t Zout juni 2011.pdf - Heilige Lebuinus

t Zout juni 2011.pdf - Heilige Lebuinus t Zout juni 2011.pdf - Heilige Lebuinus

heiligelebuinus.nl
from heiligelebuinus.nl More from this publisher
18.01.2013 Views

ACtUEEl Pater Wil Boerkamp vijf Portret van een jubilaris die het wat rustiger aan gaat doen tekst: Foppe Klaas Hovinga, foto: Gerda Albers Op 24 mei was het vijfentwintig jaar geleden dat pater Wil Boerkamp, O.Carm. tot priester werd gewijd. Tegelijkertijd was hij zo’n veertig jaar werkzaam in het pastoraat. Hij vindt het nu tijd worden om het stokje over te dragen en gaat daarom per 1 juli met emeritaat. Op 3 juli is er in de Titus Brandsmakerk in Colmschate een speciale viering waarbij pater Boerkamp zijn zilveren priesterjubileum herdenkt en tegelijkertijd een beetje afscheid neemt. Want helemaal vertrekken doet hij niet, hij blijft als emeritus verbonden aan de H. Lebuinusparochie. Wel gaat hij er de komende maanden even tussenuit. Tijd voor een gesprek. 12 ‘t zout - juni 2011

entwintig jaar priester Pater Wil Boerkamp (68 jaar) studeerde af aan het kleinseminarie van de Karmelieten in Zenderen. Na zijn studie werd hij pastoraal werker. Op zijn drieënveertigste werd hij priester gewijd. Waarom zo laat? Pater Boerkamp: “Je liet je in die tijd niet meer wijden. Er was een crisis. Mensen kwamen niet tot de overgave… Maar op een gegeven moment stond ik er in Oldenzaal een jaar lang alleen voor. Een vrouw lag op sterven. Ik belde zeven of acht priesters, maar niemand kon op dat moment. Ik heb daarna gevraagd of ik tot priester gewijd kon worden. Die vrouw was voor mij de laatste aanleiding. Zo werkt de Voorzienigheid.” “Ik ben karmeliet geworden, omdat er bij ons in het dorp een als priester assisteerde. We hadden het arm thuis. Hij adviseerde mijn ouders om mij naar het kleinseminarie van de Karmelieten te sturen, dat niet zo duur was. Het verwondert me nu nog steeds dat mijn ouders, broers en zussen mijn studie met elkaar opgebracht hebben. Daar ben ik hen dankbaar voor.” Pater Boerkamp vertelt over de kerken die nogal leeglopen, de pastor die uit beeld raakt en niet meer gevraagd wordt naar de dingen van het leven of om geestelijke begeleiding, die zelfs in het pastoraal gesprek niet meer nodig is. “Vrouwengroepen praten tegenwoordig over thema’s die ook in een buurthuis besproken kunnen worden.” En over de muren waar hij tegenaan loopt. “Voor en samen met jongeren heb ik heel veel lesmateriaal geschreven. Ik wil met hen praten over hun levensroeping. In elke klas zijn er leerlingen die daarmee bezig zijn, die geen economie of management willen studeren. Maar als pastor mag ik niet op school komen.” Dat de ondersteuning vanuit de parochie ook vaak ontbreekt, steekt hij niet onder stoelen of banken. “In Zwolle, waar ik priester was organiseerden we regelmatig oecumenische vieringen. De kerk zat bijna vol. Maar door de deken werden de vieringen stopgezet: ‘Geen eucharistie tijdens deze vieringen’.” En hij vervolgt: “Er is een enorme behoefte aan spiritualiteit. Je ziet het aan de boekwinkels die ermee vol liggen. Maar de kerk kan er niet veel mee. Ze kan er niet op inspelen. Vieringen zijn vaak saai. Je moet een nieuwe vorm zoeken, in hedendaags Nederlands de taal van de kerk ter sprake brengen.” Verontwaardigd roept hij uit: “Waarom mocht de kerk van vroeger wel hun eigen geloofsbelijdenis uitspreken, in hun eigen Griekse taal en op hun eigen manier en mogen wij dat niet? In vele pagina’s heb ik de evangelies en de geloofsbelijdenis in alledaags Nederlands uitgespeld.” Wanneer ik pater Boerkamp vraag om zichzelf te omschrijven antwoordt hij: “Ik ben beschouwend, afwachtend, kijk eerst de kat uit de boom. Als jongetje had ik een mystieke ervaring op Witte donderdag. Het Gloria luidde, met alle klokken en altaarbellen tegelijk. Ik was een poosje helemaal van de wereld. Mensen zeggen van mij: ‘Hij is altijd met de kerk bezig. Elke dag wil hij iets anders.’ Dat is waar. Ik zit boordevol ideeën, maar hoe krijg ik het in de parochie?” Ik vraag of hij de dingen niet te moeilijk opschrijft, of hij niet die mensen moet aanspreken die nog wel willen luisteren en het nog wel nodig hebben. Het wordt even stil en dan zegt hij zacht dat hij oud geworden is en dat anderen het nu maar moeten overnemen. Dat het nu de tijd is om te stoppen: “Als ik wegga, kan er een nieuwe pastor worden aangesteld. Ik heb gedaan wat ik kon. Als emeritus zal ik in de vieringen nog wel blijven voorgaan.” Ik vraag of hij niet teleurgesteld is in de Heilige Geest, zoveel werk en enthousiasme van zijn kant, maar bij de mensen lijkt het niet meer aan te komen. Resoluut, bijna verontwaardigd, reageert hij: “Nee, dat zeker niet. Kijk naar het Midden- Oosten, kijk naar Obama. Er gebeuren wonderlijke dingen. En hier, de afgelopen tien jaar is er veel gebeurd. De komende tien jaar wordt het opnieuw spannend. Daarna zal het weer aantrekken in onze Kerk.” “De Kerk moet voortdurend wakker worden in de mensen, wakker worden in de ziel. Nieuwe groepen gaan met mensen bezig. We hebben nu twaalf locaties. We leven in de nadagen van de volkskerk. Maar dat geeft niet. We krijgen nieuwe vormen. Alles begint opnieuw. We zijn allemaal celebrant, een volk van koningen, priesters en profeten. Zoals de eerste christenen die bij elkaar kwamen, in één huis. Een huis van leren, vieren en dienstbaar zijn. God is de Verrezene, de Gekruisigde, die ons samen roept. God woont in mensen. De Geest laat zich voortdurend zien. God verschijnt elke keer weer opnieuw. Ik ben iemand die heel graag leeft. Ik ben blij met het leven en de Kerk.” NB: Pater Boerkamp heeft ook zelf een tekst geschreven voor dit interview, deze tekst is te vinden op www.heiligelebuinus.nl. Geïnteresseerden zonder toegang tot internet kunnen deze tekst opvragen via de redactie van ’t Zout. ‘t zout - juni 2011 13

