17.01.2013 Views

hoofdstukoverzicht - Pearson Education

hoofdstukoverzicht - Pearson Education

hoofdstukoverzicht - Pearson Education

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

15. De neus bestaat uit de beenderen die de bovenste<br />

en laterale wanden van de neusholte vormen en de<br />

holten die daarin uitmonden. Het neustussenschot<br />

(septum nasi) verdeelt de neusholten. Samen vormen<br />

de holten van os frontale, os sphenoidale,<br />

os ethmoidale, palatum en maxilla de neusbijholten<br />

(figuur 6-11, 6-12, 6-13).<br />

16. De mandibula is het bot van de onderkaak (figuur<br />

6-10, 6-11, 6-12).<br />

17. Het os hyoideum (tongbeen) hangt onder de schedel<br />

aan ligamenten vanuit de processus styloideus<br />

van de ossa temporali (figuur 6-14).<br />

18. Dankzij verbindingen van vezelige weefsels, de<br />

zogenoemde fontanellen kunnen de schedels van<br />

jonge en oudere kinderen blijven groeien (figuur 6-<br />

15).<br />

De wervelkolom en de borstkas 178<br />

19. Er zijn zeven halswervels, twaalf borstwervels<br />

(die met ribben verbonden zijn) en vijf lendenwervels<br />

(waarvan de laatste met het heiligbeen is<br />

verbonden). Het os sacrum (heiligbeen) en het os<br />

coccygis (staartbeen) bestaan uit vergroeide wervels<br />

(figuur 6-16).<br />

20. De wervelkolom heeft vier krommingen die zijn<br />

aangepast aan de ongelijke verdeling van het lichaamsgewicht<br />

en waardoor de wervelkolom evenwijdig<br />

blijft aan de lichaamsas (figuur 6-16).<br />

21. Een typische wervel heeft een wervellichaam en<br />

een wervelboog; deze is bij het gewrichtsuitsteeksel<br />

met andere wervels verbonden. Aangrenzende<br />

wervels zijn door tussenwervelschijven van elkaar<br />

gescheiden (figuur 6-17).<br />

22. Halswervels zijn te herkennen aan het ovale wervellichaam<br />

en een foramen transversarium aan<br />

beide zijden (figuur 6-17, 6-18).<br />

23. Borstwervels hebben duidelijk herkenbare, hartvormige<br />

wervellichamen (figuur 6-17).<br />

24. De lendenwervels zijn het grootst, het minst beweeglijk<br />

en dragen het meeste gewicht (figuur 6-<br />

17).<br />

25. Het os sacrum beschermt voortplantings-, spijsverterings-<br />

en uitscheidingsorganen. Bij de apex (top)<br />

is het os sacrum met het os coccygis verbonden.<br />

Aan de basis is het os sacrum met de laatste lendenwervels<br />

verbonden (figuur 6-19).<br />

26. Het skelet van de borst, of borstkas, bestaat uit de<br />

Samenvatting<br />

borstwervels, de ribben en het sternum. De ribben<br />

en het sternum vormen de ribbenkast (figuur 6-<br />

20).<br />

27. De eerste zeven ribben zijn ware ribben. De ribben<br />

8 tot en met 12 zijn niet direct met het sternum<br />

verbonden en worden valse ribben genoemd; zij<br />

bestaan uit twee paar zwevende ribben. Het mediale<br />

uiteinde van elk van de ribben is met een borstwervel<br />

verbonden (figuur 6-20).<br />

28. Het sternum bestaat uit een manubrium, een lichaam<br />

en een processus xiphoideus (figuur 6-20).<br />

6.7 Het skelet van de ledematen 182<br />

De schoudergordel 184<br />

1. Beide armen zijn bij de schoudergordel met de<br />

romp verbonden; de schoudergordel bestaat uit de<br />

scapulae (schouderbladen) en claviculae (sleutelbeenderen)<br />

figuur 6-8, 6-9, 6-21, 6-22).<br />

2. De clavicula en de scapula positioneren het schoudergewricht,<br />

vormen een uitgangspunt voor bewegingen<br />

van de arm en dient voor de aanhechting<br />

van spieren (figuur 6-21, 6,22).<br />

3. Zowel de processus coracoideus als het acromion<br />

zijn aan ligamenten en pezen verbonden. De<br />

schoudergraat kruist het dorsale oppervlak van<br />

het lichaam van de scapula (figuur 6-22).<br />

De armen 184<br />

4. De humerus is bij het schoudergewricht met de<br />

scapula verbonden. De tuberculum majus humeri<br />

en tuberculum minus humeri zijn belangrijke<br />

plaatsen voor spieraanhechting. Andere opvallende<br />

kenmerken zijn onder meer de tuberositas deltoidea,<br />

de mediale en laterale epicondyles en de gewrichtsknobbel<br />

(figuur 6-23).<br />

5. Distaal is de humerus met de radius en de ulna verbonden.<br />

De mediale trochlea loopt van de fossa<br />

coronoidea naar de fossa olecrani (figuur 6-23).<br />

6. De radius en de ulna zijn beenderen van de onderarm.<br />

De fossa olecrani biedt ruimte aan het olecranon<br />

tijdens het strekken van de arm. De fossae<br />

coronoidea en olecrani bieden ruimte aan de processus<br />

coronoideus van de ulna (figuur 6-24).<br />

7. De beenderen van de pols vormen twee rijen carpale<br />

beenderen. De distale handwortelbeentjes zijn<br />

verbonden met de metacarpale beentjes van de<br />

handpalm. De middenhandsbeentjes zijn verbon-<br />

207<br />

6

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!