestelde hypothese en evalueren. Door<br />

projectwerk leren studenten een eenvoudig analytisch probleem analyseren, een eigen onderzoeksopzet met<br />

methodevalidatie uitwerken aan de hand van beschikbare literatuur, deze uitvoeren en de bekomen<br />

resultaten statistisch verwerken. Een intensieve begeleiding bij de schriftelijke rapportering geeft de student de<br />

mogelijkheid tot kritische zelfreflectie en zelfevaluatie<br />

Enkele thema’s uit het werkveld worden aangeraakt, zoals voeding, polymeren, recyclage. Naast vakspecifieke<br />

competenties komen ook competenties uit het werkveld aan bod:<br />

Veiligheid: De student leert om de nodige veiligheidsvoorschriften op te zoeken, deze voorschriften te<br />

interpreteren, zelf veiligheidsvoorschriften te formuleren en er zich aan te houden. Daarnaast is hij/zij mee<br />

verantwoordelijk voor de veiligheid van andere groepsleden.<br />

Milieu: De student wordt bewust gemaakt van afvalbeheer, zoals gescheiden afvoer van diverse klassen van<br />

gebruikte producten.<br />

Kwaliteit: De student maakt kennis met de verschillende kwaliteiten (zuiverheid) van chemische reagentia, leert<br />

het belang van methode validatie en opzetten van experimenten (meetcampagnes)<br />

Sociale competenties: De studenten werken samen in kleine groepjes en ze worden gestimuleerd tot overleg om<br />

hun experimenten binnen de tijd af te werken.<br />

Bedrijfsbezoek: In de mate van het mogelijke wordt er een bedrijfsbezoek georganiseerd<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullend leermateriaal:<br />

- Chemiekaarten en opzoekwerk (mediatheek)<br />

- www.gevaarlijkestoffen.be, www.Prelab.be<br />

- Quantitative inorganic analysis Arthur I. Vogel Fundamentals of analytical chemistry – Skoog,<br />

West, Holler<br />

- Statistiek, validatie en meetonzekerheid in het labo – J.W.A. Klaessens<br />

De student kan na dit practicum een protocol praktisch, milieubewust en veilig uitvoeren met zin voor<br />

nauwkeurigheid en reproduceerbaarheid. De student kan rapporteren en is in staat om de<br />

analyseresultaten te valideren. Het zelfstandig uitvoeren van experimenten en het verzamelen van<br />

data binnen een bepaald tijdsbestek stimuleert de student tot zelfwerkzaamheid, timemanagement en<br />

tot een grote verantwoordelijkheidszin<br />

143


FCHEMLAB FBOND FOCO_CE<br />

144


FCING1<br />

OO<br />

Code<br />

Chemische ingenieurstechnieken 1<br />

FCING1<br />

Coördinator Jozefien De Keyzer (DkJo)<br />

Lesgever(s) Jozefien De Keyzer (DkJo)<br />

Opleidingsfase 2ABA-CE<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 30 u KO: 15 u BKV: 15 u ZS: u<br />

Niveau Uitdiepend<br />

Competenties<br />

Beoordelingscriteria<br />

1. Beschikt over een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan<br />

toepassen. 1.1, 1.2, 1.3<br />

De student<br />

- kan materiaal en warmtebalansen opstellen. AC1/WC1<br />

- heeft inzicht in en kan onderscheid maken tussen de verschillende vormen van massa- en<br />

warmteoverdracht. Hij kan de verschillende basiswetten verklaren en toepassen. AC1/WC1<br />

- kan analogieën trekken en de behandelde begrippen toepassen om gelijkaardige, niet geziene<br />

problemen op te lossen. AC10<br />

- kan een warmtewisselaar ontwerpen en/of een bestaande warmtewisselaar evalueren. BC4<br />

Inhoud Theorie & oefeningen:<br />

- Massabalansen<br />

- Energiebalansen<br />

- Stationaire warmte-overdracht: geleiding en convectie in verschillende geometriën, globale<br />

warmte-overdrachtscoëfficiënt, berekenen convectieve warmte-overdrachtscoëfficiënt,<br />

- Warmtewisselaars: keuze warmtewisselaar, ontwerp en evaluatie van een warmtewisselaar (incl.<br />

warmtewisselaars met faseveranderingen)<br />

- Niet-stationaire warmte-overdracht: koelen en bevriezen van voedingswaren en andere<br />

toepassingen<br />

- Stationaire massa-overdracht<br />

- Niet-stationaire massa-overdracht met toepassing verdampen<br />

- Toepassingen: Roeren en mengen, Drogen<br />

Werkvorm Interactieve werkcolleges met oefeningen en korte hoorcolleges<br />

Studiemateriaal Cursus ‘Materie en energie in chemische processen’<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Theorie (25%): Mondeling met schriftelijke voorbereiding. Rekenmachine en formularium niet<br />

toegelaten.<br />

Oefeningen (75 %): Mondeling met schriftelijke voorbereiding + schriftelijk. Rekenmachine en<br />

formularium toegelaten.<br />

2 de examenkans Idem.<br />

145


FCING1<br />

OO<br />

Code<br />

Chemische ingenieurstechnieken 1<br />

FCING1<br />

Algemene visie De opleiding industrieel ingenieur wil de student voorbereiden op het werk in een technische<br />

bedrijfsomgeving. In dit vak wordt beoogd enkele specifieke onderdelen of toepassingen in de chemisch<br />

processen toe te lichten. Hierbij wordt vertrokken vanuit de fysische achtergrond die aan bod komt bij de<br />

verschillende transportverschijnselen en vanuit de reële toepassingen in de industrie.<br />

De studenten leren zo een aantal veel voorkomende ontwerp- en gebruiksproblemen uit de<br />

chemische industrie op te lossen, zoals bvb. het ontwerp van een warmtewisselaar.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Er wordt van de student verwacht enige voorkennis te hebben vanuit Chemie (CHEM1, CHEM2, CHEM3),<br />

Fluidomechanica en Fysica. Voor het oplossen van differentiaalvergelijkingen wordt gesteund op het vak<br />

wiskunde.<br />

Steunt op: Chemie (CHEM1, CHEM2, CHEM3), Fluidomechanica en Fysica. Voor het oplossen van<br />

differentiaalvergelijkingen wordt gesteund op het vak wiskunde.<br />

Is basis voor: CING2, CING3, CING4, ONT-CE<br />

Aangezien het hier om een typisch basis ingenieursvak gaat, is de relatie met onderzoek eerder beperkt. Wel<br />

komen onderzoekscompetenties zoals het analyseren van een probleem uitgebreid aan bod bij d oefeningen.<br />

Waar mogelijk worden voor oefeningen, toepassingen of voorbeelden genomen uit recent onderzoek.<br />

Dit vak is een typisch onderdeel van de chemische ingenieurstechnieken. De behandelde<br />

onderwerpen zijn dan ook rechtstreeks toepasbaar bij het ontwerpen en de controle van chemische<br />

processen, een belangrijk werkveld voor de industrieel ingenieur chemie.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende leermateriaal: Chemical process: design and integration, R.M. Smith<br />

Transport Processes and Separation Process Principles, C.J.Geankoplis<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling:<br />

146


Kenmerken<br />

Coördinerend verantwoordelijke: Frank Appaerts<br />

Taal: Nederlands<br />

Niveau: uitdiepend<br />

SP SBU KO BKV ZS<br />

Partim 1: 5 140 23 36 81<br />

Partim 2: 4 112 18 16 78<br />

Totaal: 9 252 41 52 159<br />

Inhoud<br />

Elektronica<br />

NT/EA3/06<br />

Dit opleidingsonderdeel wordt inhoudelijk opgedeeld in 2 grote delen (partims) en heeft tot doel inzicht, kennis en verdere<br />

diepgang te verwerven m.b.t. de veelvoudige en complexere analoge IC schakelingen en toepassingen. Vanuit deze analoge<br />

basis worden diverse functionele applicaties en RF‐toepassingen bestudeerd met een bijgevoegde flexibiliteit en intelligentie<br />

dankzij de software. De RF onderwerpen bestrijken o.a. het gebied van generatoren,kabels, apparatuur, aanpassingen, EMC‐,<br />

straling‐ en medische aspecten. Daarnaast gaan de studenten ook een inzicht verkrijgen in de veelvuldige<br />

vermogentoepassingen en zich verdiepen in een aantal functionele applicaties en systemen met ondersteuning van<br />

simulatiesoftware. We onderzoeken de aspecten van vermogenshalfgeleider componenten en nieuwe ontwikkelingen in<br />

gestabiliseerde voedingen en vermogenversterkers samen met de thermische analyse en warmteafvoer.<br />

De werkzittingen laten toe om de theoretische en afgeleide eigenschappen te toetsen aan de werkelijkheid door middel van<br />

metingen, berekeningen en simulaties om daaruit volgend het systeemgedrag te leren kennen.<br />

Begincompetenties/wenselijke beginsituatie<br />

De eindcompetenties van de opleidingsonderdelen Elektronica 1 en 2 (1ABA en 2ABA XIOS.<br />

De eindcompetenties 'basistransistorschakelingen van deel analoge elektronica'van het opleidingsonderdeel Analoge<br />

Elektronica 2 FEL02 (2ABA FI²).<br />

Eindcompetenties<br />

De studenten moeten in partim 1 inzicht verwerven in de werking van een aantal halfgeleidercomponenten en in staat<br />

zijn een aantal analoge schakelingen met IC’s te analyseren en te ontwerpen. Ze moeten ook volgende punten kunnen<br />

beschrijven, situeren, analyseren en begrijpen:<br />

• Complexere schakelingen met analoge IC’s<br />

• Terugkoppeling, stabiliteit en oscillatoren<br />

• Actieve Filters berekenen en simuleren met bv. Multisim<br />

• Analyse en onderdrukking van stoorproblemen m.b.t. elektromagnetische compatibiliteit<br />

• Industriële RF‐toepassingen, ‐schakelingen en ‐apparatuur<br />

• Stralingseffecten, normen, metingen en medische aspecten<br />

Studenten moeten in partim 2 volgende punten kunnen beschrijven, situeren, analyseren en realiseren:<br />

• Vermogenhalfgeleiders met industriele applicaties<br />

• Vermogenversterkers en gestabiliseerde voedingen met IC‐technologie<br />

• Afgestemde versterkers<br />

• Schakelende voedingen<br />

• Koeling<br />

• Simuleren met bv. Multisim<br />

Daarnaast moet de student volgende punten beheersen:<br />

• De labo‐opdrachten via efficiente analyse voorbereiden, oplossen en de gerealiseerde analoge schakelingen<br />

zelfstandig testen en/ of simuleren<br />

147


• Realiseren van miniprojecten die in groepen systeemmatig uitgewerkt worden.<br />

• Efficiënt rapporteren van de gemaakte oefeningen en gerealiseerde schakelingen.<br />

• De verworven kennis operationeel toepassen in een afwijkende applicatie.<br />

Voor dit opleidingsonderdeel werden volgende competenties aangevinkt in de<br />

competentiematrix:ABA/NT Industriële wetenschappen: nucleaire technologie<br />

1 Hij/zij beschikt over vakdisciplinaire vaardigheden: kennis, toepassing en inzicht.<br />

1.1 Hij/zij heeft kennis van softwarematige methoden en technieken.<br />

1.2 Hij/zij heeft inzicht in de samenhang met andere vakken of vakgebieden.<br />

1.3 Hij/zij heeft kennis van en inzicht in theoretische en methodologische grondslagen.<br />

1.4 Hij/zij heeft kennis van oplossingstechnieken en methoden.<br />

1.5 Hij/zij heeft kennis van de voornaamste ontwikkelingen en recente inzichten in het vakgebied.<br />

1.6 Hij/zij kan methoden en technieken toepassen op disciplinegebonden problemen.<br />

1.7 Hij/zij kan methoden en technieken toepassen in een vakoverschreidende problematiek.<br />

2 Hij/zij beschikt over algemene beroepscompetenties: algemene praktische vaardigheden, nauwkeurigheid,<br />

communicatievaardigheden, vaardigheden in bedrijfs‐ en veiligheidsaspecten, algemene beroepsattitudes.<br />

2.1 Hij/zij kan nauwkeurig werken.<br />

2.1.1 Hij/zij kan correct gebruik maken van termen, begrippen, getallen, en symbolen.<br />

2.1.2 Hij/zij is zich bewust van en rekent met foutenmarges en onzekerheden die inherent verbonden zijn<br />

aan alle meetmethoden.<br />

2.2 Hij/zij beschikt over communicatievaardigheden.<br />

2.2.1 Hij/zij kan communiceren in een multidisciplinaire omgeving.<br />

2.2.2 Hij/zij kan lezen, schrijven en communiceren in een vreemde taal.<br />

2.2.3 Hij/zij kan informatie en oplossingen schriftelijk rapporteren.<br />

2.2.4 Hij/zij kan informatie en oplossingen mondeling rapporteren.<br />

2.4 Hij/zij beschikt over algemene beroepsattitudes.<br />

2.4.1 Hij/zij kan zelfstandig werken.<br />

2.4.2 Hij/zij kan in teamverband werken<br />

2.4.3 Hij/zij is flexibel en kan werken in een steeds wisselende context.<br />

2.4.4 Hij/zij is stressbestendig en kan werken onder tijdsdruk.<br />

2.4.5 Hij/zij is in staat tot zelfstudie en heeft een ingesteldheid tot levenslang leren.<br />

2.4.6 Hij/zij beschikt over ethische en morele attitudes.<br />

2.4.7 Hij/zij kan professioneel functioneren in een internationale context.<br />

2.4.8 Hij/zij kan verantwoordelijkheid opnemen.<br />

2.5 Hij/zij beschikt over algemene praktische vaardigheden.<br />

2.5.1 Hij/zij beschikt over labovaardigheid.<br />

2.5.2 Hij/zij beschikt over technische vaardigheid.<br />

2.5.3 Hij/zij beschikt over computervaardigheid.<br />

3 Hij/zij beschikt over elementaire onderzoekscompetenties, en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig<br />

werken.<br />

3.1 Hij/zij kan een onderzoeksproject plannen binnen het eigen studiegebied.<br />

3.2 Hij/zij heeft het vermogen tot kritische reflectie.<br />

3.3 Hij/zij kan een probleemstelling formuleren.<br />

3.4 Hij/zij kan creatief denken en handelen, kan (initiatief nemen tot) probleemoplossend denken en handelen.<br />

3.5 Hij/zij is zich bewust van de onzekerheden en de grenzen van de kennis en de eigen mogelijkheden.<br />

3.6 Hij/zij kan een onderzoeksproject uitvoeren binnen het eigen studiegebied.<br />

3.7 Hij/zij is in staat zijn om relevante informatie te verzamelen (uit handboeken, literatuur en met behulp van<br />

geautomatiseerde technieken).<br />

4 Hij/zij bezit vakdisciplinaire basisvaardigheden in de nucleaire technologie<br />

4.1 Hij/zij heeft kennis van, kan gebruik maken van en is in staat tot onderhoud, controle en kwaliteitsverzekering van<br />

nucleaire meetapparatuur<br />

4.3 Hij/zij is in staat elektronische meetinstrumenten en ‐systemen te gebruiken in toepassingen<br />

Leermaterialen<br />

Toledo<br />

148


» Course elektronica<br />

Extra informatie (internetlinks, PowerPointpresentaties, cursusmateriaal enz.) wordt ter beschikking<br />

gesteld.<br />

Cursus<br />

» Partim 1:<br />

Aanvullende cursus- en labotekst over geïntegreerde schakelingen<br />

» Partim 2:<br />

Aanvullende cursus- en labotekst tekst over vermogenelektronica, functionele applicaties en systemen,<br />

EMC<br />

Handboek<br />

» Partim 1:<br />

RF power for industrial applications, Louis E. Frenzel, Jr., Pearson Education, ISBN 0-13-096577-4, 2004<br />

Software<br />

» Partim 1 & 2<br />

Electronic workbench, Multisim, PSPICE<br />

Achtergrondinformatie<br />

Toledo<br />

» Weblinks<br />

Verwijzingen naar technische documentatie van fabrikanten op het internet.<br />

Handboek<br />

» partim 1<br />

"Operational Amplifiers and Linear Integrated Circuits" van Coughlin & Driscoll, ISBN: 0-13-014991-8,<br />

Publisher: Prentice Hall<br />

Microelectronics van Sedra/smith ISBN 0-19514252-7, publisher Oxford university press<br />

Literatuur<br />

» Referentiewerken<br />

* Elektromagnetische compatibiliteit, Analyse en onderdrukking van stoorproblemen J.J. Goedbloed, Ten<br />

Hagen en Stam of Kluwer Techniek<br />

* Electronic Devices and circuit theory, 9° Ed., Robert L. Boylestad, ISBN 0-13-197408-4<br />

* Microelectronic circuits, 5° Ed., Abel S. Sedra, Oxford university Press ISBN 0-19-514252-7<br />

* Introductory Electronic Devices and circuits, 7° Ed., Robert T. Paynter, ISBN 0-13-171641-7<br />

Evaluatieregel (verhouding tussen de partims)<br />

Evaluatiecriteria/leerdoelen<br />

PARTIM 1:<br />

De studenten moeten kennis hebben van de werking van de basishalfgeleidercomponenten ( ANALOGE ELEKTRONICA 2 met<br />

code: FEL02) en in staat zijn een aantal analoge schakelingen met IC’s te beschrijven, te situeren en te analyseren.<br />

De student kan een gegeven probleemsituatie m.b.t. analoge IC’s voorbereiden en structureren, waarbij hij de complexe<br />

probleemsituatie analyseert en vervolgens creatief oplost.<br />

De student kan stap voor stap een oplossing opstellen en toepassen met oog voor het economische aspect en de<br />

recente ontwikkelingen.<br />

De student moet kennis hebben van hoe men industriële RF‐applicaties en (meet‐)systemen kan specificeren en optimaliseren<br />

149


conform de disciplinegebonden kennis van RF‐elektronica, en de wetgeving i.v.m. veiligheid en elektromagnetische<br />

compatibiliteit.<br />

Hij kan de verkregen oplossing onderzoeken, testen en eventueel corrigeren.<br />

Simuleren van deze analoge elektronische schakelingen met een simulatieprogramma is een te beheersen<br />

vaardigheid<br />

PARTIM 2:De studenten moeten de eigenschappen van de vermogencomponenten doorgronden<br />

De student kan een gegeven probleemsituatie m.b.t. de vermogenelektronica voorbereiden en<br />

structureren, waarbij hij de complexe probleemsituatie analyseert en vervolgens creatief oplost.<br />

De student moet kennis hebben van hoe men vermogen applicaties en systemen kan specificeren en optimaliseren<br />

conform de disciplinegebonden kennis van vermogenelektronica.<br />

De volgende stappen worden doorlopen en behandeld bij het realiseren van de labopdrachten:<br />

‐ analyse van het probleem<br />

‐ verzamelen en verwerken van relevante informatie<br />

‐ toepassen van basiskennis en het formuleren van oplossingen<br />

‐ via analyse overgaan tot structurering, testen, simuleren en toepassen<br />

‐ correcte informatie over de recente ontwikkelingen kunnen opzoeken en implementeren tijdens de werkzittingen.<br />

‐ schriftelijke rapportering en presentatie van de resultaten<br />

Partim 1: algemene elektronica<br />

Inhoud<br />

In partim 1 zullen de eigenschappen en mogelijkheden van diverse analoge geïntegreerde schakelingen, waaronder de<br />

operationele versterker, worden behandeld en uitgediept.<br />

Deze cursus heeft tot doel de studenten een inzicht te geven in de veelvuldige ic‐toepassingen en zich te verdiepen in een aantal<br />

functionele applicaties en systemen met ondersteuning van simulatiesoftware.<br />