entwintig jaar priester<br />

Pater Wil Boerkamp (68 jaar) studeerde af aan het kleinseminarie<br />

van de Karmelieten in Zenderen. Na zijn studie werd<br />

hij pastoraal werker. Op zijn drieënveertigste werd hij priester<br />

gewijd. Waarom zo laat? Pater Boerkamp: “Je liet je in die tijd<br />

niet meer wijden. Er was een crisis. Mensen kwamen niet tot<br />

de overgave… Maar op een gegeven moment stond ik er in<br />

Oldenzaal een jaar lang alleen voor. Een vrouw lag op sterven.<br />

Ik belde zeven of acht priesters, maar niemand kon op dat<br />

moment. Ik heb daarna gevraagd of ik tot priester gewijd kon<br />

worden. Die vrouw was voor mij de laatste aanleiding. Zo<br />

werkt de Voorzienigheid.”<br />

“Ik ben karmeliet geworden, omdat er bij ons in het dorp een<br />

als priester assisteerde. We hadden het arm thuis. Hij adviseerde<br />

mijn ouders om mij naar het kleinseminarie van de<br />

Karmelieten te sturen, dat niet zo duur was. Het verwondert<br />

me nu nog steeds dat mijn ouders, broers en zussen mijn studie<br />

met elkaar opgebracht hebben. Daar ben ik hen dankbaar<br />

voor.”<br />

Pater Boerkamp vertelt over de kerken die nogal leeglopen,<br />

de pastor die uit beeld raakt en niet meer gevraagd wordt<br />

naar de dingen van het leven of om geestelijke begeleiding,<br />

die zelfs in het pastoraal gesprek niet meer nodig is. “Vrouwengroepen<br />

praten tegenwoordig over thema’s die ook in een<br />

buurthuis besproken kunnen worden.” En over de muren<br />

waar hij tegenaan loopt. “Voor en samen met jongeren heb ik<br />

heel veel lesmateriaal geschreven. Ik wil met hen praten over<br />

hun levensroeping. In elke klas zijn er leerlingen die daarmee<br />

bezig zijn, die geen economie of management willen studeren.<br />

Maar als pastor mag ik niet op school komen.” Dat de<br />

ondersteuning vanuit de parochie ook vaak ontbreekt, steekt<br />

hij niet onder stoelen of banken. “In Zwolle, waar ik priester<br />

was organiseerden we regelmatig oecumenische vieringen. De<br />

kerk zat bijna vol. Maar door de deken werden de vieringen<br />

stopgezet: ‘Geen eucharistie tijdens deze vieringen’.”<br />

En hij vervolgt: “Er is een enorme behoefte aan spiritualiteit.<br />

Je ziet het aan de boekwinkels die ermee vol liggen. Maar de<br />

kerk kan er niet veel mee. Ze kan er niet op inspelen. Vieringen<br />

zijn vaak saai. Je moet een nieuwe vorm zoeken, in<br />

hedendaags Nederlands de taal van de kerk ter sprake brengen.”<br />

Verontwaardigd roept hij uit: “Waarom mocht de kerk<br />

van vroeger wel hun eigen geloofsbelijdenis uitspreken, in<br />

hun eigen Griekse taal en op hun eigen manier en mogen wij<br />

dat niet? In vele pagina’s heb ik de evangelies en de geloofsbelijdenis<br />

in alledaags Nederlands uitgespeld.”<br />

Wanneer ik pater Boerkamp vraag om zichzelf te omschrijven<br />

antwoordt hij: “Ik ben beschouwend, afwachtend, kijk eerst<br />

de kat uit de boom. Als jongetje had ik een mystieke ervaring<br />

op Witte donderdag. Het Gloria luidde, met alle klokken en altaarbellen<br />

tegelijk. Ik was een poosje helemaal van de wereld.<br />

Mensen zeggen van mij: ‘Hij is altijd met de kerk bezig. Elke<br />

dag wil hij iets anders.’ Dat is waar. Ik zit boordevol ideeën,<br />

maar hoe krijg ik het in de parochie?” Ik vraag of hij de dingen<br />

niet te moeilijk opschrijft, of hij niet die mensen moet<br />

aanspreken die nog wel willen luisteren en het nog wel nodig<br />

hebben. Het wordt even stil en dan zegt hij zacht dat hij oud<br />

geworden is en dat anderen het nu maar moeten overnemen.<br />

Dat het nu de tijd is om te stoppen: “Als ik wegga, kan er een<br />

nieuwe pastor worden aangesteld. Ik heb gedaan wat ik kon.<br />

Als emeritus zal ik in de vieringen nog wel blijven voorgaan.”<br />

Ik vraag of hij niet teleurgesteld is in de <strong>Heilige</strong> Geest, zoveel<br />

werk en enthousiasme van zijn kant, maar bij de mensen<br />

lijkt het niet meer aan te komen. Resoluut, bijna verontwaardigd,<br />

reageert hij: “Nee, dat zeker niet. Kijk naar het Midden-<br />

Oosten, kijk naar Obama. Er gebeuren wonderlijke dingen.<br />

En hier, de afgelopen tien jaar is er veel gebeurd. De komende<br />

tien jaar wordt het opnieuw spannend. Daarna zal het weer<br />

aantrekken in onze Kerk.”<br />

“De Kerk moet voortdurend wakker worden in de mensen,<br />

wakker worden in de ziel. Nieuwe groepen gaan met mensen<br />

bezig. We hebben nu twaalf locaties. We leven in de nadagen<br />

van de volkskerk. Maar dat geeft niet. We krijgen nieuwe<br />

vormen. Alles begint opnieuw. We zijn allemaal celebrant,<br />

een volk van koningen, priesters en profeten. Zoals de eerste<br />

christenen die bij elkaar kwamen, in één huis. Een huis van<br />

leren, vieren en dienstbaar zijn. God is de Verrezene, de<br />

Gekruisigde, die ons samen roept. God woont in mensen.<br />

De Geest laat zich voortdurend zien. God verschijnt elke keer<br />

weer opnieuw. Ik ben iemand die heel graag leeft. Ik ben blij<br />

met het leven en de Kerk.”<br />

NB: Pater Boerkamp heeft ook zelf een tekst geschreven voor dit<br />

interview, deze tekst is te vinden op www.heiligelebuinus.nl. Geïnteresseerden<br />

zonder toegang tot internet kunnen deze tekst opvragen<br />

via de redactie van ’t <strong>Zout</strong>.<br />

‘t zout - <strong>juni</strong> 2011<br />

13

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!