Aan: dr. Ate C. Nievaard - Maatschappijwetenschappen ...
Aan: dr. Ate C. Nievaard - Maatschappijwetenschappen ...
Aan: dr. Ate C. Nievaard - Maatschappijwetenschappen ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Schuld en schaamte bij heroïnegebruikers<br />
Ondanks dat verschillende etnografische onderzoekers heroïne gebruikende<br />
subculturen van binnenuit hebben beschreven (Sutter 1966; Preble 1969,<br />
Agar 1973; Waldorf 1973; Fraser & George 1988; Grund 1992; Ingold<br />
1992; Moore 1993) is ons weinig onderzoek bekend dat is gebaseerd op<br />
diepteinterviews. We vonden één studie waarin wordt gerapporteerd over<br />
interviews met 124 heroïnegebruikers uit de ’inner city’ ghetto’s van<br />
Chicago, Philadelphia, Washington en New York (Hanson 1985). In de<br />
interviews getuigen deze zwarte, heroïne gebruikende mannen enerzijds<br />
van trots omdat zij het eigen leven in de hand kunnen houden en ook in<br />
moeilijke tijden in staat zijn heroïne te verkrijgen. Anderzijds is er ook<br />
sprake van schuld en zelfverwijt over het verslaafd worden en frustraties<br />
in de pogingen om hun levens te verbeteren. Ook de respondenten van<br />
Hanson doen uitspraken waarin de neergaande spiraal, met name de vrees<br />
ervoor, herkenbaar is. Een respondent die, na een opsomming van verloren<br />
zaken, zichzelf beschrijft als iemand die ’op de bodem’ terecht is gekomen,<br />
spreekt over het eindpunt van die neergang als volgt:<br />
Self-esteem is something of the past, it is just a basic feeling of worthlessness<br />
now (Hanson 1985: 23-24).<br />
Evenals in onze gegevens kunnen respondenten zichzelf een plaats toekennen<br />
op de morele ladder door er prat op te gaan dat ze een ’lager’ niveau<br />
weten te vermijden:<br />
I don’t stick up. I don’t snatch ladies’ pocketbooks, man. My mother brought me<br />
up knowing better than that (Hanson 1985: 36).<br />
Ook wordt ten aanzien van partners, en zeker ten aanzien van kinderen,<br />
veelal een tekortschieten verwoord dat overeenkomsten vertoont met de<br />
wijze waarop respondenten in ons onderzoek over hun tekortschieten als<br />
partner en ouder spreken (p.46). Toch komt er ook een duidelijk verschil<br />
naar voren. Waar bij veel van onze respondenten schuld en schaamte te<br />
herkennen was, spreken de Amerikaanse heroïnegebruikers meer over<br />
trots. Ondanks het feit dat zij moeten balanceren op de grens van twee<br />
werelden, enerzijds de ’straight’ maatschappij en anderzijds de wereld<br />
waarin zij hun dagelijkse portie dope moeten zien te bemachtigen, ervaren<br />
bijna alle gebruikers controle. Zij beschouwen hun succes in deze als iets<br />
om trots op te zijn. Eén van hen stelt zelfs:<br />
57