18.01.2013 Views

groene grondstoffen industriële hennep - Vilt

groene grondstoffen industriële hennep - Vilt

groene grondstoffen industriële hennep - Vilt

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Inagro vzw<br />

Ieperseweg 87<br />

8800 Rumbeke-Beitem<br />

België<br />

Tel: +32 (0) 51 27 32 40<br />

Fax: +32 (0) 5124 00 20<br />

E-mail: emilie.snauwaert@inagro.be<br />

www.inagro.be<br />

GROENE GRONDSTOFFEN<br />

INDUSTRIËLE HENNEP<br />

Cannabis sativa sativa L.<br />

STATE-OF-THE-ART<br />

Auteur: Emilie Snauwaert<br />

Co-auteur: Greet Ghekiere<br />

Datum: 28-06-2011<br />

De publicatie kadert in het Interreg project “Groene Grondstoffen, innovatief gebruik van landbouwgewassen”<br />

dat wordt gefinancierd door de Europese Unie en de provincie West-Vlaanderen.


Inhoudsopgave<br />

Voorwoord .............................................................................................................................................. 4<br />

1 Inleiding ........................................................................................................................................... 5<br />

2 Arealen wereldwijd ......................................................................................................................... 5<br />

3 Teeltaspecten .................................................................................................................................. 5<br />

3.1 Vezel- of dubbeldoelras ........................................................................................................... 6<br />

3.2 Zaai .......................................................................................................................................... 6<br />

3.3 Bemesting ................................................................................................................................ 7<br />

3.4 Oogst ....................................................................................................................................... 7<br />

4 Verwerking .................................................................................................................................... 11<br />

5 Toepassingen ................................................................................................................................. 12<br />

5.1 Hennepvezel .......................................................................................................................... 12<br />

5.1.1 Vezel voor textielindustrie ............................................................................................ 12<br />

5.1.2 Vezel voor papierindustrie ............................................................................................ 13<br />

5.1.3 Vezel voor technische toepassingen ............................................................................. 13<br />

5.1.3.1 Isolatiemateriaal ........................................................................................................ 14<br />

5.1.3.2 Vezelversterkte composieten .................................................................................... 16<br />

5.1.3.2.1 Vezelversterkte kunststoffen .............................................................................. 16<br />

5.1.3.2.2 Vezelversterkte cementgebonden materialen.................................................... 22<br />

5.1.3.3 Filtermateriaal ........................................................................................................... 23<br />

5.1.3.4 Niet-geweven textiel ................................................................................................. 23<br />

5.2 Hennepscheven ..................................................................................................................... 23<br />

5.2.1 Constructiemateriaal ..................................................................................................... 24<br />

5.2.2 Stalstrooisel ................................................................................................................... 26<br />

5.2.3 Vergisting ....................................................................................................................... 26<br />

5.2.4 Bodembedekking ........................................................................................................... 26<br />

2


5.3 Hennepzaad ........................................................................................................................... 27<br />

5.3.1 Voeding .......................................................................................................................... 27<br />

5.3.2 Andere ........................................................................................................................... 27<br />

5.4 Henneppoeder (stof) ............................................................................................................. 28<br />

5.5 Hennepplant .......................................................................................................................... 28<br />

5.5.1 Biomassa ........................................................................................................................ 28<br />

5.5.2 Fytoremediatie .............................................................................................................. 29<br />

5.5.3 Veevoeder ..................................................................................................................... 29<br />

6 Wetgeving en subsidies in België .................................................................................................. 30<br />

7 Afzet in België ................................................................................................................................ 31<br />

8 Economische aspecten en perspectieven voor de grensregio ...................................................... 32<br />

9 Bronnen ......................................................................................................................................... 33<br />

3


Voorwoord<br />

Vóór de economische crisis zagen we een enorme stijging van de olieprijzen door de alsmaar<br />

toenemende vraag naar aardolie. Bovendien komt stilaan het besef dat de voorraden beperkt zijn en<br />

de oliepiek (bijna) bereikt is. Gezien aardolie niet alleen voor energie wordt gebruikt, maar de<br />

basisbouwsteen is van heel wat materialen die we dagelijks gebruiken, wordt duidelijk dat we ons in<br />

de toekomst niet alleen op hernieuwbare energie moeten richten. Ook voor heel wat materialen<br />

moeten we actief op zoek naar alternatieve <strong>grondstoffen</strong>: <strong>groene</strong> <strong>grondstoffen</strong>.<br />

In het Interreg project “Groene Grondstoffen” worden de mogelijkheden van <strong>industriële</strong> <strong>hennep</strong> als<br />

<strong>groene</strong> grondstof nagegaan binnen de grensregio Vlaanderen - Nederland (Zeeland). In onze<br />

buurlanden zien we namelijk dat <strong>industriële</strong> <strong>hennep</strong> reeds voor tal van toepassingen gebruikt wordt.<br />

In onze regio ontbreekt echter een verwerkende industrie en voldoende afzetmogelijkheden.<br />

Ondanks de vele mogelijkheden van <strong>industriële</strong> <strong>hennep</strong> en de relatief gemakkelijke teelt, is er voor<br />

een gestructureerde afzet in Vlaanderen en Zeeland een sterke nieuwe dynamiek nodig. Daarnaast is<br />

in onze regio nog geen aangepaste oogstmachine beschikbaar, wat een knelpunt vormt voor de teelt.<br />

Een geïntegreerde samenwerking tussen telers, verwerkers en handelaars kan de keten wellicht snel<br />

op gang brengen.<br />

In dit state-of-the-art document werd alle gevonden informatie over de kansen en knelpunten van de<br />

teelt, de verwerking en de toepassingen van <strong>industriële</strong> <strong>hennep</strong> samengebracht.<br />

4


1 Inleiding<br />

De term <strong>industriële</strong> <strong>hennep</strong> wordt gebruikt om die <strong>hennep</strong>variëteiten aan te duiden die voor de<br />

productie van <strong>grondstoffen</strong> (vezel, scheven en zaad) en niet van drugs worden gebruikt. Industriële<br />

<strong>hennep</strong> kent steeds meer interesse omwille van zijn milieuvriendelijke teelt en zijn zeer veelzijdige<br />

toepassingsmogelijkheden (Danckaert et al., 2006). In Europa werd <strong>hennep</strong> tot in de 18 e eeuw<br />

veelvuldig gebruikt om o.a. kleding, touwen, voeding en medicijnen te maken. Aan het begin van de<br />

20 e eeuw werden <strong>hennep</strong> en ook vlas, dat gelijkaardige toepassingen kent, verdrongen door<br />

goedkopere geïmporteerde vezels zoals katoen en later synthetische vezels (nylon). Ook werd met<br />

<strong>hennep</strong> de link gelegd met marihuana, wat in veel landen tot op vandaag voor een kweekverbod<br />

zorgt (Vibe, 2008). Industriële <strong>hennep</strong> is echter zo goed als vrij van THC; dit is de stof die zorgt voor<br />

de hallucinerende werking van marihuana. Tegenwoordig zijn in Europa ongeveer 40 variëteiten<br />

<strong>industriële</strong> <strong>hennep</strong> toegelaten. In veel industrielanden bestaat momenteel een toenemende<br />

interesse voor <strong>hennep</strong>.<br />

2 Arealen wereldwijd<br />

In Figuur 1 worden alle Europese landen met een areaal <strong>hennep</strong> in de periode 1993-2009 aangeduid.<br />

In 2009 werd ongeveer 15.000 ha geteeld waarvan ongeveer 11.000 ha in Frankrijk (Interchanvre,<br />

2009). Het grote in areaal kan verklaart worden door de specifieke markt binnen de papierindustrie<br />

die zij voor <strong>hennep</strong> gecreëerd hebben.<br />

Figuur 1: Areaal <strong>hennep</strong> in de EU (ha) (Carus, 2010)<br />

De reden waarom de teelt in België en Nederland nog niet echt van de grond komt, is het ontbreken<br />

van een verwerkende industrie en voldoende afzetmogelijkheden.<br />

In de VS is de teelt van <strong>industriële</strong> <strong>hennep</strong> nog steeds verboden, maar voor de toelating ervan wordt<br />

tegenwoordig sterk gelobbyd. In Canada is de teelt wel legaal; de grootste afzetmarkt voor hen is de<br />

VS.<br />

3 Teeltaspecten<br />

Vanuit landbouwkundig perspectief is <strong>hennep</strong> een heel interessant gewas. In een gematigd klimaat<br />

zoals bij ons groeit <strong>hennep</strong> uitstekend. Hennep is een bescheiden plant die zonder kunstmeststoffen<br />

en pesticiden en zelfs op schrale grond hoge opbrengsten kan halen.<br />

5


Hennep kent een snelle groei waardoor het perceel gemakkelijk onkruidvrij te houden is, vooral bij<br />

een hoge zaaidichtheid. Er zijn dus geen herbicides nodig in de teelt. Hennep gedijt goed op alle<br />

bodems, zelfs als ze met zware metalen vervuild zijn. Hennep zou op die manier een goede teelt zijn<br />

voor biosanering van vervuilde gronden. Het diepe fijne wortelstel is gunstig voor de bodemstructuur<br />

en maakt de teelt in relatief droge gebieden mogelijk. De teelt vereist slechts een beperkte<br />

bemesting (stikstof). Plagen en ziektes komen nagenoeg niet voor waardoor gebruik van pesticiden<br />

niet nodig is; <strong>hennep</strong> is overigens erg gevoelig voor sproeistoffen (Danckaert et al., 2006). Hennep is<br />

een zelfverdraagzaam gewas waardoor rotatie niet nodig is. Wisselteelt is evenwel toch interessant;<br />

<strong>hennep</strong> laat een goede bodemstructuur na met een verhoogd koolstofgehalte in de bodem, wat<br />

duidelijk tot uiting komt in de volgteelt. Vooral bieten of wintergraan kunnen profiteren van deze<br />

verbeterde structuur (Hempflax, 2010). Hennep past dus perfect in het kader van duurzame<br />

landbouw.<br />

Er zijn echter ook teelttechnische nadelen verbonden aan de teelt van <strong>hennep</strong>. De oogst wordt door<br />

de hoogte van het gewas en de taaie vezels bemoeilijkt. Daarom is een aangepaste oogstmachine<br />

nodig (zie paragraaf 3.3) Het gewas is ook extreem gevoelig voor verdichte en water verzadigde<br />

gronden (Danckaert et al., 2006).<br />

3.1 Vezel- of dubbeldoelras<br />

Er zijn verschillende <strong>hennep</strong>rassen op de markt verkrijgbaar. In tegenstelling tot vlas kan <strong>hennep</strong> als<br />

vezelgewas geteeld worden, maar ook als dubbeldoelras (degelijk rendement stro en zaad) (Baudoin,<br />

2004). Uit economisch perspectief zou volgens het Nova Institut in Duitsland het aangeraden zijn om<br />

dubbeldoelrassen te telen zodat alle delen van de plant kunnen worden benut (degelijk rendement).<br />

Dubbeldoelrassen worden onder andere geteeld in Duitsland en in Frankrijk (champagnestreek) (la<br />

Chanvrière de l’Aube). In Noord-Nederland (Hempflax en Dunagro) en in Normandië (Frankrijk) (Agro<br />

Chanvre) worden enkel vezelrassen geteeld. Volgens Hempflax zou de teelt van een vezelras beter<br />

geschikt zijn voor onze grensregio omdat ons zeeklimaat niet geschikt zou zijn om een goed<br />

zaadrendement te verkrijgen. Lokale proeven zouden hier uitsluitsel kunnen geven. De vezelkwaliteit<br />

van een dubbeldoelras is ook lager dan deze van een vezelras (Hempflax, mondelinge<br />

communicatie). De vezels uit planten die ook voor de zaden gekweekt worden, zijn ook niet geschikt<br />

voor (kleding)textiel. Dat maakt ze wel geschikt als technische vezel voor onder meer toepassingen in<br />

de bouwsector als isolatiemateriaal (Thoelen, 2008).<br />

3.2 Zaai<br />

In onze streken wordt ideaal gezaaid in de tweede helft van april. Normaal kan <strong>hennep</strong> twee weken<br />

vroeger dan maïs gezaaid worden als de bodem goed is. Vanaf inzaai van een vezelras is een vroege<br />

zaai van belang. Hoe vroeger de zaai, hoe langer de vegetatieve periode en dus hoe hoger de stroopbrengst.<br />

