Aan: dr. Ate C. Nievaard - Maatschappijwetenschappen ...
Aan: dr. Ate C. Nievaard - Maatschappijwetenschappen ...
Aan: dr. Ate C. Nievaard - Maatschappijwetenschappen ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Over leven met een kunstgebit<br />
ring van mensen die een conventioneel ’los’ kunstgebit <strong>dr</strong>agen nog verder<br />
zal toenemen.<br />
Nader onderzoek verdient de vraag welke overeenkomsten en verschillen<br />
er bestaan tussen de sociale situatie van mensen die last hebben van een<br />
slecht gehoor en mensen die geen (of een slecht) eigen gebit hebben;<br />
mensen nabij <strong>dr</strong>agers van een of ander suggereren dat er een goede<br />
technische oplossing is waar de patiënt van gebruik zou kunnen maken. In<br />
dat opzicht verdient het recente proefschrift van Van den Brink (1995)<br />
nadere aandacht.<br />
Hoe dan ook moet geconcludeerd worden dat er geen ongekwalificeerd<br />
’ja’ of ’nee’ als antwoord verwacht kan worden wanneer prothese-patiënten<br />
gevraagd wordt of ze ’tevreden’ met hun kunstgebit zijn. ’Ontevreden’<br />
prothese-patiënten noemden soms aspecten waar ze wel tevreden over<br />
zijn vergeleken met de situatie daarvoor (zoals geen pijn meer; niet meer<br />
aangezien worden voor <strong>dr</strong>uggebruiker, etc.). ’Tevreden’ prothese-patiënten<br />
bleken bij nader inzien geen van allen ’echt’ tevreden te zijn; naast voordelen<br />
van een kunstgebit (vergeleken met de situatie daarvoor) werden ook<br />
door hen veel tandheelkundig-technische problemen en esthetische bezwaren<br />
genoemd. Bovendien bleek in dit onderzoek dat alle ondervraagde prothese-patiënten<br />
problemen in hun sociale contacten ondervinden waarnaar<br />
bij kwantitatief onderzoek niet gevraagd is. Het verdient aanbeveling hier<br />
bij toekomstig onderzoek rekening mee te houden. Het is echter de vraag<br />
of mensen de zaken die ze nu in de uitgebreide interviews vertelden ooit<br />
’zwart op wit’ zouden zetten. Een continuering van kwalitatief onderzoek<br />
op het gebied van de tandheelkundige prothetiek is daarom gewenst.<br />
De belangrijkste uitkomst van dit kwalitatieve onderzoek kan als volgt<br />
worden samengevat: Voor behandelaars - en onderzoekers! - is vooral van<br />
belang te beseffen dat ’tevreden’ prothese-patiënten ook klachten hebben,<br />
maar deze verbergen; het zijn ’verborgen klagers’. Of in de woorden van<br />
Rumke (1973):<br />
"Het verliezen van tanden wordt dikwijls veel smartelijker ervaren dan de<br />
lachende manier waarop het wordt aanvaard zou kunnen doen vermoeden."<br />
83