View/Open
View/Open View/Open
- 128 - Figuur 17: Het intermodale terminallandschap (2004) Bron: www.mira.be Zeehavens kunnen ook beschouwd worden als intermodale terminals. In België zijn er verschillende zeehavens: Antwerpen, Gent, Oostende en Zeebrugge. Oostende is voor het goederenvervoer minder belangrijk dan de andere drie en is voornamelijk gespecialiseerd in rij-op-rij-af-systemen. Op figuur 18 is te zien dat het spoor/wegvervoer in absolute cijfers belangrijker is dan de combinatie binnenvaart/wegvervoer wat betreft het aantal behandelde twenty foot equivalent (een 20 voet container). Het valt op dat de laatste jaren het aantal behandelde containers voor beide combinaties is toegenomen. Voor het spoor/wegvervoer is er een stijging van 59% – van 591.159 TEU in 1997 tot 940.800 TEU in 2004. Voor het
- 129 - binnenvaart/wegvervoer is er een spectaculaire stijging geweest tussen 1997 en 2004: van 70.009 TEU tot 403.951 TEU. Dit komt overeen met een groei van 477%. Tabel 34: Aantal behandelde containers Spoor/Weg en Binnenvaart/Weg # TEU 1997 # TEU 2004 % stijging Spoor/wegvervoer 591.159 TEU 940.800 TEU 59% Binnenvaart/wegvervoer 70.009 TEU 403.951 TEU 477% Bron: Achtergronddocument Transport MIRA (2005) Deze groei is te danken aan het toenemende aantal containers die in de havens behandeld worden. Voor binnenvaart/wegvervoer komt daar nog eens bij de ontwikkeling van nieuwe containerterminals in het hinterland en de erkenning van deze transportmodus als betrouwbaar. Het spoor/wegvervoer heeft nog steeds te maken met een negatief imago en met problemen van interoperabiliteit tussen de verschillende nationale spoorwegnetwerken (MIRA, 2005). Bij het spoorvervoer vormt de verschillende spoorwegbreedtes tussen verscheidene Europese landen een knelpunt. Figuur 18: Behandelde eenheidladingen in de intermodale terminals (1997-2004) Bron: Achtergronddocument Transport, MIRA (2005)
- Page 77 and 78: - 77 - Op het gebied van energiegeb
- Page 79 and 80: - 79 - de aanverwante bedrijfstakke
- Page 81 and 82: - 81 - brandstoffen zijn Fisher-Tro
- Page 83 and 84: - 83 - energierijke schroot dat ove
- Page 85 and 86: - 85 - aangepast, kan deze zowel op
- Page 87 and 88: - 87 - Wanneer PPO bijgemengd wordt
- Page 89 and 90: - 89 - Andere grondstoffen die kunn
- Page 91 and 92: - 91 - aanpassingen spreken we van
- Page 93 and 94: - 93 - Tabel 25: Arealen 2000-2004
- Page 95 and 96: - 95 - rijplezier dat zich voor hen
- Page 97 and 98: - 97 - verbrandingsmotor aangedreve
- Page 99 and 100: 5.5.2 De Belgische markt - 99 - Sin
- Page 101 and 102: - 101 - Tabel 28: De uitstoot van s
- Page 103 and 104: 5.6 Elektrische wagen - 103 - Na ee
- Page 105 and 106: - 105 - In 2005 reden er in België
- Page 107 and 108: - 107 - waarbij waterstofhoudende b
- Page 109 and 110: - 109 - al jaren met auto’s die r
- Page 111 and 112: - 111 - Figuur 12: De brandstofcel
- Page 113 and 114: - 113 - de nodige hoeveelheid plati
- Page 115 and 116: - 115 - • Vermijd zinloos inhalen
- Page 117 and 118: - 117 - Een goede ritvoorbereiding
- Page 119 and 120: - 119 - Hoofdstuk 6: Mogelijkheden
- Page 121 and 122: - 121 - veel voorkomende standaardc
- Page 123 and 124: - 123 - Afhankelijk van de gekozen
- Page 125 and 126: Terminal 1 FIRMA A - 125 - Spoor of
- Page 127: - 127 - inlandterminal op vraag van
- Page 131 and 132: - 131 - Tabel 35: Modale verdeling
- Page 133 and 134: - 133 - Door gebruik te maken van s
- Page 135 and 136: - 135 - Tabel 36: Marginale gemidde
- Page 137 and 138: - 137 - knelpunten waar het gecombi
- Page 139 and 140: Geen ‘level playing field’ ( =
- Page 141 and 142: - 141 - vaak in verdrukking. Als ge
- Page 143 and 144: - 143 - De eerste Euro norm - Euro
- Page 145 and 146: - 145 - Vrachtwagens zijn verantwoo
- Page 147 and 148: - 147 - Febetra, de Koninklijke fed
- Page 149 and 150: 6.4 Ecocombi’s - 149 - Zoals reed
- Page 151 and 152: - 151 - Het is een voordeel dat bes
- Page 153 and 154: - 153 - De Nederlandse stichting Mi
- Page 155 and 156: - 155 - Het afgelopen fiscale jaar,
- Page 157 and 158: - 157 - Figuur 23: Het eWheel model
- Page 159 and 160: - 159 - en wordt het product uit ve
- Page 161 and 162: - 161 - Op figuur 24 zien we dat he
- Page 163 and 164: - 163 - een product te ontwerpen re
- Page 165 and 166: - 165 - IKEA weet dat de CO2-uitsto
- Page 167 and 168: - 167 - uitstoot van hun voertuigen
- Page 169 and 170: - 169 - In 2000, namen IKEA en The
- Page 171 and 172: - 171 - Het distributiecentrum heef
- Page 173 and 174: - 173 - zonnepijpen zijn niets ande
- Page 175 and 176: - 175 - zijn aankoopgedrag bepaalt
- Page 177 and 178: 8.1.3 Biobrandstoffen - 177 - Biobr
- 128 -<br />
Figuur 17: Het intermodale terminallandschap (2004)<br />
Bron: www.mira.be<br />
Zeehavens kunnen ook beschouwd worden als intermodale terminals. In België zijn er<br />
verschillende zeehavens: Antwerpen, Gent, Oostende en Zeebrugge. Oostende is voor het<br />
goederenvervoer minder belangrijk dan de andere drie en is voornamelijk gespecialiseerd<br />
in rij-op-rij-af-systemen.<br />
Op figuur 18 is te zien dat het spoor/wegvervoer in absolute cijfers belangrijker is dan de<br />
combinatie binnenvaart/wegvervoer wat betreft het aantal behandelde twenty foot<br />
equivalent (een 20 voet container). Het valt op dat de laatste jaren het aantal behandelde<br />
containers voor beide combinaties is toegenomen. Voor het spoor/wegvervoer is er een<br />
stijging van 59% – van 591.159 TEU in 1997 tot 940.800 TEU in 2004. Voor het