Bij volle bloei stopt het gewas namelijk met groeien en start de zaadvorming (Desvals,<br />

2006). Het begin van de bloei is afhankelijk van de temperatuurssom; het tijdstip van volle bloei is<br />

afhankelijk van de daglengte. Het gewas staat dus, afhankelijk van de gekozen variëteit (vroeg/laat,)<br />

altijd op hetzelfde tijdstip in volle bloei (Bouloc, 2006). Wanneer <strong>hennep</strong> geoogst wordt voor<br />

zaadwinning is het beter om later te zaaien om de lengte van het gewas te beperken en zo de oogst<br />

te vergemakkelijken.<br />

6


Voor een dubbeldoelteelt in Vlaanderen kan een zaaidichtheid van 30-40 kg/ha aanbevolen worden.<br />

Voor een vezelras is een hogere dichtheid van ongeveer 60 kg/ha vereist (Danckaert et al., 2006).<br />

Volgens het <strong>hennep</strong>bedrijf Hempflax zou voor vezel<strong>hennep</strong> een dichtheid van 35 kg/ha volstaan.<br />

De zaden zijn heel erg geliefd door vogels (Baudoin, 2006a); het is daarom aangeraden om<br />

vogelafweer toe te passen, bv het veld afdekken met netten (CCPSC, 2010), vogelverschrikkers, enz.<br />

(La France Agricole, 2010).<br />

Hennepzaad kan aangekocht worden in Nederland (Van Dijke Semo B.V.), in Frankrijk (CCPSC –<br />

Coopérative Centrale des Producteurs de Semences de Chanvre) of in Polen (INF - Institut of Natural<br />

Fibres) (Danckaert et al., 2006).<br />

3.3 Bemesting<br />

Vezel<strong>hennep</strong> is een stikstofbehoeftig gewas. Dit valt te begrijpen gezien de enorme hoogte en<br />

groeisnelheid die het gewas kan bereiken (Hempflax, 2010). Een grote hoeveelheid stikstof geeft<br />

echter geen betekenisvol hogere zaadopbrengst (Danckaert et al., 2006). De diepe wortel is in staat<br />

om stikstof uit de diepere lagen van de bodem op te nemen (Couvreur, 2010). Uit proeven,<br />

uitgevoerd door Valbiom, blijkt zelfs dat de stikstofgift gelimiteerd moet worden om legering te<br />

vermijden (Baudoin, 2006a). Er is dus slechts een beperkte stikstofbemesting vereist.<br />

Een goede startbemesting, vóór de zaai, helpt om het gewas snel te doen sluiten en op die manier<br />

het onkruid te onderdrukken. Veelal bemesten de <strong>hennep</strong>telers met organische mest. Voor een<br />

optimale groei wordt 120 kg N, 80 kg P205, 80 kg MgO en 140 kg K2O geadviseerd en een<br />

bodemzuurtegraad van pH>6 (Bouloc, 2006).<br />

3.4 Oogst<br />

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen oogst van het stro en oogst van zowel het stro als het<br />

zaad.<br />

Het zaad<br />

Wanneer een dubbeldoelras geoogst wordt, zullen niet alle granen op hetzelfde moment rijp zijn<br />

(Institut du Chanvre, 2010). Volgens Valbiom is een fijn zaaibed bij de zaai belangrijk om bij de oogst<br />

een zo homogeen mogelijk gewas te verkrijgen (Desvals, 2006). Wanneer de kafjes van de granen<br />

onderaan de bloeiwijze afvallen en de bovenste in het deegrijp stadium zijn (Institut du Chanvre,<br />

2010) of wanneer 90% van de zaden rijp zijn (Desvals, 2006), kan zaad<strong>hennep</strong> geoogst worden.<br />

Naargelang het ras valt dit steeds tussen 12 en 20 september (Danckaert et al., 2006). Deze datum<br />

komt overeen met 40 dagen na volle bloei (Desvals, 2006). Voor dubbeldoelrassen blijkt dat de<br />

volledige afrijping van het gewas niet noodzakelijk is en <strong>hennep</strong> ten dele groen kan/moet geoogst<br />

worden. Het gewas is gevoelig voor daglengte (kortedagplant) en deze parameter is bepalend voor<br />

het oogstmoment (verslag rassenproef PCBT). Wanneer te laat geoogst wordt, valt het zaad op de<br />

grond en begint het te kiemen. Ook vogels kunnen schade aanrichten door de rijpe granen van het<br />

gewas op te eten. Er mag dus zeker niet te laat geoogst worden zodat zaadverlies vermeden wordt.<br />

Opdat het stro zo droog mogelijk geoogst zou worden, gebeurt de oogst na enkele dagen droog<br />

weer. Door de late oogst (september) van een dubbeldoelras kan dit eventueel voor problemen<br />

zorgen (Baudoin, 2006b).<br />

7


De oogst van zowel stro als zaad gebeurt in twee fases. Eerst wordt met een maaidorser het<br />

bovenste deel van de plant afgereden (waar de aren met de zaden zitten) (Danckaert et al., 2006).<br />

Dit kan, mits een aangepaste afstelling, met een gewone dorsmachine gebeuren. Hierbij wordt de<br />

maaistand zo hoog mogelijk ingesteld, zodat er maar een minimum aan stro in de machine<br />

terechtkomt (Vlasberichten, 2007). Het gewas is wel erg stug en kan in de draaiende onderdelen<br />

vastzitten. Hiervoor kunnen eventueel alle draaiende onderdelen met rubber bekleed worden om<br />

vastdraaien te voorkomen. Onmiddellijk na het dorsen wordt het overige stro in stukken gemaaid<br />

(zie verder).<br />

Het stro<br />

Om de beste vezelkwaliteit en strorendement te krijgen (vezelras), moet aan het einde van de bloei,<br />

juist voor de zaadvorming, geoogst worden (Stévenne, Chanvre Wallon, 2009). In Noord-Nederland<br />

(Hempflax) wordt echter reeds 10 dagen na het begin van de bloei geoogst; naarmate het<br />

afrijpingsstadium vordert, verhout de vezel zodat het moeilijker wordt om fijne vezels te verkrijgen.<br />

De sterkte van de vezel en de hoogte van het gewas vragen aanpassingen aan de oogstmachine. In<br />

specifieke <strong>hennep</strong>gebieden werden machines ontwikkeld of aangepast voor de <strong>hennep</strong>oogst. Deze<br />

machines zijn dus reeds op de markt. In Vlaanderen is echter nog geen aangepaste machine<br />

beschikbaar waardoor de oogst nog steeds een knelpunt vormt.<br />

In Duitsland wordt voor de oogst van het stro vooral de Hemp Cut 3000 en de Blücher 02 gebruikt;<br />

deze machines zijn zo gebouwd dat de <strong>hennep</strong>stengel ingekort wordt tijdens de oogst. Voor alle<br />

machines is het een vereiste dat een zuivere snede en een glad stengeluiteinde verkregen worden<br />

om problemen bij verdere verwerking te vermijden. Volgens het Nova Institut wensen alle Duitse<br />

vezel<strong>hennep</strong>verwerkers een watergehalte van


De Blücher 02 wordt aangedreven door een tractor en bestaat uit twee vertikaal geplaatste<br />

trommels die tegengesteld draaien en zo de stengels afsnijden (Figuur 3). De stengels worden in drie<br />

stukken verdeeld op een afstand van 60 cm. Bij een hoog gewas wordt dan het overige deel van de<br />

stengel met onregelmatige lengte afgesneden. In geval van een hoog gewas is het gebruik van de<br />

Blücher 02 dus nadelig. Er wordt een volumineus zwad afgelegd wat het roten en drogen makkelijker<br />

maakt en er vormen zich geen problemen bij aanwezigheid van afgestorven of gelegerde planten<br />

(Lohmeyer, 2000).<br />

Figuur 3: Blücher 02 (Kranemann GmbH, 2010)<br />

Er kan ook gemaaid worden met een maaimachine met 3 zijdelingse messen die het gewas in<br />

stukken van ongeveer 1 meter snijden (Figuur 4). Bij legering kan deze maaimachine wel voor<br />

problemen zorgen omdat de platgevallen stengels zo niet in stukken worden gesneden.<br />

Figuur 4: Clipper maaier (Tebeco Hemp Technology, 2010)<br />

Het stro kan ook met één gewone maaibalk met dubbele messen gemaaid worden (Figuur 5), maar<br />

de verdere verwerking van het lange stro die dan bekomen wordt, is niet praktisch; het is dus<br />

noodzakelijk om het stro in stukken te snijden. In geen geval mag een cirkelmaaier gebruikt worden<br />

omwille van het risico op vastdraaien van de vezels in de ronddraaiende delen.<br />

Figuur 5: Dubbele messenbalk (eigen foto)<br />

Afhankelijke van de toepassing is een roting nodig. In West-Europa (gebruik technische vezel) wordt<br />

het stro gedroogd en geroot op het veld. Hiervoor wordt het gewas in zwad gelegd. Roten gebeurt<br />

9


dankzij inwerking van de UV-straling en de regelmatige afwisseling van uitdroging en bevochtiging.<br />

Tijdens het roten komen de scheven los van de vezels door het oplossen van pectine. Wanneer het<br />

niet regent tijdens de rootperiode is een droogtijd van minstens twee weken nodig. Het stro wordt<br />

twee tot driemaal omgedraaid om een gelijkmatig droog- en rotingsproces te verkrijgen. Het keren<br />

kan met een gewone keerder (Lohmeyer, 2000). Bij het <strong>hennep</strong>bedrijf Hempflax laat men het stro<br />

van vezel<strong>hennep</strong> gedurende twee weken op het veld drogen en roten om een fijne vezel te<br />

verkrijgen. De stoppel wordt best niet te kort afgemaaid zodat de wind makkelijk onder het stro, die<br />

op de stoppel ligt, kan waaien. Op die manier wordt het droogproces verbeterd.<br />

De rotingsgraad beïnvloedt de bewaarcapaciteiten en de gebruiksmogelijkheden van de vezel.<br />

Overgerote <strong>hennep</strong>vezels zijn heel absorberend in vergelijking met niet-gerote <strong>hennep</strong>vezels. Een<br />

hoog absorptieniveau lijdt tot vervormingrisico als de vezels in contact komen met water. De<br />

ongerote <strong>hennep</strong>vezels bereiken hogere vochtgehaltes voordat vervorming plaatsvindt in vergelijking<br />

met gerote vezels (Kymäläinen et al., datum onbekend).<br />

Vooral voor gebruik in textiel is roting van belang; daar wordt gestreefd naar een schevengehalte van<br />

0%. Voor andere <strong>industriële</strong> toepassingen mag het schevengehalte tot 2% bedragen; voor de<br />

papierindustrie wordt een schevengehalte tot 30% toegelaten (zie paragraaf 5.). Het rootproces<br />

gebeurt traditioneel op het veld; de industrie wenst echter een methode waarbij gecontroleerd kan<br />

geroot worden. Enzymatisch roten is hiervoor een oplossing, maar deze techniek vindt geen ingang<br />

(Bouloc, 2006).<br />

Na enkele dagen drogen wordt het stro in zwad gelegd en met een balenpers opgeraapt. Voor de<br />

afzet van de het stro mag deze bij het persen niet meer groen zijn (Lohmeyer, 2000).<br />

