17.01.2013 Views

hoofdstukoverzicht - Pearson Education

hoofdstukoverzicht - Pearson Education

hoofdstukoverzicht - Pearson Education

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Achter de uitwendige gehoorgang bevindt zich een<br />

transversale instulping, de mandibulaire fossa, die de<br />

verbinding met de mandibula (onderkaak) markeert<br />

(zie figuur 6-11b•). De opvallende uitpuiling juist achter<br />

en onder de ingang van de uitwendige gehoorgang<br />

is de processus mastoideus, die plaats biedt voor de<br />

aanhechting van spieren waarmee het hoofd kan worden<br />

gedraaid of naar voren of omhoog kan worden<br />

bewogen. Naast de basis van de processus mastoideus<br />

bevindt zich de lange, scherpe processus styloideus<br />

(stylos, pilaar). De processus styloideus is verbonden<br />

met banden die het tongbeen ondersteunen en waarmee<br />

spieren van de tong en de keel zijn aangehecht.<br />

Os sphenoidale Het os sphenoidale (wiggenbeen)<br />

vormt een deel van de bodem van het cranium (zie figuur<br />

6-12b•). Het werkt ook als een brug en verbindt<br />

de beenderen van de schedel met die van het aangezicht<br />

en het verstevigt de zijkanten van de schedel.<br />

De algemene vorm van het os sphenoidale wordt wel<br />

vergeleken met die van een reusachtige vleermuis met<br />

uitgespreide vleugels; de vleugels zijn op het bovenste<br />

oppervlak het duidelijkst te zien (zie figuur 6-12a•).<br />

Vanaf de voorkant (zie figuur 6-11a•) of de zijkant (zie<br />

figuur 6-10•) is het bot door andere beenderen bedekt.<br />

Net als het os frontale bevat het os sphenoidale ook een<br />

paar holten, de zogenoemde sfenoïdale sinussen (zie<br />

figuur 6-12b, c•).<br />

De laterale 'vleugels' van het os sphenoidale strekken<br />

zich naar beide zijden uit vanuit een centrale instulping<br />

die de sella turcica (Turks zadel) wordt genoemd<br />

(zie figuur 6-12a•). Dit omsluit de hypofyse, een endocriene<br />

klier die door een smalle steel van zenuwweefsel<br />

met het onderste oppervlak van de hersenen<br />

is verbonden.<br />

Os ethmoidale Het os ethmoidale (zeefbeen) ligt<br />

voor het os sphenoidale. Het os ethmoidale bestaat uit<br />

twee honingraatvormige massa’s van beenweefsel. Het<br />

vormt een deel van de bodem van de schedel, maakt<br />

deel uit van de mediale oppervlakken van de oogkassen<br />

van beide ogen en vormt het dak en de zijkanten<br />

van de neusholte (zie figuur 6-11a en 6-12b•). Een<br />

opvallende rand, de crista galli, of ‘hanenkam’ steekt<br />

boven het bovenste oppervlak van het os ethmoidale<br />

uit (zie figuur 6-12a•). De reukzenuwen, die impulsen<br />

vanuit het reukorgaan geleiden, lopen door gaten in de<br />

zeefplaat (lamina cribrosa; cribrum, zeef). Deze zenuwen<br />

geleiden de reukzin.<br />

De laterale gedeelten van het os ethmoidale bevatten<br />

de etmoïdale sinussen, die vocht naar de neusholte<br />

afvoeren. Uitsteeksels, de zogenoemde bovenste en<br />

middelste neusschelpen (concha, schelp) lopen in de<br />

neusholte door in de richting van het neustussenschot<br />

(of septum nasi, septum, wand), dat de neusholte in een<br />

linker- en rechtergedeelte verdeelt (zie figuur 6-11a en<br />

6-12 b,c•). Door de beenderen van de onderste neusschelp<br />

en door de bovenste en middelste neusschelp<br />

wordt de luchtstroom door de neusholte vertraagd en<br />

verspreid. Hierdoor krijgt de ingeademde lucht voldoende<br />

tijd om gereinigd, bevochtigd en verwarmd te<br />

worden voordat deze de kwetsbare gedeelten van de<br />

luchtwegen bereikt. Ook komt de lucht daardoor in<br />

contact met de reukzintuigen in de bovenste gedeelten<br />

van de neusholte. De loodrechte plaat van het os<br />

ethmoidale loopt vanaf de crista galli naar onderen en<br />

tussen de neusschelpen door; deze plaat maakt deel uit<br />

van het neustussenschot (zie figuur 6-11a•).<br />

inzichtvragen<br />

6.6 Het axiale stelsel<br />

1. Op welke schedelbeenderen bevinden zich de processus<br />

mastoideus en de processus styloideus?<br />

2. Welk bot bevat de instulping die de sella turcica<br />

wordt genoemd? Wat bevindt zich in deze instulping?<br />

3. Welk bot van de hersenen staat direct met de wervelkolom<br />

in verbinding?<br />

Antwoorden zijn te vinden vanaf pagina B1-1.<br />

De beenderen van het aangezicht<br />

De aangezichtsbeenderen beschermen en ondersteunen<br />

de toegang tot het spijsverteringskanaal en de<br />

luchtwegen. Ze bieden ook plaats voor de aanhechting<br />

van spieren waarmee we gelaatsuitdrukkingen regelen<br />

en waarmee we ons voedsel bewerken. Van de veertien<br />

aangezichtsbeenderen kan alleen de mandibula (onderkaak)<br />

ofwel het mandibulum bewegen.<br />

De maxillae De maxillae (bovenkaakbeenderen;<br />

enkelvoud: maxilla) zijn met alle andere aangezichtsbeenderen<br />

verbonden, behalve met de mandibula. De<br />

maxillae vormen (1) de bodem en het mediale gedeelte<br />

175<br />

6

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!