hoofdstukoverzicht - Pearson Education
hoofdstukoverzicht - Pearson Education hoofdstukoverzicht - Pearson Education
kergewricht (gomphosis) is elk gebitselement in de mond door een band in een benige instulping (tandkas) gehecht. Een stijve, kraakbeenverbinding wordt een synchondrose genoemd (syn, samen + chondros, kraakbeen). De verbinding tussen het eerste paar ribben en het sternum is een synchondrose. Een ander voorbeeld is het epifysekraakbeen waarmee diafyse en epifyse in een groeiend lang bot zijn verbonden (zie pagina 163). Enigszins beweeglijke gewrichten (amfiartrosen) Een amfiartrose heeft een zeer beperkte bewegingsmogelijkheid en de beenderen liggen meestal verder uiteen dan bij een synartrose. Wat bouw betreft kan een amfiartrose vezelig of kraakbenig zijn. Een syndesmose (desmos, een band of pees) is een vezelig gewricht dat door een band is verbonden. De distale verbinding tussen de twee beenderen van het onderbeen, de fibula en de tibia, is een voorbeeld. Een symfyse is een kraakbeenverbinding; hier zijn de beenderen namelijk door een brede schijf of kussen van vezelig kraakbeen gescheiden. De botverbindingen tussen de wervels (bij een tussenwervelschijf) en de voorste verbinding tussen de twee schaambeenderen zijn voorbeelden van een symfyse. ��������� ��������� ����������� ������� ���������� ����� ���������� ��������� �������������� ���� ������������������� ��������������� ������� ����������� �������� ������ ��� ���������� ������ ��� ��� Figuur 6-31 De structuur van synoviale gewrichten Op deze schematische doorsneden is te zien: (a) een representatief eenvoudig gewricht en (b) het kniegewricht. 6.8 Botverbindingen Vrij beweeglijke gewrichten (diartrosen) Bij diartrosen of synoviale gewrichten lopen de bewegingsmogelijkheden sterk uiteen. De basale structuur van een synoviaal gewricht werd in hoofdstuk 4 geïntroduceerd bij de bespreking van de synoviaalvliezen. Zie pagina 123. In figuur 6-31a• is de opbouw van een karakteristiek synoviaal gewricht te zien. Synoviale gewrichten bevinden zich meestal aan de uiteinden van lange beenderen, zoals de beenderen van armen en benen. Onder normale omstandigheden komen de botoppervlakken niet met elkaar in contact, omdat ze met speciaal gewrichtskraakbeen zijn bedekt. Het gewricht is omgeven door een vezelig gewrichtskapsel en het oppervlak van de gewrichtsholte is aan de binnenkant met een synoviaalvlies bekleed. Het gewricht wordt gesmeerd door gewrichtsvloeistof (synoviaalvocht) binnen de gewrichtsholte; daardoor wordt de wrijving tussen de bewegende oppervlakken in het gewricht verminderd. In sommige complexe gewrichten zijn de tegenover elkaar liggende gewrichtsoppervlakken van extra kussentjes voorzien. Een voorbeeld van dergelijke schokbrekende vezelige kussentjes van vezelig kraakbeen zijn de menisci (meniscus, halve maan) in de knie, die in figuur 6-31b• te zien zijn. In dergelijke gewrichten zijn ook vetkussentjes aanwezig die het gewrichts- ����� ������������ ���������� ������ �������� �������������� �������� ������ ��� ���������� ������ 193 6
