Aan: dr. Ate C. Nievaard - Maatschappijwetenschappen ...
Aan: dr. Ate C. Nievaard - Maatschappijwetenschappen ... Aan: dr. Ate C. Nievaard - Maatschappijwetenschappen ...
46 Anne Eland, Tony Hak en Liesbeth Vollemans eenvoudig inzicht in het onderzoeksveld te krijgen en contacten aan te knopen en te onderhouden (Kaplan et al. 1990). In dit onderzoek heeft de community fieldworker een belangrijke bijdrage geleverd aan het afnemen van de interviews. Het etnografisch voorwerk leidde tot kennis van (de ontwikkeling van) de huidige scene in Den Haag. Er werden schattingen gemaakt van de aard en omvang van verschillende groepen gebruikers en de locaties waar werd gekocht of gebruikt. De verzamelde informatie werd steeds aangevuld en bijgesteld en vormde de basis voor het samenstellen van de eerste respondentengroep. De volgende subgroepen heroïnegebruikers konden worden onderscheiden: Marokkaanse gebruikers, Surinaamse gebruikers, dakloze gebruikers, oudere heroïnegebruikers die ook speed gebruiken, vrouwelijke prostituerende gebruikers, tippelende mannelijke gebruikers, en groepen verslaafden in Zoetermeer, Scheveningen en Wassenaar. Zoals in elke stad waar een aanzienlijke groep heroïnegebruikers leeft, konden ook in Den Haag diverse ’ingangen’ gevonden worden waar contacten met gebruikers konden worden opgebouwd: het outreachwerk, huiskamerprojecten, het straatleven, en de deal- en/of gebruikersadressen. De meeste respondenten werden gevonden in de dealpanden, meestal op basis van verwijzing en introductie door andere gebruikers. De drie andere ingangen waren echter noodzakelijk om de eerste contacten te kunnen leggen. Outreachwerkers nemen een bijzondere positie in omdat ze beroepsmatig in contact staan met de doelpopulatie buiten de hulpverlening. Er bestaat al een vertrouwensrelatie met de gebruikers. Vanuit hun functie konden deze werkers ons introduceren bij sleutelinformanten en konden zij achterdochtige gebruikers geruststellen. Toch hebben we via hen slechts enkele respondenten ontmoet. Dit had vooral te maken met het feit dat de drie werkers met wie wij contact hadden ieder met een specifieke groep gebruikers werkt, zoals Surinaamse gebruikers of injecterende gebruikers. Zij waren echter van groot belang voor ons onderzoek omdat zij informatie hebben verspreid, en omdat wij voor de interviews gebruik konden maken van de werketage van één van hen. Deze etage, die bij veel gebruikers al bekend was, kreeg hierdoor een functie als veldstation (Goldstein et al. 1990). Den Haag kent drie huiskamerprojecten waarvan de bezoekers voor een aanzienlijk deel uit harddruggebruikers bestaan, hoewel geen van deze
Schuld en schaamte bij heroïnegebruikers projecten expliciet voor druggebruikers is bedoeld. Bij elk van deze projecten kregen we toestemming om binnen te lopen en te praten met mogelijke respondenten. Een voordeel van deze ingang was dat wij ons relatief vrij konden bewegen en zo relatief onopvallend en risicovrij in contact konden komen met gebruikers. Maar ook via deze ingang kregen we slechts contact met bepaalde groepen gebruikers, met name daklozen. In Den Haag is het ’straatleven’ geconcentreerd in bepaalde straten rond het station Hollandse Spoor en op sommige pleinen in de Schilderswijk. Hier staan ’runners’ die tegen vergoeding van een puntje dope gebruikers naar een dealadres brengen. Door regelmatige ontruimingsacties en het verbod op samenscholing op sommige plaatsen is de Haagse scene meer verborgen geworden. Hierdoor is het straatleven beperkt. Het bleek niet eenvoudig om in contact te komen