Chirurgische behandeling van ooglidafwijkingen

Chirurgische behandeling van ooglidafwijkingen Chirurgische behandeling van ooglidafwijkingen

18.01.2013 Views

3.7.4. Permanente, laterale verkortingsplastiek, met repositie en fixatie van de laterale canthus Indien er naast een ectropion-macroblepharon tevens een slapte in de laterale canthus aanwezig is, met veelal een laterale canthus entropion tot gevolg, dan zijn de inkortingsmethodieken van de oogspleet alleen, soms niet voldoende. Vooral bij de reuze rassen zoals de St. Bernard en de Duitse dog komen zeer lange oogspleten voor met entropion in de laterale canthus. In dergelijk gevallen is het nuttig de laterale canthus naar lateraal te fixeren of een aparte tractiehechting aan te brengen. a. Permanente, laterale verkortingsplastiek, met repositie en fixatie van de laterale canthus volgens Bigelbach Bij de methode volgens Bigelbach worden de laterale ooglidranden met 20 to 25% ingekort en wordt een trapeziumvormig stuk huid met m. orbicularis oculi weggenomen (Afb. 55 A). Twee diepe hechtingen fixeren de laterale canthus naar het laterale ligament. b. Permanente, laterale verkortingsplastiek, met repositie en fixatie van de laterale canthus volgens Stades Bij de methode volgens Stades worden bij de laterale canthus delen van de ooglidrandhuid- en m. orbicularis oculi delen weggenomen in de vorm van een diabolo. De nieuwe laterale canthus wordt gesloten en gefixeerd aan het laterale ligament (Afb. 55 B). c. Permanente, laterale verkortingsplastiek, met repositie en fixatie van de laterale canthus volgens Grussendorf Deze methode is special ontwikkeld voor de ruitvormige oogspleten zoals bij de St. Bernard. Een niet resorbeerbare hechting D.M. 56e jaargang - No. 1 blz. 50 Afb. 55.B. Permanente, laterale verkortingsplastiek volgens Stades ter correctie ECT/ TROS. fixeert de laterale canthus naar het ligamentum orbitale. Hierdoor ontstaan bij de laterale canthus twee huidplooien. Deze plooien worden in een wigvorm verwijderd en de huidwonden met enkelvoudige knoophechtingen gesloten (Afb. 56). Nabehandeling: De nabehandeling van de ECT/TROS methodieken bestaat uit chloramphenicol of fusidinezuur oogzalf (4 dd) en een halskraag tot enkele dagen na het verwijderen van de hechtingen. De hechtingen worden na 12-14 dagen verwijderd. Bij erg grote ingrepen is het voorschrijven van parenterale antibiotica en NSAID’s te overwegen. Het uiteindelijke resultaat kan pas na de litteken- Afb. 56. Permanente, laterale verkortingsplastiek met repositie en fixatie volgens Grussendorf ter correctie van ectropion en macroblepharon. De laterale canthus wordt gefixeerd met een tractiehechting naar het ligamentum orbitale. B

B retractiefase (ca. 6 weken) definitief worden beoordeeld. Prognose. De prognose is, afhankelijk van de ernst en de oorzaak, gunstig. Correctie van iatrogeen ectropion, na overcorrectie van een entropion, is lastig en heeft een minder gunstige prognose. Preventie. Ouderdieren en nestgenoten moeten worden onderzocht op ECT/TROS. Lijders dienen van de fokkerij te worden uitgesloten. Er dient te worden gestreefd naar goed aansluitende oogleden en een passende oogspleetlengte en zonder overmatige kophuid en/of te zware oorschelpen. De rasstandaarden dienen dit te ondersteunen. Het is gewenst, ras, naam, chip- of tatoeage- en stamboomnummer door te geven aan de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied te Amsterdam en er bij de eigenaar op aan te dringen de gegevens van het dier ook door te geven aan de desbetreffende rasvereniging. 3.8 Microblepharon of blepharophimosis Microblepharon of blepharophimosis of een te korte oogspleet gaat vaak gepaard met een entropion van het bovenooglid (Afb. 57 A). De afwijking wordt een enkele keer gezien bij dwergrassen (bijvoorbeeld Schipperke, dwerg- pinscher, Shetland Sheepdog), maar bij uitzondering ook bij andere rassen (Bull- en Kerry Blue Terriers, Chow Chow en de Collies) en is bij de kat onbekend. De afwijking komt meestal eenzijdig voor. De oogspleet is 5-10 mm korter dan die van het andere oog en lijkt naar dorsaal verschoven. De bovenooglidrand vertoont entropion en er zijn verschijnselen van een conjunctivitis. De afwijking moet niet worden verward met een blepharospasme, veroorzaakt door pijn, bijvoorbeeld door entropion. Bij de oogspleetmeting met de schuifmaat zal dit onderscheid echter al snel duidelijk worden. Daarnaast kan er microphthalmie aanwezig zijn. Deze kan worden uitgesloten door middel van een echografie. Therapie. Therapeutisch dient een canthoplastiek (Afb. 57 B-C) te worden verricht. Afb. 57. A. Microblepharon (blepharophimosis; te korte oogspleet) met entropion van het bovenooglid bij een dwergpinscher. De canthoplastiekmethode (B) en het postoperatieve resultaat (C). D.M. 56e jaargang - No. 1 blz. 51