Het persen kan met een gewone strobalenpers gebeuren. Er wordt zowel in ronde als vierkante<br />

balen geperst. Ronde balen zijn makkelijker om het stevige <strong>hennep</strong>stro te persen, maar het transport<br />

en de bewaring ervan is moeilijker. Daarom wordt in Duitsland en Nederland bijna altijd in vierkante<br />

balen geperst (met aangepaste <strong>hennep</strong>balenpers). Om verontreinigingen in de verdere verwerking te<br />

voorkomen, worden natuurlijke bindtouwen gebruikt zoals <strong>hennep</strong>- of sisaltouwen (Lohmeyer,<br />

2000).<br />

De balen moeten zo gestapeld worden dat luchtcirculatie tussen de balen mogelijk is. Om nachtdauw<br />

en beregening te vermijden, moeten de balen onmiddellijk na het persen in een overdekte<br />

opslagplaats bewaard worden (Lohmeyer, 2000). Door de volumineuze oogst moet voldoende<br />

opslagplaats voorzien worden (Bouloc, 2006). Onderzoek naar reductie van stenen in de balen en<br />

verhoging van de baaldichtheid om transportkosten te reduceren, wordt momenteel door het ICT in<br />

Frankrijk uitgevoerd (Cerrutti, 2010).<br />

In Wallonië is er een <strong>hennep</strong>teler die het stro pas na de winter, in april, oogst. Hierbij wordt het<br />

gewas gerold; door het drogen tijdens de winter breekt de stengel bij het rollen zodat niet gemaaid<br />

moet worden en men direct kan persen. Dit is echter enkel mogelijk voor minder hoogwaardige<br />

toepassingen, want de vezel is dan al sterk verhout (PCBT).<br />

Het rendement van de teelt zal variëren naargelang het productiedoel. In Vlaanderen kan men een<br />

opbrengst van 800-1200 kg zaad/ha verwachten. De opbrengsten van stro zijn veel meer heterogeen.<br />

10


In Frankrijk geeft een <strong>hennep</strong>teelt (dubbeldoelras) tussen de 4 en 13 ton DS/ha, afhankelijk van de<br />

bodemvruchtbaarheid in de streek. Gemiddeld wordt 8 ton droge stof/ha geoogst (Danckaert et al.,<br />

2006).<br />

4 Verwerking<br />

Bij de verwerking van het stro worden de vezels van de scheven (houtachtige delen van de stengel)<br />

gescheiden. Daarbij komt ook veel stof vrij. Zowel het zaad, de vezel, de scheven als het stof/poeder<br />

kunnen afgezet worden. Eén ton stro bestaat uit 30% vezels, 55% scheven en 15% stof (presentatie<br />

FNCP, 2007).<br />

De verwerking van de vezel hangt af van de toepassing waarvoor het gebruikt zal worden; er wordt<br />

een onderscheid gemaakt tussen vezel voor textiel, voor papier en voor technische toepassingen<br />

(Bouloc, 2006). De vezels met de beste kwaliteit (lange vezels) worden in textiel gebruikt (Baudoin,<br />

2004). De korte vezels voor technische toepassingen worden technische vezels genoemd.<br />

De verwerking van <strong>hennep</strong>stro tot vezels vereist een mechanische behandeling. Het stro wordt eerst<br />

gebrakeld en dan gezwingeld om de vezels van de scheven te scheiden. Het resultaat is een vezel die<br />

kan worden ingezet voor de papierindustrie of voor technische toepassingen. De vezel is dan nog niet<br />

geschikt voor textieltoepassingen. Voor textieldoeleinden is een extra stap noodzakelijk, namelijk<br />

een stoomexplosie (zie 5.1.1) of een chemische behandeling (China).<br />

Volgens Desanlis (2010) zou de kwaliteit van de technische <strong>hennep</strong>vezel verlagen tijdens de<br />

verwerking ervan (hamermolens). Zo treedt bij de verwerking van vlas beschadiging op van de<br />

elementaire vezel, vooral bij het brakelen (Degrauwe, 2005). Elementaire vezels zijn de langgerekte<br />

cellen waaruit een technische vezel is opgebouwd en die door lignopectine worden bijeengehouden<br />

(Degrauwe, 2005).<br />

Het ATB-instituut in Duitsland (Agrartechnik Bornim) heeft een verwerkingsproces ontwikkeld<br />

waarbij <strong>hennep</strong> zonder drogen bewaard en verwerkt wordt. Met deze techniek is de oogst van<br />

<strong>hennep</strong> niet weersafhankelijk (drogen en roten niet nodig) en kunnen de kosten gedrukt worden<br />

(Gusovius, 2010).<br />

11


5 Toepassingen<br />

Zowel de vezel, de scheven, het stof als het zaad kennen verschillende toepassingen.<br />

De papierindustrie was altijd al de grootste afnemer van <strong>industriële</strong> <strong>hennep</strong> (Figuur 6). Kleinere<br />

aandelen gaan naar o.a. de isolatiesector en de auto-industrie (composietmaterialen) (Thoelen,<br />

2008).<br />

Figuur 6: Toepassingen <strong>hennep</strong> (EIHA, 2007 in Carus, 2010)<br />

5.1 Hennepvezel<br />

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een lange <strong>hennep</strong>vezel (60-100 cm) en een korte of<br />

technische <strong>hennep</strong>vezel (10-15 cm) (Degrauwe, 2005). Ook het schevengehalte in het materiaal is<br />

van belang naargelang de toepassing.<br />

Bij informatie over de technische vezeleigenschappen is in de meeste literatuur niet duidelijk als het<br />

gaat om de technische vezel of om de elementaire vezel. Er moet namelijk een onderscheid gemaakt<br />

worden tussen de technische vezel en de elementaire vezel. Een vezelbundel of technische vezel is<br />

uit meerdere elementaire vezels opgebouwd (Daems & De Coninck, datum onbekend).<br />

5.1.1 Vezel voor textielindustrie<br />

Hennepvezels kunnen voor verwerking in textiel gebruikt worden. Hiervoor is een optimale roting<br />

van de vezels nodig (2-3 weken) zodat deze volledig vrij van scheven zijn (Evrard, 2006). Voor textiel<br />

wordt een zo lang mogelijke vezel gewenst (Bouloc, 2006).<br />

De Plant Research International van de Universiteit Wageningen ontwikkelde een nieuw <strong>hennep</strong>ras<br />

‘Chamaeleon’ dat beschikt over een fijnere vezel en daarom beter geschikt zou zijn voor<br />

textieltoepassingen (Vlasberichten, 2007).<br />

Om problemen met geur of micro-organismen te vermijden, worden de vezels eerst met geoxideerd<br />

water behandeld (Baudoin, 2004).<br />

Hennepvezels kunnen tot garen worden gesponnen door middel van nat- of droogspintechnieken.<br />

Om <strong>hennep</strong>vezels geschikt te maken voor katoenspinmachines moet de grove <strong>hennep</strong>vezel eerst<br />

worden verfijnd. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van stoomexplosie. Na het zwingelen<br />

worden de vezels 10 minuten in een reactievat bij 180°C in een verzadigde waterdamp (ca. 10 bar)<br />

behandeld. Hierna worden de vezels door een cycloon geblazen waar de damp in de vezels<br />

12


‘explodeert’ en de vezelbundels in fijne vezels van ca. 50 mm lengte opgesplitst worden. De vezels<br />

kunnen nu, gemengd met katoen, gesponnen worden op een katoenspinmachine. De<br />

stoomexplosietechnologie bestaat nog niet op commerciële schaal. Het uiteindelijke doel is om met<br />

deze techniek textiel uit 100% <strong>hennep</strong>vezel te maken (Interreg IIIA-project Euroregio Rijn-Waal,<br />

2007; Stextile, 2010). Een alternatief voor deze techniek is de chemische behandeling van de vezel<br />

die in China wordt toegepast. Het ecologische aspect gaat door deze techniek wel ten dele verloren<br />

(Hertel, 2010).<br />

De <strong>hennep</strong>vezel is sterker dan katoen, beter isolerend, wordt niet aangetast door insecten of mijten<br />

en is biologisch afbreekbaar (Our future planet, 2002). Stoffen met een 25% <strong>hennep</strong>aandeel zouden<br />

een 10% betere duurzaamheid hebben. Dit vertaalt zich vooral in een hogere slijtvastheid, waardoor<br />

de stof ook uitermate geschikt is voor toepassing als meubelstof. De <strong>hennep</strong>vezel kan ook beter<br />

vocht opnemen zoals zweet. Deze eigenschap heeft een duidelijk effect op het draagcomfort van<br />

kleding.<br />

Voor de productie van <strong>hennep</strong>textiel is China vandaag de marktleider en bepaalt dan ook de prijs. In<br />

de Europese context is deze prijs niet concurrentieel.<br />

5.1.2 Vezel voor papierindustrie<br />

Al altijd werden de vezels van <strong>hennep</strong> gebruikt om verschillende soorten papier van te maken<br />

(bijbelpapier, sigarettenpapier, bankbiljetten, enz.) of als versteviging voor gerecycleerd papier<br />

(Institut du Chanvre, 2010). Momenteel is de papierindustrie de grootste afzet voor <strong>hennep</strong>; toch<br />

bedroeg in 1999 de papierproductie uit <strong>hennep</strong> slechts 0,05% van de wereldpapierproductie<br />

(Baudoin, 2004). Steeds meer wordt <strong>hennep</strong> vervangen door houtpulp door de lagere prijs, waardoor<br />

de vraag naar <strong>hennep</strong>vezels voor papier sterk daalt.<br />

De vezels voor de papierindustrie moeten een lengte ≥ 10 mm en


productie van isolatiemateriaal, niet-geweven matten of viltstoffen, geotextiel en vezelversterkte<br />

composieten (Bouloc, 2006). Voor de verschillende technische toepassingen zijn volgende<br />

eigenschappen van de technische vezel van belang (Tabel 1).<br />

Tabel 1: Selectiecriteria voor technische vezel (Bouloc, 2006)<br />

Fysische eigenschappen<br />

Chemische eigenschappen<br />

Goede breuksterkte Droge stofgehalte: maximaal<br />

Goede treksterkte Gehalte aan lignine: minimaal<br />

Fijnheid Gehalte aan hemicellulose: minimaal<br />

Lichte kleur Gehalte aan cellulose: maximaal<br />

Zijde-achtige vezel Maximale kristallisatiegraad (voor goede binding met matrix waarin vezel moet geïntegreerd<br />

worden)<br />

De eigenschappen van de vezel zijn vooral afhankelijk van de omstandigheden waaronder de cultuur<br />

is geteeld en in mindere mate van de genetische factoren (Bouloc, 2006).<br />

5.1.3.1 Isolatiemateriaal<br />

Het gebruik van <strong>hennep</strong> als isolatiemateriaal is vooral interessant door de isolerende werking van de<br />

vezel, de mechanische resistentie en de lage dichtheid ervan (Munoz, 2007).<br />

Hennepvezelisolatiemateriaal heeft een thermische geleidbaarheid van 0,040 W/mK en een lage<br />

dichtheid van 30-40 kg/m³ (Vibe, 2007).<br />

De <strong>hennep</strong>vezel wordt gebruikt als isolatiewol of in isolatiedekens (Figuur 7) (Munoz, 2007). Dit<br />

materiaal wordt voornamelijk in Duitstalig Europa geproduceerd, maar ook in Frankrijk. Bij de<br />

aanmaak van isolatiedekens worden <strong>hennep</strong>- en vlasvezels soms gemengd (Vibe, 2008).<br />

Figuur 7: Hennepisolatiedeken<br />

Volgens een studie van Kymäläinen et al. (datum onbekend) zijn volgende criteria van belang voor<br />

gebruik van <strong>hennep</strong>vezel in isolatiemateriaal: 1) rotingsgraad, 2) vochtgehalte, 3) hoeveelheid<br />

scheven en stof, 4) hygiëne, gemeten a.d.h.v. microbiële dichtheid en as, en 5) lengte van de vezel.<br />

De industrie wenst nog altijd een zuivere vezel, maar het is vooral belangrijk dat geen allergenen<br />

aanwezig zijn en dat de vezels een goede drukresistentie hebben. Net als voor composietmateriaal<br />

wordt ook hier onderzoek uitgevoerd naar het optimale oogsttijdtip en de optimale rotingsgraad.<br />