6 194 het beenderstelsel kraakbeen beschermen en als verpakkingsmateriaal werken. Als de beenderen bewegen, vullen de vetkussentjes de ruimten op die ontstaan als de gewrichtsholte van vorm verandert. Het gewrichtskapsel dat het gehele gewricht omgeeft, loopt door in de beenvliezen van de verbonden beenderen. Daarbij zijn buiten het gewrichtskapsel soms ligamenten (banden) te vinden die de beenderen met elkaar verbinden. Waar een pees of band tegen andere weefsels wrijft, ontstaan slijmbeurzen of bursae (enkelvoud bursa, beurs), kleine pakketjes van bindweefsel die gewrichtsvloeistof bevatten; de slijmbeurzen verminderen de wrijving en fungeren als schokdemper. Slijmbeurzen zijn kenmerkend voor veel synoviale gewrichten en zijn soms ook rond pezen aanwezig in de vorm van een buisvormige schacht waarmee een bot is bedekt. Ook bevinden ze zich soms in andere bindweefsels die aan wrijving of druk blootstaan. klinische aantekening Reuma en artritis Reuma is een algemene term waarmee pijn en stijfheid worden aangeduid die zich kunnen voordoen in het beender- of spierstelsel, of in beide. Er zijn verschillende vormen van reuma. Onder artritis worden alle reumatische aandoeningen van synoviale gewrichten verstaan. Artritis gaat altijd gepaard met beschadiging van het gewrichtskraakbeen, maar de oorzaak kan verschillen. Artritis kan het gevolg zijn van een bacteriële of virale infectie, een beschadiging van het gewricht of van stofwisselingsproblemen. Osteoartrose, ook wel degeneratieve gewrichtsaandoeningen genoemd, treft meestal patiënten van 60 jaar of ouder. Deze aandoening kan het gevolg zijn van de cumulatieve slijtage van de gewrichtsoppervlakken of van genetische factoren die van invloed zijn op de collageenvorming. Ruim 1,2 miljoen Nederlanders hebben symptomen van deze aandoening, waaronder 25.000 jonge patiënten (25-44 jaar). Reumatoïde artritis is een ontstekingsziekte die bij ongeveer 2,5 procent van de volwassen bevolking voorkomt. In enkele gevallen is deze aandoening het gevolg van een aanval van de weefsels van het gewricht door het immuunstelsel. Aangenomen wordt dat deze destructieve ontsteking door allergieën, bacteriën, virussen en genetische factoren wordt veroorzaakt of verergerd. Door regelmatige lichaamsbeweging, fysiotherapie, en geneesmiddelen die ontstekingen remmen (zoals aspirine), kan de progressie van de ziekte worden vertraagd. Door een chirurgische ingreep kan de bouw van het aangedane gewricht weer worden hersteld of wordt het gewricht opnieuw gevormd en in extreme gevallen kan het aangedane gewricht door een kunstmatig gewricht worden vervangen. Dit gebeurt soms bij de heup, knie, elleboog of schouder. 6.8.2 Synoviale gewrichten: beweging en bouw Synoviale gewrichten spelen een rol bij al onze dagelijkse activiteiten. Bij het beschrijven van de beweging van een synoviaal gewricht zijn termen zoals ‘buig het been’, of ‘til een arm op’, niet voldoende nauwkeurig. Anatomen gebruiken beschrijvende termen met een specifieke betekenis. Typen beweging Glijbeweging Bij een glijbeweging glijden twee tegenovergestelde oppervlakken langs elkaar. Glijbewegingen vinden plaats tussen de oppervlakken van verbonden carpale beentjes en tarsale beentjes en tussen de claviculae en het sternum. De beweging kan vrijwel in elke richting plaatsvinden, maar de mate van beweging is beperkt. Rotatie wordt meestal door het gewrichtskapsel en de daarmee verbonden banden verhinderd. Hoekbeweging Voorbeelden van hoekbewegingen zijn flexie, extensie, adductie, abductie, en circumductie. Bij de beschrijving van al deze bewegingen wordt uitgegaan van iemand die in de anatomische positie staat. Flexie (buigen) is