Chirurgische behandeling van ooglidafwijkingen
Chirurgische behandeling van ooglidafwijkingen Chirurgische behandeling van ooglidafwijkingen
D.M. 56e jaargang - No. 1 blz. 34
de loop de jaren zo uit, dat secundair entropion-trichiasis kan optreden. Mediaal entropion wordt vaak gezien bij de Pekingees, Shih Tzu en Eng. Bulldog en laaggradig entropion, ook bij de kortneuzige “Peke (Pekingees) face” Pers en de Maltezer. Bij rassen zoals de Chow Chow en de Shar Pei kan het entropion al tussen de 2 e tot 6 e levensweek optreden. Bij de overige rassen treedt het entropion meestal op een leeftijd van 4 tot 7 maanden op. Toch kan entropion bij de gepredisponeerde rassen en bij de kat ook op leeftijden van 3-5 jaar plotseling optreden. Door de standafwijking worden irritatie van cornea en conjunctiva, extra traanproductie en blepharospasme veroorzaakt (Afb. 38). De lidrand en de buitenzijde van het ooglid worden hierdoor vochtig en er treedt ontkleuring op. De chronische cornea-irritatie heeft een mucopurulente ooguitvloeiing tot gevolg. Op plaatsen waar de haren de cornea raken, ontstaan vaak corneadefecten of -sequesters (Afb. 42). Door de pijn wordt de bulbus teruggetrokken. De enophthalmus veroorzaakt het wegvallen van de normale steun van de oogbol aan de oogleden, waardoor de ernst van het entropion weer toeneemt. Hierdoor ont- A B Afb. 38. Entropion (A) en de positie van de eerste incisie (B). staat een vicieuze cirkel, die alleen nog door middel van operatief ingrijpen te doorbreken is. De corneadefecten worden vaak opgevuld met granulatieweefsel, maar kunnen zich ook verdiepen, tot perforatie toe. Uiteindelijk leidt het tot littekenvorming en pigmentatie van de cornea, soms zelfs tot verlies van het oog. Diagnose. De diagnose wordt gesteld op basis van het klinische beeld (naar binnen gedraaide ooglidranden, het ras en de anamnese). Soms is de lidrand geheel in de conjunctivaalzak weggedraaid en dus totaal aan het zicht onttrokken. Bij twijfel, bijvoorbeeld slechts een natte onderooglidrand (oppassen dat de hond niet te strak in het nekvel wordt vastgehouden), wordt de entropionproef gedaan. Hierbij wordt een huidplooi op 10-15 mm ventraal van de onderooglidrand opgelicht, waarna de lidrand inrolt en met de buitenzijde tegen de cornea komt te liggen. Indien de patiënt het geëntropioneerde ooglid niet snel zelf kan wegknipperen, mag men er vanuit gaan dat er minstens een habitueel entropion bestaat. Daarnaast kan bij een entropion, uitsluitend diagnostisch(!) een locaal anestheticum worden toegediend. Als de eventuele pijnbron in de conjunctiva en/of cornea is gelegen, zal het entropion dan mogelijk worden weggeknipperd en dient de diagnostiek en behandeling zich eerst te richten op de achterliggende afwijkingen. Toch kan het nog steeds nodig zijn een secundair entropion chirurgisch te corrigeren met behulp van bijvoorbeeld reefhechtingen, zodat de vicieuze cirkel wordt onderbroken. Differentieel diagnostisch komen trichiasis, distichiasis en dysplasia palpebrae in aanmerking. Bij die afwijkingen is de lidrand echter wel normaal zichtbaar. Therapie 3.6.1 Laaggradig/habitueel entropion van het onderooglid Bij laaggradig/habitueel entropion van het onderooglid, wordt de cornea beschermd met vitamine A oogdruppels of -zalf. Bij jonge dieren wordt een eventuele correctie liefst uitgesteld totdat de kop is volgroeid (1½-2 jaar), dit echter alleen als de cornea niet wordt bedreigd. 3.6.2 Hooggradig entropion Bij hooggradig entropion wordt operatief ingegrepen. Bij zeer jonge pups (jonger dan D.M. 56e jaargang - No. 1 blz. 35
- Page 1 and 2: PERIODIEK TIJDSCHRIFT ZES EN VIJFTI
- Page 3 and 4: Van de Redactie Iedere redactie van
- Page 5 and 6: Inhoudsopgave Van de redactie pag.
- Page 7 and 8: D.M. 56e jaargang - No. 1 blz. 5
- Page 9 and 10: Michael Boevé Michael Boevé Diere
- Page 11 and 12: Afb. 4. Lidslag en het “trekken
- Page 13 and 14: lidrand (Afb. 6; en niet op het oms
- Page 15 and 16: 2. Algemene aspecten van ooglidchir
- Page 17 and 18: de hemostase dient te worden bereik
- Page 19 and 20: Voor de chirurgie aan ooglid en con
- Page 21 and 22: Afb. 16. Afbuigen of breken van de
- Page 23 and 24: 3. Ooglidafwijkingen 3.1 Trauma Ver
- Page 25 and 26: A B C Afb. 23. Ca. drie weken oude,
- Page 27 and 28: factor er een rol bij speelt, niet
- Page 29 and 30: Prognose/preventie: Bij kleine defe
- Page 31 and 32: der anesthesie moeten geschieden en
- Page 33 and 34: Afb. 35. Ectopische cilie (pijl) in
- Page 35: in de hand gewerkt door factoren al
- Page 39 and 40: Afb. 39. Veld (bedekt met mucopurul
- Page 41 and 42: A B Afb. 42. A. Correctie van media
- Page 43 and 44: te Amsterdam) en er bij de eigenaar
- Page 45: eeld met vitamine A) na de wandelin
- Page 48 and 49: voorbeeld een Z-plastiek, zie Afb.
- Page 50 and 51: Afb. 52. Eenvoudige permanente late
- Page 52 and 53: 3.7.4. Permanente, laterale verkort
- Page 54 and 55: Ouderdieren en nestgenoten moeten w
- Page 56 and 57: Afb. 61. Het pre- en postoperatieve
- Page 58 and 59: A D.M. 56e jaargang - No. 1 blz. 56
- Page 60 and 61: dat na enkele maanden pigmenteert.
- Page 62 and 63: het plaatsen van tractiehechtingen.
- Page 64 and 65: Afb. 72. Granulomateuze ontsteking
- Page 66 and 67: Afb. 76. Carcinoom aan de ooglidran
- Page 68 and 69: tenminste bewaard in 5% formaline,
- Page 70 and 71: terale wondrand wordt tegen het ein
- Page 72 and 73: 3.13.6 Tarsoconjunctivale autotrans
- Page 74: Literatuur Een uitgebreide literatu
D.M. 56e jaargang - No. 1 blz. 34