Roten heeft een duidelijke kwaliteitsverbetering tot gevolg (Defoirdt & De Coster, 2009), maar de<br />

drukresistentie van de vezels vermindert wel. Het is ook zo dat wanneer de vezels geroot worden, er<br />

14


micro-organismen aanwezig zijn in de vezels die potentiële allergenen kunnen zijn (Bouloc, 2006).<br />

Daarom moet de microbiële dichtheid van het materiaal voor gebruik als isolatiemateriaal lager<br />

liggen dan de maximum limiet van 10 000-100 000 kve/g (Kymäläinen et al., datum onbekend).<br />

Daarom is het nodig om de vezels te ontsmetten (zie verder).<br />

De aanwezigheid van vocht in isolatiematerialen veroorzaakt een daling in het isolerend vermogen<br />

door zijn invloed op de dimensies en de chemische samenstelling van het materiaal. Ongerote<br />

materialen hebben doorgaans een hoger vochtgehalte dan gerote materialen bij eenzelfde relatieve<br />

vochtigheid. De capillariteit in natuurlijke isolatiematerialen is veel groter dan bij minerale wol of<br />

glasvezels. Toch scoort vlas beter dan <strong>hennep</strong> en is de opname van vocht door geroot vlas aanzienlijk<br />

lager dan voor <strong>hennep</strong> (Defoirdt & De Coster, 2009).<br />

Korte <strong>hennep</strong>vezels zijn de grondstof voor de productie van isolatiedekens. De vezels worden eerst<br />

kort geknipt. Dan worden ze met een dry-laid-non-woven proces, door vernaalding of door<br />

toevoeging van een binder gebonden. Om de samenhang en de flexibiliteit van het materiaal te<br />

verbeteren, wordt vaak een steunvezel (polyester) of een op zetmeel gebaseerde binder toegevoegd<br />

(12 tot 17%). Ammoniumfosfaat en/of boriumzouten worden bijgemengd als bescherming tegen<br />

insecten, schimmels en brand (Vibe, 2007).<br />

Voordeel van dit isolatiemateriaal is dat <strong>hennep</strong> een natuurlijk, hernieuwbaar materiaal is. Onder<br />

andere dankzij de extreem lage energie-inhoud haalt dit isolatiemateriaal in de Nederlandse NIBEclassificatie<br />

de beste score op vlak van milieubelasting. Deze isolatiematerialen zijn goed<br />

verwerkbaar en zijn toepasbaar in hellende daken, dakelementen, vloeren en (systeem)plafonds,<br />

(HSB) buitenwanden, scheidingswanden en gevelvullende elementen (SHR Hout Research, datum<br />

onbekend).<br />

De belangrijkste voordelen van het gebruik van plantaardige vezels in isolatiemateriaal zijn:<br />

luchtdoorlatend, vochtregulerende werking, bij vochtopname blijft isolatiewaarde nagenoeg gelijk,<br />

geen huidirritaties tijdens verwerking (in tegenstelling tot minerale wol) (Kymäläinen et al., datum<br />

onbekend). Isolatiemateriaal uit natuurlijke vezels kan een deel waterdamp absorberen en weer<br />

afstaan, maar mag niet aan insijpelend vocht blootgesteld worden (Vibe, 2008).<br />

In Frankrijk werd al een document (Règles Professionnelles de la Construction en Chanvre) opgesteld<br />

die de code van goede praktijken van bouwen met <strong>hennep</strong> definieert en de kwaliteit van uitvoering<br />

ervan garandeert.<br />

De technische vezel kost meer dan een vezel voor de papierindustrie omdat bij deze laatste enkel<br />

een eerste verwerking tot een grove vezel nodig is (75% zuiverheid). Hennepisolatiemateriaal is ook<br />

duurder dan conventioneel isolatiemateriaal (Baudoin, 2006b).<br />

15


Momenteel zijn al verschillende spelers op de Europese markt aanwezig o.a.:<br />

Isover (België): http:// www.isover.be - productie isolatieplaten uit <strong>hennep</strong>- en katoenvezels.<br />

Ecobati (België): http://www.ecobati.be/nl - handelaar ecologisch constructiemateriaal o.a.<br />

isolatiemateriaal: ‘Biofib chanvre’<br />

Burdons environmental (Engeland): http://www.burdensenvironmental.com - productie<br />

isolatieplaten op basis van <strong>hennep</strong> voor verschillende toepassingen.<br />

Hempflax (Nederland): http://www.hempflax.com/ - productie <strong>hennep</strong>producten o.a.<br />

isolatiedekens.<br />

Isonat (Nederland): http://www.isonat.com/ - productie isolatiedekens van <strong>hennep</strong>.<br />

Technichanvre (Frankrijk): http://www.technichanvre.com/sommaire.htm - productie<br />

<strong>hennep</strong>isolatiemateriaal als matten of los materiaal.<br />

Câlin (Frankrijk): http://www.isolant-calin.com/ - isolatiemateriaal van <strong>hennep</strong>- en vlasvezels<br />

(mengeling).<br />

Eco-Logis (Frankrijk): http://www.eco-logis.com/isolat1.html - productie isolatiemateriaal<br />

van <strong>hennep</strong>vezel.<br />

Hock GmbH & Co (Duitsland). http://www.thermo-hanf.de - gebruik <strong>hennep</strong>vezel als<br />

isolatiemateriaal voor dak, muur en vloer.<br />

Toch vertegenwoordigen isolatiematerialen uit vlas en <strong>hennep</strong> slechts een klein deel van de markt<br />

ondermeer door de hogere kostprijs en het ontbreken van duidelijke gegevens omtrent de relatie<br />

tussen vezeleigenschappen en de karakteristieken van het isolatiemateriaal (Defoirdt & De Coster,<br />

2009).<br />

5.1.3.2 Vezelversterkte composieten<br />

Onder composieten wordt verstaan de combinatie van verschillende materialen. De composieten<br />

met een organische matrix of polymeer kunnen na toevoeging van synthetische/natuurlijke vezels als<br />

vezelversterkte kunststof dienen. Natuurlijke vezels zouden ook in cementgebonden materialen zoals<br />

beton of mortel gebruikt kunnen worden als versterking van deze materialen.<br />

Volgens UGent en K.U. Leuven gelden voor composieten met natuurlijke vezels de eigenschappen<br />

van de elementaire vezel i.p.v. de technische vezel. Wanneer namelijk de composiet belast wordt,<br />

worden de krachten op de vezels overgebracht via de matrix, die tussen de elementaire vezels zit. De<br />

elementaire vezel worden dus belast als waren ze ingeklemd over een testlengte die bijna nul is.<br />

5.1.3.2.1 Vezelversterkte kunststoffen<br />

Kenmerken <strong>hennep</strong>vezels voor composietmaterialen<br />

Voor gebruik van <strong>hennep</strong>vezels als vezelversterkte kunststoffen speelt de stijfheid (weerstand tegen<br />

elastische vervorming) en sterkte (spanning bij breken) een belangrijke rol (congres CELC). De cellen<br />

16


van natuurlijke vezels zoals <strong>hennep</strong> hebben een langwerpige vorm en een dikke celwand waardoor<br />

ze sterk en stijf zijn en daardoor uitermate geschikt voor het gebruik als versterkingsmateriaal in<br />

polymeren (Defoirdt & De Coster, 2009) (Figuur 8).<br />

Figuur 8: Vezelversterkte kunststoffen (Bertucelli, 2009)<br />

De composietindustrie wenst een ‘standaard’ vezel met altijd dezelfde technische eigenschappen.<br />

Vezels die te lang geroot hebben, zijn niet gewenst omdat de resistentie verminderd en de kleur van<br />

het eindproduct varieert. Er moet dus een optimale rotingsgraad gezocht worden om zuivere vezels<br />

te verkrijgen zonder verlies van de gewenste eigenschappen.<br />

De lengte van de vezel is voor toepassing in composieten van minder belang; de vezels worden zelfs<br />

voor de verwerking in stukken gesneden. De zuiverheid is hier wel een belangrijke parameter<br />

(schevengehalte van 0% is ideaal), want de aanwezigheid van scheven in de vezels zorgt voor een<br />

broos composietmateriaal met meer kans op breuk. In composieten, waar de esthetische waarde<br />

belangrijker is dan de mechanische eigenschappen, bv bloempotten mogen scheven wel aanwezig<br />

zijn. In dit geval worden de scheven echter toegevoegd aan de zuivere vezels volgens een bepaald<br />

percentage (Bouloc, 2006).<br />

Volgens het composietbedrijf GreenGran en het CELC is de productie van composieten onafhankelijk<br />

van het vezeltype (glasvezel, <strong>hennep</strong>, vlas, …). De keuze van natuurlijke vezel bij GreenGran hangt<br />

vooral af van de beschikbaarheid/marktprijs. De productie van composieten is wel afhankelijk van de<br />

vezelvorm en het type matrix waarmee de vezels moeten kunnen binden (congres CELC, 2009).<br />

Ten opzichte van andere natuurlijke vezels heeft <strong>hennep</strong> wel een hogere vezelsterkte (Figuur 9)<br />

(Meyer, 2010).<br />

Figuur 9: Vergelijking vezelsterkte natuurlijke vezel met glasvezel (inklemlengte 0 mm) (Meyer, 2010)<br />

17


Natuurlijke vezels binden moeilijk met polymeermatrices. Deze vezels bevatten namelijk pectines en<br />

hemicellulose die de binding verstoren. De vezels worden daarom eerst met NaOH behandeld, zodat<br />

het pectine en hemicellulose oplost. Momenteel worden door de K.U. Leuven nieuwe methodes<br />

gezocht om de behandeling en impregnatie van vlasvezels op een continue wijze te laten verlopen.<br />

Op die manier wordt de variabiliteit die voorkomt tijdens de productie van natuurlijke<br />

vlascomposieten zo veel mogelijk vermeden. Verder wordt ook naar nieuwe vezelbehandelingen<br />

gezocht om de eigenschappen van de vlasvezelcomposiet te optimaliseren (K.U. Leuven, datum<br />

onbekend).<br />

Verschillende soorten vezelversterkte composieten<br />

Er bestaan verschillende vormen van composieten (geordend van lage naar hoge sterkte): ‘Short<br />

fibres compound’, ‘random mat’, ‘textile’, ‘non-crimp fabric’ en ‘UD laminate’. In ‘short fibres<br />

compounds’ worden vezels van ~0,5 – 5 mm gebruikt; ‘random mat’ wordt gemaakt van korte vezels<br />

en gebruikt in bv autodeuren; ‘textile’ wordt gebruikt in bv formule 1-auto’s, tennisraket, fiets<br />

Museeuw; ‘non-crimp fabric’ bestaat uit verschillende lagen vezels op elkaar en kan in bv<br />

windmolens toegepast worden; ‘UD laminate’ bestaat momenteel nog niet met natuurlijke vezels (bv<br />

vliegtuigen) (congres CELC, 2009). Momenteel worden vooral vlasvezels voor deze composieten<br />

gebruikt. Zo heeft La Tôlerie Plastique (Frankrijk) een project uitgevoerd waarbij windmolens werden<br />

geproduceerd met bladen uit vlasvezels en een PLA matrix.<br />

De verschillende technieken<br />

Het gebruik van vezels in composieten kan op twee manieren: door injectie of door gieten/persen in<br />

een vorm (mouleren) (Baudoin, 2004).<br />

Bij gieten in vorm wordt onderscheid gemaakt tussen thermoplastische en thermohardende<br />

composieten. Bij thermoplasten worden de vezels gemengd met een thermoplastische polymeer (bv.<br />

PE, PP) (compounderen). Het mengsel wordt verwarmd, in een vorm gegoten en geperst in de<br />

gewenste vorm (mouleren). Polypropyleen wordt verwerkt aan een temperatuur van 220-250 °C.<br />