een beweging in het dorso-ventrale vlak, waardoor de hoek tussen de verbonden elementen kleiner wordt gemaakt (figuur 6-32a•). Extensie (strekken) gebeurt in hetzelfde vlak, maar deze beweging maakt de hoek tussen de verbonden elementen groter. Wanneer we het hoofd naar de borst brengen, vertonen de gewrichten tussen de wervels van de hals flexie. Als we ons omlaag bewegen om onze tenen aan te raken, vertoont de gehele wervelkolom flexie. Bij extensie worden deze bewegingen omgekeerd. Door flexie bij het schoudergewricht of het heupge-
- Page 1 and 2: 6 156 het beenderstelsel 6 het been
- Page 3 and 4: 6 Het skelet heeft veel functies, m
- Page 5 and 6: 6 160 het beenderstelsel benige sta
- Page 7 and 8: 6 162 het beenderstelsel 3. Hoe zal
- Page 9 and 10: 6 164 het beenderstelsel Wanneer de
- Page 11 and 12: 6 166 het beenderstelsel cent toene
- Page 13 and 14: 6 168 het beenderstelsel 45ste leve
- Page 15 and 16: 6 170 het beenderstelsel Figuur 6-8
- Page 17 and 18: 6 172 het beenderstelsel neusholten
- Page 19 and 20: 6 174 het beenderstelsel �� �
- Page 21 and 22: 6 176 het beenderstelsel van de ran
- Page 23 and 24: 6 178 het beenderstelsel schedel zo
- Page 25 and 26: 6 180 het beenderstelsel ���
- Page 27 and 28: 6 182 het beenderstelsel crale kana
- Page 29 and 30: 6 184 het beenderstelsel ledematen
- Page 31 and 32: 6 186 het beenderstelsel lijk uit d
- Page 33 and 34: 6 188 het beenderstelsel ���
- Page 35 and 36: 6 190 het beenderstelsel en mediale
- Page 37: 6 192 het beenderstelsel beweging n
- Page 41 and 42: 6 196 het beenderstelsel treedt hyp
- Page 43 and 44: 6 198 het beenderstelsel ���
- Page 45 and 46: 6 200 het beenderstelsel 6.8.3 Voor
- Page 47 and 48: 6 202 het beenderstelsel ���
- Page 49 and 50: 6 het beenderstelsel hoofdstukoverz
- Page 51 and 52: 6 206 het beenderstelsel 6.3 Botrem
- Page 53 and 54: 6 208 het beenderstelsel den met de
- Page 55 and 56: 6 210 het beenderstelsel (a) ulna,
- Page 57: 6 Andy Walshe is manager bij het at
6<br />
194<br />
het beenderstelsel<br />
kraakbeen beschermen en als verpakkingsmateriaal<br />
werken. Als de beenderen bewegen, vullen de vetkussentjes<br />
de ruimten op die ontstaan als de gewrichtsholte<br />
van vorm verandert.<br />
Het gewrichtskapsel dat het gehele gewricht omgeeft,<br />
loopt door in de beenvliezen van de verbonden beenderen.<br />
Daarbij zijn buiten het gewrichtskapsel soms<br />
ligamenten (banden) te vinden die de beenderen met<br />
elkaar verbinden. Waar een pees of band tegen andere<br />
weefsels wrijft, ontstaan slijmbeurzen of bursae (enkelvoud<br />
bursa, beurs), kleine pakketjes van bindweefsel<br />
die gewrichtsvloeistof bevatten; de slijmbeurzen<br />
verminderen de wrijving en fungeren als schokdemper.<br />
Slijmbeurzen zijn kenmerkend voor veel synoviale<br />
gewrichten en zijn soms ook rond pezen aanwezig in<br />
de vorm van een buisvormige schacht waarmee een bot<br />
is bedekt. Ook bevinden ze zich soms in andere bindweefsels<br />
die aan wrijving of druk blootstaan.<br />
klinische aantekening<br />
Reuma en artritis<br />
Reuma is een algemene term waarmee pijn en stijfheid<br />
worden aangeduid die zich kunnen voordoen in het<br />
beender- of spierstelsel, of in beide. Er zijn verschillende<br />
vormen van reuma. Onder artritis worden alle reumatische<br />
aandoeningen van synoviale gewrichten verstaan.<br />
