16.01.2013 Views

Aan: dr. Ate C. Nievaard - Maatschappijwetenschappen ...

Aan: dr. Ate C. Nievaard - Maatschappijwetenschappen ...

Aan: dr. Ate C. Nievaard - Maatschappijwetenschappen ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

66 Conny Pronk-de Hoog, Gerold Moltzer, Marylee van der Meulen<br />

land zijn er ongeveer een miljoen ontevreden kunstgebit-<strong>dr</strong>agers (Kalk<br />

1979; Smith 1976; Van Waas 1985; Visser 1988; Berg 1993). Ongeveer 2<br />

miljoen prothese-patiënten zeggen echter (heel) tevreden te zijn. Of ze<br />

geven, bij een andere operationalisering van de vraag naar ’tevredenheid’,<br />

aan ’geen klachten’ te ondervinden.<br />

Mensen die - ondanks alles wat gedaan wordt aan de technische en esthetische<br />

kwaliteit van een kunstgebit - blijven klagen, worden door tandartsen<br />

wel ’dental cripples’, ’prothesewanhopen’ of eenvoudigweg ’klagers’<br />

genoemd. De vraag van tandartsen is: ’Hoe is het mogelijk dat je patiënten<br />

ziet die heel tevreden zijn, terwijl ze soms een prothese hebben die door<br />

hun mond zweeft; terwijl je ook klagende patiënten krijgt met een gebit<br />

dat perfect past?’ Vervoorn (1991) stelde vast dat in ieder geval de factor<br />

’technische kwaliteit van de gebitsprothese’ niet doorslaggevend is. Zij<br />

pleit voor onderzoek naar ’de etiologie van satisfactie’. Kalk, Baat en<br />

Kaandorp (1991) stellen dat de evaluatie van de kwaliteit van een kunstgebit<br />

allesbehalve simpel is, zelfs wanneer dat gedaan wordt aan de hand<br />

van ’exact’ gedefinieerde criteria. Hun conclusie is dat tandartsen kennelijk<br />

niet in staat zijn te begrijpen wat een patiënt meemaakt. De tandheelkunde,<br />

als wetenschap en als professie, heeft zich voornamelijk gericht op<br />

onderzoek en ontwikkeling van technische aspecten. Er is tot op heden<br />

nauwelijks aandacht besteed aan de emotionele ervaringen en de subjectieve<br />

gezichtspunten van patiënten.<br />

De volgende variabelen zijn onderzocht: sociaal-economische en demografische<br />

factoren, attitude van de patiënt ten opzichte van het <strong>dr</strong>agen van<br />

een kunstgebit, voorafgaande ervaringen met het <strong>dr</strong>agen van een kunstgebit,<br />

communicatie tussen tandarts en patiënt en last but not least de<br />

persoonlijkheid van de patiënt (zie Carlsson et al. 1967; Guckes, Smith &<br />

Swoope 1978; Nairn & Brunello 1971; Hirsch, Levin & Tiber 1972;<br />

Reeve, Watson & Stafford 1984; Silverman et al. 1976, Smith 1976; Berg,<br />

Backer Johnson & Ingebretsen 1984, 1985 en 1986; Van Waas 1985 en<br />

1990a, 1990b, 1990c).<br />

Berg (1993) concludeert in een overzichtsartikel dat 30 jaar onderzoek<br />

naar variabelen, die samen zouden kunnen hangen met de acceptatie van<br />

een gebitsprothese, geen enkel houvast voor de behandelaar heeft opgeleverd.<br />

Hij trekt de validiteit en betrouwbaarheid van verricht onderzoek in<br />

twijfel. Ook zet hij een vraagteken bij de uiteenlopende manieren waarop<br />

de afhankelijke variabele ’tevredenheid’ tot op heden gemeten is. Samen-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!