hoofdstukoverzicht - Pearson Education
hoofdstukoverzicht - Pearson Education
hoofdstukoverzicht - Pearson Education
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
zijde. De symphysis pubica beperkt de bewegingsmogelijkheden<br />
van de twee schaambeenderen ten opzichte<br />
van elkaar.<br />
Het bekken (pelvis)<br />
Het bekken bestaat uit de twee ossa coxae, het os sacrum<br />
en het coccygis (zie figuur 6-26a•). Het is dus<br />
een samengestelde structuur die zowel bestaat uit gedeelten<br />
van het appendiculaire als van het axiale skelet.<br />
Een uitgebreid netwerk van banden verbindt het os<br />
sacrum met de cristae iliaca met beide zitbeenderen en<br />
met de schaambeenderen. Andere banden verbinden<br />
beide darmbeenderen met de achterzijde van de lendenwervels.<br />
Door deze onderlinge verbindingen wordt<br />
het bekken verstevigd.<br />
Bij de vrouw is het bekken iets anders gevormd dan<br />
bij de man (figuur 6-27•). Enkele van deze verschillen<br />
zijn het gevolg van verschillen in lichaamsomvang en<br />
spiermassa. Bij vrouwen is het bekken meestal gladder,<br />
lichter van gewicht en heeft het minder opvallende<br />
markeringen. Andere verschillen zijn aanpassingen aan<br />
het dragen van kinderen en zijn noodzakelijk om het<br />
gewicht van de groeiende foetus te ondersteunen en de<br />
doorgang van de pasgeborene door de onderste bekkenopening<br />
tijdens de baring te vergemakkelijken. De<br />
onderste bekkenopening wordt begrensd door het os coccygis,<br />
de ossa ischii en de symphysis pubica. Vergeleken<br />
met mannen hebben vrouwen een betrekkelijk breed,<br />
laag bekken, een grotere bekkenopening en is bij vrou-<br />
���<br />
����������<br />
��� �� ������<br />
�������������<br />
�������� ����<br />
wen de hoek tussen de schaambeenderen groter.<br />
6.7.4 De benen<br />
Het skelet van elk van beide benen bestaat uit een<br />
femur of dijbeen, een patella of knieschijf, een tibia of<br />
scheenbeen en een fibula of kuitbeen; de beenderen van<br />
het onderbeen en de beenderen van enkel en voet.<br />
Het femur<br />
Het femur (dijbeen) is het langste en zwaarste bot in<br />
het lichaam (figuur 6-28•). De afgeronde epifyse, of<br />
kop van het femur is bij de heupkom met het bekken<br />
verbonden (de gewrichtskom). De trochanter major<br />
en trochanter minor (respectievelijk grote en kleine<br />
rolheuvel) zijn grote, ruwe uitsteeksels die vanaf de<br />
verbinding van de kop en de schacht in laterale richting<br />
uitsteken. Beide trochanters bevinden zich op plaatsen<br />
waar grote pezen aan het femur zijn aangehecht. Op<br />
het achterste oppervlak van het femur markeert een<br />
opvallende verhoging, de linea aspera de aanhechting<br />
van krachtige spieren die de schacht van het femur in<br />
de richting van de middenlijn trekken, een beweging<br />
die adductie wordt genoemd (ad, in de richting van +<br />
duco, leiden).<br />
De proximale schacht van het femur is op dwarsdoorsnede<br />
rond. Verder distaal wordt de schacht vlakker en<br />
eindigt in twee grote epicondyles (gewrichtsknobbels<br />
op de beenderen, lateraal en mediaal). De onderste<br />
oppervlakken van de epicondyles vormen de laterale<br />
�����<br />
Figuur 6-27 Verschillen in de anatomie van het bekken bij mannen en vrouwen<br />
6.7 Het skelet van de ledematen<br />
���������� ����<br />
�� ����<br />
�������������<br />
�������� �����<br />
189<br />
6