We onderzoeken zowel lineaire systemen (versterking, integreerketen, sommeerketen, verschilversterker, actieve<br />

filters, ...) als niet‐lineaire systemen (comparatorschakeling, golfvormgeneratoren, spanning‐frequentie omzetting,<br />

frequentie‐spanning omzetting enz.).<br />

De behandelde onderwerpen bestrijken naast actieve filtering ook het gebied<br />

van medische toepassingen met interfacing.<br />

Verder worden er diverse industriële RF‐applicaties en (meet‐)systemen (bv. RF‐generatoren,soorten kabels, RF hardware,<br />

aanpassingen, industriële verwarming, MRI’s en plasmageneratoren) gespecificeerd en geanalyseerd conform de<br />

disciplinegebonden kennis van RF‐vermogen‐ en RF‐elektronica, en de wetgeving i.v.m. veiligheid (niet‐ioniserende straling)en<br />

elektromagnetische compatibiliteit.<br />

Werkvormen<br />

Kennisoverdracht<br />

» Hoorcolleges theorie + begeleide oefeningen<br />

Kennisverwerking<br />

» * Werkzittingen en computersimulaties * Studiebegeleiding en zelfstudie. Mogelijke examenvragen en<br />

opgeloste oefeningen zijn beschikbaar via de elektronische leeromgeving; bijkomende uitleg kan steeds<br />

gegeven worden op afspraak, of via e-mail.<br />

Evaluatievormen<br />

Mondeling examen<br />

» Schriftelijke voorbereiding van het examen met gesloten boek met mondelinge verdediging, waarbij niet<br />

eenzijdig gekeken wordt naar het kennisresultaat, maar in het bijzonder naar inzicht en redeneringen. Er<br />

worden een aantal inzichtsvragen gesteld, gespreid over de hele leerinhoud.<br />

Permanente evaluatie<br />

» Bij een labo-opdracht wordt de student permanent geëvalueerd, waarbij gekeken wordt hoe opdrachten,<br />

ontwerpen en berekeningen voorbereid worden, met nadien een schriftelijke verslaggeving. Naast de<br />

theorie en het labo is er een computerpracticum met verslaggeving. De verslagen, de aanwezigheid en de<br />

inzet op het practicum, zoals de werkdiscipline op het lab, de gehanteerde taal, de voorbereiding van de<br />

opdrachten en presentatie, bepalen samen het kennisverwerkingscijfer. Het labo wordt gequoteerd op<br />

50% van het totaal aantal te behalen punten. Verplichte aanwezigheid alle labo’s uitgezonderd 1.<br />

150


Vervangend examen (herkansing van permanente evaluatie)<br />

» Er is geen vervangend examen voor de permanente evaluatie.<br />

Partim 2: toegepaste elektronica<br />

Inhoud<br />

Deze cursus heeft tot doel de studenten inzicht te geven in de veelvuldige vermogentoepassingen ( bv. alternatieve<br />

energieproductie, smart power) en zich te verdiepen in een aantal functionele applicaties en systemen met ondersteuning van<br />

simulatiesoftware.<br />

We onderzoeken de recentste aspecten van vermogenshalfgeleiders en ‐ sturingen, gecombineerd met de thermische<br />

analyse en warmteafvoer.<br />

Verder worden er afgestemde versterkers, schakelende voedingen en vermogenversterkers met IC‐technologie geanalyseerd en<br />

besproken.<br />

Werkvormen<br />

Kennisoverdracht<br />

» idem partim 1<br />

Kennisverwerking<br />

» idem partim 1<br />

Evaluatievormen<br />

Mondeling examen<br />

» idem partim 1<br />

Permanente evaluatie<br />

» idem partim 1 Het labo wordt gequoteerd op 40% van het totaal aantal te behalen punten. Verplichte<br />

aanwezigheid alle labo’s uitgezonderd 1.<br />

Vervangend examen (herkansing van permanente evaluatie)<br />

» idem partim 1<br />

151


FDIGE1<br />

OO<br />

Code<br />

Digitale Elektronica 1<br />

FDIGE1<br />

Coördinator Nele Mentens (MeNe)<br />

Lesgever(s) Dirk Smets (SmDi), Ronald Thoelen (ThRo), Frank Appaerts (ApFr), Jeroen Broeders (BrJe)<br />

Opleidingsfase 2ABA<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84u KO: 18u BKV: 8u + L 6u ZS: 52u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student:<br />

- beschikt over een ruime polyvalente, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij<br />

gericht kan toepassen 1.1,1.2,1.3, 1.7<br />

- beschikt over praktische vaardigheden 2.1,2.2<br />

- beschikt over communicatievaardigheden 3.1, 3.2, 3.5<br />

De student kan:<br />

- CMOS-basispoorten opbouwen met behulp van nMOS- en pMOS-transistors AC1,1.2,1.3, 1.7<br />

- het gedrag van combinatorische en sequentiële schakelingen verklaren WC1,1.1<br />

- de basisschema’s van de bouwblokken waaruit grotere systemen zijn opgebouwd (tellers,<br />

decoders, multiplexers,…) tekenen en aanpassen aan specifieke noden AC1,1.2,1.3<br />

- zelf een combinatorische en/of sequentiële schakeling ontwerpen die een bepaalde functie<br />

realiseert en die bovendien deze functie realiseert met de vereiste snelheid AC1,1.2,1.3<br />

- een combinatorische schakeling vereenvoudigen tot zijn meest eenvoudige vorm AC1,1.2<br />

- een teller met een gegeven willekeurige telsequentie ontwerpen AC1,1.2,1.3<br />

- de labopdrachten tot een goed einde brengen na het maken van de labvoorbereidingen<br />

BC1,BC2,BC8,2.1,2.2,3.1,3.2,4.3,4.5,4.6<br />

Inhoud KO: ontwerp van CMOS-basispoorten; digitale concepten; numerische systemen, bewerkingen en<br />

codes; logische poorten; Booleaanse algebra en logische vereenvoudiging; combinatorische logische<br />

analyse; functies van combinatorische logica; latches, flip-flops en timers; tellers; schuifregisters<br />

BKV: ontwerp van CMOS-basispoorten; Booleaanse logica en vereenvoudiging + Karnaugh-kaarten;<br />

flip-flops en gebruik van tellers; ontwerp van tellers met willekeurige telsequentie<br />

Lab (m.b.v. simulatiesoftware): basispoorten, flip-flops, tellers<br />

Werkvorm Hoorcolleges, labo- en oefenzittingen<br />

Studiemateriaal Elektronisch leerplatform met slides en aanvullende informatie<br />

Handboek: Digitale Elektronica, 2011, Pearson Custom Publications<br />

Examenvorm Schriftelijk examen over de theorie en de oefeningen<br />

1 ste examenkans KO (50%) + Oefeningen (40%): schriftelijk examen (gesloten boek)<br />

Labo: permanente evaluatie (10%) (verplichte aanwezigheid)<br />

2 de examenkans KO (50%) + Oefeningen (40%): mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek)<br />

Labo: geen; overdracht van cijfer naar volgend academiejaar is mogelijk als minstens 10/20 behaald<br />

werd.<br />

152


FDIGE1<br />

OO<br />

Code<br />

Digitale Elektronica 1<br />

FDIGE1<br />

Algemene visie Het doel van dit vak is een basisinzicht te geven in de werking van digitale basisblokken die<br />

voorkomen in nagenoeg eender welk digitaal systeem. De basiskennis hiervan hoort dus thuis bij de<br />

polyvalente technische achtergrond die de student in staat zal stellen om als master in de industriële<br />

wetenschappen efficiënt te communiceren met de verschillende geledingen waarmee hij contact heeft<br />

in zijn beroep. Hedendaagse digitale systemen zijn zeer complexe en zeer hiërarchische systemen.<br />

Het ontwerp hiervan gebeurt vaak op zeer hoog niveau. Indien dit echter gebeurt zonder aandacht te<br />

schenken aan en een goed begrip van de basisbouwblokken die hieronder de fundamenten vormen,<br />

zal men bv. nooit een goed begrip hebben van het verband tussen complexiteit en snelheid van een<br />

schakeling en hoe het ene voor het andere kan ingeruild worden. Een goed begrip van deze<br />

basisbouwblokken is noodzakelijk om een inzicht te verwerven over de interne werking van de digitale<br />

systemen. Eens dit inzicht verworven is, kan er nagedacht worden over hoe dergelijke systemen te<br />

ontwerpen en/of hun prestaties te verbeteren. Deze cursus biedt dan ook de basisvorming en -kennis<br />

om als ingenieur te functioneren in het vakgebied van de digitale elektronica en is derhalve ook<br />

vereist om de toegang te verzekeren tot de masteropleiding elektronica.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Deze cursus maakt gebruik van een aantal concepten van de vakken basiselektriciteit en analoge<br />

elektronica. Hierbuiten zijn er voor de beginnende student vanuit dit vak geen specifieke vereisten.<br />

De aanpak van deze cursus is derhalve dat ze de nodige achtergrond en inzicht geeft in de werking<br />

van de elektronica die iedere ingenieur nodig heeft ongeacht de verdere keuze in zijn<br />

studieloopbaan en gelijktijdig de fundamenten legt voor de ingenieur die kiest voor elektronica als<br />

specialisatie. Meer specifiek zullen de bouwblokken uit deze cursus terugkomen in automatisering,<br />

computersystemen, datacommunicatie, digitale regelrechniek, DSP enz.<br />

In dit vak wordt verwezen naar toepassingen die aan bod komen in het wetenschappelijk onderzoek<br />

dat o.m. aan onze hogeschool doorgaat.<br />

De kennis van de basisbouwblokken van de digitale elektronica is een vanzelfsprekendheid voor elke<br />

ingenieur in het werkveld. Ze vormt de basis van een manier van denken die dagdagelijks gebruikt<br />

wordt door een ingenieur die digitale systemen gebruikt en/of ontwerpt.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Tijdens de labzittingen geldt een verplichte aanwezigheid<br />

153


OO / dOO<br />

Code<br />

O&C2 project NU<br />

FOCO_NU<br />

Coördinator Luc Lievens<br />

Lesgever(s) Frank Joosten ea. voor talen<br />

Opleidingsfase 2ABA<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84 u KO: 24 u BKV: 0 u ZS: 60 u<br />

Niveau Uitdiepend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student:<br />

� Beschikt over een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij<br />

gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1.7;<br />

� Beschikt over praktische vaardigheden 2.1, 2.3, 2.4;<br />

� Beschikt over communicatievaardigheden 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6;<br />

� Beschikt over algemene beroepsattitudes 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6, 4.7, 4.8, 4.11, 4.12;<br />

� Beschikt over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en<br />

projectmatig handelen 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.5, 6.6, 6.7<br />

De student:<br />

� wordt beoordeeld of het project d.m.v. zelfstudie en in teamverband en binnen de vooropgestelde<br />

tijd geanalyseerd, gerapporteerd en gepresenteerd is. AC1, AC5, AC6, AC7, AC4/AWC4, BC1,<br />

BC5,BC7, BC8, BC9, WC1, AWC2,<br />

� wordt beoordeeld op het projectportfolio, de verslagen, de SWOT-analyse wat betreft de schriftelijke<br />

en de mondelinge rapportering; AC1, WC1, AC5, AC6, AC7, AC4/AWC4, BC1, BC5,BC7, BC8,<br />

BC9, AWC2, AWC3<br />

� kan zelfstandig een experiment uitwerken en veilig uitvoeren WC1, AC1, AC2, AC4, BC2<br />

� wordt beoordeeld op timing- en communicatievaardigheden naar medestudenten, bedrijven en<br />

docenten. AC4/AWC4,<br />

� moet aantonen dat hij correct informatie kan verzamelen en raadplegen; en de relevantie van de<br />

informatiebronnen kan afwegen. AC2<br />

� kan (al dan niet in groep) een voorbereide anderstalige PowerPoint-presentatie geven van beperkte<br />

lengte, rekening houdend met algemene presentatierichtlijnen. AC6<br />

� kan diverse leesstrategieën (scanning, skimming, voorspellend lezen enz.) toepassen op<br />

anderstalige syllabi, handleidingen, teksten van technische en algemene aard. AC2<br />

� kan op een efficiënte manier gebruik maken van (vertaal)woordenboeken bij het lezen van<br />

anderstalige teksten van diverse aard. AC2, AC6<br />

� kan leerstrategieën hanteren met het oog op woordenschatverwerving en –uitbreiding. AC6<br />

� kan een anderstalige tekst van algemene/technische aard beknopt schriftelijk samenvatten. AC6<br />

� kan een korte anderstalige brief, e-mail of tekst schrijven (van informatieve, evaluerende of om<br />

informatie verzoekende aard). AC6<br />

� kan een vergaderverslag opstellen in een vreemde taal, rekening houdend met algemene<br />

notulatierichtlijnen. AC6<br />

Inhoud Nucleaire technologie is een heel brede discipline die je overal terugvindt in wetenschap en<br />

technologie. Tijdens het project wordt er geopteerd om zelfstandig een technisch probleem op te<br />

lossen met voor de student nieuw te vergaren wetenschappelijke inzichten. Een voorbeeld is het<br />

begeleid samenstellen van een operationele Van de Graaff generator. Door een brede invalshoek van<br />

het onderwerp voor op te stellen, komen meerdere aspecten aan bod om diverse competenties te<br />

ontwikkelen of aan te scherpen:<br />

� Opzoeken van informatie via literatuurstudie.<br />

� Classificeren en catalogeren van informatie volgens relevantie.<br />

� Analyseren en besluitvorming.<br />

� Teamwork, samenwerking en verdeling van taken.<br />

� Creativiteit omzetten in de praktijk.<br />

� Ontwerpen en uitvoeren van fysica experimenten.<br />

154


OO / dOO<br />

Code<br />

O&C2 project NU<br />

FOCO_NU<br />

� Economisch inzicht op voorgestelde constructies.<br />

� Opstellen en toepassen van een SWOT-analyse.<br />

� Schriftelijke rapportering via een portfolio.<br />

� Presentatie van de teamoplossing alsook van de technische informatie hieromtrent.<br />

Werkvorm Projectwerk in groep met ondersteuning via lessen, opdrachten en communicatiesessies.<br />

Studiemateriaal Het cursusmateriaal met betrekking tot het uit te voeren project wordt via de leeromgeving ter<br />

beschikking gesteld.<br />

Examenvorm<br />

1ste examenkans 100% PE (50% projectportfolio, 30% voorstelling project, 20% procesevaluatie)<br />

2de examenkans Geen tweede examenkans mogelijk<br />

Algemene visie Gedurende het wetenschappelijk project werken de studenten onder begeleiding aan een opdracht.<br />

Het thema van de opdracht wordt zo gekozen dat er een brug ontstaat tussen de fundamentele<br />

wetenschappen als fysica, mechanica en elektriciteit en de technische wereld, waarin de student<br />

geconfronteerd wordt met problemen die opgelost kunnen worden met behulp van deze<br />

wetenschappen. Door de combinatie van literatuur, experimenten en algemene sessies verwerft de<br />

student een ruimer overzicht van de afgebakende gedoceerde fundamentele wetenschappen.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

De student heeft de competenties zoals beschreven in het opleidingsonderdeel FOCO1 onder de<br />

knie.<br />

Het opleidingsonderdeel ‘onderzoek en communicatie’ is een belangrijke component binnen de<br />

ingenieursopleiding. Door de reflectie van het projectwerk uitgevoerd tijdens het opleidingsonderdeel<br />

FOCO1 in 1 ABA kan de student(e) in FOCO2 nog heel wat bijleren op projectmatig technisch<br />

inhoudelijk vlak en op het gebied van anderstalige communicatie. De timing van het<br />

opleidingsonderdeel is dan ook bewust gekozen in 2 ABA. Onderzoek en communicatie vormen<br />

verder een belangrijke link naar de bachelor- en masterproef (of elk projectmatig vak) en de<br />

internationale toegepaste communicatie in 1,2 en 3 ABA en het masterjaar.<br />

In het opleidingsonderdeel worden op regelmatige basis resultaten van het onderzoek die gerelateerd<br />

zijn aan de opleiding gepresenteerd.<br />

De inhoud van dit opleidingsonderdeel draagt bij tot de algemene ingenieursvorming, de<br />

onderzoekende houding en de communicatieve vaardigheden van de studenten. Verder wordt de link<br />

naar het werkveld gelegd door deelname van de studenten aan studiebezoeken.<br />

Aanvullende info � Onderwijstaal: Nederlands<br />

� In het projectportfolio vinden de studenten informatie met betrekking tot de praktische regeling<br />

(duidelijke omschrijving probleemstelling, doelstellingen, lesmomenten, ...) van het uit te voeren<br />

project.<br />

155


OO / dOO<br />

Code<br />

Elektronica :Partim 1: algemene elektronica<br />

FELD1ALGEA NT:NU<br />

Coördinator Roos Peeters (PeRo)<br />

Lesgever(s) Frank Appaerts (ApFr), Luc Lievens (LiLu)<br />

Opleidingsfase 2ABA-NT:Nu<br />

ECTS-punten 5 Tot.: 59 KO: 23 BKV: 0 Lab: 36<br />

Niveau Uitdiepend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties,<br />

codes verwijzen naar<br />

decretale competenties (zie deel 1<br />

van de studiegids XIOS TIW)<br />

Beoordelingscriteria<br />

We verwijzen naar de<br />

evaluatiecriteria/ leerdoelen van de<br />

studiegids (XIOS TIW)<br />

Inhoud<br />

1 Hij/zij beschikt over vakdisciplinaire vaardigheden: kennis, toepassing en inzicht. (1.1 t.e.m.1.7)<br />

2 Hij/zij beschikt over algemene beroepscompetenties: algemene praktische vaardigheden,<br />

nauwkeurigheid, communicatievaardigheden, vaardigheden in bedrijfs- en veiligheidsaspecten,<br />

algemene beroepsattitudes.<br />

2.1 Hij/zij kan nauwkeurig werken. (2.1.1,2.1.2)<br />

2.2 Hij/zij beschikt over communicatievaardigheden. (2.2.1 t.e.m. 2.2.4).<br />

2.4 Hij/zij beschikt over algemene beroepsattitudes. ( 2.4.1. t.e.m. 2.4.8 )<br />

2.5 Hij/zij beschikt over algemene praktische vaardigheden. ( 2.5.1. t.e.m. 2.5.3 )<br />

3 Hij/zij beschikt over elementaire onderzoekscompetenties, en kan onder begeleiding<br />

probleemgericht en projectmatig werken. (3.1 t.e.m. 3.7)<br />

4 Hij/zij bezit vakdisciplinaire basisvaardigheden in de nucleaire technologie (4.1 ,4.3)<br />

‐ De studenten moeten kennis hebben van de werking van de basishalfgeleidercomponenten (<br />

ANALOGE ELEKTRONICA) en in staat zijn een aantal analoge schakelingen met IC’s te<br />

beschrijven, te situeren en te analyseren.<br />

‐ De student kan een gegeven probleemsituatie m.b.t. analoge IC’s voorbereiden en structureren,<br />

waarbij hij de complexe probleemsituatie analyseert en vervolgens creatief oplost.<br />

‐ De student kan stap voor stap een oplossing opstellen en toepassen met oog voor het<br />

economische aspect en de recente ontwikkelingen.<br />

‐ De student moet kennis hebben van hoe men industriële RF-applicaties en (meet-)systemen kan<br />

specificeren en optimaliseren conform de disciplinegebonden kennis van RF-elektronica, en de<br />

wetgeving i.v.m. veiligheid en elektromagnetische compatibiliteit.<br />

‐ Hij kan de verkregen oplossing onderzoeken, testen en eventueel corrigeren.<br />

