GEA Multi Flair - GEA Happel

GEA Multi Flair Regelsysteem GEA MATRIX ®
Overzichtsafbeelding
Drukknop dag- /
nachtbedrijf
Toerentalkeuze
schakelaar
Sturing ventielen
2-punts 3-punts
• •
• •
• •
LED's voor
bedrijf /
storing /
ext. invloed
Schakelaar
insteltemperatuur
Systeembeschrijving
MATRIX 2000
Het regelsysteem MATRIX 2000 ondersteunt alle basisfuncties (verwarmen / koelen)
van de Multi Flair. De regelaar kan in de volgende systeemtypen worden toegepast:
– 2-pijps systemen "Alleen verwarmen"
– 2-pijps systemen "Alleen koelen"
– 2-pijps systemen "Verwarmen of Koelen" (change-over).
De 2- of 3-toeren ventilatorregeling geschiedt automatisch en is afhankelijk van de
temperatuurafwijking tussen de instelwaarde en de meetwaarde. Via het
bedieningspaneel is toerentalinstelling evenals uitschakeling van de unit (met
vorstbeveiliging) ook handmatig mogelijk. Voor regeling van het verwarmings- en
koelvermogen kunnen 2- of 3-punts ventielen met een voedingsspanning van 24 V of
230 V AC worden aangestuurd. Tevens maakt MATRIX 2000 bewaking van de
ventilatormotor via naar buiten gevoerde thermocontacten en controle van het
condensniveau bij koelunits met condenspomp mogelijk.
Met het bedieningspaneel OP21 kunnen de instelwaarden zonder diepgaande
voorkennis snel en eenvoudig worden ingesteld. Begrenzing van het instelgebied voor
insteltemperatuur en toerental kan geschieden met behulp van mechanische
aanslagen. De ruimtetemperatuur wordt gemeten via een in het bedieningspaneel
geïntegreerde voeler. Bij een ongunstig geplaatst bedieningspaneel, bijv. naast de
deur, kan er een externe temperatuursensor of recirculatielucht-sensor worden
aangesloten (kan niet bij change-over-installaties). Storingen in het systeem worden
door de rode LED "Storing" als verzamelstoring gesignaleerd. Wanneer nachtbedrijf
geactiveerd is, wordt dat aangegeven door de in de druktoets geïntegreerde gele LED.
Buiten de beveiligingsklasse IP20 (OP21 C), is er bijv. voor natte ruimtes of
industrietoepassingen een IP54 bedieningsvariant (OP21 I) beschikbaar.
Aansluiting op de unit geschiedt via insteekbare veerdrukaansluitklemmen. De
elektronica, de ventilator en de ventielen (230 V) zijn met twee fijnzekeringen op het
voedingsblok afzonderlijk afgezekerd, een voorzekering van B 10 A beveiligt de
leiding.
De MATRIX 2000 kan zowel worden gebruikt voor regeling van zowel individuele
recirculatie-units als recirculatie-unitgroepen. Via het geïntegreerde bussysteem GEA
MATRIX.Net kunnen meerdere groepen in een netwerk met maximaal 16 groepen
worden gecombineerd. Ook is combinatie mogelijk met regelaars MATRIX 3000 /
4000, evenals koppeling van globale modules en communicatie-interfaces.
VK_2052754NL • 01/2006 • Technische wijzigingen voorbehouden 37