Artritis gaat altijd gepaard met beschadiging van het<br />
gewrichtskraakbeen, maar de oorzaak kan verschillen.<br />
Artritis kan het gevolg zijn van een bacteriële of virale<br />
infectie, een beschadiging van het gewricht of van stofwisselingsproblemen.<br />
Osteoartrose, ook wel degeneratieve gewrichtsaandoeningen<br />
genoemd, treft meestal patiënten van 60 jaar<br />
of ouder. Deze aandoening kan het gevolg zijn van de<br />
cumulatieve slijtage van de gewrichtsoppervlakken of<br />
van genetische factoren die van invloed zijn op de collageenvorming.<br />
Ruim 1,2 miljoen Nederlanders hebben<br />
symptomen van deze aandoening, waaronder 25.000<br />
jonge patiënten (25-44 jaar). Reumatoïde artritis is<br />
een ontstekingsziekte die bij ongeveer 2,5 procent van<br />
de volwassen bevolking voorkomt. In enkele gevallen<br />
is deze aandoening het gevolg van een aanval van de<br />
weefsels van het gewricht door het immuunstelsel.<br />
Aangenomen wordt dat deze destructieve ontsteking<br />
door allergieën, bacteriën, virussen en genetische factoren<br />
wordt veroorzaakt of verergerd.<br />
Door regelmatige lichaamsbeweging, fysiotherapie, en<br />
geneesmiddelen die ontstekingen remmen (zoals aspirine),<br />
kan de progressie van de ziekte worden vertraagd.<br />
Door een chirurgische ingreep kan de bouw van het<br />
aangedane gewricht weer worden hersteld of wordt het<br />
gewricht opnieuw gevormd en in extreme gevallen kan<br />
het aangedane gewricht door een kunstmatig gewricht<br />
worden vervangen. Dit gebeurt soms bij de heup, knie,<br />
elleboog of schouder.<br />
6.8.2 Synoviale gewrichten: beweging en<br />
bouw<br />
Synoviale gewrichten spelen een rol bij al onze dagelijkse<br />
activiteiten. Bij het beschrijven van de beweging<br />
van een synoviaal gewricht zijn termen zoals ‘buig het<br />
been’, of ‘til een arm op’, niet voldoende nauwkeurig.<br />
Anatomen gebruiken beschrijvende termen met een<br />
specifieke betekenis.<br />
Typen beweging<br />
Glijbeweging Bij een glijbeweging glijden twee tegenovergestelde<br />
oppervlakken langs elkaar. Glijbewegingen<br />
vinden plaats tussen de oppervlakken van verbonden<br />
carpale beentjes en tarsale beentjes en tussen<br />
de claviculae en het sternum. De beweging kan vrijwel<br />
in elke richting plaatsvinden, maar de mate van<br />
beweging is beperkt. Rotatie wordt meestal door het<br />
gewrichtskapsel en de daarmee verbonden banden verhinderd.<br />
Hoekbeweging<br />
Voorbeelden van hoekbewegingen zijn flexie, extensie,<br />
adductie, abductie, en circumductie. Bij de beschrijving<br />
van al deze bewegingen wordt uitgegaan van iemand<br />
die in de anatomische positie staat.<br />
Flexie (buigen) is een beweging in het dorso-ventrale<br />
vlak, waardoor de hoek tussen de verbonden elementen<br />
kleiner wordt gemaakt (figuur 6-32a•). Extensie<br />
(strekken) gebeurt in hetzelfde vlak, maar deze beweging<br />
maakt de hoek tussen de verbonden elementen<br />
groter. Wanneer we het hoofd naar de borst brengen,<br />
vertonen de gewrichten tussen de wervels van de hals<br />
flexie. Als we ons omlaag bewegen om onze tenen aan<br />
te raken, vertoont de gehele wervelkolom flexie. Bij extensie<br />
worden deze bewegingen omgekeerd.<br />
Door flexie bij het schoudergewricht of het heupge-