‐ Simuleren van deze analoge elektronische schakelingen met een simulatieprogramma is een te<br />

beheersen vaardigheid<br />

Hier zullen de eigenschappen en mogelijkheden van diverse analoge geïntegreerde schakelingen,<br />

waaronder de operationele versterker, worden behandeld en uitgediept.<br />

Deze cursus heeft tot doel de studenten een inzicht te geven in de veelvuldige ic-toepassingen en<br />

zich te verdiepen in een aantal functionele applicaties en systemen met ondersteuning van<br />

simulatiesoftware.<br />

We onderzoeken zowel lineaire systemen (versterking, integreerketen, sommeerketen,<br />

verschilversterker, actieve filters, ...) als niet-lineaire systemen (comparatorschakeling,<br />

golfvormgeneratoren, spanning-frequentie omzetting, frequentie-spanning omzetting enz.).<br />

De behandelde onderwerpen bestrijken naast actieve filtering ook het gebied van medische<br />

toepassingen met interfacing.Verder worden er diverse industriële RF- applicaties en (meet-)<br />

systemen (bv. RF- generatoren,soorten kabels, RF hardware, aanpassingen, industriële verwarming,<br />

MRI’s en plasmageneratoren) gespecificeerd en geanalyseerd conform de disciplinegebonden kennis<br />

van RF- vermogen- en RF- elektronica, en de wetgeving i.v.m. veiligheid (niet-ioniserende straling) en<br />

elektromagnetische compatibiliteit.<br />

Werkvorm Hoorcolleges, labo- en oefenzittingen<br />

Studiemateriaal Up-to-date eigen cursusmateriaal met aanvullende informatie via het elektronisch platform<br />

156


OO / dOO<br />

Code<br />

Elektronica :Partim 1: algemene elektronica<br />

FELD1ALGEA NT:NU<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans KO: mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek) en wordt gequoteerd op 50% van het<br />

totaal aantal te behalen punten.<br />

Lab: permanente evaluatie en wordt gequoteerd op 50% van het totaal aantal te behalen punten.<br />

2 de examenkans KO: mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek)<br />

Lab: geen tweede examenkans; overdracht van cijfer naar volgend academiejaar is mogelijk als<br />

minstens 10/20 behaald werd.<br />

Algemene visie Dit opleidingsonderdeel heeft tot doel inzicht, kennis en verdere diepgang te verwerven m.b.t. de<br />

veelvoudige en complexere analoge IC schakelingen en toepassingen. Vanuit deze analoge basis<br />

worden diverse functionele applicaties en RF- toepassingen bestudeerd met een bijgevoegde<br />

flexibiliteit en intelligentie dankzij de software. De RF onderwerpen bestrijken o.a. het gebied van<br />

generatoren,kabels, apparatuur, aanpassingen, EMC-, straling- en medische aspecten. Daarnaast<br />

gaan de studenten ook een inzicht verkrijgen in de veelvuldige vermogentoepassingen en zich<br />

verdiepen in een aantal functionele applicaties en systemen met ondersteuning van simulatiesoftware.<br />

We onderzoeken de aspecten van vermogenshalfgeleider componenten en nieuwe ontwikkelingen in<br />

gestabiliseerde voedingen en vermogenversterkers samen met de thermische analyse en<br />

warmteafvoer.<br />

De werkzittingen laten toe om de theoretische en afgeleide eigenschappen te toetsen aan de<br />

werkelijkheid door middel van metingen, berekeningen en simulaties om daaruit volgend het<br />

systeemgedrag te leren kennen.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Deze cursus bouwt verder op een aantal concepten en eindcompetenties van het opleidingsonderdeel<br />

Analoge Elektronica 1 en 2 (ABA FI²).<br />

De voorkennis van de studenten bij de start van dit opleidingsonderdeel is analoge basiselektronica.<br />

Dit opleidingsonderdeel handelt over complexere elektronische schakelingen en ontwerp van<br />

geavanceerdere analoge versterkers, gesitueerd in een breed toepassingsgebied<br />

In dit vak wordt verwezen naar wetenschappelijke artikels die aan de grondslag liggen van de<br />

behandelde leerstof alsook artikels die de behandelde leerstof als basis gebruiken voor verder<br />

onderzoek.<br />

De besproken schakelingen zijn veel voorkomende elementen in regelsystemen en elektronische<br />

systemen. De systemen hebben dan ook vele industriële toepassingen, zowel in het vakgebied van<br />

de elektronica als daarbuiten.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

157


FING_NU<br />

OO / dOO Introductie in nucleaire en milieu ingenieurswetenschappen :<br />

Code partim nucleair<br />

FING_NU<br />

Coördinator Sonja Schreurs<br />

(ScSo)<br />

Lesgever(s) Steven Lelie (LeSt) , Luc Lieve ns (LiLu)<br />

Opleidingsfase 2ABA<br />

Nu en Mi<br />

ECTS-punten 4 Tot.: 84u KO: 24u BKV: 12u ZS: 48u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deel-<br />

competenties (zie competentie<br />

matrix in deel 1 van<br />

de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar<br />

de decretale<br />

competenties (zie verklarend<br />

e lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student:<br />

� beschikt over vakdisciplinaire vaardigheden: kennis, toepassing en inzicht.<br />

1.1,1.2,1.4,1.5,1.6<br />

� beschikt over algemene beroepscompetenties: algemene praktische vaardigheden,<br />

nauwkeurigheid, communicatievaardigheden, vaardigheden<br />

in bedrijfs- en<br />

veiligheidsaspecten en algemene beroepsattitudes 2.1,2.2,2.3,2.4,2.5<br />

� beschikt over elementaire onderzoekscompetenties, en kan onder begeleiding<br />

�<br />

probleemgericht en projectmatig<br />

werken 3.2,3.6,3.7<br />

bezit vakdisciplinaire basisvaardigheden in de nucleaire technologie 4.1, 4.4, 4.5<br />

De student kan:<br />

� De elementaire begrippen definiëren<br />

� Theoretische afleidingen van formules zelfstandig uitvoeren<br />

� Theoretische<br />

kennis in eigen woorden formuleren en achtergronden verklaren<br />

� Relaties leggen tussen de verschillende leerstofonderdelen<br />

binnen het OO,<br />

met andere OO<br />

(chemie, fysica,…), tussen nucleaire toepassingen en de achterliggende theorieën,…<br />

en<br />

gedetailleerd of samengevat formuleren<br />

� Specifieke topics in detail uitleggen op een gestructureerde manier zowel schriftelijk als<br />

mondeling<br />

� Theoretische achtergrondkennis transfereren naar concrete<br />

voorbeelden<br />

Met behulp van deze beoordelingscriteria worden de competenties 1. 1, 1.2, 1.4, 1.5, 1.6,1.7, 2.3,<br />

3.6, 3.7<br />

en 4.1 beoordeeld<br />

� De theoretische kennis vertalen naar de praktijk in specifieke labo-opdrachten<br />

� Op<br />

een nauwkeurige, veilige manier de labo-opdrachten uitvoeren individueel en in team<br />

� De resultaten van uitgevoerde labo-opdrachten op een wetenschappelijke en<br />

gestructureerde<br />

manier rapporteren, kritisch evalueren en interpreteren.<br />

Met deze beoordelingscriteria worden de competenties<br />

2.1,2.2, 2.3,2.4,3.6,3.7,4.4, 4.5<br />

beoordeeld.<br />

Inhoud Kennisoverdracht :<br />

Hoofdstuk 1 : eIementaire begrippen<br />

Hoofdstuk<br />

2 : massa - E relaties<br />

Hoofdstuk 3 : radioactiviteit<br />

Hoofdstuk 4 : natuurlijke en artificiële radioactiviteit<br />

Hoofdstuk 5 : inleiding tot de stralingsbescherming<br />

Hoofdstuk 6 : radioactiviteit in industrie en maatschappij<br />

Labo aansluitend bij de geziene leerstof<br />

Werkvorm Interactief college met oefeningen<br />

Labo’s<br />

Studiemateriaal Eigen samengestelde cursus door Sonja Schreurs en Steven Lelie<br />

Handleiding Labotekst samengesteld door Luc Lievens<br />

158


FING_NU<br />

OO / dOO<br />

Code<br />

Introductie in nucleaire en milieu ingenieurswetenschappen :<br />

partim nucleair<br />

FING_NU<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk examen (maximum 4 uur) (80%), labo (20% PE)<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen (maximum 4 uur) (80%), geen vervangend examen voor PE<br />

Algemene visie In deze cursus maakt de student kennis met de basisbegrippen uit de radiochemie – stralingsfysica<br />

en stralingsbescherming. Diverse theoretische, praktische en wetenschappelijke toepassingen in het<br />

vervolgstudietraject en het latere beroepsleven zijn gebaseerd op inzichten in het<br />

opleidingsonderdeel.<br />

Begincompeten<br />

ties FING_NU steunt op de kennis verworven in de opleidingsonderdelen chemie (FCHE1_1,<br />

FCHE1_2,FCHE2), fysica (FFYS1,FFYS2) en wiskunde (FWIS1_1,FWIS1_2).<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkhei d<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

FING_NU is een typisch basisvak<br />

voor de opleiding tot industrieel ingenieur nucleaire technologie.<br />

De aangeboden vorming geeft de nodige wetenschappelijke en technische kennis als voorbereiding<br />

op andere opleidingsonderdelen in de verdere jaren, ondermeer radiochemie, kernfysica,<br />

stralingsbescherming, nucleaire meettechniek…. Het biedt een fundamentele basis geboden voor een<br />

goed verloop van de volgende studiejaren.<br />

Het opleidingsonderdeel legt een wetenschappelijke basis met voldoende diepgang om aan de hand<br />

van redeneervaardigheden te worden toegepast bij het oplossen van eenvoudige concrete problemen<br />

uit de radiochemie, kernfysica en stralingsbescherming.<br />

Naast vakspecifieke competenties komen ook andere competenties aan bod die in een latere fase in<br />

het werkveld van nut kunnen zijn.<br />

Persoonsgebonden competenties zoals inzet en doorzettingsvermogen.<br />

Cognitieve competenties<br />

zoals analytisch vermogen, creativiteit, abstractievermogen en<br />

probleemoplossend vermogen.<br />

De link naar het werkveld en naar concrete toepassingen wordt gelegd<br />

door deelname van de<br />

studenten aan bv een themadag, symposium of gastsprekersessie.<br />

Aanvullende info � Onderwijstaal: Nederlands<br />

� Aanbevolen literatuur:<br />

- Physics for radiation protection: A handbook, 2 nd edition; James E martin (2006)<br />

- Radiochemistry and nuclear chemistry 3 rd edition; Gregiry Chopin (2000)<br />

159


OO / dOO<br />

Code<br />

introductie in ingenieurstechnieken MI<br />

FINGMI FINGMI_A<br />

Coördinator Inge Velghe (VeIn)<br />

Lesgever(s)<br />

Opleidingsfase 2ABA Mi, Nu, VT<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84u KO: 15u BKV: 12u ZS: 57u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student:<br />

� beschikt over een ruime polyvalente, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij<br />

gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.5, 1.6, 1.7<br />

� beschikt over communicatievaardigheden 3.1, 3.2, 3.4, 3.5<br />

� beschikt over algemene beroepsattitudes 4.2, 4.3<br />

� beschikt over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en<br />

projectmatig handelen 6.1, 6.4, 6.7<br />

De student kan:<br />

� definitie van milieu en het maatschappelijk belang van milieu weergeven WC1, AC1, AC2, AC3,<br />

AWC1, 1.1, 1.5, 1.7, 3.1, 3.2<br />

� bodemopbouw en processen weergeven, en het verband leggen tussen bodemeigenschappen en<br />

bodemopbouw WC1, AC1, AC2, AC3, AWC1, 1.1, 1.5, 1.7, 3.1, 3.2, 3.4<br />

� de productie en voorkomen van verschillende types afval weergeven WC1, AC1, AC2, AC3,<br />

AWC1, 1.1, 1.7, 3.1, 3.2, 3.4<br />

� de stabiliteit en mobiliteit van organische biociden weergeven, en een verband leggen met<br />

ecotoxicologische studies WC1, AC1, AC2, AC3, AWC1, AC4, AC6, 1.1, 1.2, 1.3, 1.5, 1.6, 1.7, 3.1,<br />

3.2, 3.4, 3.5, 4.2, 4.3, 6.1, 6.4, 6.7<br />

� fysische en chemische eigenschappen van water weergeven, evenals het voorkomen van gassen<br />

en organisch materiaal in water WC1, AC1, AC2, AWC1, 1.1, 1.5, 1.7<br />

� het gedrag van metalen in water uit leggen, evenals het toxisch effect op het milieu WC1, AC1,<br />

AC2, AC3, AWC1, AC4, AC6, 1.1, 1.5, 1.7, 3.1, 3.2, 3.4, 3.5, 4.2, 4.3, 6.1, 6.4, 6.7<br />

� het belang van colloïden bij verwijdering van polluenten uit water verklaren WC1, AC1, AC2, AC3,<br />

AWC1, AC6, 1.1, 1.2, 1.3, 1.5, 1.6, 1.7, 3.1, 3.2, 3.4, 3.5, 6.1, 6.4, 6.7<br />

� heeft kennis van water-kwaliteitsrichlijnen en bio-accumulatie WC1, AC1, AC2, AWC1, 1.1, 1.5, 1.7<br />

Inhoud Introductie in ingenieurstecnieken is opgebouwd uit:<br />

� Een introductie van milieubewustzijn (plaatsen milieu in zijn geheel, belang milieu in de<br />

maatschappij, ecosystemen)<br />

� 2 verschillende ecosystemen, bodem en water, worden in detail uitgewerkt:<br />

1) bodem<br />

- bodemvorming<br />

- bodemeigenschappen<br />

- bepaalde thema's: nutrientuitloging, verzuring, verzilting, metaalcontaminatie<br />

- chemie van vast afval<br />

- organische biociden<br />

2) water<br />

- eenheden en eigenschappen<br />

- gassen in water<br />

- organisch materiaal<br />

- metalen en semi-metalen<br />

- milieuchemie van colloïden en oppervlakte<br />

- waterpollutie<br />

160


OO / dOO<br />

Code<br />

introductie in ingenieurstechnieken MI<br />

FINGMI FINGMI_A<br />

Werkvorm Kennisoverdracht via hoorcolleges.<br />

Kennisverwerking via oefeningen, bespreking artikels<br />

Studiemateriaal Handboek Environmental chemistry, a global perspective. Gary W. VanLoon, Stephen W. Duffy<br />

Toledo: Ondersteuning van de theorie en de praktijk a.d.h.v. ppt slides<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk examen (maximum 4 uur)<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen (maximum 4 uur)<br />

Algemene visie 'Introductie in ingenieurstechnieken milieu' als wetenschappelijke discipline behoort in het kader van<br />

de algemene, wetenschappelijke en technische vorming tot de opleiding van elke ingenieur in de<br />

milieutecnologie, nucleaire technieken en verpakkingstechnologie. Diverse theoretische, praktische en<br />

wetenschappelijke toepassingen in het vervolgstudietraject en het latere beroepsleven zijn gebaseerd<br />

op inzichten in de 'Introductie in ingenieurstechnieken milieu'.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

FINGMI_A steunt op de kennis verworven in FCHE1_1, FCHE1_2 en FCHE2.<br />

FINGMI_A maakt gebruik van FCHE1_1, FCHE1_2 in 1 aba en FCHE2 in 2 aba.<br />

FINGMI_A is basis voor: milieuchemie in 3 aba, analyse van milieukwaliteit: bodem en water Ma<br />

Onderzoeksgerelateerde artikels, onderwerpen zullen besproken worden<br />

Concrete thema's o.a. Afval, metaalcontaminatie, ...met relatie met een specifiek werkveld zullen<br />

besproken worden.<br />

Aanvullende info � Onderwijstaal: Nederlands<br />

161


OO / dOO<br />

Code<br />

introductie in ingenieurstechnieken MI<br />

FINGMI FINGMI_Mi<br />

Coördinator Inge Velghe (VeIn)<br />

Lesgever(s) Inge Velghe<br />

Opleidingsfase 2ABA Mi, VT<br />

ECTS-punten 1 Tot.: 28u KO: 0u BKV: 9u ZS: 19u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student:<br />

� beschikt over een ruime polyvalente, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij<br />

gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.7<br />

� beschikt over praktische vaardigheden 2.1, 2.3<br />

� beschikt over communicatievaardigheden 3.1, 3.2<br />

� beschikt over algemene beroepsattitudes 4.3, 4.4, 4.5, 4.6, 4.8<br />

� beschikt over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en<br />

projectmatig handelen 6.1, 6.2, 6.4, 6.7<br />

De student kan:<br />

� op een nauwkeurige, veilige en milieubewuste manier omgaan met chemische stoffen in het labo<br />

WC1, BC1, BC8, 1.1, 2.3, 4.3, 4.8<br />

� enkele adsorptiestudies met bijhorende metingen op een correcte wijze voorbereiden en uitvoeren,<br />

zelfstandigheid in combinatie met teamwerk staan hierbij centraal WC1, AC1, AC2, AWC4, AC6,<br />

BC1, BC8, 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.7, 2.1, 2.3, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6, 4.8, 6.1, 6.2, 6.4, 6.7<br />

� de analyseresultaten correct interpreteren en op een wetenschappelijke en gestructureerde manier<br />

zowel schriftelijk als mondeling rapporteren WC1, AC1, AC2, AWC1, AWC4, AC6, 1.1, 1.2, 1.3,<br />

1.4, 1.5, 1.7, 3.1, 3.2, 6.1, 6.2, 6.4, 6.7<br />

Inhoud Rond het onderwerp 'milieuchemie van colloiden en oppervlakte' zal een aansluitende labosessie<br />

volgen.<br />

Werkvorm<br />

Kennisverwerking via PE (labo)<br />

Studiemateriaal Handleiding labo FINGMI_MI<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans PE, geen vervangend examen mogelijk<br />

2 de examenkans geen<br />

Algemene visie 'Introductie in ingenieurstechnieken milieu, Mi' als wetenschappelijke discipline behoort in het kader<br />

van de algemene, wetenschappelijke en technische vorming tot de opleiding van elke ingenieur in de<br />

milieutecnologie en verpakkingstechnologie. Diverse theoretische, praktische en wetenschappelijke<br />

toepassingen in het vervolgstudietraject en het latere beroepsleven zijn gebaseerd op inzichten in de<br />

'Introductie in ingenieurstechnieken milieu'.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

FINGMI_Mi steunt op de kennis verworven in FINGMI_A<br />

FINGMI_Mi steunt op de kennis verworven in FINGMI_A<br />

FINGMI_MI, samen met FINGMI_A, is basis voor: milieuchemie in 3 aba, analyse van milieukwaliteit:<br />

bodem en water in Ma<br />

Relatie met De labo's zijn onderzoeksgerelateerd, waarbij de studenten proeven uitvoeren, resultaten verwerken<br />

162


OO / dOO<br />

Code<br />

introductie in ingenieurstechnieken MI<br />

FINGMI FINGMI_Mi<br />

onderzoek en hierover rapporteren.<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Analyses gebeuren zoals die in het werkveld zouden worden uitgevoerd.<br />

Aanvullende info � Onderwijstaal: Nederlands<br />

163


FANAL1L<br />

dOO<br />

Code<br />

Analytische Chemie Lab<br />

FANAL1L<br />

Coördinator Adèle Peeters (PeAd)<br />

Lesgever(s) Adèle Peeters (PeAd), Sonja Schreurs (ScSo)<br />

Opleidingsfase 2ABA-MI<br />

ECTS-punten 1 Tot.: 28 KO: 0u Labo: 12u ZS: 16u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt:<br />

