Jaarboek no. 89. 2010/2011 - Koninklijke Maatschappij voor ...
Jaarboek no. 89. 2010/2011 - Koninklijke Maatschappij voor ...
Jaarboek no. 89. 2010/2011 - Koninklijke Maatschappij voor ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Figuur 4<br />
Artist impression van<br />
het cascade-proces<br />
waarin vele secundaire<br />
deeltjes geproduceerd<br />
worden in de<br />
atmosfeer.<br />
De stroom geladen deeltjes beweegt door het<br />
aardmagnetisch veld en wordt hierdoor afgebogen,<br />
wat een korte puls van synchrotron-straling in<br />
radiofrequenties oplevert. Deze puls kan door een<br />
LOFAR-station opgevangen worden.<br />
De energie per deeltje kan oplopen tot boven<br />
1020 eV, wat overeenkomt met ca. 10 Joule. Deze<br />
bewegingsenergie is vergelijkbaar met die van een<br />
tennisbal, geslagen door een profspeler – maar dan<br />
geconcentreerd in een enkele atoomkern! Dit zijn<br />
de hoogst (bekende) energetische deeltjes in het<br />
heelal.<br />
Deze energieniveaus liggen ver boven het bereik<br />
van deeltjesversnellers als CERN, en er zijn dan ook<br />
diverse open vragen over deze straling. Zo is niet<br />
voldoende bekend om wat <strong>voor</strong> deeltjes het gaat<br />
(dit kan varieren van protonen tot ijzerkernen of evt.<br />
neutri<strong>no</strong>’s), en hoe deze precies versneld worden tot<br />
deze hoge energie.<br />
Een belangrijke vraag is waar de kosmische deeltjes<br />
vandaan komen; tot energieniveaus van 1015 tot<br />
1017 eV kunnen ze afkomstig zijn uit de Melkweg,<br />
waar bij<strong>voor</strong>beeld deeltjes versneld kunnen worden<br />
door schokgolven van super<strong>no</strong>va-explosies. Voor<br />
deeltjes van hogere energie is niet bekend waar ze<br />
vandaan komen. Wel weten we dat de magneetvel-<br />
Natuurkundige <strong>voor</strong>drachten I Nieuwe reeks 89<br />
LOFAR: op zoek naar de snelste deeltjes in het heelal vanaf Drentse terpen<br />
den in de Melkweg onvoldoende sterk zijn om deze<br />
ver van hun oorspronkelijke baan af te buigen. Desondanks<br />
is in de aankomstrichtingen geen <strong>voor</strong>keur<br />
gevonden <strong>voor</strong> het vlak van de Melkweg; daarom<br />
wordt gedacht dat deze van buiten de Melkweg<br />
afkomstig zijn. De productie-mechanismen moeten<br />
hier ook anders zijn. Voor de allerhoogste energie<br />
zijn er hints dat deze van specifieke bronnen<br />
komen, zoals het radiomelkwegstelsel Centaurus A.<br />
LOFAR kan deeltjes waarnemen vanaf 1016 tot<br />
iets boven 1018 eV, waarbij de bovengrens gegeven<br />
wordt door het effectieve oppervlak van LOFAR<br />
(deeltjes bij hogere energie zijn erg zeldzaam).<br />
Dit energiegebied omvat dus de overgang van<br />
galactische naar extra-galactische kosmische straling.<br />
Naast bepaling van de energie is de bepaling<br />
van het soort deeltje hierbij belangrijk, aangezien<br />
massieve kernen sterker afgebogen worden door<br />
magneetvelden; iets wat een rol speelt zowel bij de<br />
productie als bij hun weg naar de aarde.<br />
De radiodetectie met LOFAR is een relatief nieuwe<br />
techniek, die zich bewezen heeft in de LOFAR-<strong>voor</strong>loper<br />
LOPES. Deze levert informatie complementair<br />
aan bestaande experimenten, met name het Pierre<br />
Auger-project in Argentinie. Hier staat een groot<br />
aantal deeltjes-detectors en enkele fluorescentie-<br />
105