Chirurgische behandeling van ooglidafwijkingen

Chirurgische behandeling van ooglidafwijkingen Chirurgische behandeling van ooglidafwijkingen

18.01.2013 Views

A B Afb. 41. Volgorde van hechten bij een entropioncorrectie (A, B). Indien een entropion aan het onderooglid wordt gecorrigeerd, zal direct postoperatief zwelling optreden van de conjunctiva ter plekke. Bij het knipperen met het bovenooglid, met name bij honden met een ruime oogspleet, kan nu irritatie optreden door het prikken van de bovenooglidwimpers, in de ventrale conjunctiva. Hierdoor kan het oog weer in de vicieuze entropioncirkel terugvallen. Door één tot twee reefhechtingen in het laterale bovenooglid te leggen, kan dit worden vermeden (A-5). en een strookje van de m. orbicularis oculi zijn dan de delen die met de schaar worden verwijderd. c. Ectropioneermethode. Het met een vingertop ectropioneren van het geëntropioneerde oogliddeel. De vingertop wordt net onder de grens van het geëntropioneerde deel geplaatst en door trek naar ventraal wordt het entropion opgeheven (Afb. 40 C). Juist op D.M. 56e jaargang - No. 1 blz. 38 deze grens wordt de tweede (banaanvormige) incisie gelegd. Hierna wordt het omsneden huiddeel uitgesneden of de plooi uitgeknipt (plooiknijpmethode). Een oppervlakkig deel van de m. orbicularis oculi wordt meegenomen. In geen geval mag de conjunctivaalzak worden geperforeerd. Na het verwijderen dient de ooglidrand weer soepel aan de cornea aan te liggen. Mocht er nog neiging tot entropion bestaan, dan dient nog wat subcutaan-orbicularisweefsel te worden weggenomen, met name aan de ooglidzijde van de wond. Diffuse bloedingen stoppen tijdens het hechten veelal spontaan. Spuitertjes worden afgeklemd en alleen als het werkelijk nodig is, bipolair gecauteriseerd. De lokale necrose geeft al snel aanleiding tot fibrose en eventueel tractie. De wond wordt met enkelvoudige, maximaal 2 mm uit elkaar liggende, knoophechtingen gesloten (hechtmateriaal: niet dikker dan 5-0, al of niet resorbeerbaar (bijvoorbeeld zijde), mono/polyfilament; naald rond op doorsnede, eventueel met micropunt). Bij een “doorlopende” hechting bestaat bij schuren gevaar voor openspringen van de gehele wond. Eventueel kunnen wel ca. 5 enkelvoudige knoophechtingen met daaroverheen een doorlopende naad worden gelegd. Vooral bij lastig hanteerbare en/of agressieve dieren wordt van resorbeerbaar materiaal gebruik gemaakt. De eerste hechtingen komen geheel mediaal en lateraal te liggen. Is bij een angulair entropion ook de laterale canthus omsneden, dan wordt de eerste hechting ter hoogte van de laterale canthus gelegd (Afb. 41 A-B). De rest van de wond wordt, steeds halverend, gesloten, zodat een gelijkmatige verdeling tussen de lidrand-wondrand en de altijd duidelijk langere buitenste wondrand wordt bereikt. Anderen leggen de eerste twee hechtingen juist in het midden van de wond, waarbij zij deze hechtingen onder een hoek van ca. 30 graden (met de punt naar de lidrand) met elkaar aanbrengen. Van daaruit wordt de wond naar mediaal en naar lateraal gesloten met hechtingen, die evenwijdig komen te liggen aan de mediale, respectievelijk laterale eerste hechting. De wondranden moeten perfect op elkaar aansluiten; er mag na de operatie geen

A B Afb. 42. A. Correctie van mediaal entropion en (B) de postoperatieve situatie bij een Pers. De corneasequester was het gevolg van de voortdurende irritatie t.g.v. het mediale entropion. wondranddeel meer zichtbaar zijn. Postoperatief is enige conjunctivale zwelling normaal en ook niet ongewenst, daar de soms nog heftig pijnlijke cornea hierdoor goed vrij komt van zijn voormalige irritatiebron en zich zodoende snel kan herstellen. 3.6.3 Andere methodieken zijn: a. Methode volgens Wyman: hierbij wordt een stripje tarsaalplaat vrijgemaakt en apart gefixeerd. Deze methode is enigermate omslachtig en geeft soms aanleiding tot lokale tractie. b. De Wharton Jones of Y naar V methode (niet te verwarren met de V naar Y als ectropion correctie) kan worden gebruikt bij een middelgradig entropion in het middendeel van de onderooglid. De tip van de V-flap wordt hierbij neer ventraal weggehecht. De methode is echter in onbruik geraakt, omdat hij slecht voorspelbare resultaten geeft. 3.6.4 Laaggradig mediaal entropion Bij een laaggradig mediaal entropion, (maar ook bij minder goede traanafvoer) kan ongestraft een wat breder strookje huid (Afb. 42 A-B) worden verwijderd, zodat een eventueel aanwezige ”neusplooi tendens” tevens verstrijkt. Eventueel kunnen ook 2-3 huidtrephinages worden uitgeponst die “horizontaal” worden gehecht. Mediale canthus entropion bij de Pekingees/ Shih Tzu dient te worden gecorrigeerd door middel van een mediale canthoplastiek (zie 3.9.1: Trichiasis). Alternatieve methoden, zoals de Bigelbach en Stades diabolo methodes kunnen in principe ook in de mediale canthus worden gebruikt, maar zijn gecompliceerd en hebben een minder goed voorspelbaar resultaat en de carunkelharen worden hierbij niet verwijderd. 3.6.5 Entropion bij macroblepharon Bij veel reuzenrassen met een ruitvormig “oog” is de aansluiting naar het laterale ligament onvoldoende. Het laterale onderooglid entropioneert, in het midden bestaat een tuit en mediaal bestaat ook enige entropionering. De gestrekte oogspleetlengte is hierbij veelal duidelijk groter dan 40 mm. Indien de oogspleet in het geheel naar ca. 35 mm wordt ingekort, verdwijnt het laterale entropion spontaan. Zie verder bij de behandeling van 3.7: macroblepharon-ectropion. 3.6.6 Laterale canthus entropion a. De Celsus-Hotz methode kan hierbij worden gebruikt, door de snede rond de laterale ooghoek door te trekken langs het bovenooglid. Soms geeft de doorsnijding van het laterale ligament hier de nodige ontspanning (Afb. 43 A-B). b. Bij de laterale canthoplastiek volgens Wyman worden twee stripjes (15-20 mm lang) orbicularis vrijgemaakt bij de laterale canthus en naar lateraal gedraaid en ge- D.M. 56e jaargang - No. 1 blz. 39

