hoofdstukoverzicht - Pearson Education
hoofdstukoverzicht - Pearson Education
hoofdstukoverzicht - Pearson Education
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
6<br />
160<br />
het beenderstelsel<br />
benige staafjes of stutten, die door holten van elkaar<br />
gescheiden zijn. Zowel compact beenweefsel als spongieus<br />
beenweefsel zijn in de humerus aanwezig; de diafyse<br />
bestaat uit compact beenweefsel en de epifysen<br />
zijn met spongieus beenweefsel gevuld.<br />
Het buitenste oppervlak van het bot is met een periost<br />
of buitenste beenvlies bedekt (zie figuur 6-2•).<br />
De vezels van pezen en gewrichtsbanden zijn vermengd<br />
met die van het periost, waardoor skeletspieren met de<br />
beenderen zijn verbonden en waardoor beenderen onderling<br />
worden verbonden. Het periost isoleert het bot<br />
van de aangrenzende weefsels, biedt plaats aan de verbinding<br />
met bloedvaten en zenuwen en speelt een rol<br />
bij de groei en het herstel van beenderen. Binnen het<br />
bot bekleedt een uit cellen bestaand endost de mergholte<br />
en andere binnenste oppervlakken. Het endost is<br />
beenvlies aan de zijde van de mergholte. Het endost is<br />
actief tijdens de botgroei en telkens wanneer herstel of<br />
remodellering plaatsvindt.<br />
6.1.2 Microscopische kenmerken van beenweefsel<br />
Een inleiding tot de algemene histologie van beenweefsel<br />
is in hoofdstuk 4 gegeven. In figuur 6-3• is<br />
de microscopische structuur van beenweefsel in detail<br />
weergegeven. Histologisch gezien bestaat het periost<br />
uit een vezelige buitenlaag en een uit cellen bestaande<br />
binnenste laag of endost (figuur 6-3a•). Compact en<br />
spongieus beenweefsel bevatten botcellen of osteocyten<br />
(osteon, been) in kleine groepjes, de zogenoemde<br />
lacunen (figuur 6-3b•). Lacunen zijn te vinden tussen<br />
dunne laagjes gecalcificeerde matrix die lamellen worden<br />
genoemd (lamella, dunne plaat). Kleine kanalen,<br />
zogenoemde canaliculi, lopen straalsgewijs door de<br />
matrix en vormen een onderlinge verbinding van de<br />
lacunen en verbinden deze met nabij gelegen bloedvaten.<br />
De canaliculi bevatten cytoplasma-uitlopers van<br />
de botcellen. Voedingsstoffen vanuit het bloed en afvalstoffen<br />
vanuit de botcellen diffunderen door de extracellulaire<br />
vloeistof die deze cellen omgeeft, evenals<br />
door de cytoplasma-uitlopers.<br />
Compact en spongieus beenweefsel<br />
De basale functionele eenheid van compact beenweefsel,<br />
het osteon of systeem van Havers, is afgebeeld in<br />
figuur 6-3•. Binnen een osteon zijn de botcellen in<br />
concentrische lagen rond een centraal kanaal of ka-<br />
naal van Havers gelegen; dit kanaal bevat een of meer<br />
bloedvaten. De lamellen zijn cilindervormig, en liggen<br />
evenwijdig aan de lange as van het centrale kanaal.<br />
Verbindingskanalen (volkmann-kanalen) bieden<br />
doorgangen; hier lopen de bloedvaten doorheen die de<br />
centrale kanalen met die van het periost en de mergholte<br />
verbinden.<br />
In spongieus beenweefsel zijn de lamellen anders gerangschikt<br />
en het weefsel bevat geen osteonen. In<br />
plaats daarvan vormen de lamellen staafjes of platen<br />
die botbalkjes (of trabeculae) worden genoemd (trabecula,<br />
wand). Door veel vertakkingen van de dunne<br />
botbalkjes ontstaat een open netwerk. Canaliculi, die<br />
straalsgewijs uitlopen vanaf de lacunen van spongieus<br />
beenweefsel, eindigen aan de uiteinden van de botbalkjes.<br />
Daar diffunderen voedingsstoffen en afvalstoffen<br />
tussen het merg en de botcellen.<br />
Behalve in de gewrichtskapsels is het gehele botoppervlak<br />
met een laag compact beenweefsel bedekt.<br />
In de kapsels worden de tegenover elkaar gelegen<br />
oppervlakken door gewrichtskraakbeen beschermd.<br />
Compact beenweefsel wordt meestal aangetroffen op<br />
plaatsen waar de belasting slechts uit een beperkt aantal<br />
richtingen komt. De beenderen van de ledematen<br />
zijn bijvoorbeeld zo gebouwd dat ze krachten kunnen<br />
weerstaan die aan de uiteinden worden uitgeoefend.<br />
Doordat osteonen evenwijdig liggen aan de lange as<br />
van de schacht, buigt een bot van de ledematen niet<br />
door wanneer op één van beide uiteinden een kracht<br />
wordt uitgeoefend (zelfs niet als dit een grote kracht<br />
is). Het bot kan echter wel breken wanneer een veel<br />
kleinere kracht op de zijkant wordt uitgeoefend.<br />
Spongieus beenweefsel wordt echter aangetroffen op<br />
plaatsen waar beenderen niet zwaar worden belast,<br />
of waar de krachten uit uiteenlopende richtingen afkomstig<br />
zijn. Spongieus beenweefsel is bijvoorbeeld<br />
aanwezig bij de epifysen van lange beenderen, waar<br />
krachten via gewrichten worden overgebracht. Spongieus<br />
beenweefsel is ook veel lichter dan compact beenweefsel.<br />
Hierdoor wordt voorkomen dat het skelet te<br />
zwaar wordt en kunnen de beenderen gemakkelijker<br />
door de spieren worden bewogen. Uiteindelijk verleent<br />
het netwerk van botbalkjes van spongieus beenweefsel<br />
stevigheid en bescherming aan de cellen van het rode<br />
beenmerg; dit is een plaats waar een groot deel van de<br />
bloedcellen wordt gevormd.