- over een ruime polyvalente, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij<br />

gericht kan toepassen AC1/AC2/AWC1/AWC4/AC2;1.2/1.3/1.5/1.6<br />

- over praktische vaardigheden AWC4;2.1/2.3/2.4<br />

- over communicatievaardigheden AC6;3.1<br />

- over algemene beroepsattitudes AC5/AWC4/BC1/BC7/BC8;4.3/4.5/4.6/4.8/4.11<br />

- over elementaire onderzoekscompetenties en kan begeleid projectmatig denken<br />

AC1/AWC1/AWC4;6.1, 6.5, 6.7<br />

- Nauwkeurig, volledig en kritisch leren observeren en deze waarnemingen op een juiste manier<br />

leren noteren in een labschrift AC1/AC2;1.2/1.3/6.1<br />

- Op een verantwoorde wijze met scheikundige producten omgaan, d.w.z. milieubewust én<br />

volgens de veiligheidsvoorschriften AC2/BC2/BC7;2.4/4.8<br />

- Uitgaande van een niet gedetailleerd uitgeschreven recept en met behulp van informatie uit het<br />

inleidend lab een synthese zelfstandig en binnen de voorziene tijd kunnen uitvoeren<br />

AC1/AC2/BC2/AWC4;1.3/2.1/2.3/4.1<br />

- Een verband kunnen leggen tussen de in de theorie geziene reacties en de uit te voeren proeven<br />

AWC1/AWC4/BC2/BC3;1.5/1.6/6.5<br />

- De nodige apparatuur en glaswerk voor het uitvoeren van de proeven op een veilige manier<br />

kunnen opstellen en gebruiken AC2/BC7;2.1/4.8<br />

- Enkele eigenschappen van een aantal anorganische verbindingen kunnen nagaan en het<br />

resultaat in chemische taal kunnen omzetten AC1/AC2/BC2;1.3/3.5<br />

- Een kwantitatieve analyse zelfstandig, analytisch zuiver en nauwkeurig kunnen uitvoeren<br />

AC1/AC2/BC2/BC7;2.1/2.3/4.3/4.5<br />

- Waarnemingen en interpretaties op een duidelijke en verantwoorde manier kunnen rapporteren<br />

en daaruit een consequent besluit formuleren AC6/AWC1/BC1;3.1/6.7<br />

Inhoud - Redoxtitratie<br />

- Complexometrische titratie<br />

- Gravimetrische titratie<br />

Werkvorm Practicum<br />

Studiemateriaal Handleiding bij het practicum samengesteld door de meewerkende docenten (cursusdienst)<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Permanente evaluatie (voorbereiding, uitvoering, resultaten, verslag).aanwezigheid verplicht<br />

Per dag dat een verslag te laat wordt ingeleverd, wordt het bekomen resultaat met 10 % verminderd,<br />

tenzij uitzonderlijke omstandigheden kunnen ingeroepen worden.<br />

2 de examenkans Geen tweede examenkans: de punten van de eerste examenkans blijven behouden<br />

Mogelijkheid tot tweede examenkans bij ongewettigde afwezigheid, indien de student aan minimaal 2/3<br />

van de labzittingen deelnam.<br />

Overdracht van labcijfer naar volgend academiejaar is mogelijk als 10/20 behaald werd.<br />

164


FANAL1L<br />

dOO<br />

Code<br />

Analytische Chemie Lab<br />

FANAL1L<br />

Algemene visie Theoretische begrippen, enkel toegepast in de oefeningen, zullen door de student nu praktisch<br />

uitgevoerd worden. De practica bestaan uit het aanleren van praktische basisvaardigheden zoals<br />

analytisch zuiver werken met zin voor nauwkeurigheid.<br />

Door het zelfstandig uitvoeren van aanvankelijk eenvoudige opdrachten uit het vakgebied analytische<br />

chemie verwerft de student inzicht en vaardigheden.<br />

.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Verwachte voorkennis : basischemie (1+2 ABA)<br />

Het labo sluit aan bij het vak ANAL1_1 en maakt de student vertrouwd met kwantitatieve analyses uit<br />

het vakgebied van de Analytische Chemie met name diverse volumetrische, en gravimetrische<br />

analyses.<br />

Het vak ANAL1L legt een chemisch wetenschappelijke basis met voldoende diepgang om aan de<br />

hand van redeneervaardigheden te worden toegepast bij het oplossen van eenvoudige concrete<br />

problemen uit de analytische chemie. De schriftelijke rapportering geeft de student de mogelijkheid<br />

tot kritische zelfreflectie en zelfevaluatie.<br />

Naast vakspecifieke competenties komen ook competenties uit het werkveld aan bod:<br />

Veiligheid: De student leert om de nodige veiligheidsvoorschriften op te zoeken, deze voorschriften te<br />

interpreteren, zelf veiligheidsvoorschriften te formuleren en er zich aan te houden. Daarnaast is hij/zij<br />

mee verantwoordelijk voor de veiligheid van andere groepsleden.<br />

Milieu: De student wordt bewust gemaakt van afvalbeheer, zoals gescheiden afvoer van diverse<br />

klassen van gebruikte producten.<br />

Sociale competenties: De studenten werken samen in kleine groepjes en ze worden gestimuleerd tot<br />

overleg om hun experimenten binnen de tijd af te werken.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende leermateriaal:<br />

� Chemiekaarten en opzoekwerk (mediatheek)<br />

� Quantitative inorganic analysis Arthur I. Vogel<br />

- De student kan na dit practicum een protocol praktisch, milieubewust en veilig uitvoeren met zin<br />

voor nauwkeurigheid en reproduceerbaarheid. Het zelfstandig uitvoeren van experimenten en het<br />

verzamelen van data binnen een bepaald tijdsbestek stimuleert de student tot zelfwerkzaamheid,<br />

timemanagement en tot een grote verantwoordelijkheidszin (veiligheid)<br />

165


OO / dOO<br />

Code<br />

O&C2 project MI<br />

FOCO_MI<br />

Coördinator Kenny Vanreppelen (VaKe)<br />

Lesgever(s) Kenny Vanreppelen (VaKe), Elise Mues (MuEl), Hannelore Dierickx (DiHa), Caroline Simon (SiCa),<br />

Karine Evers (EvKa)<br />

Opleidingsfase 2ABA<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84 u KO: 0u BKV: 24 u ZS: 60u<br />

Niveau Uitdiepend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student:<br />

� 1. een ruime, veelzijdige wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan<br />

toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.7;<br />

� 2. praktische vaardigheden 2.1, 2.2, 2.3, 2.4<br />

� 3. communicatievaardigheden 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6;<br />

� 4. algemene beroepsattitudes 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6, 4.7, 4.9, 4.11, 4.12, 4.13;<br />

� 6. elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig<br />

handelen 6.1, 6.3, 6.4, 6.5, 6.6, 6.7.<br />

De student:<br />

� - is vertrouwd met de technisch/wetenschappelijke, communicatieve en economische aspecten van<br />

projectmatig werken. 1.1, 1.2, 1.7<br />

� - kan een project door middel van zelfstudie en teamwork binnen een vooropgesteld kader en<br />

tijdsspanne analyseren, creatief uitwerken en de besluiten zowel schriftelijk (projectportfolio, paper)<br />

als mondeling (vergaderingen, presentaties) rapporteren. 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.7, 2.1, 2.2, 2.3,<br />

2.4, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6, 4.1, 4.2, 4.3, 4.5, 4.6, 4.7, 6.6<br />

� - kan in teamverband werken en gedraagt zich professioneel ten opzichte van zijn teamgenoten,<br />

medestudenten, docenten en externen. 4.11, 4.12<br />

� - is in staat correct informatie te raadplegen, verzamelen en interpreteren en weegt de relevantie<br />

van de informatiebronnen af. 3.5, 6.3, 6.4, 4.13<br />

� - plaatst een probleemstelling in het juiste kader, formuleert de juiste doelstellingen en selecteert de<br />

gepaste onderzoeksmethodieken voor het opzetten van onderzoek. 6.1, 6.5, 6.6<br />

� - is communicatievaardig. 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6<br />

� -kan een voorbereide PowerPoint-presentatie geven over het project in het Nederlands, Frans en<br />

Engels volgens algemeen geldende presentatierichtlijnen. 3.2, 3.3, 3.4, 3.6<br />

� - toont interesse en respect voor andere culturen, staat open voor andere standpunten en meningen<br />

en houdt hier in zijn communicatie rekening mee. 3.6, 4.6, 4.12, 4.13<br />

� - kan kritisch reflecteren over en bijstellen van eigen werk/inbrenging, is zich bewust van de<br />

onzekerheden en grenzen van kennis en geeft blijk van een ingesteldheid tot levenslang leren. 4.4,<br />

4.9, 6.7<br />

Inhoud De afstudeerrichting Nucleaire technologie optie Milieutechnologie biedt vele perspectieven in diverse<br />

domeinen zoals afvalverwerking, milieutechnieken, radiochemie, ....<br />

Voor het project hebben we geopteerd voor een studie van het mondiale energieprobleem meer<br />

bepaald het zoeken naar duurzame energieproductie.<br />

Het project omvat verschillende topics:<br />

� Literatuurstudie van de energieproblematiek alsook de milieu-impact<br />

� Uitdenken, opzoeken en uitvoeren van experimenten<br />

� Contacten leggen met de industrie.<br />

Door te kiezen voor een brede invalshoek komen er veel aspecten aan bod en zullen diverse<br />

competenties aangescherpt of ontwikkeld worden:<br />

� Opzoeken van informatie.<br />

� Classificeren en catalogeren van informatie volgens relevantie.<br />

� Analyseren en besluitvorming.<br />

166


OO / dOO<br />

Code<br />

O&C2 project MI<br />

FOCO_MI<br />

� Teamwork; samenwerking en verdeling van taken.<br />

� Creativiteit omzetten in de praktijk.<br />

� Analyseren van normen en toepassen van normen op een specifieke opdracht.<br />

� Ontwerpen en uitvoeren van chemische experimenten.<br />

� Economisch inzicht op voorgestelde constructies.<br />

� Opstellen en toepassen van SWOT-analyse.<br />

� Presentatie van de teamoplossing alsook van de technische informatie hieromtrent.<br />

Werkvorm Projectwerk in groep met ondersteuning via lessen, opdrachten en communicatiesessies.<br />

Studiemateriaal Het cursusmateriaal met betrekking tot het uit te voeren project wordt via de leeromgeving ter<br />

beschikking gesteld.<br />

Examenvorm<br />

1ste examenkans 100% PE (50% projectportfolio, 30% voorstelling project, 20% procesevaluatie)<br />

2de examenkans Geen tweede examenkans mogelijk<br />

Algemene visie<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Gedurende het wetenschappelijk project werken de studenten onder begeleiding aan een opdracht.<br />

Het thema van de opdracht wordt zo gekozen dat er een brug ontstaat tussen de fundamentele<br />

wetenschappen als fysica, mechanica en chemie en de technische wereld, waarin de student<br />

geconfronteerd wordt met problemen die opgelost kunnen worden met behulp van deze<br />

wetenschappen. In het OO zullen de studenten confronteert worden met een van de grootste milieu<br />

en industriële problemen waar men op dit moment mee geconfronteerd wordt namelijk.: de mondiale<br />

energieproblematiek en de milieu-impact van het huidige energielandschap. Door de combinatie van<br />

literatuur, experimenten en algemene sessies verwerft de student een ruimer overzicht van de<br />

afgebakende gedoceerde fundamentele wetenschappen.<br />

De student heeft de competenties zoals beschreven in het opleidingsonderdeel FOCO1 onder de<br />

knie.<br />

Onderzoek en communicatie is een belangrijke component binnen de ingenieursopleiding. Er zal een<br />

probleemstelling worden aangereikt die de studenten moeten uitvoeren door toepassing van<br />

aangeleerde onderzoeksmethodieken. Bovendien worden de communicatieve vaardigheden in Engels<br />

en Frans verder aangescherpt. Onderzoek en communicatie vormt verder een belangrijke link naar de<br />

Bachelorproef in 3 aba, de Masterproef (of elk projectmatig vak) en internationale toegepaste<br />

communicatie 1 en 2 in 3aba en master. Voor de plaatsing van het vak is bewust gekozen voor 2 aba,<br />

semester 2. De student(e) heeft op dit ogenblik reeds een ruimer algemeen projectwerk uitgevoerd<br />

en een basis aan communicatieve vaardigheden in Engels en Frans verworven in het<br />

opleidingsonderdeel FOCO1 in 1aba en FOCO2 semester 1 in 2aba en kan door reflectie hierop nog<br />

heel wat bijleren op projectmatig, technisch-inhoudelijk vlak en op het gebied van anderstalige<br />

communicatie in FOCO2, semester 2. Bovendien kan de student nu een onderwerp kiezen in het<br />

kader van zijn afstudeerrichting Nucleaire Technologie.<br />

In het opleidingsonderdeel worden op regelmatige basis resultaten van het onderzoek, die gerelateerd<br />

zijn aan de opleiding gepresenteerd.<br />

De inhoud van dit opleidingsonderdeel draagt bij tot de algemene ingenieursvorming, de<br />

onderzoekende houding en de communicatieve vaardigheden van de studenten.<br />

Aanvullende info � Onderwijstaal: Nederlands<br />

� In het projectportfolio vinden de studenten informatie met betrekking tot de praktische regeling<br />

(duidelijke omschrijving probleemstelling, doelstellingen, lesmomenten, ...) van het uit te voeren<br />

167


OO / dOO<br />

Code<br />

O&C2 project MI<br />

FOCO_MI<br />

project.<br />

168


FORG_NT1<br />

OO<br />

Code<br />

Organische Chemie<br />

FORG_NT1<br />

Coördinator Mieke Buntinx (BuMi)<br />

Lesgever(s) Els Goignard (GoEl); Mieke Buntinx (BuMi)<br />

Opleidingsfase 2ABA<br />

ECTS-punten 4<br />

5<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Tot.:<br />

Tot.:<br />

112u<br />

140u<br />

KO:<br />

KO:<br />

24u<br />

30u<br />

BKV:<br />

BKV:<br />

12u<br />

15u<br />

ZS:<br />

ZS:<br />

76u (VT)<br />

95u (MTRC)<br />

De student:<br />

� beschikt over een ruime polyvalente, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij<br />

gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5<br />

� beschikt over praktische vaardigheden 2.1, 2.3<br />

� beschikt over communicatievaardigheden 3.1, 3.2, 3.4, 3.5<br />

� beschikt over algemene beroepsattitudes 4.3, 4.5, 4.6, 4.8<br />

� beschikt over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en<br />

projectmatig handelen 6.1, 6.4, 6.5<br />

De student kan:<br />

� de verschillende types functionele groepen die optreden in organische verbindingen herkennen en<br />

is vertrouwd met de nomenclatuur (naamgeving) en diverse notaties (bruto-, en structuurformule,<br />

Lewis- en skeletnotatie) van organische verbindingen WC1, AC1, AC2, AWC4, 1.1, 1.2, 1.3<br />

� kan verschillen in fysisch gedrag van organische verbindingen voorspellen en verklaren WC1, AC1,<br />

AC2, AWC4, 1.1, 1.2, 1.3<br />

� kan de verschillende isomere, conformere en resonantievormen van een organische verbinding<br />

noteren en verklaren WC1, AC1, AC2, AWC4, 1.1, 1.2, 1.3<br />

� kan de begrippen delocalisatie, resonantievormen, resonantieënergie en aromaticiteit toepassen om<br />

inzicht te verwerven in stabiliteit, elektronenverdeling, zuur-base gedrag en reactieve plaatsen in<br />

organische verbindingen WC1, AC1, AC2, AWC4, 1.1, 1.2, 1.3<br />

� kan een verband leggen tussen de aard van functionele groepen en de mogelijke reactietypes die<br />

kunnen optreden WC1, AC1, AC2, AWC4, 1.1, 1.2, 1.3<br />

� kan de principes van zuur-base evenwichten toepassen op organische verbindingen en heeft inzicht<br />

in de factoren die deze evenwichten bepalen (bv. inductief en mesomeer effect) WC1, AC1, AC2,<br />

AWC4, 1.1, 1.2, 1.3<br />

� kan het reactiemechanisme van verschillende basisreactietypes verklaren en kan de basisprincipes<br />

die bepalend zijn voor nucleofiliciteit, elektrofiliciteit en eigenschappen van organische verbindingen<br />

toelichten WC1, AC1, AC2, AWC4, 1.1, 1.2, 1.3<br />

� op een nauwkeurige, veilige en milieubewuste manier omgaan met chemische stoffen in het labo<br />

WC1, BC7, 1.1, 4.8<br />

� enkele synthesereacties en daaraan gekoppelde zuiveringstechnieken op een correcte wijze<br />

voorbereiden en uitvoeren, zelfstandigheid in combinatie met teamwerk staan hierbij centraal WC1,<br />

AC1, AC2, AWC4, BC1, BC8, 1.1, 1.2, 1.3, 2.1, 2.3, 4.3, 4.5, 4.6, 6.1<br />

� de analyseresultaten correct interpreteren en op een wetenschappelijke en gestructureerde manier<br />

zowel schriftelijk als mondeling rapporteren WC1, AC1, AC2, AWC1, AWC4, AC6, 1.1, 1.2, 1.3,<br />

3.1, 3.2, 6.4, 6.5<br />

Inhoud De cursus organische chemie is opgebouwd uit:<br />

� Een introductie met basisconcepten van organische chemie (bindingsmogelijkheden, isomerie,<br />

structuur, binding, notatie, etc.)<br />

� De volgende hoofdstukken bespreken achtereenvolgens de structuur, de naamgeving, algemene<br />

en specifieke eigenschappen, fysische eigenschappen en reacties van de verschillende klassen<br />

van organische verbindingen.<br />

- Alkanen en cycloalkanen.<br />

- Alkenen en cycloalkenen; alkadiënen; alkynen.<br />

- Alkylhalogeniden.<br />

- Alcoholen.<br />

- Ethers.<br />

169


FORG_NT1<br />

OO<br />

Code<br />

Organische Chemie<br />

FORG_NT1<br />

- Aldehyden en ketonen.<br />

- Carbonzuren.<br />

- Carbonzuurderivaten.<br />

- Amines.<br />

- Benzeen en afgeleide verbindingen.<br />

� Voor de studenten MTRC wordt deze leerstof nog uitgebreid met enkele bijkomende syntheses en<br />

reactiemechanismen (bv. cyclische ethers, thiol-sulfiden, esters, amiden, zuurchloriden, nitrillen,<br />

benzenen, carbonyl alpha-substitutie, condensatiereacties, etc).<br />

Werkvorm Kennisoverdracht via hoorcolleges.<br />

Kennisverwerking via oefensessies en oefeningen in zelfstudie.<br />

Praktische vaardigheden via labosessies.<br />

Studiemateriaal Cursus Organische Chemie. Breugelmans, M. (2004). Antwerpen: Uitgeverij Universitas.<br />

Handboek Organic Chemistry. J. McMurry. (2007). Thomson Brooks/Cole. ISBN:9780495116288.<br />

Handleiding Labo Organische Chemie, Goignard, E.<br />

Toledo: Ondersteuning van de theorie en de praktijk a.d.h.v. interessante weblinks, ppt slides, extra<br />

oefeningen, reactieschema’s, etc.<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk examen (maximum 4 uur) (80%).<br />

Permanente evaluatie van de practica (20%) met verplichte aanwezigheid.<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen (maximum 4 uur) (80%).<br />

Voor de practica is er geen 2 de examenkans. De punten van de 1 ste examenkans blijven behouden.<br />

Overdracht van het labcijfer naar volgend academiejaar is mogelijk als minstens 10/20 werd behaald.<br />

Algemene visie Organische chemie als wetenschappelijke discipline behoort in het kader van de algemene,<br />

wetenschappelijke en technische vorming tot de opleiding van elke ingenieur in de chemie en de<br />

verpakkingstechnologie. Diverse theoretische, praktische en wetenschappelijke toepassingen in het<br />

vervolgstudietraject en het latere beroepsleven zijn gebaseerd op inzichten in de organische chemie.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