met verslaafden op straat zonder bemiddeling van een bekende. Een ’dealadres’ is een woonpand of horeca-instelling waar harddrugs worden verkocht. De koper gaat soms naar een andere plaats om het te gebruiken, het ’gebruikersadres’. Daar komt een kennissenkring bij elkaar om te gebruiken. Soms wordt er geld bij elkaar gelegd om gezamenlijk in te kopen. Deze kenmerken maakten de deal- en gebruikersadressen de meest voor de hand liggende ingang om respondenten te vinden. Iedere gebruiker moet immers heroïne kopen, en dit betekent dat in principe ieder type gebruiker kan worden aangetroffen in een dealpand. Voorwaarde is wel dat een zo groot mogelijke diversiteit aan panden wordt bezocht, hetgeen dan ook is gebeurd. De sfeer in de panden verschilt sterk. Hier volgt een fragment uit de veldnotities betreffende een bezoek aan een huisadres waar werd gedeald: Om 12.30 had ik afgesproken met Eddie. Hij woont in een straat in de Schilderswijk. Ik kwam binnen in een benedenwoning, een klein gangetje, een beetje donker en de eerste deur links was een kamer waar een bankje stond en een tafel. In het verlengde van de kamer was nog een ruimte. Ik ging zitten in de kamer en even later kwam Eddie uit de andere kamer. Hij is een Indonesische man, zag er verzorgd uit. Op dat moment was er nog iemand in de andere ruimte (daar kwam ik later achter). Er werd op het raam getikt. Hij verontschuldigde zich en ging open doen. Door de gang liep hij direct met de man naar de andere kamer. Daar bleef hij een poosje en ik hoorde de aanstekers klikken waardoor ik wist dat er werd gebruikt. Ik nam aan dat dat het gebruikerskamertje was. Hij kwam weer naar mij toe en bood me wat te drinken aan. Ik kreeg een glas melk. Toen ging hij op het bankje naast mij zitten, hij vroeg naar het onderzoek. In de loop van het 47
- Page 2 and 3: Aan: dr. Ate C. Nievaard
- Page 4 and 5: CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEE
- Page 6 and 7: "De rol die leeftijd speelt bij de
- Page 9 and 10: Kwalitatieve medische sociologie: n
- Page 11 and 12: Kwalitatieve medische sociologie: n
- Page 13 and 14: Kwalitatieve medische sociologie: n
- Page 15 and 16: Kwalitatieve medische sociologie: n
- Page 17 and 18: Kwalitatieve medische sociologie: n
- Page 19 and 20: Kwalitatieve medische sociologie: n
- Page 21 and 22: Kwalitatieve medische sociologie: n
- Page 23: Kwalitatieve medische sociologie: n
- Page 26 and 27: 22 Eva Abraham tact met medicijnen,
- Page 28 and 29: 24 Eva Abraham onderwijs in Den Haa
- Page 30 and 31: 26 Eva Abraham aanvankelijk beperkt
- Page 32 and 33: 28 Eva Abraham alcohol.’ Ook word
- Page 34 and 35: 30 Eva Abraham zegt dat zij haar ki
- Page 36 and 37: 32 Eva Abraham tegen diarree en wag
- Page 38 and 39: 34 Eva Abraham opgeleide, werkende
- Page 40 and 41: 36 Eva Abraham Opvattingen over gez
- Page 42 and 43: 38 Eva Abraham kind vitamine A moes
- Page 44 and 45: 40 Eva Abraham Geraadpleegde litera
- Page 46 and 47: 42 Eva Abraham Spier, F. (1995) Nor
- Page 48 and 49: 44 Anne Eland, Tony Hak en Liesbeth
- Page 52 and 53: 48 Anne Eland, Tony Hak en Liesbeth
- Page 54 and 55: 50 Anne Eland, Tony Hak en Liesbeth
- Page 56 and 57: 52 Anne Eland, Tony Hak en Liesbeth
- Page 58 and 59: 54 Anne Eland, Tony Hak en Liesbeth
- Page 60 and 61: 56 Anne Eland, Tony Hak en Liesbeth
- Page 62 and 63: 58 Anne Eland, Tony Hak en Liesbeth
- Page 64 and 65: 60 Anne Eland, Tony Hak en Liesbeth
- Page 66 and 67: 62 Anne Eland, Tony Hak en Liesbeth
- Page 69 and 70: Over leven met een kunstgebit Inter
- Page 71 and 72: Over leven met een kunstgebit gevat