B<br />

retractiefase (ca. 6 weken) definitief worden<br />

beoordeeld.<br />

Prognose. De prognose is, afhankelijk <strong>van</strong> de<br />

ernst en de oorzaak, gunstig. Correctie <strong>van</strong><br />

iatrogeen ectropion, na overcorrectie <strong>van</strong> een<br />

entropion, is lastig en heeft een minder gunstige<br />

prognose.<br />

Preventie. Ouderdieren en nestgenoten moeten<br />

worden onderzocht op ECT/TROS. Lijders<br />

dienen <strong>van</strong> de fokkerij te worden uitgesloten.<br />

Er dient te worden gestreefd naar goed aansluitende<br />

oogleden en een passende oogspleetlengte<br />

en zonder overmatige kophuid en/of te<br />

zware oorschelpen. De rasstandaarden dienen<br />

dit te ondersteunen. Het is gewenst, ras,<br />

naam, chip- of tatoeage- en stamboomnummer<br />

door te geven aan de Raad <strong>van</strong> Beheer op<br />

Kynologisch Gebied te Amsterdam en er bij<br />

de eigenaar op aan te dringen de gegevens <strong>van</strong><br />

het dier ook door te geven aan de desbetreffende<br />

rasvereniging.<br />

3.8 Microblepharon of blepharophimosis<br />

Microblepharon of blepharophimosis of een<br />

te korte oogspleet gaat vaak gepaard met een<br />

entropion <strong>van</strong> het bovenooglid (Afb. 57 A).<br />

De afwijking wordt een enkele keer gezien bij<br />

dwergrassen (bijvoorbeeld Schipperke, dwerg-<br />

pinscher, Shetland Sheepdog), maar bij uitzondering<br />

ook bij andere rassen (Bull- en Kerry<br />

Blue Terriers, Chow Chow en de Collies) en<br />

is bij de kat onbekend. De afwijking komt<br />

meestal eenzijdig voor. De oogspleet is 5-10<br />

mm korter dan die <strong>van</strong> het andere oog en lijkt<br />

naar dorsaal verschoven. De bovenooglidrand<br />

vertoont entropion en er zijn verschijnselen<br />

<strong>van</strong> een conjunctivitis.<br />

De afwijking moet niet worden verward met<br />

een blepharospasme, veroorzaakt door pijn,<br />

bijvoorbeeld door entropion. Bij de oogspleetmeting<br />

met de schuifmaat zal dit onderscheid<br />

echter al snel duidelijk worden. Daarnaast kan<br />

er microphthalmie aanwezig zijn. Deze kan<br />

worden uitgesloten door middel <strong>van</strong> een echografie.<br />

Therapie. Therapeutisch dient een canthoplastiek<br />

(Afb. 57 B-C) te worden verricht.<br />

Afb. 57. A. Microblepharon (blepharophimosis;<br />

te korte oogspleet) met entropion <strong>van</strong> het<br />

bovenooglid bij een dwergpinscher. De canthoplastiekmethode<br />

(B) en het postoperatieve<br />

resultaat (C).<br />

D.M. 56e jaargang - No. 1 blz. 51

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!