FORG_VTMI steunt op de kennis verworven in FCHE1_1, FCHE1_2 en FCHE2.<br />

Organische Chemie is een vervolg op FCHE1_1, FCHE1_2 in 1 aba en FCHE2 in 2 aba.<br />

FORG_VTMI is basis voor: organische materiaalchemie, kunststoffen, instrumentele organische en<br />

analytische chemie, milieuchemie in 3 aba.<br />

In het opleidingsonderdeel Organische Chemie worden nu en dan resultaten van het onderzoek, die<br />

gerelateerd zijn aan organische chemie gepresenteerd.<br />

De link naar het werkveld en naar concrete toepassingen van organische chemie kunnen gelegd<br />

worden door deelname van de studenten aan een themadag, symposium of gastsprekersessie.<br />

Aanvullende info � Onderwijstaal: Nederlands<br />

� Aanvullend leermateriaal:<br />

- Introduction to Organic Chemistry. A. Streiwieser, Cl. H. Heathcock, E. M. KosowerMc.<br />

Millan Publishing Company (1995).<br />

170


FORG_VT<br />

OO<br />

Code<br />

Organische Chemie1<br />

FORG_VTMI<br />

Coördinator Mieke Buntinx (BuMi)<br />

Lesgever(s) Els Goignard (GoEl); Mieke Buntinx (BuMi)<br />

Opleidingsfase 2ABA<br />

ECTS-punten 4<br />

5<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Tot.:<br />

Tot.:<br />

112u<br />

140u<br />

KO:<br />

KO:<br />

24u<br />

30u<br />

BKV:<br />

BKV:<br />

12u<br />

15u<br />

ZS:<br />

ZS:<br />

76u (VT)<br />

95u (MTRC)<br />

De student:<br />

� beschikt over een ruime polyvalente, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij<br />

gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5<br />

� beschikt over praktische vaardigheden 2.1, 2.3<br />

� beschikt over communicatievaardigheden 3.1, 3.2, 3.4, 3.5<br />

� beschikt over algemene beroepsattitudes 4.3, 4.5, 4.6, 4.8<br />

� beschikt over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en<br />

projectmatig handelen 6.1, 6.4, 6.5<br />

De student kan:<br />

� de verschillende types functionele groepen die optreden in organische verbindingen herkennen en<br />

is vertrouwd met de nomenclatuur (naamgeving) en diverse notaties (bruto-, en structuurformule,<br />

Lewis- en skeletnotatie) van organische verbindingen WC1, AC1, AC2, AWC4, 1.1, 1.2, 1.3<br />

� kan verschillen in fysisch gedrag van organische verbindingen voorspellen en verklaren WC1, AC1,<br />

AC2, AWC4, 1.1, 1.2, 1.3<br />

� kan de verschillende isomere, conformere en resonantievormen van een organische verbinding<br />

noteren en verklaren WC1, AC1, AC2, AWC4, 1.1, 1.2, 1.3<br />

� kan de begrippen delocalisatie, resonantievormen, resonantieënergie en aromaticiteit toepassen om<br />

inzicht te verwerven in stabiliteit, elektronenverdeling, zuur-base gedrag en reactieve plaatsen in<br />

organische verbindingen WC1, AC1, AC2, AWC4, 1.1, 1.2, 1.3<br />

� kan een verband leggen tussen de aard van functionele groepen en de mogelijke reactietypes die<br />

kunnen optreden WC1, AC1, AC2, AWC4, 1.1, 1.2, 1.3<br />

� kan de principes van zuur-base evenwichten toepassen op organische verbindingen en heeft inzicht<br />

in de factoren die deze evenwichten bepalen (bv. inductief en mesomeer effect) WC1, AC1, AC2,<br />

AWC4, 1.1, 1.2, 1.3<br />

� kan het reactiemechanisme van verschillende basisreactietypes verklaren en kan de basisprincipes<br />

die bepalend zijn voor nucleofiliciteit, elektrofiliciteit en eigenschappen van organische verbindingen<br />

toelichten WC1, AC1, AC2, AWC4, 1.1, 1.2, 1.3<br />

� op een nauwkeurige, veilige en milieubewuste manier omgaan met chemische stoffen in het labo<br />

WC1, BC7, 1.1, 4.8<br />

� enkele synthesereacties en daaraan gekoppelde zuiveringstechnieken op een correcte wijze<br />

voorbereiden en uitvoeren, zelfstandigheid in combinatie met teamwerk staan hierbij centraal WC1,<br />

AC1, AC2, AWC4, BC1, BC8, 1.1, 1.2, 1.3, 2.1, 2.3, 4.3, 4.5, 4.6, 6.1<br />

� de analyseresultaten correct interpreteren en op een wetenschappelijke en gestructureerde manier<br />

zowel schriftelijk als mondeling rapporteren WC1, AC1, AC2, AWC1, AWC4, AC6, 1.1, 1.2, 1.3,<br />

3.1, 3.2, 6.4, 6.5<br />

Inhoud De cursus organische chemie is opgebouwd uit:<br />

� Een introductie met basisconcepten van organische chemie (bindingsmogelijkheden, isomerie,<br />

structuur, binding, notatie, etc.)<br />

� De volgende hoofdstukken bespreken achtereenvolgens de structuur, de naamgeving, algemene<br />

en specifieke eigenschappen, fysische eigenschappen en reacties van de verschillende klassen<br />

van organische verbindingen.<br />

- Alkanen en cycloalkanen.<br />

- Alkenen en cycloalkenen; alkadiënen; alkynen.<br />

- Alkylhalogeniden.<br />

- Alcoholen.<br />

- Ethers.<br />

171


FORG_VT<br />

OO<br />

Code<br />

Organische Chemie1<br />

FORG_VTMI<br />

- Aldehyden en ketonen.<br />

- Carbonzuren.<br />

- Carbonzuurderivaten.<br />

- Amines.<br />

- Benzeen en afgeleide verbindingen.<br />

� Voor de studenten MTRC wordt deze leerstof nog uitgebreid met enkele bijkomende syntheses en<br />

reactiemechanismen (bv. cyclische ethers, thiol-sulfiden, esters, amiden, zuurchloriden, nitrillen,<br />

benzenen, carbonyl alpha-substitutie, condensatiereacties, etc).<br />

Werkvorm Kennisoverdracht via hoorcolleges.<br />

Kennisverwerking via oefensessies en oefeningen in zelfstudie.<br />

Praktische vaardigheden via labosessies.<br />

Studiemateriaal Cursus Organische Chemie. Breugelmans, M. (2004). Antwerpen: Uitgeverij Universitas.<br />

Handboek Organic Chemistry. J. McMurry. (2007). Thomson Brooks/Cole. ISBN:9780495116288.<br />

Handleiding Labo Organische Chemie, Goignard, E.<br />

Toledo: Ondersteuning van de theorie en de praktijk a.d.h.v. interessante weblinks, ppt slides, extra<br />

oefeningen, reactieschema’s, etc.<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk examen (maximum 4 uur) (80%).<br />

Permanente evaluatie van de practica (20%) met verplichte aanwezigheid.<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen (maximum 4 uur) (80%).<br />

Voor de practica is er geen 2 de examenkans. De punten van de 1 ste examenkans blijven behouden.<br />

Overdracht van het labcijfer naar volgend academiejaar is mogelijk als minstens 10/20 werd behaald.<br />

Algemene visie Organische chemie als wetenschappelijke discipline behoort in het kader van de algemene,<br />

wetenschappelijke en technische vorming tot de opleiding van elke ingenieur in de chemie en de<br />

verpakkingstechnologie. Diverse theoretische, praktische en wetenschappelijke toepassingen in het<br />

vervolgstudietraject en het latere beroepsleven zijn gebaseerd op inzichten in de organische chemie.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

FORG_VTMI steunt op de kennis verworven in FCHE1_1, FCHE1_2 en FCHE2.<br />

Organische Chemie is een vervolg op FCHE1_1, FCHE1_2 in 1 aba en FCHE2 in 2 aba.<br />

FORG_VTMI is basis voor: organische materiaalchemie, kunststoffen, instrumentele organische en<br />

analytische chemie, milieuchemie in 3 aba.<br />

In het opleidingsonderdeel Organische Chemie worden nu en dan resultaten van het onderzoek, die<br />

gerelateerd zijn aan organische chemie gepresenteerd.<br />

De link naar het werkveld en naar concrete toepassingen van organische chemie kunnen gelegd<br />

worden door deelname van de studenten aan een themadag, symposium of gastsprekersessie.<br />

Aanvullende info � Onderwijstaal: Nederlands<br />

� Aanvullend leermateriaal:<br />

- Introduction to Organic Chemistry. A. Streiwieser, Cl. H. Heathcock, E. M. KosowerMc.<br />

Millan Publishing Company (1995).<br />

172


OO<br />

Code<br />

Onderzoek en Communicatie 2 Verpakkingstechnologie<br />

FOCO_VT<br />

Coördinator Nadia Lepot (LeNa)<br />

Lesgever(s) Jens Vandewijngaarden (VaJe)<br />

Opleidingsfase 2ABA<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84 u KO: 0 u BKV: 24 u ZS: 60 u<br />

Niveau Uitdiepend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt over<br />

1. een ruime, veelzijdige wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2,1.3, 1.7;<br />

2. praktische vaardigheden 2.1, 2.4<br />

3. communicatievaardigheden 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6;<br />

4. algemene beroepsattitudes 4.1, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6, 4.7, 4.11, 4.12;<br />

6. elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.1, 6.2, 6.3, 6.4,<br />

6.5, 6.6, 6.7.<br />

De student:<br />

- plaatst een probleemstelling in het juiste kader, formuleert een correcte onderzoeksvraag, met hieraan gekoppeld de juiste<br />

doelstellingen en selecteert de gepaste onderzoeksmethodieken voor het opzetten van onderzoek AC1, AC2, AWC1, AWC4,<br />

6.1, 6.3, 6.4, 6.5<br />

- kan in teamverband werken (duidelijke taakverdeling; efficiënt vergaderen; conflicthantering), AC5, BC1, BC5, 4.6, 4.7, 4.12<br />

- kan kritisch reflecteren over eigen werk en/of onderzoek, is zich bewust van de onzekerheden en grenzen van kennis en geeft<br />

blijk van een ingesteldheid tot levenslang leren, AC7, AC2, AWC1, 4.1, 4.3 , 4.4, 4.5, 4.11, 6.7<br />

- is communicatievaardig AC6, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6<br />

- begrijpt Nederlandstalige en anderstalige (Frans en Engels) teksten van algemene en/of technische aard en kan hiervan de<br />

globale inhoud weergeven. AC6, 3.3, 3.5<br />

- communiceert en rapporteert adequaat, mondeling en schriftelijk, in het Nederlands, Frans en Engels over algemene en<br />

technische onderwerpen. AC6, 3.6, 3.4<br />

- toont interesse en respect voor andere culturen, staat open voor andere standpunten en meningen en houdt hier in zijn<br />

communicatie rekening mee. AC6, 3.2, 3.3, 3.4<br />

- kan eenvoudige fysische testen uitvoeren in het labo met een eenvoudig wetenschappelijk denken AWC4, 2.1, 2.4<br />

-heeft een zeer inleidende kennis verworven betreffende verpakkingsmaterialen, productie van materialen en<br />

inpakprocessen/verpakkingsmachines, logistiek enz. WC1, 1.1, 1.2, 1.3, 1.7<br />

- verwerft een eerste creatief denken naar vormgeving ifv diverse verpakkingsfuncties AWC4, 6.6<br />

- kan een projectevolutie beheersen a.h.v. een projectportfolio AWC4, 6.2<br />

Inhoud Bij aanvang van het project wordt het aspect efficiënt verpakken toegelicht, met aandacht voor de<br />

diverse functies (transport, stapeling, bescherming,ed.) evenals de levenscyclus van de hedendaagse<br />

verpakking. In de retail worden verpakte producten door de studenten geselecteerd (gericht naar een<br />

specifiek onderwerp/opdracht). De studenten dienen vervolgens de verschillende stappen m.b.t.<br />

materiaaleigenschappen en het verpakken van verschillende producten te achterhalen met als<br />

uiteindelijke doel een bedrijfsbezoek in de betrokken sector. Tijdens interactieve sessies worden de<br />

materiaal- en verpakkingsproductieprocessen inleidend stap voor stap toegelicht a.d.h.v. illustratief<br />

cursusmateriaal en de verzamelde literatuur. Specifieke bedrijfsbezoeken demonstreren deze<br />

kennisoverdracht. Daarnaast worden de materialen van de geselecteerde verpakkingen worden met<br />

eenvoudige testtoestellen (en hun normen) onder begeleiding getest binnen het VerpakkingsCentrum<br />

van XIOS. Tot slot wordt er eenvoudig gewerkt met de beschikbare software pakketten voor<br />

verpakkingsontwikkeling en wordt een eenvoudig verpakkingsconcept “zelf” ontworpen.<br />

Bijzondere aandachtspunten zijn: diverse materialen (verpakkingsmaterialen, hulp- en<br />

buffermaterialen), productie van het materiaal/verpakking, het specifieke verpakkingsproces, de<br />

kwaliteitscontroles en de logistiek.<br />

Werkvorm Projectwerk in groep ondersteund door interactieve sessies, gastseminaries, practica en<br />

bedrijfsbezoeken. Het geheel wordt afgerond met een presentatie voor een jury.<br />

Studiemateriaal Relevante elektronische informatie (bv. webpagina's, links enz.) en interessante literatuurreferenties<br />

worden tijdens het semester ter beschikking gesteld.<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Permanente evaluatie op basis van het projectportfolio, mondelinge presentatie voor een jury en een<br />

representatief aantal taalopdrachten (geïntegreerd in de presentatie/portfolio). Ongewettigde<br />

afwezigheid op één of meerdere evaluatiemomenten leidt onherroepelijk tot ND (= niet deelgenomen),<br />

waardoor de student pas het volgende academiejaar kan slagen voor dit opleidingsonderdeel.<br />

2 de examenkans Geen tweede examenkans mogelijk.<br />

173


OO<br />

Code<br />

Onderzoek en Communicatie 2 Verpakkingstechnologie<br />

FOCO_VT<br />

Algemene visie Dit opleidingsonderdeel is opleidingsspecifiek en draagt bij tot de ingenieursvorming van de student(e)<br />

binnen het domein van de Verpakkingstechnologie. Het hoofddoel is de studenten te laten reflecteren<br />

over de ruime verpakkingsproblematiek en hen een eerste kennis te laten nemen van de diverse<br />

specialisatievakken uit het derde jaar van de academische bachelor en het vierde masterjaar.<br />

Verder wordt er van een industrieel ingenieur niet alleen verwacht dat hij technisch-inhoudelijk<br />

onderlegd is, maar ook dat hij zijn specifieke expertise op een efficiënte, duidelijke en correcte manier<br />

kan communiceren, zowel met specialisten als met niet-specialisten. Aangezien heel wat<br />

communicatie in onze hedendaagse internationale wereld anderstalig is, is behalve een goede<br />

beheersing van het Nederlands, ook een actieve kennis en beheersing van vreemde talen – met<br />

name Engels en Frans – een belangrijk pluspunt.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

De student heeft de competenties zoals beschreven in het opleidingsonderdeel FOCO1 en FOCO2_1<br />

onder de knie.<br />

Onderzoek en communicatie is een belangrijke component binnen de ingenieursopleiding. Dit<br />

opleidingsonderdeel geeft een algemeen kader betreffende de diverse aspecten van het<br />

verpakkingsgebeuren zoals verpakkingsmaterialen, productie van materialen,<br />

inpakprocessen/verpakkingsmachines en logistiek; dit als eerste kennismaking met de<br />

afstudeerrichting Verpakkingstechnologie. Onderzoek en communicatie vormt verder een belangrijke<br />

link naar de Bachelorproef in 3 ABA, de Masterproef (of elk projectmatig vak) en internationale<br />

toegepaste communicatie 1 en 2 in 3aba en master. Voor de plaatsing van het vak is bewust gekozen<br />

voor 2 aba. De student(e) heeft op dit ogenblik reeds een ruimer projectwerk uitgevoerd en een basis<br />

aan communicatieve vaardigheden in Engels en Frans verworven in het opleidingsonderdeel FOCO1<br />

in 1 aba en FOCO2_1 in 2 aba en kan door reflectie hierop nog heel wat bijleren op projectmatig,<br />

technisch-inhoudelijk vlak en op het gebied van anderstalige communicatie.<br />

In dit opleidingsonderdeel komt elke student in aanraking met onderzoek, meer bepaald een<br />

interactieve samenwerking met de onderzoeksgroep Verpakkingstechnologie. De student(e) moet een<br />

probleemstelling analyseren, een onderzoeksvraag opstellen en onderzoeksmethoden<br />

selecteren om zo een aanzet te geven voor het opzetten van onderzoek.<br />

De inhoud van dit opleidingsonderdeel is domeinspecifiek en sluit aan bij de afstudeerrichting<br />

Verpakkingstechnologie en het Verpakkingscentrum. Het draagt bovendien bij tot de algemene<br />

ingenieursvorming, de onderzoekende houding en de communicatieve vaardigheden van de<br />

studenten.<br />

Aanvullende info Onderwijstaal: Nederlands<br />

Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling: verplichte aanwezigheid op alle<br />

evaluatiemomenten (worden bij het begin van het semester aangegeven door de docent).<br />

174


FVMAT1<br />

OO<br />

Code<br />

Verpakkingsmaterialen 1<br />

FVMAT1<br />

Coördinator Mieke Buntinx (BuMi)<br />

Lesgever(s) Lize Jaspers (JaLi), Jens Vandewijngaarden (VaJe)<br />

Opleidingsfase 2ABA<br />

ECTS-punten 4 Tot.: 112u KO: 24u BKV: 12u ZS: 76u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student:<br />

� beschikt over een ruime polyvalente, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij<br />

gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1.7<br />

� beschikt over communicatievaardigheden 3.1, 3.4, 3.5<br />

� beschikt over algemene beroepsattitudes 4.1, 4.2, 4.8, 4.12, 4.13<br />

� kan functioneren in een bedrijfscontext 5.1<br />

� beschikt over elementaire onderzoekscompetenties en kan begeleid projectmatig denken 6.3, 6.4<br />

� kan een verantwoorde keuze maken in materialen al naargelang het te verpakken goed 7.1, 7.2<br />

De student:<br />

� geeft blijk van materiaalspecifieke kennis: eigenschappen, productietechnieken, milieu-aspecten<br />

enz. WC1, AC1, AC2, AWC4, AWC1, 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1.7<br />

� werkt actief en gemotiveerd mee aan de verschillende externe activiteiten zoals bedrijfs- en<br />

beursbezoeken 4.12<br />

� kan op correcte schriftelijke wijze communiceren over de aangeboden leerstof tijdens externe en<br />

interne contactmomenten AC6, 3.1<br />

� kan een synthese samenstellen a.d.h.v. diverse literatuurbronnen AC2, AWC1, 6.3, 6.4<br />

� kan grondstoffen beoordelen in hun toepassing in verpakkingsmaterialen WC1, AC1, AC2, AWC4,<br />

1.1, 1.3<br />

� kan materialen beoordelen in hun toepassing in verpakkingen WC1, AC1, AC2, AWC4, 1.1, 1.3<br />