Door toevoeging van natuurlijke vezels gebeurt de verwerking polypropyleen + vezel aan 170-200 °C,<br />

wat gepaard gaat met een lager energieverbruik (Baudoin, 2004).<br />

Het Duitse bedrijf Tecnaro heeft een thermoplast ‘Arboform’ ontwikkeld bestaande uit een mengsel<br />

van lignine met natuurlijke vezels zoals <strong>hennep</strong>- en vlasvezels (Tecnaro, 2010).<br />

Bij thermoharders wordt een thermohardende polymeer gebruikt (bv. PES, PU, epoxy). De<br />

polymeermatrix wordt over de vezels gesprayed en daarna gegoten in een vorm, waarbij de<br />

polymerisatie gebeurt (Baudoin, 2004).<br />

Menging van verschillende natuurlijke vezels zoals <strong>hennep</strong> en vlas zou volgens Karus & Kaup (2002)<br />

interessant zijn, vooral bij thermoharders. De fijnere vlasvezel zorgt voor een hoge stabiliteit maar<br />

kan niet goed binden met de polymeermatrix (epoxyhars). De grovere <strong>hennep</strong>vezel kan dit wel. Bij<br />

gebruik van thermoplasten is dit niet noodzakelijk en is één natuurlijke vezelsoort voldoende; deze<br />

wordt dan gemengd met bv PP vezels.<br />

18


In de automobielsector wordt steeds meer <strong>hennep</strong> ingezet voor vormdelen die via spuitgieten<br />

worden geproduceerd. De vezels (95% zuiverheid) worden gemengd met polypropyleen en vormen<br />

zo een vilt. Dit composiet wordt in een vorm geperst tot onderdelen zoals deurpanelen en<br />

dashboards. Hennepvezels worden o.a. al door BMW, Opel en Mercedes als alternatief voor glasvezel<br />

gebruikt (Figuur 10).<br />

Figuur 10: Onderdelen met <strong>hennep</strong>vezels uit de Mercedes S-klasse (www.eiha.org)<br />

Injectie van <strong>hennep</strong>vezels in composieten wordt nog niet veel toegepast en vereist nog verder<br />

onderzoek. Deze composieten hebben het voordeel dat ze makkelijk recycleerbaar zijn. AFT<br />

Plasturgie gebruikt de injectiemethode om natuurlijke vezelversterkte composieten te produceren<br />

voor verschillende toepassingen (Baudoin, 2004). Een voorbeeld is de productie van ‘vals hout’. Dit<br />

‘hout’ bestaat uit plastic en houtafval, maar houtafval wordt nu vervangen door <strong>hennep</strong> zodat lichter<br />

materiaal verkregen wordt. Dit wordt momenteel toegepast als terrashout door het composietbedrijf<br />

AFT Plasturgie (Frankrijk).<br />

Het bedrijf GreenGran (Nederland) produceert biocomposietgranulaten die gebruikt kunnen worden<br />

in verschillende injectietoepassingen zoals constructies voor dijkversterking, elektrische toestellen<br />

(gsm-oplader), speelgoed, enz. Hiervoor worden natuurlijke vezels gebruikt o.a. <strong>hennep</strong> en vlas. Als<br />

matrix wordt zowel PP als PLA en PHB (bioafbreekbaar) gebruikt (Snijder, 2010).<br />

Perspectieven voor het gebruik van natuurlijke vezels in composieten<br />

Het gebruik van natuurlijke vezels (vlas/<strong>hennep</strong>) in composieten heeft verschillende voordelen: lage<br />

dichtheid (dit gaat gepaard met een lager gewicht en energieverbruik wat van belang is in bv de<br />

auto-industrie), geluids- en thermisch isolerend, design (complexe vormen mogelijk, natuurlijk<br />

imago), hernieuwbaar, CO2-neutraal, lage energieconsumptie voor vezelproductie en geen gevaar<br />

voor de gezondheid tijdens de verwerking ervan (geen uitstoot toxische componenten). De productie<br />

van vlas en <strong>hennep</strong>vezels vereist 5-10 keer minder energie dan glasvezels (congres CELC, 2009). Per<br />

kg <strong>hennep</strong>vezel die gebruikt wordt ter vervanging van glasvezel in composieten, wordt 1,4 kg CO2<br />

gespaard gedurende z’n volledige levensduur. Het gebruik ervan is ook voordelig in prijs in<br />

vergelijking met synthetische vezels zoals carbonvezel en glasvezel.<br />

Voor de auto-industrie worden de onderdelen dankzij gebruik van natuurlijke vezels lichter, veiliger<br />

en optimaal isolerend (ook geluidsisolerend). Door de natuurlijke vezelstructuur wordt energie, die<br />

vrijkomt bij een botsing, geabsorbeerd en er ontstaan geen scherpe kanten of splinters waaraan een<br />

inzittende zich zou kunnen verwonden (Centexbel, 2009).<br />

19


Vlas/<strong>hennep</strong>vezels bieden ook mechanische voordelen. De vezels hebben een hogere stijfheid in<br />

vergelijking met andere natuurlijke vezels, maar is wel iets lager dan bij glasvezel. De eigenschap<br />

stijfheid/dichtheid (specifieke stijfheid) is beter dan bij glasvezel door het lage gewicht. De specifieke<br />

sterkte is bij glasvezel wel hoger (congres CELC, 2009).<br />

Het nadeel van gebruik vlas/<strong>hennep</strong>vezel in composieten is echter dat het vezeloppervlak moeilijk te<br />

controleren is. De vezel is ook gevoelig aan vocht en temperatuur en er kunnen defecten in de vezel<br />

ontstaan tijdens het groeiseizoen (congres CELC, 2009). Om een constante kwaliteit te verzekeren, is<br />

ook de homogeniteit van de vezel van groot belang (Baudoin, 2004).<br />

Meer en meer worden natuurlijke vezels zoals <strong>hennep</strong> en vlas gebruikt voor hun gunstige<br />

eigenschappen. Natuurlijke vezels worden onder andere ook in plastic bloempotten, raamkozijnen,<br />

rotorbladen van ventilatoren, enz. gebruikt (Munoz, 2007). Al deze producten kunnen verscheidene<br />

malen worden hergebruikt en/of na gebruik worden gecomposteerd.<br />

Het Oostenrijkse bedrijf Zellform Gesellschaft für ökologische Fasertechnologie heeft een<br />

procestechnologie en een grondstof met <strong>hennep</strong> ontwikkeld die 'Hempstone' werd gedoopt. Omdat<br />

plantaardige vezels en <strong>grondstoffen</strong> een natuurlijke en esthetisch aangename uitstraling hebben, kan<br />

dit materiaal aanbevolen worden voor meubels en de afwerking van interieurs zoals stoelen, tafels,<br />

planken, bedden, lampenkappen, borden, potten, enz.<br />

De uitstekende akoestische eigenschappen van de grondstof opent mogelijkheden voor gebruik bij<br />

muziekinstrumenten, slagwerkinstrumenten, luidsprekerkasten, autoradio’s, en talrijke andere zaken<br />

waarvoor nu nog synthetische kunststoffen gebruikt worden (Figuur 11). Ook in de<br />

verpakkingsindustrie dienen toepassingen zich aan.<br />

Figuur 11: Toepassingen Hempstone (Nijsten, 2008)<br />

Voor de productie van Hempstone worden de <strong>hennep</strong>vezels in water gelegd. Chemische of andere<br />

stoffen (uitgezonderd pigmenten) worden niet toegevoegd. Het vezeloppervlak wordt door microfibrillatie<br />

gewijzigd zodat een goede binding met de matrix mogelijk is. Tijdens het 'natte deel' van de<br />

productie wordt het materiaal gevormd. De zachte, natte vezelpasta wordt hard naarmate het water<br />

eruit verdampt. Het resultaat heeft een oppervlak dat eruit ziet als dik leder dat met de hand<br />

gepolierd wordt.<br />

Tijdens de ontwikkeling werden de voordelen van Hempstone ten opzichte van andere<br />

vezelproducten duidelijk: betere technische eigenschappen (duurzaamheid, homogeniteit,<br />

handelbaarheid) en minder negatieve invloed op het leefmilieu. De investeringskosten liggen ook<br />

lager vanwege zijn commerciële leefbaarheid op kleinere schaal (Nijsten, 2008).<br />

20


Zoals eerder vermeld zijn al verschillende spelers op de Europese markt aanwezig o.a.:<br />

GreenGran (Nederland): http://www.greengran.com/ - productie van<br />

biocomposietgranulaten versterkt met natuurlijke vezels zoals <strong>hennep</strong>.<br />

NPSP Composieten NV (Nederland): http://www.npsp.nl/ - productie fietspaddestoelen<br />

versterkt met <strong>hennep</strong>vezel<br />

AFT Plasturgie (Frankrijk): http://www.chanvre.oxatis.com/PBCPPlayer.asp?ID=59694 –<br />

productie vezelversterkte composieten met <strong>hennep</strong>vezel.<br />

Tecnaro (Duitsland): http://www.tecnaro.de/ - productie thermoplasten versterkt met<br />

<strong>hennep</strong>- en vlasvezel.<br />

Knelpunten gebruik natuurlijke vezels als versterking in composieten<br />

Enkele uitdagingen i.v.m. gebruik vlas/<strong>hennep</strong>vezel in composieten zijn (congres CELC, 2009):<br />

� nood aan een meer uniforme vezelbevoorrading<br />

� vezel/matrix adhesie (verschillende oplossingen, maar ecologisch impact moet beperkt<br />

blijven)<br />

� gevoeligheid voor vochtopname<br />

� stabiliteit tegen verwering (aantasting door micro-organismen)<br />

� geurhinder: tijdens productie en gebruik van natuurlijke vezelversterkte composieten kan<br />

geurhinder optreden. De geur correleert met de complexe interactie tussen de ontelbare<br />

vluchtige plantenbestanddelen (Centexbel, 2009).<br />

� temperatuurstabiliteit<br />

� biodegradeerbaarheid: de composiet is namelijk enkel biodegradeerbaar indien deze met<br />

een biodegradeerbare matrix wordt gecombineerd.<br />

� beschikbaarheid (transport van vezels is heel duur; de teelt is dus best aanwezig op de plaats<br />

van verwerking) (Mougin, 2006)<br />

In België is nog heel wat onderzoek nodig naar gebruik van vlas/<strong>hennep</strong>vezel in composieten<br />

(Verpoest, 2010):<br />

� Landbouw: wat is de invloed van de oogstmethode (oogsttijdstip/rotingsgraad) op de<br />

vezeleigenschappen? Kan de genetica van de plant aangepast worden om een ideale vezel<br />

voor composieten te verkrijgen?<br />

� Eigenschappen vezels: het is belangrijk dat er duidelijkheid bestaat omtrent het type vezel<br />

waarop eigenschappen worden gemeten: elementaire vezel, technische vezel of garen. De<br />

eigenschappen van deze vezeltypes kunnen namelijk sterk verschillen. Daarnaast is het ook<br />

21


nodig om de sterkte van een garen verwerkt in een composiet te meten; de eigenschappen<br />

zullen namelijk verschillen met deze van een gewoon garen. Er moet een methode opgesteld<br />

worden hoe de vezeleigenschappen gemeten kunnen worden en hoe deze kunnen worden<br />

afgetoetst ten opzichte van de eigenschappen die de composietindustrie wenst.<br />

� Extractie vezels: wat is de invloed van de verschillende oogst-/verwerkingsstappen op de<br />

mechanische eigenschappen van de vezel? Hoe ontstaan fouten in de vezel? Wat is de<br />

invloed hiervan op de eigenschappen van de vezel verwerkt in een composiet?<br />

� Preforms: de gewenste eigenschappen van de vezels moeten bewaard blijven; er moet<br />

gezorgd worden voor een minimale torsie van de vezels en een min of meer gelijke<br />

vezeloriëntatie. Zo kan zelf een vezel van mindere kwaliteit een acceptabel composiet<br />

leveren. Er is ook controle nodig op de invloed van dit preformproces op de<br />

vezeleigenschappen.<br />

� Matrix: behandeling van PP (polypropyleen) met MA (maleic anhydride) is reeds toegelaten<br />

