hoofdstukoverzicht - Pearson Education
hoofdstukoverzicht - Pearson Education
hoofdstukoverzicht - Pearson Education
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
6<br />
164<br />
het beenderstelsel<br />
Wanneer de productie van geslachtshormonen tijdens<br />
de puberteit toeneemt, wordt de botgroei drastisch versneld<br />
en verloopt de vorming van beenweefsel door de<br />
osteoblasten sneller dan de groei van het epifysekraakbeen.<br />
Als gevolg daarvan worden de epifysaire kraakbeenschijven<br />
aan beide uiteinden steeds smaller, totdat<br />
ze verdwijnen. Bij volwassenen is de plaats waar zich<br />
eerder het epifysekraakbeen bevond nog altijd duidelijk<br />
te zien (zie figuur 6-2•). Ook nadat de groei vanuit<br />
de epifysen is voltooid, blijft deze lijn op röntgenfoto's<br />
duidelijk zichtbaar. Het einde van de groei vanuit de<br />
epifysen wordt het sluiten van de epifysen genoemd.<br />
Terwijl het bot langer wordt, wordt de diameter bij de<br />
buitenste omtrek ook groter. Dit groeiproces, de zogenoemde<br />
appositionele groei, treedt op naarmate cellen<br />
van het periost zich tot osteoblasten ontwikkelen en<br />
additionele botmatrix vormen (figuur 6-6•). Naarmate<br />
nieuw beenweefsel wordt afgezet op het buitenste oppervlak<br />
van de schacht, wordt het binnenste oppervlak<br />
door osteoclasten afgebroken en wordt de mergholte<br />
geleidelijk groter.<br />
6.2.3 Botgroei en lichaamsverhoudingen<br />
Het tijdstip waarop de epifysairschijven sluiten, varieert<br />
van bot tot bot en van persoon tot persoon. De verbening<br />
van de tenen is meestal rond het elfde levensjaar<br />
voltooid, terwijl delen van het bekken of de pols wel<br />
tot het vijfentwintigste jaar kunnen doorgroeien. Het<br />
epifysekraakbeen in de armen en benen sluit meestal<br />
rond het achttiende (vrouwen) of twintigste (mannen)<br />
levensjaar. Verschillen in geslachtshormonen vormen<br />
een verklaring voor variaties in de lichaamsomvang en<br />
lichaamsverhoudingen tussen mannen en vrouwen.<br />
6.2.4 Behoeften voor een normale botgroei<br />
De normale groei en het normale onderhoud van het<br />
bot kunnen niet plaatsvinden zonder een voortdurende<br />
aanvoer van mineralen, vooral calciumzouten. Tijdens<br />
de prenatale ontwikkeling worden deze mineralen uit<br />
het bloed van de moeder opgenomen. De behoefte is<br />
zo groot dat het skelet van de moeder tijdens de zwangerschap<br />
vaak botmassa verliest. Vanaf de jeugd tot de<br />
volwassenheid moet de voeding voldoende calcium en<br />
fosfaat bevatten en het lichaam moet in staat zijn deze<br />
mineralen op te nemen en naar de plaatsen van botvorming<br />
te transporteren.<br />
Vitamine D 3 speelt een belangrijke rol bij een gezonde<br />
calciumstofwisseling. Deze vitamine kan worden opgenomen<br />
uit voedingssupplementen of door opperhuidcellen<br />
worden gevormd wanneer deze aan uv-straling<br />
worden blootgesteld. Zie pagina 140. Nadat vitamine<br />
D 3 in de lever is omgezet, zetten de nieren een derivaat<br />
van dit vitamine om in calcitriol, een hormoon<br />
dat de opname van calcium- en fosfaationen vanuit<br />
het spijsverteringskanaal stimuleert. De aandoening<br />
rachitis (Engelse ziekte) wordt gekenmerkt doordat de<br />
beenderen van kinderen in de groei zacht worden en<br />
doorbuigen als gevolg van een tekort aan deze vitamine<br />
D 3 . Doordat er minder calciumzouten in het skelet<br />
aanwezig zijn, worden de beenderen erg buigzaam en<br />
mensen met deze aandoening krijgen O-benen, doordat<br />
de beenderen van de benen onder het gewicht van<br />
het lichaam doorbuigen.<br />
Vitamine A en vitamine C zijn ook noodzakelijk voor<br />
een normale groei en onderhoud van de beenderen.<br />
Een tekort aan vitamine C kan bijvoorbeeld tot scheurbuik<br />
leiden. Een van de primaire kenmerken van deze<br />
aandoening is een vermindering van de activiteit van<br />
osteoblasten, waardoor de beenderen zwak en broos<br />
worden. Behalve vitaminen zijn verschillende hormonen<br />
(waaronder groeihormoon, schildklierhormonen,<br />
geslachtshormonen en hormonen die betrokken zijn<br />
bij de calciumstofwisseling) noodzakelijk voor een<br />
normale groei en ontwikkeling van het skelet.<br />
inzichtvragen<br />
1. Welk type weefsel wordt tijdens intramembraneuze<br />
verbening door beenweefsel vervangen?<br />
2. Hoe zouden röntgenfoto’s van het femur kunnen<br />
worden gebruikt om te onderzoeken of iemand al is<br />
volgroeid?<br />
3. In de middeleeuwen werden koorknapen voor de puberteit<br />
soms gecastreerd (waarbij hun testes werden<br />
verwijderd) om te voorkomen dat ze een zware stem<br />
kregen. Welke invloed zou castratie op hun lengte<br />
hebben gehad?<br />
4. Waarom krijgen zwangere vrouwen calciumsupplementen<br />
en wordt hen aangeraden melk te drinken<br />
ondanks het feit dat hun skelet al volledig is volgroeid?<br />
Antwoorden zijn te vinden vanaf pagina B1-1.