� kan de milieufunctie van verpakkingsmaterialen/verpakkingen inschatten en kan de economische<br />

impact van deze milieufunctie onderkennen BC7<br />

Inhoud In de verpakkingssector onderscheiden we meerdere belangrijke groepen van materialen. Elk van<br />

deze materialen wordt gekenmerkt door specifieke eigenschappen. De kennis van deze<br />

eigenschappen is één van de belangrijkste elementen om een verantwoorde verpakking te<br />

ontwerpen. De keuze van een welbepaald materiaal voor de verpakking van een bepaald product<br />

berust immers op verschillende factoren zoals de kenmerken van het product, de doelgroep,<br />

distributiekanalen en transportmiddelen, de ecologische invloeden en de veiligheid. De inhoud van dit<br />

opleidingsonderdeel omvat de studie van geselecteerde materialen (glas, papier, hout, vlak- en<br />

golfkarton) op het gebied van:<br />

- grondstof en energie<br />

- technologie<br />

- specifieke eigenschappen<br />

- hergebruik- en recyclagemogelijkheden<br />

- afvalverwerking.<br />

Tijdens diverse bedrijfsbezoeken wordt de theorie geïllustreerd a.d.h.v. praktijkvoorbeelden.<br />

Werkvorm Kennisoverdracht: De kennis en ervaring met betrekking tot de diverse verpakkingsmaterialen van<br />

de lesgevers worden via hoorcolleges gedoceerd.<br />

Kennisverwerking: Onder begeleiding van de lesgevers worden gerichte bedrijfsbezoeken<br />

georganiseerd, waardoor de theorie gedemonstreerd wordt in de praktijk. De studenten dienen ook<br />

opzoekwerk te verrichten naar een belangrijk onderwerp binnen het domein van verpakkingsmaterialen<br />

en hier een schriftelijk verslag over in te dienen.<br />

Studiemateriaal � Elk van de lesgevers heeft zijn eigen cursus samengesteld en is verantwoordelijk voor het continu<br />

updaten van de leerstof met wetenschappelijke artikels en/of actualiteiten.<br />

� Powerpoint slides en diversen worden via Toledo beschikbaar gesteld.<br />

� Er zijn verschillende gespecialiseerde tijdschriften en handboeken i.v.m. verpakkingsproblematiek<br />

beschikbaar in de bibliotheek, en in de bibliotheek van het VerpakkingsCentrum.<br />

175


FVMAT1<br />

OO<br />

Code<br />

Verpakkingsmaterialen 1<br />

FVMAT1<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (80%) en een geschreven verslag (20% PE).<br />

Verplichte aanwezigheid op bedrijfsbezoeken.<br />

2 de examenkans Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (80%), vervangend examen mogelijk voor PE (20%).<br />

Algemene visie Verschillende materialen, zoals o.a. hout, papier, karton en glas kunnen gebruikt worden binnen de<br />

verpakkingswereld. Al deze materialen hebben specifieke eigenschappen. Het is zeer belangrijk voor<br />

een verpakkingsingenieur deze goed te kennen, om zo op basis van verschillende parameters een<br />

verantwoorde materiaalkeuze te maken bij het ontwikkelen van een verpakking.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Voor dit opleidingsonderdeel dient de student kennis te hebben van de diverse functies van<br />

verpakkingen. Hij is zich ook bewust van de diversiteit in verpakkingsmaterialen.<br />

FVMAT1 volgt op: FMAT1 met focus op belangrijke materialen in het verpakkingsdomein.<br />

Het belang van R&D in de materiaalsector wordt in het opleidingsonderdeel FVMAT1 benadrukt en<br />

via bedrijfsbezoeken en gastsprekers uit het werkveld toegelicht.<br />

Deze cursus uit het vakgebied materiaalkunde, wordt frequent geïllustreerd met praktische<br />

toepassingen in het werkveld a.d.h.v. bedrijfsbezoeken en/of met gastsprekers uit het werkveld.<br />

Aanvullende info � Onderwijstaal: Nederlands<br />

� Aanvullend leermateriaal:<br />

- Verantwoorde verpakking, Pleidooi voor een veilige en milieubewuste keuze. Dr F. Lox. ISBN<br />

9 028 90860 9<br />

- Handbook of Pulping and Paper Making, C. J. Biermann, Academic Press, ISBN 978-0-12-<br />

097362-0<br />

- Paper and Paperboard, M. J. Kirwan, Blackwell Publishing, ISBN 978-1-4051-2503-1<br />

- Cartons, crates and corrugated board: handbook of paper and wood packaging technology, D.<br />

Twede, S. E.M. Selke, Destech publicaties, 2005 , ISBN 1-932078-42-8<br />

- Glasverpackung: Profil und Schutz für Produkte (2007), Jürgen Dietz, Uitgever: Hüthig, ISBN:<br />

3-7785-3988-4<br />

- Verpakken van voedingsmiddelen, Dr ir J.M. Kooiman, NUGI 841, Kluwer Technik, ISBN<br />

9055760544<br />

- The Packaging user's handbook, F.A. Paine, ISBN 0 216 92975 X.<br />

176


FFYS2<br />

OO<br />

Code<br />

Fysica 2<br />

FFYS2<br />

Coördinator Stan Wouters (WouSt)<br />

Lesgever(s) Dirk Willem (WiDi) en Els Wieërs (WiEl)<br />

Opleidingsfase 2ABA<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84u KO: 18u BKV: 12u ZS: 49u<br />

Niveau Uitdiepend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 2 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 2 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt<br />

1. over een ruime veelzijdige, wetenschappelijk en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.5,<br />

1.7.<br />

3. over communicatievaardigheden 3.1<br />

4. over algemene beroepsattitudes 4.1, 4.2, 4.3, 4.5.<br />

6. over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.1, 6.7<br />

De student kan tijdens het theoretisch examen:<br />

- de fysische begrippen definiëren en eenheden van deze begrippen benoemen en/of afleiden. Hij kan (verschillen tussen)<br />

begrippen in woorden en met een schets of grafiek uitleggen.WC1, AC1, AC2, 1.1, 1.3<br />

- fysische vergelijkingen afleiden. Hij kan de veronderstellingen en een situatieschets geven. Hij kan in de situatieschets de<br />

grootheden uit de af te leiden formule vermelden. Hij kan de formules of wetten die tijdens de afleiding gebruikt worden<br />

beargumenteren. WC1,AC1, AC2, 1.1, 1.3<br />

- fysische begrippen en vergelijkingen gebruiken om fysische verschijnselen (in praktische toepassingen) te verklaren<br />

WC1,AC1,AC2, AWC1, 1.1,1.3,1.5<br />

- deze informatie zelfstandig, gestructureerd en schriftelijk rapporteren. AC6, BC8, 3.1,4.5<br />

De student kan tijdens het oefeningenexamen<br />

- oefeningen zelfstandig oplossen met de methode van probleemoplossend denken: Hij kan de opgave vertalen naar een<br />

‘gegeven-gevraagde-formules’-structuur. Hij kan op een creatieve manier tot een oplossing komen door het opbouwen van<br />

wetenschappelijke redeneringen, het toepassen van fysische wetten en wiskundige technieken. Hij kan het gevraagde in<br />

formulevorm afzonderen. Hij kan alle redeneringstappen opschrijven; AC1, AC2, AC6, AWC1 ,AWC4, BC8, 1.3, 2.3, 3.1,<br />

4.2, 4.3, 4.5, 6.1, 6.7<br />

Inhoud - Elektromagnetisme<br />

– interferentie<br />

– buiging<br />

– polarisatie<br />

- Kwantummechanica<br />

- Kernfysica<br />

Werkvorm - Kennisoverdracht: Hoorcolleges met multimedia ondersteuning (powerpointpresentaties, applets,<br />

films), demoproeven en voorbeeldoefeningen<br />

- Begeleide kennisverwerking: begeleide oefenzittingen<br />

Studiemateriaal Handboek: Fysica voor ingenieurs, deel 2, 2011, Pearson Custom Publications<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk examen van de theorie (60%) en de oefeningen (40%).<br />

2 de examenkans Idem<br />

177


FFYS2<br />

OO<br />

Code<br />

Fysica 2<br />

FFYS2<br />

Algemene visie Dit opleidingsonderdeel beoogt de studenten een diepgaand inzicht bij te brengen in een aantal<br />

domeinen van de (moderne) fysica. Naast het inhoudelijke aspect stelt het opleidingsonderdeel zich<br />

evenzeer tot doel het exact en kritisch wetenschappelijk denken aan te scherpen. Bovendien biedt dit<br />

opleidingsonderdeel de gelegenheid bij uitstek om probleemoplossend te leren denken, een<br />

vaardigheid die bij industrieel ingenieurs zeker niet mag ontbreken en dit zowel op theoretisch als op<br />

praktisch gebied. De combinatie van inzicht in de theorie en beheersing van wiskundige en<br />

wetenschappelijke oplossingsmethoden is hierbij essentieel.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

De studenten moet een aantal fysische begrippen kennen en begrijpen uit de mechanica en fysica:<br />

� eenheden en grootheden<br />

� vectorrekenen,<br />

� begrip fasor<br />

� kinematische en dynamische grootheden en wetmatigheden<br />

� energie<br />

De studenten moeten een aantal wiskundige begrippen en technieken onder de knie hebben<br />

� goniometrische begrippen en regels<br />

Dit opleidingsonderdeel steunt op mechanica 1 en fysica 1.<br />

Dit opleidingsonderdeel vormt een basis voor kernfysica en toegepaste chemie.<br />

Binnen dit opleidingsonderdeel worden belangrijke onderzoekscompetenties bijgebracht:<br />

probleemstelling formuleren, probleemoplossend werken en kritische reflectie.<br />

Fysica is een van de basiswetenschappen. Er is dus geen directe link met het werkveld. Maar<br />

voldoende kennis en inzicht in de wetmatigheden van de fysica vormt de basis voor de meer<br />

toepassingsgerichte opleidingsonderdelen zoals (toegepaste) chemie, (toegepaste) thermodynamica,<br />

…uit de hogere jaren.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende leermateriaal:<br />

� Cursus op elektronische leeromgeving met extra informatie (applets – presentaties -<br />

internetlinks) die de leerstof illustreert en verduidelijkt<br />

� Serway, R. Jewett, J.W. (2004) Physics for scientists and engineers with modern physics;<br />

Belmont: Brooks/Cole-Thomson<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling:<br />

� Grafische rekenmachine mag enkel gebruikt worden tijdens het examen van de oefeningen<br />

178


FVONT1<br />

OO<br />

Code<br />

Inleiding Ontwerpen<br />

FVONT1<br />

Coördinator Mieke Buntinx (BuMi)<br />

Lesgever(s) Gert Willems (WiGe)<br />

Opleidingsfase 2ABA<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84u KO: BKV: 24u ZS: 60u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student:<br />

� beschikt over een ruime polyvalente, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij<br />

gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.5, 1.6, 1.7<br />

� beschikt over praktische vaardigheden 2.2, 2.3<br />

� beschikt over communicatievaardigheden 3.2<br />

� beschikt over algemene beroepsattitudes 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.10, 4.11<br />

� beschikt over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en<br />

projectmatig handelen 6.5, 6.6, 6.7<br />

� heeft basiskennis in het ontwerpen van verpakkingen 10.1<br />

De student kan:<br />

- redeneren over de grondbeginselen van het ontwerpen WC1, AC1, AC3, AWC1, AC7, 1.1, 1.2,<br />

1.3, 1.5, 1.6, 1.7, 4.1, 4.2, 10.1<br />

- enkele basis brainstormtechnieken gebruiken WC1, AC1, AC4, AC6, AWC2, 1.2, 1.3, 3.2, 4.2,<br />

4.10, 6.7, 10.1<br />

- enkele schetstechnieken toepassen WC1, AC1, AC4, 1.2, 1.3, 3.2, 4.4, 4.10, 6.7, 10.1<br />

- de grafische software Photoshop gebruiken WC1, AC1, AC4, AC6, AWC2, 1.2, 1.3, 2.2, 2.3, 3.2,<br />

4.3, 4.5, 4.11, 6.5, 6.6, 6.7, 10.1<br />

- enkele basishandelingen in de grafische software Illustrator uitvoeren WC1, AC1, AC4, 1.2, 1.3,<br />

2.2, 3.2, 4.3, 10.1<br />

Inhoud De cursus bestaat uit:<br />

- Grondbeginselen van ontwerpen<br />

- Brainstormtechnieken<br />

- Schetstechnieken<br />

- Grafische software: Photoshop en inleiding Illustrator<br />

Werkvorm Kennisverwerking via interactieve werkcolleges en praktische oefeningen.<br />

Oefeningen in zelfstudie.<br />

Studiemateriaal De cursustekst wordt samengesteld door de lesgever en via Toledo ter beschikking gesteld.<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Permanente evaluatie (100%) met verplichte aanwezigheid op alle evaluatiemomenten.<br />

2 de examenkans Geen herkansing mogelijk.<br />

Algemene visie Verpakking is uitgegroeid tot een uitermate effectief marketinginstrument dat consumenten dient te<br />

motiveren tot aankoopgedrag, zonder aan functionele aspecten (bescherming, bewaring, transport,…)<br />

in te boeten. Een succesvolle verpakking bundelt rationele strategieën met creatieve inzichten.<br />

Research en analyse worden omgezet in een visueel aantrekkelijk design.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

FVONT1 steunt op de kennis verworven in FGON1 (Grafisch Ontwerpen/CAD 1).<br />

De student dient bovendien te beschikken over een creatieve ingesteldheid.<br />

FVONT1 is een specifiek vervolg op Grafisch Ontwerpen/CAD 1 in 1 aba.<br />

FVONT1 is basis voor: Ontwerpen van Verpakkingen in 3 aba en Design & Marketing in master VT.<br />

Niet rechtstreeks.<br />

179


FVONT1<br />

OO<br />

Code<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Inleiding Ontwerpen<br />

FVONT1<br />

De cursus is opgesteld met input en voorbeelden uit het werkveld. Vermits het hier om een<br />

basiscursus gaat, met aanbrengen van basisvaardigheden uit het vakgebied van ontwerpen, is er<br />

verder geen directe relatie met het werkveld.<br />

Aanvullende info � Onderwijstaal: Nederlands<br />

� Aanvullend leermateriaal en bronnen voor de cursus:<br />

- Basiscursus Photoshop CS4, F. Fouchier, Academic Service, ISBN 978 90 12 58107 3<br />

- 50 trade secrets of great packaging design, Stafford Cliff<br />

- What is packaging design? Giles Calvier<br />

- The fundamentals of graphic design. Gavin Ambrose, Paul Harris<br />

- Package design workbook. Steven Dupuis, John Silva<br />

- Really good packaging explained : Top design professionals critique 300 package designs<br />

and explain what makes them work. Rob Wallace, Brownen Edwards, Marianne Klimchuk en<br />

Sharon Warner.<br />

180


FLOG1<br />

OO<br />

Code<br />

Inleiding Logistiek<br />

FLOG1<br />

Coördinator Mieke Buntinx (BuMi)<br />

Lesgever(s) Dave Hendriks (HeDa) (gastdocent)<br />

Opleidingsfase 2ABA<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84u KO: 24u BKV: ZS: 60u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student:<br />

� beschikt over een ruime polyvalente, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij<br />

gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.5, 1.7<br />

� beschikt over praktische vaardigheden 2.2<br />

� beschikt over communicatievaardigheden 3.1, 3.4<br />

� beschikt over algemene beroepsattitudes 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.8, 4.13<br />

� kan functioneren in een bedrijfscontext 5.1, 5.2<br />

� heeft basiskennis van de bedrijfseconomische aspecten waardoor hij/zij in een logistieke<br />

bedrijfsomgeving kan functioneren 8<br />

De student kan:<br />

� theoretische stellingen toelichten inzake:<br />

- algemene logistieke concepten WC1, AC6, 1.1, 3.1, 3.4<br />

- procesorganisatie en –management AWC1, AC6, WC1, 1.5, 3.1, 3.4, 5.1, 5.2<br />

- inkooplogistiek AC6, 3.1, 3.4<br />

- productielogistiek AC6, 3.1, 3.4<br />

- distributielogistiek AC6, 3.1, 3.4<br />

- retourlogistiek AWC1, WC1, AC6, AWC4, BC7, BC11, 1.5, 1.7, 3.1, 3.4, 4.2, 4.8, 4.13<br />

- ketenlogistiek AWC1, WC1, AC6, AWC4, BC7, BC11, 1.5, 1.7, 3.1, 3.4, 4.2, 4.8, 4.13<br />

- bestuurssystemen AWC1, AC6, 1.5, 3.1, 3.4<br />

� praktische vragen oplossen inzake:<br />

- het effect van logistieke beslissingen op de ROI van de onderneming WC1, AC1, AC2, AWC4,<br />

AC7, BC8, WC1, 1.2, 1.3, 2.2, 4.3, 4.4, 4.5, 5.1, 5.2<br />

- inkooplogistiek WC1, AC1, AC2, AWC4, AC7, BC8, 1.2, 1.3, 2.2, 4.3, 4.4, 4.5<br />

- productielogistiek WC1, AC1, AC2, AWC4, AC7, BC8, 1.2, 1.3, 2.2, 4.3, 4.4, 4.5<br />

- distributielogistiek WC1, AC1, AC2, AWC4, AC7, BC8, 1.2, 1.3, 2.2, 4.3, 4.4, 4.5<br />

- ketenlogistiek WC1, AC1, AC2, AWC4, AC7, BC8, 1.2, 1.3, 2.2, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5<br />

Inhoud De cursus bestaat uit 10 hoofdstukken:<br />

- H1 Algemene inleiding<br />

- H2 Logistieke concepten<br />

- H3 Procesorganisatie en –management<br />

- H4 ROI<br />

- H5 KOOP<br />

- H6 Inkooplogistiek<br />

- H7 Productielogistiek<br />

- H8 Distributielogistiek<br />

- H9 Retourlogistiek<br />

- H10 Ketenlogistiek<br />

Werkvorm Kennisoverdracht via hoorcolleges<br />

Oefeningen in zelfstudie<br />

Studiemateriaal De cursustekst en powerpointpresentaties worden samengesteld door de gastdocent en via Toledo ter<br />

beschikking gesteld.<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk examen (100%) (max. 4 uren). Rekenmachine toegelaten.<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen (100%) (max. 4 uren). Rekenmachine toegelaten.<br />

181


FLOG1<br />

OO<br />

Code<br />

Inleiding Logistiek<br />

FLOG1<br />

Algemene visie Logistiek behelst het efficiënt en effectief op elkaar afstemmen van de goederen-, informatie en<br />

financiële stromen door de onderneming. Dit opleidingsonderdeel is gericht op één ieder die direct of<br />

indirect verantwoordelijkheid draagt of zal gaan dragen in de beheersing van één der vermelde<br />

stromen.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

De student dient te beschikken over een gezond analytisch vermogen en een zekere rekenkundige<br />

vaardigheid.<br />

FLOG1 is basis voor: FLOG2 in 3 aba VT en FLOG3 in master VT.<br />

Het belang van onderzoek en innovatie in de logistieke sector wordt in het opleidingsonderdeel<br />

FLOG1 benadrukt.<br />

De cursus is opgesteld met input en feedback van het werkveld. Vermits het hier om een basiscursus<br />

gaat, met aanbrengen van basiskennis en basisvaardigheden uit het vakgebied van de logistiek, is er<br />

verder geen directe relatie met het werkveld.<br />

Aanvullende info � Onderwijstaal: Nederlands<br />

� Aanvullend leermateriaal:<br />

- Logistiek een bedrijfskundige benadering, Marco Oteman, 2004, Coutinho uitgeverij<br />

- Inleiding logistiek, Wout Verwoerd, 2006, Boom Onderwijs<br />

- Logistiek, Walther Ploos van Amstel, 2008, Pearson Education<br />

- Werken met logistiek, Visser en Van Goor, 2004, Wolters-Noordhoff<br />

- Marketing de essentie, Philip Kotler, 2006, Pearson Education<br />

- Werken met distributielogistiek, Van Goor, 2005, Wolters-Noordhoff<br />

- Toyota, Supply Chain Management, Iyer, 2009, McGrawHill<br />

182


FFLUI<br />

OO<br />

Code<br />

Fluïdomechanica<br />

FFLUI<br />

Coördinator Michaël Daenen (DaMi)<br />

Lesgever(s) Brecht Baeten (BaBr)<br />

Opleidingsfase 2ABA<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84u KO: 12u BKV: O 8u en L 6u ZS: 58u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt<br />