(betere binding met natuurlijke vezeloppervlak). Voor andere matrices is het nog niet<br />

duidelijk welke behandeling efficiënt is. Hiervoor moet nagegaan worden wat de invloed is<br />

van de behandeling op de vezeleigenschappen en composieteigenschappen.<br />

� Toepassing: wat is de invloed van waterabsorptie op de mechanische eigenschappen? Wat is<br />

de vermoeiingsvastheid, vloeipunt, isolatie vibraties/akoestisch, veroudering en end-of-life<br />

van het materiaal?<br />

� Recyclage: hier is nog weinig onderzoek naar gedaan, maar de eerste resultaten zijn<br />

belovend. Het probleem is dat bij gebruik van een niet-biodegradeerbare matrix bv PP het<br />

materiaal ook niet biodegradeerbaar is. PLA is wel biodegradeerbaar, maar een behandeling<br />

voor binding met natuurlijke vezels ontbreekt nog. Ook voor thermoharders is recyclage<br />

moeilijk; granuleren is wel mogelijk.<br />

� LCA (analyse life cycle): onderzoek hieromtrent is lopend.<br />

5.1.3.2.2 Vezelversterkte cementgebonden materialen<br />

Momenteel loopt aan de Universiteit Gent een doctoraat (Pieter De Jonghe) over zelfhelend beton<br />

waarbij o.a. natuurlijke vezels (vlas/<strong>hennep</strong>) gebruikt kunnen worden om de scheurwijdte van het<br />

beton te beperken. Eerder werden al twee masterproeven geschreven over het gebruik van<br />

vlasvezels in cementgebonden materialen. Alvorens de vezels verwerkbaar zijn in beton worden deze<br />

verknipt tot een lengte van 10-50 mm. De vezellengte is een belangrijke parameter in het<br />

nascheurgedrag (Daems & De Coninck, datum onbekend).<br />

Problemen die voorkwamen bij gebruik van vlasvezels waren een moeilijke menging en slechte<br />

verdeling van de vezels in het materiaal. Natuurlijke vezels zijn ook alkaligevoelig; beton heeft echter<br />

een pH-waarde van ongeveer 13 (Degrauwe, 2005).<br />

22


5.1.3.3 Filtermateriaal<br />

Het oppervlak en absorptievermogen van vlas- en <strong>hennep</strong>vezels maken het mogelijk om deze te<br />

gebruiken als filtermateriaal. De vezels zijn in staat om zware metalen te absorberen. Ze kunnen ook<br />

gebruikt worden voor behandeling van water of in <strong>industriële</strong> filters (vluchtige stoffen). Wanneer ze<br />

een behandeling ondergaan, kunnen ze gebruikt worden om olie te absorberen. Deze natuurlijke<br />

vezels hebben verschillende voordelen t.o.v. synthetische vezels: minder duur, recycleerbaar,<br />

absorberen 25x hun gewicht en kleven niet aaneen (Munoz, 2007).<br />

5.1.3.4 Niet-geweven textiel<br />

Niet-geweven stoffen worden gebruikt als b.v. tapijt in auto’s, filtermateriaal, geotextiel, enz.<br />

Momenteel is er één Nederlandse producent ‘Isovlas Oisterwijk bv’ die geotextiel uit vlasvezel maakt,<br />

maar gebruik van <strong>hennep</strong>vezel zou dus ook mogelijk zijn voor deze toepassing (Figuur 12).<br />

Figuur 12: Geotextiel (Isovlas Oisterwijk bv, 2010)<br />

Het kan ook als groeisubstraat gebruikt worden voor bv waterkers (Figuur 13). De zaadjes worden<br />

ingebracht in de stof waarbij de vezels voor ondersteuning zorgen tijdens de groei van de jonge<br />

plantjes (Bouloc, 2006).<br />

Figuur 13: Vezelmat als substraat voor waterkers (Carus, 2010)<br />

5.2 Hennepscheven<br />

Het houtig materiaal rond het merg van de stengel worden de <strong>hennep</strong>scheven genoemd. Deze<br />

komen los van de vezel tijdens het roten. Naarmate het rootproces langer duurt, verlaagt de<br />

kwaliteit van de <strong>hennep</strong>scheven; tijdens het roten verandert de kleur van de scheven (bruin-zwart),<br />

maar producenten van bv stalstrooisel, constructiemateriaal of pleisterwerk wensen een witte kleur<br />

(Bouloc, 2006). De rotingsgraad heeft ook een belangrijke invloed op de geur, wat bijvoorbeeld in<br />

stalstrooisel niet gewenst is (Baudoin, 2004).<br />

Door de lage dichtheid van de scheven (~ 100 kg/m³) (Tradical, 2006) is het materiaal heel<br />

volumineus wat transportkosten met zich meebrengt. De scheven moeten dus geperst worden in een<br />

verpakking zodat een maximaal gewicht met een zo klein mogelijk volume kan worden<br />

getransporteerd.<br />

23


5.2.1 Constructiemateriaal<br />

Hennepscheven hebben een heel lage dichtheid en een sterk geluids- en thermisch isolerende<br />

werking. De <strong>hennep</strong>scheven hebben een thermische geleidbaarheid van 0,048 W/mK (Bertucelli,<br />

2009) en een dichtheid van ongeveer 100 kg/m³. De scheven kunnen als los gestort isolatiemateriaal<br />

(Figuur 14) of als granulaat in constructieblokken (licht en isolerend) of bepleistering gebruikt<br />

worden (Tradical, 2006).<br />

Figuur 14: Scheven als los isolatiemateriaal (Bertucelli, 2009)<br />

Hennepscheven hebben reeds een toepassing in kalk-<strong>hennep</strong>betonmengsels. Dit is een mengsel van<br />

<strong>hennep</strong>scheven, 10% kalk (bindmiddel) en water. Kalk is een ideaal bindmiddel bij gebruik van<br />

<strong>hennep</strong>scheven. Hennepscheven hebben een heel hoog absorptievermogen en absorberen daarom<br />

een groot deel van het toegevoegde water. Bij gebruik van een hydraulisch bindmiddel zou dit voor<br />

problemen zorgen (uitdrogen, verpulveren) (Tradical, 2006). Om waterabsorptie te beperken,<br />

worden verschillende componenten aan de kalk toegevoegd. Kalkproducent Lhoist produceert een<br />

speciaal kalkbindmiddel ‘Tradical’ voor binding met <strong>hennep</strong>scheven. Dit wordt reeds gebruikt door<br />

Lime Technology in Engeland (product ‘Tradical Hemcrete’).<br />

Kalk-<strong>hennep</strong>mengsels kunnen voor constructie van muren, vloeren, dakisolatie en bepleistering<br />

gebruikt worden. Het kan niet als draagconstructie dienen en wordt daarom vooral in<br />

houtskeletbouw gebruikt (Figuur 15).<br />

Figuur 15: Toepassing Tradical Hemcrete rond een houten frame (Lime Technology, 2010)<br />

De belangrijkste voordelen van dit materiaal zijn: lage dichtheid (licht materiaal), duurzaamheid,<br />

sterkte, geluids- en warmte-isolerend, hoge thermische inertie, ongedierte- en vuurbestendig,<br />

reductie CO2 emissie, uitzonderlijke vochtregulerende capaciteit en herbruikbaarheid (Lime<br />

Technology, 2010). Het is ook een heel milieuvriendelijk materiaal: 1 m 2 muur van <strong>hennep</strong>blokken<br />

kan 35 kg CO2 eq. stockeren (Tradical, 2006).<br />

In Wallonië wordt onderzoek verricht op kalk-<strong>hennep</strong>mengsels als basis voor bouwmaterialen (dak –<br />

muur – vloer - bepleistering) en de mogelijkheden om dit met een spuitmachine aan te brengen<br />

(BCC-BAT) (WTCB, 2010). Het beoogt het karakteriseren van verschillende mengelingen, het<br />

24


evalueren van de hygrothermische prestaties, het nagaan van het gebruik van mogelijke<br />

spuitmachines, etc. Het materiaal (voor constructie binnenmuren) heeft een thermische<br />

geleidbaarheid van 0,11 W/mK en een dichtheid van 480 kg/m³. Door de hoge dichtheid bezit dit<br />

materiaal een groot warmteaccumulerend vermogen (thermische inertie); d.w.z. dat de warmte<br />

overdag wordt vastgehouden en ’s avonds geleidelijk aan wordt afgegeven (Vibe, 2007). Door de<br />

hoge dichtheid moet het materiaal wel iets dikker gemaakt worden om een goede isolerende<br />

werking te verkrijgen (~25 cm). Dit kan voor problemen zorgen als het materiaal gebruikt wordt om<br />

bestaande huizen aan de binnenzijde na te isoleren (meer plaats nodig dan bij gewone<br />

isolatiematerialen). Een ander probleem is dat het kalk-<strong>hennep</strong>mengsel een lange droogtijd vereist.<br />

De mengeling kan ook in blokken worden geperst en met kalkmortel gemetseld worden. Deze<br />

<strong>hennep</strong>blokken (<br />

Figuur 16) hebben een sterk isolerende werking waardoor het in de winter in huis warm is en in de<br />

zomer koel. Hennep zorgt voor een stevig materiaal, zelfs met lage dichtheid, met een thermische en<br />

geluidsisolerende werking (Munoz, 2007). Deze blokken zijn afgewerkte bouwmaterialen zodat het<br />

probleem van lange droogtijd tijdens uitvoering wordt vermeden. Kalk-<strong>hennep</strong>blokken worden reeds<br />

in Frankrijk (bedrijven Chanvribloc en Easy Chanvre) en Spanje (bedrijf Cannabric) geproduceerd.<br />

Figuur 16: Hennepblok (Chanvribloc, 2010)<br />

Kalk-<strong>hennep</strong>huizen zouden 10% meer kosten dan traditionele constructies, maar hebben een veel<br />

kleinere milieu-impact. Ze verbruiken minder energie bij zowel de constructie als voor de verwarming<br />

van het huis. Bovendien leveren ze minder bouwafval op (Thoelen, 2008). In Engeland werd door het<br />

BRE (Building Research Establishment) een ‘Innovation Park’ geopend. Het park bestaat uit<br />

gebouwen en huizen die op een duurzame manier gebouwd zijn; het geeft een beeld van hoe de<br />

toekomst eruit zou kunnen zien. Er staat onder andere ook een huis die volledig uit <strong>hennep</strong> gebouwd<br />

is (kalk<strong>hennep</strong>blokken, <strong>hennep</strong>isolatie, enz.) (BRE, 2010).<br />

Volgens Defoirdt & De Coster (2009) zou met de lemen van <strong>hennep</strong> reeds houtbeton gemaakt<br />

worden. Houtbeton is een samengesteld materiaal met een cementachtige matrix en een<br />

plantaardige vulstof in een korrelige vorm (korrelgrootte analoog aan grint, zand,enz.). Houtbeton<br />

wordt gemaakt met houtpartikels en zaagmeel en met lemen van <strong>hennep</strong>. Dit materiaal heeft een<br />

goede resistentie tegen vriezen en dooien en heeft een geringe absorptie door capillariteit. De<br />

mogelijke problemen bij het maken van houtbeton zijn de soms moeilijke hechting tussen hout en<br />

cement, de vertraagde uitharding en problemen bij het uitdrogen (Defoirdt & De Coster, 2009).<br />

De <strong>hennep</strong>scheven kunnen ook tot meubelplaten geperst worden (Interreg IIIA-project Euroregio<br />

Rijn-Waal, 2007). De Duitse producent Resopal ontwikkelt zowel vlas- als <strong>hennep</strong>spaanderplaten, die<br />

25


als voordeel hebben dat ze lichter en meer isolerend zijn dan de gewone houtspaanderplaat. De<br />

toplaag daarvan bestaat echter niet uit een ecologisch materiaal, maar uit een synthetische hars<br />

