Chirurgische behandeling van ooglidafwijkingen
Chirurgische behandeling van ooglidafwijkingen
Chirurgische behandeling van ooglidafwijkingen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Afb. 78. Groot adenoom, ca. tien millimeter<br />
mediaal <strong>van</strong> de laterale canthus. De verwijdering<br />
en het resultaat na een “huisje”-driehoek-blepharoplastiek.<br />
tijdens het hechten.<br />
Huidflappen moeten voldoende “body” hebben,<br />
zodat zij aan de basis niet te smal (trechtervorming)<br />
worden bij het verplaatsen en er<br />
voldoende aanvoerende, voedende vaatjes<br />
in overblijven. De vrije rand <strong>van</strong> de flap die<br />
moet gaan dienen als nieuwe, dus pseudoooglidrand,<br />
moet bij de rand voldoende dikte<br />
hebben en hij moet iets binnen de belijning<br />
<strong>van</strong> de lidrand uitbochten. Door de littekenretractie,<br />
zal de pseudolidrand dan, na heling, de<br />
lidrandbelijning gaan volgen.<br />
Daar flappen de neiging vertonen te krimpen<br />
tijdens de retractiefase, moet de flap voldoende<br />
breed zijn aan de basis en “bij wijze <strong>van</strong><br />
spreken” richting lidrand worden gestuwd<br />
door middel <strong>van</strong> tractie gevende hechtingen<br />
(zie Afb.: 19, B). Indien draaiflappen worden<br />
gemaakt dient tevens met de haargroeirichting<br />
rekening te worden gehouden.<br />
3.13.1 Driehoek-driehoek of “huisje”-driehoek<br />
blepharoplastiek<br />
Afhankelijk <strong>van</strong> de oogspleetlengte en de<br />
souplesse kan soms wel tot ca. 25% <strong>van</strong> de<br />
oogspleetlengte worden opgeofferd bij een<br />
driehoekige of eigenlijk “huis”-vormige (loodrecht<br />
op de lidrand c.q. parallel aan de klieren<br />
<strong>van</strong> Meibom) verwijdering <strong>van</strong> een lidtumor.<br />
Aan beide zijden <strong>van</strong> de tumor wordt steeds<br />
tenminste één gezonde klier <strong>van</strong> Meibom<br />
mee verwijderd. De sluiting kan in twee lagen<br />
worden verricht, maar bij een nauwkeurige en<br />
grondige huidsluiting is dit zelden noodzakelijk.<br />
Indien een subconjunctivale hechting<br />
wordt verricht, wordt 6-0 tot 8-0 resorbeerbaar<br />
materiaal gebruikt, waarbij de hechtingseindjes<br />
absoluut niet richting cornea mogen<br />
(gaan) uitsteken.<br />
De vrije lidrand wordt zeer nauwkeurig gesloten<br />
met een achtvormige of eventueel staande<br />
U-vormige hechting (6-0 monofilament nylon<br />
of bij een moeilijk hanteerbare patiënt resorbeerbaar<br />
hechtmateriaal). Het resterende<br />
wondgedeelte wordt, steeds halverend, met<br />
enkelvoudige knoophechtingen gesloten. De<br />
hechtingseindjes worden steeds ca. 10 mm<br />
lang gelaten, zodat zij “slepen” en niet prikken<br />
en ze zich dan gemakkelijker laten verwijderen.<br />
Eindjes aan het bovenooglid worden<br />
samengebonden om cornea-irritatie te voorkomen<br />
(Afb. 17).<br />
Als teveel <strong>van</strong> de lidrand verloren is gegaan,<br />
geeft een kleine aanvullende driehoekplastiek<br />
(Afb. 77-78) in de laterale canthus een betere<br />
lidfunctie. Hierbij wordt in de laterale canthus<br />
een canthotomie (door en door) verricht, in het<br />
verlengde <strong>van</strong> de lidrand. Aan de overzijde<br />
worden twee huidsneden gemaakt, zodat een<br />
driehoek ontstaat met de canthotomiewond als<br />
basis. Het huiddeel wordt verwijderd en de la-<br />
D.M. 56e jaargang - No. 1 blz. 67