A<br />

B<br />

Afb. 41. Volgorde <strong>van</strong> hechten bij een entropioncorrectie<br />

(A, B). Indien een entropion<br />

aan het onderooglid wordt gecorrigeerd, zal<br />

direct postoperatief zwelling optreden <strong>van</strong> de<br />

conjunctiva ter plekke. Bij het knipperen met<br />

het bovenooglid, met name bij honden met een<br />

ruime oogspleet, kan nu irritatie optreden door<br />

het prikken <strong>van</strong> de bovenooglidwimpers, in de<br />

ventrale conjunctiva. Hierdoor kan het oog<br />

weer in de vicieuze entropioncirkel terugvallen.<br />

Door één tot twee reefhechtingen in het<br />

laterale bovenooglid te leggen, kan dit worden<br />

vermeden (A-5).<br />

en een strookje <strong>van</strong> de m. orbicularis oculi<br />

zijn dan de delen die met de schaar worden<br />

verwijderd.<br />

c. Ectropioneermethode. Het met een vingertop<br />

ectropioneren <strong>van</strong> het geëntropioneerde<br />

oogliddeel. De vingertop wordt net onder<br />

de grens <strong>van</strong> het geëntropioneerde deel geplaatst<br />

en door trek naar ventraal wordt het<br />

entropion opgeheven (Afb. 40 C). Juist op<br />

D.M. 56e jaargang - No. 1 blz. 38<br />

deze grens wordt de tweede (banaanvormige)<br />

incisie gelegd.<br />

Hierna wordt het omsneden huiddeel uitgesneden<br />

of de plooi uitgeknipt (plooiknijpmethode).<br />

Een oppervlakkig deel <strong>van</strong> de m. orbicularis<br />

oculi wordt meegenomen. In geen<br />

geval mag de conjunctivaalzak worden geperforeerd.<br />

Na het verwijderen dient de ooglidrand<br />

weer soepel aan de cornea aan te liggen.<br />

Mocht er nog neiging tot entropion bestaan,<br />

dan dient nog wat subcutaan-orbicularisweefsel<br />

te worden weggenomen, met name aan de<br />

ooglidzijde <strong>van</strong> de wond. Diffuse bloedingen<br />

stoppen tijdens het hechten veelal spontaan.<br />

Spuitertjes worden afgeklemd en alleen als<br />

het werkelijk nodig is, bipolair gecauteriseerd.<br />

De lokale necrose geeft al snel aanleiding tot<br />

fibrose en eventueel tractie.<br />

De wond wordt met enkelvoudige, maximaal<br />

2 mm uit elkaar liggende, knoophechtingen<br />

gesloten (hechtmateriaal: niet dikker dan 5-0,<br />

al of niet resorbeerbaar (bijvoorbeeld zijde),<br />

mono/polyfilament; naald rond op doorsnede,<br />

eventueel met micropunt). Bij een “doorlopende”<br />

hechting bestaat bij schuren gevaar voor<br />

openspringen <strong>van</strong> de gehele wond. Eventueel<br />

kunnen wel ca. 5 enkelvoudige knoophechtingen<br />

met daaroverheen een doorlopende naad<br />

worden gelegd. Vooral bij lastig hanteerbare<br />

en/of agressieve dieren wordt <strong>van</strong> resorbeerbaar<br />

materiaal gebruik gemaakt.<br />

De eerste hechtingen komen geheel mediaal<br />

en lateraal te liggen. Is bij een angulair entropion<br />

ook de laterale canthus omsneden,<br />

dan wordt de eerste hechting ter hoogte <strong>van</strong><br />

de laterale canthus gelegd (Afb. 41 A-B). De<br />

rest <strong>van</strong> de wond wordt, steeds halverend, gesloten,<br />

zodat een gelijkmatige verdeling tussen<br />

de lidrand-wondrand en de altijd duidelijk<br />

langere buitenste wondrand wordt bereikt.<br />

Anderen leggen de eerste twee hechtingen<br />

juist in het midden <strong>van</strong> de wond, waarbij zij<br />

deze hechtingen onder een hoek <strong>van</strong> ca. 30<br />

graden (met de punt naar de lidrand) met elkaar<br />

aanbrengen. Van daaruit wordt de wond<br />

naar mediaal en naar lateraal gesloten met<br />

hechtingen, die evenwijdig komen te liggen<br />

aan de mediale, respectievelijk laterale eerste<br />

hechting. De wondranden moeten perfect op<br />

elkaar aansluiten; er mag na de operatie geen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!