(Resopal, 2010).<br />

5.2.2 Stalstrooisel<br />

De <strong>hennep</strong>scheven worden reeds als hoogwaardig stalstrooisel gebruikt. Dit strooisel kan voor kleine<br />

huisdieren gebruikt worden, maar vooral ook bij paarden met een allergie voor ander stro. Hennep<br />

heeft als voordeel dat het sterk absorberend en zeer ammoniakbindend is (Our future planet, 2002).<br />

Op vraag van ChanvreWallon wordt in Centre européen du cheval de Mont-le-Soie (Wallonië) verder<br />

onderzoek gedaan naar de kwaliteit van <strong>hennep</strong> als stalstrooisel bij paarden (Stévenne, 2009). Het<br />

vlasverwerkend bedrijf NV Demeulenaere (België) verkoopt reeds ontstofte lemen voor gebruik als<br />

stalstrooisel (Confortchanvre). Momenteel is deze toepassing de grootste afzetmarkt voor de<br />

<strong>hennep</strong>scheven.<br />

5.2.3 Vergisting<br />

Hennepscheven zijn ook geschikt als stalstrooisel voor kippen dankzij het hoge absorptievermogen;<br />

op die manier kan de geurhinder in de stal beperkt worden. De kippenmest, samen met de<br />

<strong>hennep</strong>scheven, kunnen afgezet worden voor co-vergisting. Het gebruik van <strong>hennep</strong>scheven in een<br />

vergistingsinstallatie is heel interessant omdat de scheven makkelijk afbreken en er veel energie uit<br />

gerecupereerd kan worden. Verschillende kippenboeren in Vlaanderen gebruiken reeds deze<br />

scheven in hun kippenstal waarna het mengsel van mest en scheven afgezet wordt voor vergisting.<br />

5.2.4 Bodembedekking<br />

Dankzij het sterke absorptievermogen van <strong>hennep</strong>scheven zijn deze ideaal als bodembedekker voor<br />

gebruik in de tuin of in een wijngaard, boomgaard, groenteteelt, enz. (Figuur 17). Voordelen:<br />

bescherming tegen erosie, tegengaan van evaporatie van water in de zomer, isolerende werking<br />

zowel in winter als zomer, ontwikkeling microbieel leven in de bodem, toevoeging organisch<br />

materiaal (bestaat uit lignocellulose en breekt biologisch af na bepaalde tijd) (La Chanvrière de l’Aube<br />

en AgroChanvre, 2010).<br />

Figuur 17: Bodembedekker (La Chanvrière de l’Aube).<br />

26


5.3 Hennepzaad<br />

De zaden moeten zo snel mogelijk na de oogst tot een vochtgehalte van


allergieën (Biofresh). Olie uit <strong>hennep</strong>zaad is de ideale basisolie om kwalitatief hoogstaande<br />

verzorgingsproducten te maken zoals zeep, badolie, zalf, massageolie en shampoo (Molgreen, 2010).<br />

Het kan ook eenvoudig met andere substanties gemengd worden tot o.a. verf, inkt en<br />

smeermiddelen (Our future planet, 2002). De olie kan ook als beschermende impregnering voor hout<br />

en andere poreuze oppervlakken gebruikt worden. Dit wordt reeds geproduceerd door het bedrijf<br />

Terrachanvre in Frankrijk (http://www.terrachanvre.com).<br />

5.4 Henneppoeder (stof)<br />

Het <strong>hennep</strong>poeder is het afval dat overblijft na scheiding van vezel, scheven en zaad. Dit poeder<br />

bestaat uit kleine hoeveelheden vezels en scheven. Het materiaal heeft een dichtheid van 600 kg/m³.<br />

Het stof wordt tot granulaten geperst (6-7 mm diameter en 1-3 cm lang). Dit is ideaal voor gebruik als<br />

strooisellaag voor kleine dieren omdat het heel vochtabsorberend is en een slechte geur kan<br />

voorkomen. De granulaten kunnen ook als bodemverbeteraar worden gebruikt (bevat cellulose en<br />

lignine) (Baudoin, 2004).<br />

Er worden ook agropellets (Figuur 19 a) of briketten (Figuur 19 b) van gemaakt die als brandstof<br />

kunnen dienen in bv een open haard.<br />

Figuur 19 a: Agropellets van <strong>hennep</strong> (FNPC, 2007) Figuur 19 b: Briketten (La Chanvrière de l’Aube, 2010)<br />

Het composietbedrijf Deceuninck Plastics (België) maakt momenteel terrasplanken op basis van PVC<br />

en houtstof. Zowel vlas- als <strong>hennep</strong>stof zou hiervoor mogelijks kunnen worden gebruikt (Figuur 20).<br />

Figuur 20: Hennepstof in terrasplank (Baets, 2010)<br />

5.5 Hennepplant<br />

5.5.1 Biomassa<br />

Doordat <strong>hennep</strong> zeer snel groeit en een hoge drogestofproductie kent, is de plant geschikt als<br />

energiegewas. De calorische waarde van <strong>hennep</strong> voor biomassaverbranding bedraagt 17917 kJ/kg<br />

(Baudoin, 2004). Ter vergelijking bedraagt de calorische waarde van hout 15000 kJ/kg bij verbranding<br />

(Wikipedia, 2010). Als ligno-cellulosegewas kan <strong>hennep</strong> ook als 2 e generatie biobrandstof worden<br />

28


gebruikt (Pelkmans, VITO, 2007). De cellulose en hemicellulose polymeren kunnen tot<br />

fermenteerbare suikers worden omgezet die dan voor ethanolfermentatie kunnen worden gebruikt<br />

(Defoirdt & De Coster, 2009).<br />

Hennep als grondstof voor energie is echter duur in vergelijking met meerjarige gewassen zoals<br />

miscanthus, wilg, enz. omdat het (iets) minder opbrengt en alle teeltmaatregelen ieder jaar<br />

terugkeren (Novem, 1999).<br />

5.5.2 Fytoremediatie<br />

Hennep kan zonder verlies van rendement groeien op vervuilde bodems en daarbij zware metalen<br />

opnemen. Als de bodem zware metalen bevat, kan het gewas niet meer in textiel, voeding of<br />

composieten gebruikt worden, maar kan het wel als energiegewas worden verbrand (Baudoin, 2004).<br />

5.5.3 Veevoeder<br />

In Noord-Brabant werd dit jaar (2010) door Agerland (in- en verkooporganisatie in de land- en<br />

tuinbouw) een praktijkproef aangelegd waarbij 20 hectares vezel<strong>hennep</strong> bij melkveehouders werd<br />

ingezaaid. Steeds meer melkveehouders zijn namelijk op zoek naar een goedkope en goede<br />

structuurbron voor hun melkkoeien. Verhakselde en ingekuilde vezel<strong>hennep</strong> zou hiervoor een goed<br />

alternatief zijn. Vezel<strong>hennep</strong> zorgt namelijk voor een penswerking (Agerland, 2010) (Tabel 2).<br />

Tabel 2: Analyseverslag ingekuilde <strong>hennep</strong> (berekende voederwaarden op basis van<br />

voederwaardecoëfficiënten voor grashooi) (Debergh, 2009)<br />

Droge stof (g/kg) 336<br />

Totaal ruw eiwit (g/kg) 145<br />

Ruwe celstof (g/kg) 413<br />

Ruwe as (g/kg) 140<br />

Ammoniakgetal (%) 12<br />

VEM (per kg) 558<br />

VEVI (per kg) 505<br />

DVE (g/kg) 66<br />

OEB (g/kg) -5<br />

FOS (g/kg) 381<br />

VOS (g/kg) 465<br />

29


6 Wetgeving en subsidies in België<br />

Drie regelgevingen hebben betrekking op <strong>industriële</strong> <strong>hennep</strong>: een Europese verordening voor de<br />

teelt van <strong>industriële</strong> <strong>hennep</strong>; de federale drugswet en de federale wet voor het gebruik van <strong>hennep</strong><br />

in de voeding (Wervel).<br />

Voor de teelt van <strong>hennep</strong> voor energiewinning en <strong>industriële</strong> doeleinden is iedere landbouwer in<br />

België verplicht zich te melden en relevante gegevens met betrekking tot de teelt op te geven via een<br />

meldingsformulier. Dit moet voor de inzaai gebeuren. Bij de teeltmelding moeten ook de originele<br />

etiketten van het zaaizaad worden bijgevoegd. Zo kan worden nagekeken of er wordt gezaaid met<br />

zaad van toegelaten rassen. Tijdens de bloei zal het Agentschap voor Landbouw en Visserij<br />

steekproefsgewijs controle uitvoeren op het THC-gehalte van de bloeiwijze. De landbouwer moet<br />

dan ook met een aangetekend schrijven het begin van de bloei melden (Ministerie Landbouw en<br />

Visserij). Indien het THC-gehalte hoger ligt dan 0,2 %, kan geen toeslagrecht meer verkregen worden<br />

voor deze percelen en worden de federale autoriteiten verwittigd om hieraan vervolg te geven<br />

(Renkin, 2006). De controle gebeurt vanaf 20 dagen na melding van de bloei tot 10 dagen na het<br />

einde van de bloei. Het perceel mag nog niet geoogst worden voordat staalname voor controle<br />

gebeurt is Als toch vroeger geoogst wordt, zal het toeslagrecht die voor dit perceel aangevraagd<br />

werd, niet worden uitbetaald (Ministerie Landbouw en Visserij, 2010). Indien het gaat om een<br />

vezelras is deze regeling niet erg praktisch omdat de vezel tegen het einde van de bloei al sterk<br />

verhout is. Best wordt een vezelras vanaf 10 dagen na het begin van de bloei al geoogst (Hempflax,<br />

mondelinge communicatie).<br />

Sinds 2011 kan voeding op basis van <strong>industriële</strong> <strong>hennep</strong>, waarvoor een derogatie werd toegelaten,<br />

op de Belgische markt verkocht worden.<br />

Hennep kan in principe van twee soorten steun genieten. De toeslagrechten op percelen waarop<br />

<strong>hennep</strong> wordt geteeld, kunnen zonder problemen worden geactiveerd. Vanaf 2007 is hiervoor geen<br />

contract met een verwerker meer nodig. Een tweede steun is de verwerkingssteun voor de vezels. De<br />

verwerkingssteun voor <strong>hennep</strong> (90 euro/ton) zal echter, net als bij vlas, in 2012 afgeschaft worden<br />

(Ministerie Landbouw en Visserij, mondelinge communicatie).<br />

30


7 Afzet in België<br />

Vlaanderen heeft nog geen georganiseerde afzet voor producten van de <strong>hennep</strong>teelt. Er zijn wel<br />

enkele kleinere initiatieven van telers die hun eigen afzet en zelfs een eerste verwerking realiseren.<br />

Zo is Molgreen een KMO die een actieve rol speelt in het ontwikkelingsproces en de<br />

commercialisering van producten op basis van vezel<strong>hennep</strong>. Het bedrijf is gespecialiseerd in de<br />

verwerking van <strong>hennep</strong> tot <strong>hennep</strong>zaad/-olie.<br />

In West-Vlaanderen is er een constructeur van vezelbewerkingsmachines bezig met de ontwikkeling<br />

van een verwerkingslijn waarop de <strong>hennep</strong>vezel ontsloten kan worden.<br />

In Leuven heeft landbouwer Peter De Herdt de winkel ‘Hempmade’ geopend waar allerhande<br />

<strong>hennep</strong>producten (kledij, voeding, cosmetica, enz.) worden verkocht.<br />

In Wallonië werd in augustus 2006 de vzw Chanvre Wallon opgericht. Deze vereniging heeft als doel<br />

alle geïnteresseerde spelers (particulieren, industrie, overheid en onderzoekswereld) samen te<br />

brengen en zo een nieuwe Waalse <strong>hennep</strong>keten te ontplooien (Danckaert et al., 2006). Dit gebeurt in<br />

samenwerking met GIE ‘Walchanvre’ (Groupement d’Intérêt économique).<br />

Het probleem is echter dat ook in Wallonië de verwerking van <strong>hennep</strong>stro ontbreekt. Daarom werd<br />

begin 2007 het verwerkingsbedrijf ChanvrEco opgericht (Esneux). Het bedrijf had in 2010 120 ha<br />