- Page 73 and 74: Over leven met een kunstgebit these
- Page 75 and 76: Over leven met een kunstgebit ten p
- Page 77 and 78: Over leven met een kunstgebit Hij s
- Page 79 and 80: Over leven met een kunstgebit van h
- Page 81 and 82: Over leven met een kunstgebit 5 Str
- Page 83 and 84: Over leven met een kunstgebit inatt
- Page 85 and 86: Over leven met een kunstgebit rimpe
- Page 87 and 88: Over leven met een kunstgebit ring
- Page 89 and 90: Over leven met een kunstgebit and E
- Page 91 and 92: Levensredder of levensbeperker? 1 A
- Page 93 and 94: Levensredder of levensbeperker? sen
- Page 95 and 96: Levensredder of levensbeperker? met
- Page 97 and 98: Levensredder of levensbeperker? in
- Page 99 and 100: Levensredder of levensbeperker? de
46 Anne Eland, Tony Hak en Liesbeth Vollemans<br />
eenvoudig inzicht in het onderzoeksveld te krijgen en contacten aan te<br />
knopen en te onderhouden (Kaplan et al. 1990). In dit onderzoek heeft de<br />
community fieldworker een belangrijke bij<strong>dr</strong>age geleverd aan het afnemen<br />
van de interviews.<br />
Het etnografisch voorwerk leidde tot kennis van (de ontwikkeling van) de<br />
huidige scene in Den Haag. Er werden schattingen gemaakt van de aard en<br />
omvang van verschillende groepen gebruikers en de locaties waar werd<br />
gekocht of gebruikt. De verzamelde informatie werd steeds aangevuld en<br />
bijgesteld en vormde de basis voor het samenstellen van de eerste respondentengroep.<br />
De volgende subgroepen heroïnegebruikers konden worden<br />
onderscheiden: Marokkaanse gebruikers, Surinaamse gebruikers, dakloze<br />
gebruikers, oudere heroïnegebruikers die ook speed gebruiken, vrouwelijke<br />
prostituerende gebruikers, tippelende mannelijke gebruikers, en groepen<br />
verslaafden in Zoetermeer, Scheveningen en Wassenaar. Zoals in elke stad<br />
waar een aanzienlijke groep heroïnegebruikers leeft, konden ook in Den<br />
Haag diverse ’ingangen’ gevonden worden waar contacten met gebruikers<br />
konden worden opgebouwd: het outreachwerk, huiskamerprojecten, het<br />
straatleven, en de deal- en/of gebruikersa<strong>dr</strong>essen. De meeste respondenten<br />
werden gevonden in de dealpanden, meestal op basis van verwijzing en<br />
introductie door andere gebruikers. De <strong>dr</strong>ie andere ingangen waren echter<br />
noodzakelijk om de eerste contacten te kunnen leggen.<br />
Outreachwerkers nemen een bijzondere positie in omdat ze beroepsmatig<br />
in contact staan met de doelpopulatie buiten de hulpverlening. Er bestaat<br />
al een vertrouwensrelatie met de gebruikers. Vanuit hun functie konden<br />
deze werkers ons introduceren bij sleutelinformanten en konden zij<br />
achterdochtige gebruikers geruststellen. Toch hebben we via hen slechts<br />
enkele respondenten ontmoet. Dit had vooral te maken met het feit dat de<br />
<strong>dr</strong>ie werkers met wie wij contact hadden ieder met een specifieke groep<br />
gebruikers werkt, zoals Surinaamse gebruikers of injecterende gebruikers.<br />
Zij waren echter van groot belang voor ons onderzoek omdat zij informatie<br />
hebben verspreid, en omdat wij voor de interviews gebruik konden<br />
maken van de werketage van één van hen. Deze etage, die bij veel<br />
gebruikers al bekend was, kreeg hierdoor een functie als veldstation<br />
(Goldstein et al. 1990).<br />
Den Haag kent <strong>dr</strong>ie huiskamerprojecten waarvan de bezoekers voor een<br />
aanzienlijk deel uit hard<strong>dr</strong>uggebruikers bestaan, hoewel geen van deze