1. over een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3,<br />

1.4, 1.5<br />

2. over praktische vaardigheden 2.1, 2.2, 2.3<br />

3. over communicatieve vaardigheden 3.1, 3.2<br />

4. over algemene beroepsattitudes 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6<br />

6. over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.1, 6.7<br />

De student:<br />

Kan begrippen en grootheden als: stroomlijn en stroombaan, convectieve en lokale versnelling,<br />

laminaire en turbulente stroming, grenslaag, definiëren en verklaren. AC2<br />

Kan de vergelijkingen van Bernoulli en van Euler formuleren, de betekenis ervan uitleggen en<br />

kunnen toepassen in een concrete situatie. De energiehoogten grafisch kunnen weergeven. AC2<br />

Kan het verband tussen de rotatie van een stroming en de viscositeit aangeven en uitleggen. AC2<br />

Kan de betekenis van het getal van Reynolds uitleggen en toelichten met enkele voorbeelden.<br />

AWC1<br />

Kan de voornaamste eigenschappen en toepassingen van de potentiaalstroming opsommen en<br />

uitleggen. AC2<br />

Kan elke belangrijke stap in het redeneerproces bij het afleiden van de behoudswetten aangeven<br />

en verantwoorden. AWC1<br />

Kan de stroming rond een voorwerp (externe stroming) beschrijven en de bijbehorende krachten<br />

berekenen. AC2<br />

Kan de interne stroming in leidingen beschrijven en de ladingsverliezen berekenen. AWC1<br />

Kan uitleggen hoe een netwerk van leidingen kan berekend worden. AWC1<br />

Kan analoge oefeningen, als deze in de les en oefenzitting behandeld, met behulp van een<br />

formuleblad oplossen. AWC1/BC2<br />

Inhoud Hoofdstuk 1 : Basisbegrippen uit de Fluïdomechanica<br />

Hoofdstuk 2 : Ideale stroming<br />

Hoofdstuk 3 : Dimensie analyse en gelijkvormigheid<br />

Hoofdstuk 4 : Reële stroming<br />

Hoofdstuk 5 : Stroming in leidingen en kanalen<br />

Hoofdstuk 6 : Stroming rond voorwerpen<br />

Hoofdstuk 7 : Netwerken<br />

Werkvorm Hoorcollege, oefenzitting en labozitting<br />

Studiemateriaal “Fluïdomechanica”, “Fluïdomechanica: oefeningen” door ir. A. Goyvaerts<br />

“Fluïdomechanica: practicum” door ing. E. Campo en ir. A. Goyvaerts<br />

Cursus Fluïdomechanica bij de cursusdienst<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Theorie : Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (40%)<br />

Oefeningen : Schriftelijk examen (40%)<br />

De evaluatie van het aanleren van praktische en sociale vaardigheden gebeurt permanent, aan de<br />

hand van laboratoriumverslagen en een evaluatietest (20%)<br />

2 de examenkans Theorie : Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding<br />

Oefeningen : Schriftelijk examen<br />

Voor de labo’s is er geen tweede examenkans. De punten van de eerste examenkans blijven<br />

behouden, overdracht van labcijfer naar volgend academiejaar is mogelijk als 10/20 behaald werd.<br />

183


FFLUI<br />

OO<br />

Code<br />

Fluïdomechanica<br />

FFLUI<br />

Algemene visie De ingenieur wordt dagelijks geconfronteerd met materie in beweging. De studie van stroming van<br />

fluïda behoort tot de basiskennis. De student leert hoe de waarnemingen omgezet worden in wetten.<br />

De student verwerft voldoende inzicht en vaardigheid om de belangrijkste wiskundige en fysische<br />

begrippen zelfstandig aan te wenden in de stromingsleer.<br />

De studenten leren in de oefenzittingen hoe de theorie zelfstandig toe te passen om<br />

stromingsproblemen op te lossen.<br />

In het laboratorium gebeurt het aanleren van praktische vaardigheden en van sociale vaardigheden<br />

door werken en overleggen in kleine groepjes.<br />

De studie van de Fluïdomechanica staat in nauw verband met de:<br />

− kennis van toegepaste mechanica, thermodynamica, fysica en werktuigkunde.<br />

− kennis en toepassing van systemen voor energiebeheersing, omvorming, distributie en aanwending<br />

van energie.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

De Fluïdomechanica maakt uitvoerig gebruik van de wiskunde om op een wetenschappelijk<br />

gefundeerde manier de modellen op te bouwen die het gedrag van een stromend fluïdum beschrijven.<br />

Hiervoor is een goede kennis van algebra, vectorrekening, integraal- en differentiaalrekening<br />

noodzakelijk. Tevens wordt verondersteld dat de student een stevige basis heeft vanuit de fysica, de<br />

thermodynamica en de mechanica.<br />

De fluïdomechanica situeert zich binnen het gebied van de basisopleiding van de ingenieur. Geen<br />

enkele ingenieur kan een volwaardige opleiding gevolgd hebben zonder een minimum kennis van<br />

stromende fluïda.<br />

Het opleidingsonderdeel “fluïdomechanica” stelt resultaten van onderzoek voor zonder expliciet te<br />

verwijzen naar de onderzoeker of het onderzoek zelf. De studenten voeren onderzoeksgerelateerde<br />

opdrachten uit in het labo.<br />

De Fluïdomechanica wordt bijzonder veel gebruikt bij eindwerken. Studenten worden dikwijls<br />

geconfronteerd met situaties waarbij ze drukverliezen in leidingen moeten bepalen, pompen of<br />

ventilatoren op een verantwoorde manier moeten kiezen.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Overdracht van labcijfer naar volgend academiejaar is mogelijk indien minimum 10/20 behaald werd.<br />

184


FTHE1<br />

OO<br />

Code<br />

Thermodynamica 1<br />

FTHE1<br />

Coördinator Wim Deferme (DeWi)<br />

Lesgever(s) Wim Deferme (DeWi); Dirk Willem (WiDi); Andre Goyvaerts (GoAn); Stan Wouters (WouSt)<br />

Opleidingsfase 2ABA<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84u KO: 12u BKV: O 8u en L 6u ZS: 58u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt<br />

1. over een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan<br />

toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4<br />

2. over praktische vaardigheden.2.1, 2.3<br />

De student:<br />

� Toestandsgrootheden als inwendige energie, enthalpie, entropie definiëren, gebruiken. AC2<br />

� De eerste en de tweede hoofdwet van de thermodynamica formuleren en toelichten aan de<br />

hand van een voorbeeld. AC2<br />

� Evenwichtige toestandsveranderingen en kringprocessen aan de hand van een diagram<br />

uitleggen en berekenen. AC2<br />

� Het verschil tussen volume- en technische arbeid formuleren, berekenen + voorstellen. AC2<br />

� Een Rankine cyclus berekenen en stoomtabellen en h-s diagram gebruiken om oefeningen<br />

in verband met enthalpie en entropie op te lossen. AWC1<br />

� Arbeid en warmtewisseling bij evenwichtige toestandsveranderingen grafisch voorstellen in<br />

een p-V diagram en een T-s diagram berekenen. AC2<br />

� De energiebalans van een kringproces opstellen. AC2<br />

� De begrippen exergie en anergie definiëren en toepassen. AC2<br />

� Een ideale zuigercompressor berekenen. AC2<br />

� Het proces in een ideale stoomturbine en gasturbine beschrijven en berekenen. AC2<br />

� Toestandsveranderingen van vochtige lucht beschrijven en berekenen. AC2<br />

� Met behulp van een formuleblad een gelijkaardig probleem, dat in de les of oefenzitting is<br />

besproken, oplossen. AWC4<br />

Inhoud 1. Basisbegrippen: arbeid, warmte, inwendige energie, p-v, t-v en p-t diagram<br />

2. Eerste hoofdwet: voor gesloten systemen, ideaal gas, reëel gas, mengsels. Voor open systemen.<br />

enthalpie<br />

3. Omkeerbare en niet-omkeerbare toestandsveranderingen<br />

4. Tweede hoofdwet: voor gesloten systemen, voor open systemen, entropie<br />

5. Combinatie van de 2 hoofdwetten:<br />

- basis-kringprocessen: Carnot, Otto, Diesel, Joule, Rankine<br />

- koelcyclus, exergie, anergie, Sankey-diagram, stationaire stroming, warmteoverdraht,<br />

stroming met wrijving, technische arbeid, vochtige lucht<br />

6. Diagrammen: T-s, h-s, log p-h<br />

7. Toepassingen: zuigercompressor, stoomcentrale, gasturbine, luchtbehandeling, warmtepomp,<br />

warmtewisselaar, evenwicht 1-fase systemen<br />

Labo<br />

1. Meten van mechanische en thermodynamische grootheden<br />

2. De Stirling motor<br />

3. Indicatordiagram van een persluchtcompressor<br />

4. Metingen en berekeningen aan een koelgroep en warmtepomp<br />

Werkvorm Mix van hoorcolleges, oefenzittingen en labo’s.<br />

Studiemateriaal Eigen cursusteksten.<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Theorie: mondeling met schriftelijke voorbereiding, Oefeningen: schriftelijk, Labo: permanente<br />

evaluatie<br />

2 de examenkans Theorie: mondeling met schriftelijke voorbereiding, Oefeningen: schriftelijk, Labo: geen tweede<br />

examenkans mogelijk. De punten van de eerste examenkans blijven behouden, overdracht van<br />

185


FTHE1<br />

OO<br />

Code<br />

Thermodynamica 1<br />

FTHE1<br />

labcijfer naar volgend academiejaar is mogelijk als 10/20 behaald werd.<br />

Algemene visie De thermodynamica bestudeert de toestandsveranderingen die systemen kunnen ondergaan door<br />

energieoverdracht. We leven in een periode waarin energie stilaan een kostbaar goed wordt. Van de<br />

vele energievormen waarover we beschikken, gebruiken we hoofdzakelijk de fossiele brandstoffen.<br />

Meer en meer zijn we ons bewust van de eindigheid van deze energievoorraden. Om deze in<br />

industriële processen op een verantwoorde manier te kunnen gebruiken is het noodzakelijk een<br />

degelijke basiskennis te bezitten van de wetten die de energietransformaties beheersen.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

De student verwerft voldoende inzicht en vaardigheid om de belangrijkste wiskundige en fysische<br />

begrippen zelfstandig aan te wenden in de thermodynamica waarvan de toepassing tot de taak van<br />

een industrieel ingenieur behoort.<br />

De studenten leren in de oefenzittingen hoe de theorie zelfstandig toe te passen om<br />

energietransformatie problemen op te lossen.<br />

In het laboratorium gebeurt het aanleren van praktische vaardigheden en van sociale<br />

vaardigheden door werken en overleggen in kleine groepjes.<br />

De studie van de Thermodynamica staat in nauw verband met de:<br />

− kennis van toegepaste mechanica, fysica, fluïdomechanica en werktuigkunde.<br />

− kennis en toepassing van systemen voor energiebeheersing, omvorming, distributie<br />

en aanwending van energie.<br />

Er is in feite nauwelijks basiskennis vereist. De cursus begint vanaf nul maar het tempo ligt<br />

behoorlijk hoog.<br />

De thermodynamica situeert zich binnen het gebied van de basisopleiding van de ingenieur. Geen<br />

enkele ingenieur kan een volwaardige opleiding gevolgd hebben zonder een minimum aan kennis van<br />

energietransformatie problemen.<br />

Het vak stelt resultaten van onderzoek voor zonder expliciet te verwijzen naar de onderzoeker of het<br />

onderzoek zelf.<br />

De student zal in het werkveld regelmatig gebruik maken van de basiskennis die tijdens de<br />

ingenieursopleiding wordt aangeboden.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling:<br />

- De evaluatie van de theoretische competentie gebeurt in een mondeling examen met<br />

schriftelijke voorbereiding, gewichtsfactor 12/30<br />

- De evaluatie van het zelfstandig kunnen oplossen van thermodynamische problemen<br />

gebeurt in een schriftelijk examen, gewichtsfactor 12/30<br />

- De evaluatie van het aanleren van praktische en sociale vaardigheden gebeurt permanent,<br />

aan de hand van laboratoriumverslagen en een evaluatietest, gewichtsfactor 6/30<br />

- Overdracht van labcijfer naar volgend academiejaar is mogelijk indien minimum 10/20<br />

behaald werd.<br />

186


FOCO2<br />

OO<br />

Code<br />

Onderzoek en communicatie 2<br />

FOCO2<br />

Coördinator Nadia Lepot (LeNa)<br />

Lesgever(s) Johan Baeten (BaJo)<br />

Opleidingsfase 2ABA<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84 KO: 6 BKV: 18 ZS: 60<br />

Niveau Uitdiepend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt over<br />

1. een ruime, veelzijdige wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.7;<br />

3. communicatievaardigheden 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6;<br />

4. algemene beroepsattitudes 4.1, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6, 4.7, 4.11, 4.12;<br />

6. elementaire onderzoekscompetenties en onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.1, 6.3, 6.4, 6.5, 6.7.<br />

De student:<br />

- heeft inzicht in de sleutelaspecten van onderzoeksmethodiek en kent de basisprincipes van projectmatig werken WC1, 1.1,<br />

1.2, 1.7;<br />

- plaatst een probleemstelling in het juiste kader, formuleert een correcte onderzoeksvraag, met hieraan gekoppeld de juiste<br />

doelstellingen en selecteert de gepaste onderzoeksmethodieken voor het opzetten van onderzoek AC1, AC2, AWC1, AWC4,<br />

6.1, 6.3, 6.4, 6.5 ;<br />

- kan in teamverband werken (duidelijke taakverdeling; efficiënt vergaderen; conflicthantering.), AC5, BC1, BC5, 4.6, 4.7, 4.12;<br />

- kan kritisch reflecteren over eigen werk en/of onderzoek, is zich bewust van de onzekerheden en grenzen van kennis en geeft<br />

blijk van een ingesteldheid tot levenslang leren, AC7, AC2, AWC1, 4.1, 4.3 , 4.4, 4.5, 4.11, 6.7;<br />

- is communicatievaardig AC6, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6;<br />

- begrijpt Nederlandstalige en anderstalige (Frans en Engels) tekst- en luisterfragmenten van algemene en/of technische aard<br />

en kan hiervan de globale inhoud weergeven. AC6, 3.3, 3.5<br />

- communiceert en rapporteert adequaat, mondeling en schriftelijk, in het Nederlands, Frans en Engels over algemene en<br />

technische onderwerpen. AC6, 3.6, 3.4<br />

- toont interesse en respect voor andere culturen, staat open voor andere standpunten en meningen en houdt hier in zijn<br />

communicatie rekening mee. AC6, 3.2, 3.3, 3.4<br />

Inhoud Dit opleidingsonderdeel bouwt voort op FOCO1 in 1 ABA.<br />

1) Projectwerk rond onderzoeksmethodiek met ondersteunende sessies:<br />

- Wetenschappelijk onderzoek: definitie, vormen, bronnen, fasen<br />

- Probleemstelling, doelstelling, onderzoeksvraag<br />

- Conceptueel ontwerp en uitvoering, inleiding time- en projectmanagement<br />

- Rapportering<br />

Het projectverslag omvat een kritische analyse van een project uit 1 ABA binnen het juiste<br />

onderzoekskader. Het projectverslag dient een toepasselijke onderzoeksvraag naar voor te schuiven<br />

met een mogelijke selectie van de bijbehorende onderzoeksmethodiek. Daarnaast omvat het verslag<br />

een hoofdstuk dat een lopend onderzoek binnen één van de onderzoeksgroepen duidt naar<br />

onderzoeksvraag en gekozen methodiek.<br />

2) Praktische communicatieve opdrachten Frans en Engels:<br />

weloverwogen mix van algemene en meer technisch gerichte luister-, spreek-, lees- en<br />

schrijfopdrachten aansluitend op concrete leef- en leerwereld van de studenten en hun<br />

toekomstige beroepspraktijk.<br />

Werkvorm Projectwerk in groep met ondersteuning door hoorcolleges, gastseminarie en rondleiding (1/3 van de<br />

studielast).<br />

Praktijkgerichte opdrachten in de vier essentiële communicatieve vaardigheden: luisteren, spreken,<br />

lezen en schrijven (2/3 van de studielast).Individuele oefeningen, oefeningen per twee en oefeningen<br />

in groep.<br />

Studiemateriaal Up-to-date cursusmateriaal rond Onderzoeksmethodiek, Projectmatig werken en Taal, aangevuld met<br />

werken uit de literatuur (Toledo).<br />

Examenvorm Permanente evaluatie<br />

1 ste examenkans 100% permanente evaluatie. Beoordeling op basis van het verslag van het projectwerk (1/3 van de<br />

punten) en van een representatief aantal taalopdrachten (2/3 van de punten). Verplichte<br />

aanwezigheid tijdens alle evaluatiemomenten (worden tijdig bekendgemaakt door de betrokken<br />

docent(en)). Ongewettigde afwezigheid op één of meerdere evaluatiemomenten leidt onherroepelijk<br />

tot ND (= niet deelgenomen), waardoor de student pas het volgende academiejaar kan slagen voor dit<br />

opleidingsonderdeel.<br />

2 de examenkans Geen tweede examenkans mogelijk.<br />

187


FOCO2<br />

OO<br />

Code<br />

Onderzoek en communicatie 2<br />

FOCO2<br />

Algemene visie Dit opleidingsonderdeel is niet specifiek vakdomein gebonden maar draagt bij tot de algemene<br />

ingenieursvorming van de student(e). Het deel onderzoeksmethodiek reikt de student(e) het<br />

onderzoekskader aan waardoor hij/zij in staat moet zijn om de verschillende onderzoeksmethodieken<br />

die in andere opleidingsonderdelen aan bod komen, beter te plaatsen. Dit zal bijdragen in de vorming<br />

van zijn onderzoekende houding en hem/haar beter wapenen voor de nog te komen opdrachten.<br />

Verder wordt er van een industrieel ingenieur niet alleen verwacht dat hij technisch-inhoudelijk<br />

onderlegd is, maar ook dat hij zijn specifieke expertise op een efficiënte, duidelijke en correcte manier<br />

kan communiceren, zowel met specialisten als met niet-specialisten. Aangezien heel wat<br />

communicatie in onze hedendaagse internationale wereld anderstalig is, is behalve een goede<br />

beheersing van het Nederlands, ook een actieve kennis en beheersing van vreemde talen – met<br />

name Engels en Frans – een belangrijk pluspunt.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

De student heeft de competenties zoals beschreven in het opleidingsonderdeel FOCO1 onder de<br />

knie.<br />

Onderzoek en communicatie is een belangrijke component binnen de ingenieursopleiding. Dit<br />

opleidingsonderdeel geeft het kader waarbinnen de verschillende onderzoeksmethodieken die in de<br />

afzonderlijke vakken worden aangereikt, geplaatst moeten worden. In het bijzonder wordt concreet<br />

verwezen naar methodieken als statistiek, ‘Design of Experiment’ en modelvorming en het analyseren<br />

van gegevens. Bovendien worden de communicatieve vaardigheden in Engels en Frans verder<br />

aangescherpt. Onderzoek en communicatie vormt verder een belangrijke link naar de Bachelorproef<br />

in 3 ABA, de Masterproef (of elk projectmatig vak) en internationale toegepaste communicatie 1 en 2<br />

in 3aba en master. Voor de plaatsing van het vak is bewust gekozen voor 2 ABA. De student(e) heeft<br />

op dit ogenblik reeds een ruimer projectwerk uitgevoerd en een basis aan communicatieve<br />

vaardigheden in Engels en Frans verworven in het opleidingsonderdeel FOCO1 in 1ABA en kan door<br />

reflectie hierop nog heel wat bijleren op projectmatig, technisch-inhoudelijk vlak en op het gebied van<br />

anderstalige communicatie in FOCO2.<br />

Wat de te verwachte eindcompetenties Engels en Frans betreft, wordt er een onderscheid gemaakt<br />

tussen de verschillende talen. Met betrekking tot het Europees Referentiekader voor Talen (CEFR<br />