<strong>hennep</strong> onder contract bij landbouwers in Haspengouw en de Luikse Condroz. In het najaar 2010<br />

werd de verwerkingslijn opgestart. Op de verwerkingslijn wordt de vezel niet ontsloten, maar wordt<br />

het stro zo verwerkt dat het afgezet kan worden als los isolatiemateriaal (‘ProHemp’) of als<br />

bodembedekker.<br />

In 2009 werd het project Polychanvre (Chanvre Wallon) opgestart dat onderzoek doet naar de<br />

ontwikkeling van composietmaterialen met <strong>hennep</strong>. Het project loopt 4 jaar en heeft verschillende<br />

partners (o.a. Valbiom, ChanvrEco, Universiteit Luik, Certech asbl). Certech asbl (Centre of<br />

Technological Resources in Chemistry) is een wetenschappelijk centrum dat onderzoek doet naar<br />

natuurlijke vezels in composieten. Valbiom is een Waalse vereniging die de ketenontwikkeling van<br />

o.a. <strong>hennep</strong> en vlas probeert te stimuleren.<br />

Ook Wervel probeert de <strong>hennep</strong>teelt in ons land opnieuw te lanceren en probeert voornamelijk<br />

<strong>hennep</strong> als voeding te promoten. Deze vzw zet zich in voor een rechtvaardige en duurzame<br />

landbouw in Vlaanderen.<br />

Verschillende bouwbedrijven in Vlaanderen zijn reeds importeur van <strong>hennep</strong>/vlasmaterialen uit<br />

Frankrijk/Duitsland (o.a. Peter Steen & Co, Ecobati, Eurabo, Spatio bvba, Bio Home cvba).<br />

In Frankrijk bestaan er verschillende organisaties die werken rond de <strong>hennep</strong>plant. Zo is er ‘La<br />

Chanvrière De l’Aube’ en ‘Eurochanvre’ die de verwerkende industrie van <strong>hennep</strong> samenbrengt en<br />

FNPC (Fédération nationale des producteurs de chanvre) en CCPSC (Coopérative Centrale des<br />

Producteurs de Semences de Chanvre), die de landbouwers groepeert. Deze twee ketens werken<br />

samen via ‘Interchanvre’ en ‘l’Institut Technique du Chanvre’. Het ACPI is een vereniging die instaat<br />

voor de promotie van industrieel <strong>hennep</strong>. Ze leggen contacten met potentiële partners en voeren<br />

verschillende studies uit. Om een afzetmarkt uit te bouwen zijn volgens hen verwerkingsbedrijven<br />

31


voor de technische vezels nodig, naast onderzoek naar de vezelkwaliteit voor de verschillende<br />

toepassingen (APCL, datum onbekend).<br />

8 Economische aspecten en perspectieven voor de grensregio<br />

De prijs van vezel<strong>hennep</strong> wordt mede bepaald door de ontwikkeling van de olieprijs. Wanneer de<br />

olieprijs stijgt, wordt het prijsverschil tussen natuurlijke vezels en kunstvezels kleiner (Hempflax,<br />

mondelinge communicatie).<br />

In Figuur 21 is te zien dat de prijsevolutie van <strong>hennep</strong>/vlas heel stabiel is in vergelijking met andere<br />

<strong>grondstoffen</strong>.<br />

Figuur 21: Prijsindex voor technische vezel <strong>hennep</strong>/vlas in vergelijking met andere natuurlijke vezels, ruwe<br />

olie en polypropyleen (Carus, 2010)<br />

Figuur 22 toont de prijsindex van de technische vlas- en <strong>hennep</strong>vezel.<br />

Figuur 22: Prijsindex voor de technische vezel van <strong>hennep</strong> en vlas (Carus, 2010)<br />

32


9 Bronnen<br />

Agerland (2010). Hennepteelt voor Brabantse melkboeren, artikel in ziezo.biz, mei 2010.<br />

APCL (datum onbekend). La filière ‘avenir chanvre’ en Isère. presentatie APCL.<br />

Baudoin, J-G. (2004). Les fibres végétales en Région Wallonne. Les potentialités du chanvre et ses<br />

utilisations. Valbiom.<br />

Baudoin, J-G (2006a). Récapitulatif des différentes parcelles de chanvre en 2006. Valbiom.<br />

Baudoin, J-G (2006b). Mission d’étude de la filière chanvre française. Valbiom.<br />

Berendonk, C., Wehren, W. Berntsen, M., LWZ Haus Riswick Kleef, Neswadba, R., Reiungoudt, E.,<br />

BRUT/Technologie-Zentrum Kleef (2006). Hennepcultuur van Haus Riswick: ervaringen met de teelt<br />

van 2005-2006.<br />

Bertucelli, S. (2009). L’isolation en chanvre. Sénat Palais du Luxembourg. Presentatie. Interchanvre.<br />

Bouloc, P. (2006). Le chanvre industriel. Production et utilisations. France Agricole, Paris. P 217-234.<br />

BRE (2010). BRE Innovation Park. http://www.bre.co.uk/page.jsp?id=634.<br />

Cerrutti, N. (2010). Presentatie: Increasing yields and improving harvesting techniques: key tasks for<br />

the French Hemp Technical Institute (ITC).<br />

Chanvribloc (2010). http://www.chanvribloc.com/.<br />

Daems, V. & De Coninck, M. (datum onbekend). Vlas in cementgebonden materialen. Masterproef<br />

UGent.<br />

Dagblad van het Noorden (2010). Hempflax Pekela voorziet tegenvallende <strong>hennep</strong>oogst. 11 augustus<br />

2010. http://www.dvhn.nl/nieuws/groningen/article6304099.ece/HempFlax-Pekela-voorziettegenvallende-<strong>hennep</strong>oogst-.<br />

Danckaert, F. et al. (2006). Inleiding tot de biologische teelt van <strong>hennep</strong>. PCBT vzw.<br />

Debergh, A. (2009). Industriële <strong>hennep</strong>: voor vezel of voer. Veeteeltvlees, maart 2009.<br />

Degrauwe, F. (2005). Eigenschappen van cementgebonden materialen bij toevoeging van<br />

vlascomponenten. Masterproef. UGent, vakgroep Bouwkundige Constructies.<br />

Defoirdt, N. & De Coster, A. (2009). Thematische InnovatieStimulering. “Teelt en verwerking van vlas<br />

voor een bio-based economie in Vlaanderen”. State-of-the-art.<br />

33


Desanlis, F. (2010). Presentatie: Future of Hemp: cltivation, processing and markets.<br />

Desvals, M. (2006). 3ième rencontres de la Biomasse: Quand diversification, rime avec innovation.<br />

Libramont. Presentatie Valbiom.<br />

Carus, M. (2010). Hemp fibres for industrial applications. Presentatie EIHA mei 2010.<br />

Congres CELC (2009). Straatsburg, 4-7 november 2009.<br />

Evrard, A. (2006). 3ième rencontres de la Biomasse: Quand diversification, rime avec innovation.<br />

Libramont. Presentatie Valbiom.<br />

FNCP (2007). Du chanvre pourquoi faire? Présentation.<br />

Gusovius, H.-J. (2010). Presentatie: Fibrous materials from the wet supply chain as reinforcement in<br />

composite. ATB, Duitsland.<br />

Hempflax (2010). http://hempflax.com/.<br />

Hertel, R. (2010). Hemp textiles today – developments and future. Presentatie. EIHA 7th conference<br />

2010.<br />

Karus & Kaup (2002). Natural fibres in the european automotive industry.<br />

Kranemann GmbH (2010). http://www.kranemann.org/.<br />

K.U. Leuven (datum onbekend). Natural fibre composites. Katholieke Universiteit Leuven.<br />

Department metallurgy and materials engineering.<br />

La Chanvrière de l’Aube (2010). http://www.chanvribloc.com/.<br />

La France Agricole (2010). Six méthodes pour chasser les oiseaux. 14 mai 2010.<br />

Lime Technology (2010). Tradical Hemcrete Overview. http://www.limetechnology.co.uk/.<br />

Lohmeyer, D. (2000). Erntetechniken für Hanf in Westeuropa. Nova-institut GmbH & Projektbüro<br />

Hanf, LZ Haus Düsse.<br />

Institut du Chanvre (2010). http://www.institutduchanvre.org/.<br />

Interchanvre (2009). Le chanvre, une filière éco-responsable, juin 2009. Presentatie.<br />

Interreg IIIA-project Euroregio Rijn-Waal (2007). Regionale <strong>hennep</strong>keten voor textielproductie.<br />

Isovlas Oisterwijk bv (2010). http://www.isovlas.nl/.<br />

34


Meyer, N. (2010). Presentatie: Innovative bicycle frame made of hemp and bambus.<br />

Molgreen (2010). http://www.molgreen.be/.<br />

Mougin, G. AFT (2006). 3ièmes rencontres de la biomasse: ‘Quand diversification, rime avec<br />

innovation’. LIbramont. Valbiom.<br />

Munoz V. (2007). Chanvre et lin. Des plantes à bâtir l’avenir.<br />

Novem (1999). Geteelde biomassa voor energieopwekking in Nederland. Identificatie van de meest<br />

veelbelovende mogelijkheden tot kostenreductie in vier ketens. Petten. maart 1999.<br />

Nijsten, J. (2008). http://www.cannaclopedia.be/HEMPSTONE.htm.<br />

Our future planet (2002). Hemp. http://www.ourfutureplanet.org/.<br />

Pelkmans, L., Vito (2007). 2 e generatie biobrandstoffen. WERVEL Studiedag ‘Landbouw en<br />

energiegewassen’ Gent, 9 juni 2007. Presentatie.<br />

Renkin, A. (2006). 3ième rencontres de la Biomasse: Quand diversification, rime avec innovation.<br />

Libramont. Presentatie Valbiom.<br />

Resopal (2010). http://www.resopal.de/produkte/produkt/21<br />

SHR Hout Research, Wageningen, ATO B.V., Wageningen, TNO-Bouw, Delft (datum onbekend).<br />

Hernieuwbare <strong>grondstoffen</strong> als bouwmaterialen.<br />

Snijder, M. (2010). Presentatie: Innovative natural fibre reinforced bio-composite granules for cradleto-cradle<br />

solutions – China in our hands?.<br />

Stextile (2010). http://www.stextile.com/NL/home.htm.<br />

Stévenne, J. (2009). Culture du chanvre. Chanvre Wallon.<br />

Tebeco Hemp Technology (2010). http://www.hemp-technology.com/.<br />

Tecnaro (2010). http://www.arboform.org/.<br />

Thoelen, P. (2008). Hennep/kemp voor de bouwsector. Vibe vzw.<br />

Tradical (2006). Chanvre et chaux. Folder.<br />

Verpoest (2010). Mondelinge communicatie.<br />

Vibe (2007). Vibe-fiches. Bouwmaterialen/isolatiematerialen.<br />

Vlasberichten (2007). Groeiende interesse voor <strong>hennep</strong> in Wallonië. N° 21, 23.11.2007.<br />

35


Wervel (2010a). Europa blijft kempverwerking steunen. http://www.wervel.be/kemp-themas-<br />

121/1081-europa-blijft-kempverwerking-steunen.<br />

Wervel (2010b). FAVV houdt biodiversiteitsverhoging tegen in het Jaar van de Biodiversiteit!<br />

http://www.wervel.be/kemp-themas-121/1173-favv-houdt-biodiversiteitsverhoging-tegen-in-hetjaar-van-de-biodiversiteit.<br />

Wervel (2010c). Kemp voor een koel klimaat. http://www.wervel.be/kemp-themas-121/1141-kempvoor-een-koel-klimaat.<br />

36

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!