17.01.2013 Views

hoofdstukoverzicht - Pearson Education

hoofdstukoverzicht - Pearson Education

hoofdstukoverzicht - Pearson Education

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

6<br />

208<br />

het beenderstelsel<br />

den met de proximale kootjes. Vier van de vingers<br />

bevatten drie kootjes; de pollex of duim heeft er<br />

slechts twee (figuur 6-25).<br />

De bekkengordel 187<br />

8. De bekkengordel bestaat uit twee ossa coxae (figuur<br />

6-8, 6-9, 6-26).<br />

9. Het grootste deel van het os coxae, het os ilium<br />

(darmbeen) is vergroeid met het os ischium (zitbeen)<br />

dat op zijn beurt met het os pubis (schaambeen)<br />

is vergroeid. De symphysis pubica beperkt<br />

de bewegingsmogelijkheden van de schaambeenderen<br />

ten opzichte van elkaar (figuur 6-26).<br />

10. Het bekken bestaat uit de ossa coxae, het os sacrum<br />

en het os coccygis (figuur 6-26, 27).<br />

De benen 189<br />

11. Het femur (dijbeen) is het langste bot in het lichaam.<br />

Het is bij het kniegewricht met het tibia<br />

verbonden. Een ligament vanaf de patella (de knieschijf)<br />

is aan de tuberositas tibiae aangehecht (figuur<br />

6-28, 6-29).<br />

12. Andere oriëntatiepunten op de tibia zijn onder<br />

meer de ventrale kam en de mediale malleolus.<br />

De kop van de fibula is onder de knie met de tibia<br />

verbonden en de laterale malleolus stabiliseert de<br />

enkel (figuur 6-29).<br />

13. De enkel bestaat uit zeven tarsale beenderen; alleen<br />

de talus is verbonden met tibia en fibula. Als<br />

we normaal staan, wordt het grootste deel van ons<br />

gewicht overgebracht op de calcaneus of het hielbeen;<br />

het overige deel van het gewicht wordt op de<br />

metatarsale beentjes overgedragen (figuur 6-30).<br />

14. Het bouwplan van de metatarsale beentjes en kootjes<br />

van de voet lijkt op dat van de hand.<br />

6.8 Botverbindingen 191<br />

De indeling van botverbindingen 192<br />

1. Botverbindingen bestaan overal waar twee beenderen<br />

aan elkaar grenzen. Onbeweeglijke botverbindingen<br />

zijn synartrosen, enigszins beweeglijke<br />

botverbindingen worden amfiatrosen genoemd en<br />

botverbindingen die vrij kunnen bewegen, worden<br />

diartrosen genoemd (Tabel 6-2).<br />

2. Voorbeelden van synartrosen zijn: een beennaad,<br />

een gomphosis (spijkergewricht) en een synchondrose<br />

(beenstukken verbonden door kraakbeen).<br />

3. Voorbeelden van amfiartrosen zijn een syndesmo-<br />

se en een symfyse.<br />

4. De benige oppervlakken bij diartrosen of synoviale<br />

gewrichten zijn met gewrichtskraakbeen bedekt,<br />

worden door synoviaalvocht gesmeerd en<br />

zijn door een gewrichtskapsel omgeven. Andere<br />

onderdelen van een gewricht zijn onder meer de<br />

meniscus, vetkussentjes en verschillende banden<br />

(ligamenten) (figuur 6-31).<br />

Synoviale gewrichten: beweging en bouw 194<br />

5. Belangrijke termen waarmee dynamische bewegingen<br />

bij synoviale gewrichten worden aangeduid,<br />

zijn: flexie, extensie, hyperextensie, abductie,<br />

adductie, circumductie en rotatie (figuur 6-32, 6-<br />

33).<br />

6. De beenderen in de onderarm laten pronatie en supinatie<br />

toe (figuur 6-33).<br />

7. Bewegingen van de voet zijn onder meer inversie<br />

en eversie. De enkel ondergaat dorsiflexie en<br />

plantaire flexie. Oppositie is de beweging van de<br />

duim naar de handpalm, waardoor we voorwerpen<br />

kunnen oppakken en vasthouden (figuur 6-34).<br />

8. Bij protractie wordt een deel van het lichaam<br />

naar voren bewogen; bij retractie naar achteren.<br />

Depressie en elevatie treden op wanneer we een<br />

lichaamsdeel respectievelijk omlaag of omhoog bewegen<br />

(figuur 6-34).<br />

9. Belangrijke typen synoviale gewrichten zijn onder<br />

meer glijdende gewrichten, scharniergewrichten,<br />

draaigewrichten, ellipsoïde gewrichten, zadelgewrichten<br />

en kogelgewrichten (figuur 6-35).<br />

Belangrijk 199<br />

Voorbeelden van gewrichten 200<br />

10. De gewrichtsuitsteeksels van aangrenzende wervels<br />

vormen glijdende gewrichten. Aangrenzende<br />

wervellichamen zijn door kraakbeen verbonden en<br />

worden gescheiden door kussentjes die tussenwervelschijven<br />

worden genoemd (figuur 6-36).<br />

11. Het schoudergewricht wordt gevormd door de<br />

schouderkom en de kop van de humerus. Dit gewricht<br />

is buitengewoon beweeglijk; hierdoor is het<br />

gewricht ook instabiel, waardoor het gemakkelijk<br />

ontwricht raakt (figuur 6-37).<br />

12. Slijmbeurzen bij het schoudergewricht verminderen<br />

de wrijving van spieren en pezen tijdens bewegingen<br />

(figuur 6-37).<br />

13. Het ellebooggewricht laat alleen flexie en extensie

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!