hoofdstukoverzicht - Pearson Education
hoofdstukoverzicht - Pearson Education
hoofdstukoverzicht - Pearson Education
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
6<br />
192<br />
het beenderstelsel<br />
beweging niet nodig is, of wanneer beweging gevaarlijk<br />
zou kunnen zijn, kunnen botverbindingen heel sterk<br />
zijn. De naden van de schedel zijn bijvoorbeeld zo<br />
complex en uitgebreid dat ze de onderdelen zodanig<br />
sterk verbinden alsof het één enkel bot was. Bij andere<br />
botverbindingen is beweeglijkheid van groter belang<br />
dan stevigheid. De botverbinding bij de schouder laat<br />
uitgebreide bewegingen van de arm toe, die meer door<br />
de omringende spieren worden beperkt dan door de<br />
bouw van het gewricht. Het gewricht zelf is betrekkelijk<br />
zwak en daardoor komen verwondingen van de<br />
schouder vrij vaak voor.<br />
6.8.1 De indeling van botverbindingen<br />
Botverbindingen kunnen worden ingedeeld aan de<br />
hand van hun bouw of functie. De indeling aan de<br />
hand van de bouw is gebaseerd op de anatomie van<br />
het gewricht. Wat dit betreft, worden botverbindingen<br />
als volgt ingedeeld: junctura fibrosa, een verbinding<br />
die bestaat uit bindweefsel; de kraakbeenverbinding<br />
en de junctura synovialis, wat in het dagelijks leven<br />
een gewricht wordt genoemd. De eerste twee botverbindingen<br />
worden door bindweefsel bij elkaar gehouden.<br />
Dergelijke botverbindingen laten weinig of geen<br />
beweging toe. Een junctura synovialis is omgeven door<br />
Tabel 6-2 Een functionele indeling van botverbindingen<br />
vezelig weefsel en de uiteinden van de beenderen zijn<br />
met kraakbeen bedekt. Daardoor wordt voorkomen<br />
dat de beenderen direct met elkaar in contact komen.<br />
Bij dergelijke gewrichten is vrije beweging mogelijk.<br />
Bij de indeling naar functie worden gewrichten ingedeeld<br />
aan de hand van de mate van beweging die ze<br />
toelaten. Een onbeweeglijke botverbinding is een synartrose<br />
(syn, samen + arthros, verbinding); een gewricht<br />
met zeer beperkte beweging is een amfiartrose<br />
(amphi-, aan beide zijden); een botverbinding waarbij<br />
de beenderen vrij kunnen bewegen, is een diartrose<br />
(dia-, door) of synoviaal gewricht. In tabel 6-2 staat een<br />
functionele indeling van botverbindingen waarbij een<br />
relatie wordt gelegd met de bouw. Ook zijn enkele<br />
voorbeelden vermeld.<br />
Onbeweeglijke botverbindingen (synartrosen)<br />
Bij een synartrose bevinden de benige randen zich tamelijk<br />
dicht bij elkaar en kunnen zelfs in elkaar grijpen.<br />
Een synartrose kan vezelig of kraakbenig zijn.<br />
Twee voorbeelden van vezelige onbeweeglijke botverbindingen<br />
zijn in de schedel te vinden. Bij een naadverbinding<br />
(sutuur, sutura, aan elkaar naaien), grijpen<br />
de beenderen van de schedel in elkaar en worden ze<br />
door dicht bindweefsel bijeengehouden. Bij een spij-<br />
FUNCTIONELE GROEP STRUCTURELE GROEP BESCHRIJVING VOORBEELD<br />
Synartrose<br />
(geen beweging)<br />
Amfiartrose<br />
(weinig beweging)<br />
Diartrose<br />
(vrije beweging)<br />
Vezelig<br />
Naad<br />
Spijkergewricht of<br />
gomphosis<br />
Kraakbeen<br />
Synchondrose<br />
Vezelig<br />
Syndesmose<br />
Kraakbeen<br />
Symfyse<br />
Vezelige verbindingen plus in elkaar<br />
grijpende oppervlakken<br />
Vezelige verbindingen plus inplanting<br />
in benige holte (tandkas)<br />
Tussengelegen kraakbeenplaat<br />
Verbinding met banden<br />
Verbinding door een kussentje van<br />
vezelig kraakbeen<br />
Synoviaal Complex gewricht omgeven door gewrichtskapsel<br />
die gewrichtsvloeistof<br />
bevat<br />
Tussen de beenderen van de schedel<br />
Tussen de gebitselementen en de<br />
kaken<br />
Epifysekraakbeen<br />
Tussen de fibula en tibia<br />
Tussen de rechter- en linkerhelft van<br />
het os pubis; tussen aangrenzende<br />
wervels van de wervelkolom<br />
Talrijke; ingedeeld aan de hand van de<br />
bewegingsmogelijkheden (zie figuur<br />
6-35•)