2001) wordt voor Engels niveau B1 (halfgevorderden) en voor Frans niveau A2 (beginners+) als een<br />

minimum vooropgesteld en wordt er zo veel mogelijk gestreefd naar een niveau hoger (d.w.z. B2<br />

(gevorderden) voor Engels, B1 (halfgevorderden) voor Frans).<br />

In dit opleidingsonderdeel komt elke student in aanraking met onderzoek, meer bepaald een eerste<br />

kennismaking met de diverse onderzoeksgroepen. De student(e) moet een probleemstelling<br />

analyseren, een onderzoeksvraag opstellen en onderzoeksmethoden selecteren om zo een<br />

aanzet te geven voor het opzetten van onderzoek.<br />

De inhoud van dit opleidingsonderdeel is disciplineoverschrijdend en draagt bij tot de algemene<br />

ingenieursvorming, de onderzoekende houding en de communicatieve vaardigheden van de<br />

studenten.<br />

Aanvullende info Onderwijstaal: Nederlands<br />

Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling: verplichte aanwezigheid op alle<br />

evaluatiemomenten (worden bij het begin van het semester aangegeven door de docent).<br />

188


FSTER1<br />

dOO<br />

Code<br />

Sterkteleer 1<br />

FSTER1<br />

Coördinator Pieter Schevenels (SchPi)<br />

Lesgever(s) Pieter Schevenels (SchPi), Kris Henrioulle (HeKr), Sofie Knoops (KnSo)<br />

Opleidingsfase 2ABA<br />

ECTS-punten 4 Tot.: 112u KO: 18u BKV: 24u ZS: 70 u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt<br />

1. over een ruime veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan<br />

toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.7<br />

3. over communicatievaardigheden 3.1<br />

4. over algemene beroepsattitudes 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.8<br />

6. over elementaire onderzoekscompetenties, kan onder begeleiding probleemgericht en<br />

projectmatig handelen 6.1, 6.4, 6.5, 6.7<br />

De student moet tijdens het schriftelijk examen over de theorie zelfstandig een aantal basisbegrippen<br />

uit de cursus kunnen afleiden en uitleggen. (1.1, 1.2, 1.7, 3.1, 4.2, WC1, AC1, AC6, AWC4)<br />

De student moet tijdens het schriftelijk examen over de oefeningen zelfstandig de opgave vertalen<br />

naar een model, (1.3, 1.5, 4.2, 4.4, 6.1, 6.4, 6.5, 6.7, AC1, AC2, AC7, AWC4, AWC1) hij/zij moet tot<br />

een oplossing komen door het opbouwen van wetenschappelijke redeneringen, het toepassen van<br />

wetten van de sterkteleer en wiskundige technieken, (1.2, 4.3, 4.5, 4.8, WC1, AC1, AWC4, BC8,<br />

BC7) hij/zij moet de resultaten toetsen en kritisch beoordelen. (1.4, 3.1, AWC1, AC6)<br />

Inhoud - Externe en interne krachtswerking – het evenwicht<br />

- Snedekrachten<br />

- Normaalspanningen ten gevolge van normaalkracht<br />

- Normaalspanningen ten gevolge van buiging<br />

- Samengestelde buiging<br />

- Schuifspanningen ten gevolge van torsie<br />

- Schuifspanningen ten gevolge van dwarskracht<br />

- Samenstellen van spanningen<br />

- Verplaatsingen in balksystemen<br />

Werkvorm Tijdens de kennisoverdracht (in grote groep) wordt de theorie aangebracht en geïllustreerd met<br />

modeloefeningen.<br />

Tijdens de begeleide kennisverwerking (in kleine groep) moet de student zelfstandig de theorie<br />

toepassen in oefeningen.<br />

Studiemateriaal Cursus Sterkteleer K. Henrioulle en P. Schevenels<br />

Oefeningenbundel Sterkteleer K. Henrioulle en W. Ceulemans<br />

Aanvullend leermiddel : Hibbeler RC Sterkteleer Tweede Editie (2007)<br />

Elektronisch leerplatform met aanvullende informatie<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk examen van de theorie (25%) en oefeningen (75%), beide gesloten boek waarbij de<br />

studenten mogen gebruik maken van een formularium.<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen van de theorie (25%) en oefeningen (75%), beide gesloten boek waarbij de<br />

studenten mogen gebruik maken van een formularium.<br />

189


FSTER1<br />

dOO<br />

Code<br />

Sterkteleer 1<br />

FSTER1<br />

Algemene visie De mechanica laat toe om de belasting (krachten en momenten) en reactiekrachten en –momenten<br />

die op een constructie inwerken te bepalen. De sterkteleer maakt gebruik van deze informatie om de<br />

sterkte en stijfheid van bestaande constructies te controleren en om een constructie zodanig te<br />

ontwerpen dat ze aan de gevraagde sterkte en stijfheid voldoet in een ontwerpberekening. Een<br />

belangrijke stap daarin is het vertalen van een werkelijk probleem in een model dat met de<br />

basisformules van de sterkteleer kan berekend worden.<br />

Deze inleidende cursus sterkteleer is een basisvak voor alle ingenieursdisciplines. In elke industriële<br />

sector wordt de ingenieur geconfronteerd met gebouwen, machines of producten waar de elementaire<br />

sterkteberekeningen van toepassing zijn.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Dit opleidingsonderdeel veronderstelt een elementaire kennis van vectorrekenen, functies, afgeleiden<br />

en integralen, oplossen van stelsels van vergelijkingen. De student is vertrouwd met de treksterkte<br />

van materialen en het materiaalgedrag. De student beheerst de basisbegrippen van de mechanica<br />

(Kracht, moment, vermogen).<br />

De inhoud van dit opleidingsonderdeel is noodzakelijk voor de opleidingsonderdelen sterkteleer in het<br />

verdere curriculum.<br />

Het opleidingsonderdeel maakt gebruik van de opgedane kennis in de vakken Analyse, Fysica 1,<br />

Materiaalkunde 1 en Mechanica 1.<br />

De cursus verwijst naar resultaten van onderzoek en verwijst naar voorbeelden uitgevoerd in het<br />

kader van dienstverlening.<br />

Speciale aandacht gaat naar het opstellen van een model voor een reëel probleem.<br />

De ingenieur gebruikt de basiskennis uit de sterkteleer bij het ontwerp en beoordeling van elke<br />

mechanische en bouwkundige constructie. Zonder gedetailleerde berekeningen te maken kan de<br />

ingenieur toch aangeven waar zwakke plekken in een constructie kunnen optreden.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

190


FVORM1<br />

dOO<br />

Code<br />

Vormgevingstechnieken 1<br />

FVORM1<br />

Coördinator Jos Theunissen (ThJo)<br />

Lesgever(s) Jos Theunissen (ThJo) – Tim Clukers (ClTi)<br />

Opleidingsfase 2 ABA<br />

ECTS-punten 2 Tot.: 56 u KO: 12 u BKV: 2 u ZS: 42 u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student beschikt<br />

1. over ruime veelzijdige, wetenschappelijk en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1,1.2,1.3,1.7<br />

2. over het vermogen om technische literatuur te ontleden en te gebruiken 3.8<br />

3. over algemene beroepsattitudes 4.2, 4.5,4.7<br />

De student:<br />

- Een productiesysteem schematisch weergeven aan de hand van een tekening en hier alle<br />

aspecten van kunnen uitleggen AC2<br />

- De opbouw en de structuur van materialen beschrijven. AC2<br />

- De vervaardigingstechnieken bespreken en conclusies trekken naar toepassingsgebied, voor- en<br />

nadelen. AC2<br />

- De vormgevingstechnieken van kunststoffen bespreken. AC2<br />

- Een verantwoorde keuze maken van het vervaardigingsprocéde. AWC4<br />

Inhoud - Grondslagen van de productie en vervaardigingstechniek<br />

- Opbouw en structuur materialen<br />

- Indeling vormgevingstechnieken<br />

- Vormgeving van kunststoffen<br />

- Keuze van vervaardigingsprocéde<br />

Werkvorm hoorcollege<br />

Studiemateriaal Handboek: Prof. Dr. Ing. Hans-Jurgen Warnecke “ Inleiding in de productietechnieken”<br />

ISBN 90-395-0578-0<br />

Diversen: tijdens de hoorcolleges worden er voorbeelden uit de praktijk gepresenteerd, alsook worden<br />

er schaalmodellen en allerlei onderdelen van machines getoond.<br />

Een demolabo per groep is in het programma opgenomen – dit met verplichte aanwezigheid.<br />

Diverse video’s in verband met productietechnieken worden getoond tijdens de hoorcolleges om het<br />

geheel te verduidelijken.<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Schriftelijk examen<br />

2 de examenkans Schriftelijk examen<br />

191


FVORM1<br />

dOO<br />

Code<br />

Vormgevingstechnieken 1<br />

FVORM1<br />

Algemene visie Een technische tekening moet productierijp gemaakt worden om vervolgens gerealiseerd te worden.<br />

De studenten krijgen een beknopt overzicht van productietechnieken. Dit als basis voor verdere studie<br />

en beroep.<br />

De productietechniek heeft als doel: het vervaardigen van discrete producten met van te voren<br />

vastgestelde eigenschappen door gebruikmaking van één of meer verschillende productiemiddelen.<br />

De student verwerft voldoende inzicht en vaardigheden en competenties om basisopdrachten uit de<br />

praktijk zelfstandig uit te voeren.<br />

Kennis van productietechnieken aanbrengen als polyvalente voorbereiding op het werkveld van de<br />

ingenieur.<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Van de studenten wordt geen voorkennis verwacht, maar een goed ruimtelijk inzicht is wenselijk.<br />

Voor vele studenten is het een eerste kennismaking met productietechnieken.<br />

Veel afgestudeerde ingenieurs krijgen een functie binnen het ‘ productie gebeuren ‘.<br />

Aldus moeten ze op de hoogte zijn van vervaardigingstechnieken die toelaten vanuit tekeningen<br />

(leerstof 1 ABA) onderdelen te produceren.<br />

De uitgebreide waaier aan productietechnieken en desingconsideraties moet een juiste keuze van<br />

bewerkingsprocessen mogelijk maken.<br />

Het is een inleidend deelopleidingsonderdeel.<br />

De relatie met het onderzoek is eerder beperkt.<br />

Vooraleer een onderdeel kan geproduceerd worden moet er eerst een tekening gemaakt worden.<br />

Veel ingenieurs hebben een ‘productie gerichte’ functie in een bedrijf. Mogelijk als hoofd van een<br />

ontwerp bureau – een ingenieursbureau of als hoofd van een engineerafdeling.<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

De studenten worden getoetst op de elementaire kennis omtrent bewerkingstechnieken.<br />

Een reeks meerkeuzevragen vormt een tweede luik van de evaluatie.<br />

Aan de hand van tekeningen van vervaardigingstechnieken moet de student de techniek kunnen<br />

plaatsen in de zeer uitgebreide reeks van technieken.<br />

192


FPCHE<br />

OO<br />

Code<br />

Industriële proceschemie<br />

FPCHE<br />

Coördinator Braeken Leen ( BrLe)<br />

Lesgever(s) Braeken Leen (BrLe), Adèle Peeters (PeAd), Lynen Myriam ( LyMy)<br />

Opleidingsfase 2ABA-EM, 2ABA-CE, 2ABA-MI, 2ABA-VT<br />

ECTS-punten 3 Tot.: 84 KO: 18u Labo : 12u ZS: 54u<br />

Niveau Inleidend<br />

Competenties<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids<br />

Beoordelingscriteria<br />

Codes verwijzen naar de decretale<br />

competenties (zie verklarende lijst in<br />

deel 1 van de studiegids)<br />

Nummers verwijzen naar de deelcompetenties<br />

(zie competentiematrix<br />

in deel 1 van de studiegids)<br />

De student:<br />

- beschikt over een ruime polyvalente, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij gericht kan toepassen<br />

1.1,1.2,1.3,1.5<br />

- beschikt over praktische vaardigheden 2.1,<br />

- beschikt over communicatievaardigheden 3.1,3.2<br />

- beschikt over algemene beroepsattitudes 4.1, 4.3, 4.5,4.6,4.8<br />

- beschikt over elementaire onderzoekscompetenties en kan begeleid projectmatig denken 6.4<br />

De student kan:<br />

-het verband aantonen tussen een aantal fysische en chemische eigenschappen en<br />

eenheidsbewerkingen (ahv grafieken en tabellen) AC1, WC1;1.1,1.2,1.3<br />

-een aantal eenheidsbewerkingen beschrijven en zelfstandig uitvoeren in lab op een veilige en<br />

milieubewuste wijze en kan aangeven waar problemen te verwachten zijn in de praktijk, en kan<br />

hiervan verslag maken AC2,AC3,AC6/ BC1, BC3 , BC7, 2.1,3.1, 4.3,4.5,4.6,4.8,6.4<br />

-verschillen tussen theorie en praktijk (rendement, zuiverheid) opsommen en de consequenties voor<br />

de praktijk aangeven (recyclage,spui..) AC1,WC1,1.3,1.5<br />

-apparaten en methodes vergelijken (voor- en nadelen aangeven en keuze van apparatuur<br />

argumenteren) AC3,WC1;1.1, 1.3,1.5<br />

-blokschema’s maken, eenvoudig regelschema lezen AC2;1.3,3.1<br />

-een aantal problemen ivm milieu, veiligheid, corrosie aanduiden en oplossingen suggereren AC3,<br />

,AC7; 4.1, 4.8,<br />

- eenvoudige berekeningen uitvoeren (massa- energiebalansen, rendementsberekeningen ..)<br />

AC2,WC1;1.3<br />

-grafieken construeren, invultabellen en planning opstellen AC2;1.3,3.1<br />

Inhoud Theorie:<br />

- Industriële waterbehandeling<br />

- Chemie in de motor: motorbrandstoffen, uitlaatgassen, petroleumraffinaderij<br />

- Aardgas<br />

- Anorganische industrie: ammoniakbereiding<br />

- Voedingsindustrie: suikerraffinage<br />

Lab: eenheidsbewerkingen: filtratie, omkristallisatie, extractie, destillatie, gefractioneerde destillatie<br />

Werkvorm Hoorcollege met inbreng van studenten, lab met verslaggeving ( oa groepswerk)<br />

Studiemateriaal FPCHE: Industriële proceschemie inleiding met studiewijzer ( opdrachtenboek)<br />

FPCHE Lab : handleiding bij het practicum met veiligheidskaarten en artikel (beiden: cursusdienst)<br />

Examenvorm<br />

1 ste examenkans Theorie :mondeling examen met schriftelijke voorbereiding; enkel een eenvoudig rekenapparaat<br />

toegelaten . Formularium en tabel van Mendeljev beschikbaar.<br />

Lab: permanente evaluatie voor 15% (verplichte aanwezigheid) op basis van voorbereiding, inzicht,<br />

praktische resultaten en verslag en een vraag gelinkt aan practicum tijdens het theorie-examen.<br />

2 de examenkans Theorie : idem<br />

Voor de practica is er geen tweede examenkans. De punten van de eerste examenkans blijven<br />

behouden. Overdracht van labcijfer naar volgend academiejaar is mogelijk als 10/20 behaald werd.<br />

193


FPCHE<br />

OO<br />

Code<br />

Industriële proceschemie<br />

FPCHE<br />

Algemene visie In het vak industriële chemie wordt geen nieuwe kennis van chemie aangebracht. Het is een typisch<br />

ingenieursvak waarin de student leert om verworven kennis toe te passen en te herkennen in diverse<br />

toepassingen / processen. Er is hierbij continu aandacht voor zorgsystemen, economische elementen,<br />

schematische voorstellingswijzen, het kiezen tussen alternatieven …<br />

Begincompetenties<br />

Situering in het<br />

curriculum /<br />

Volgtijdelijkheid<br />

Relatie met<br />

onderzoek<br />

Relatie met<br />

werkveld<br />

Verwachte voorkennis : basischemie (1+2 ABA), fysica en materiaalkunde (1ABA) thermodynamica<br />

(2ABA)<br />

In dit vak leren ingenieurs studenten (reeds in 2 ABA) kennis uit verschillende vakgebieden (zie<br />

begincompetenties) toepassen in concrete processen van de chemisch industrie.<br />

Dit vak heeft raakpunten met diverse vakken uit de bachelor- en masteropleidingen: lab organische<br />

chemie / chemische ingenieurstechnieken en industriële chemie/ procescontrole/ chemisch<br />

ontwerpen/ regeltechniek/ bachelorproef<br />

Het vak stelt resultaten van fundamenteel en toegepast onderzoek voor met af en toe een directe<br />

verwijzing naar de onderzoeker, een bedrijf of product.<br />

De student :<br />

- leert alternatieven afwegen en keuzes motiveren<br />

- haalt voor een aantal opdrachten (oa lab) info uit werkveld/internet/ veiligheidsbladen<br />

- leert werkplanning maken rekening houdend met veiligheid, efficiëntie<br />

- leert resultaten interpreteren en oorzaken van fouten/afwijkingen opsporen<br />

- leert observeren/ noteren/ rapporteren/ samenwerken<br />

-de student bestudeert industriële processen: met probleemsituaties; compromis tussen<br />

rendement, zuiverheid, snelheid; groeiende aandacht voor duurzaamheid ( afval, energierecuperatie)<br />

- student maakt kennis met zorgsystemen en kostprijselementen.<br />

Veiligheid: de student<br />

- formuleert uit infobladen de benodigde veiligheidsvoorschriften en moet er zich aan houden; is<br />

mee-verantwoordelijk voor de veiligheid van andere groepsleden.<br />

- de student leert wat de verantwoordelijkheid is van een ingenieur (in bv een onderhoudsdienst) bij<br />

het plannen van werkzaamheden ; en waar hij de benodigde veiligheidsinfo kan vinden.<br />

Milieu: de student<br />

-ervaart bewust het afvalbeheer van chemische afvalproducten (lab)<br />

-leert waardoor de milieubelasting veroorzaakt wordt.(summier: voorkomen is beter dan genezen<br />

(geen end- of- the- pipe oplossingen) .<br />

Kwaliteit: van eindproducten (bv zuiverheid) in functie van de toegepaste productie- en<br />

zuiveringsmethodes. (lab)<br />

Bedrijfseconomisch: bij alle processen / eenheidsbewerkingen wordt de aandacht gevestigd op kosten<br />

die verbonden zijn met chemicaliën, de installatie (oa materiaalkeuze), meet- en regelsystemen en<br />

beveiligingen, personeelskosten …<br />

Aanvullende info - Onderwijstaal: Nederlands<br />

- Aanvullende leermateriaal: Toledo : film,figuren, oplossing oefeningen, aanvullingen, links/<br />

mediatheek : handboeken<br />

- Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling: in de evaluatie wordt getest of de<br />

student op een beredeneerde manier basiskennis kan toepassen. De vertaling van theoretische<br />

begrippen naar praktijksituaties is essentieel. In de oefeningen is probleemoplossend vermogen<br />

belangrijk (AC1,WC1, 1.1, 1.3). In het lab wordt planning, kritisch reflecteren, rapporteren en<br />

samenwerking beoordeeld ( AC2,AC3,AC6, WC1,BC3, BC7,2.1, 2.3, 3.1, 2.4,4.5, 4.6, 4.8)<br />

194

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!