Aan: dr. Ate C. Nievaard - Maatschappijwetenschappen ...
Aan: dr. Ate C. Nievaard - Maatschappijwetenschappen ... Aan: dr. Ate C. Nievaard - Maatschappijwetenschappen ...
36 Eva Abraham Opvattingen over gezondheid. Uit onderzoek (Calnan & Johnson 1985; Calnan 1987; Van Otterloo & Van Ogtrop 1988) komt naar voren dat mensen met een hogere opleiding zich meer verantwoordelijk voelen voor hun eigen gezondheid en ervan uit gaan dat zij die zelf kunnen beïnvloeden door levenswijze en voeding. Degenen met de laagste opleiding daarentegen zouden worden gekenmerkt door meer fatalistisch gedrag. Zij zouden ziekte en kwalen ervaren als zaken die mensen ’overkomen’, waar zij zelf nauwelijks greep op hebben, en zich afhankelijk voelen van medicijnen en artsen om hun aandoeningen te bestrijden (Van Otterloo en Van Ogtrop 1988: 31-32 en 54; Bush en Ianotti 1985: 399-400). Lichaam en geest. Van Otterloo en Van Ogtrop (1988: 31) stellen vast dat, van de door hen geïnterviewde moeders, degenen met een hogere opleiding erop wezen dat het leiden van een evenwichtig en harmonieus leven zonder stress veel belangrijker is dan specifieke op het lichaam gerichte maatregelen. Ze concluderen dat de aandacht voor geestelijke discipline, een balans tussen lichaam en geest, vooral in de best opgeleide categorie gemeengoed is geworden. Bij de door ons geïnterviewde hoog opgeleide moeders blijkt aandacht voor de eenheid van lichaam en geest zonder meer uit hun voorkeur voor natuurgeneeswijzen die dat immers als uitgangspunt hebben. Maar onze data suggereren ook dat het mens sana in corpore sano in bredere lagen van de bevolking leeft. De moeder van Rita (Zuid) heeft een reguliere huisarts maar gebruikt voornamelijk homeopatische medicijnen. Zij zegt: ’Mijn kinderen zijn niet vaak ziek. Soms hebben ze griep, dan laat ik ze gorgelen met zout water en geef ik ze een beetje thymsiroop en bij koorts trek ik ze natte sokken aan, dat drijft de koorts af. Verder thee en een kopje bouillon. Ik heb ook een paar zalfjes van Stichting De Roos (een stichting voor natuurgeneeswijze, E.A.) en natuurlijk tijgerbalsem. Ik ben ervan overtuigd dat je als het enigszins kan beter geen medicijnen kunt gebruiken. Ziek zijn heeft een functie en je lichaam kan het in de regel prima aan, lost het zelf weer op. Mijn zoon is een macho-type, je mag hem niet aanraken maar hij heeft regelmatig sportblessures, dan moet ik hem masseren en zo komt hij ook aan voldoende fysiek contact. Eens per jaar is ie ziek, altijd in de vakantie, hij wil gewoon aandacht en in die tijd kan ik het hem geven.’ De moeder van Maaike stelt: ’Als een kind ziek is dan denk ik "waarom wil jij ziek zijn?" Ik denk dat er dan een probleem is, je lichaam uit wat er zich in je geest afspeelt. Zo’n kind heeft dus extra aandacht nodig, praten,
De beste medicijn voor elk is en blijft een beker melk massage, geen medicijnen. In veel gevallen kan je beter ontspanningsoefeningen doen dan pillen slikken, dat is gezonder en heeft op de lange duur meer effect.’ Maar ook de lager opgeleide, reguliere moeders gaan uit van de eenheid van lichaam en geest. Een van hen zegt: ’Als hij zich niet lekker voelt dan ga ik maar eerst eens na of er op school wat mis is, kijk een kind dat zich niet lekker voelt wil extra aandacht, dus knuffelen, praten, de tijd voor hem nemen, op de bank met Astérix, thee zetten en een cadeautje kopen.’ Andere uitspraken van de lager opgeleide moeders in West waren: ’belangrijk vind ik ook om aan een goede verhouding te werken, praten en liefde geven’, ’aandacht moet je geven, ik neem m’n kind elke avond even in m’n armen’, en’ook psychisch, het kind een gevoel van eigenwaarde geven, niet je wil aan hem opleggen maar ’m zelf z’n zegje laten doen ...’. Voeding en gezondheid. Uit het onderzoek van Van Otterloo en Van Ogtrop bleek dat de door hen geïnterviewde moeders gezondheid associeerden met ’goede’ voeding. Dat kwam ook uit ons onderzoek naar voren. Hoewel we geen vragen over eten en drinken hebben gesteld gaat een niet onbelangrijk deel van de interviews daarover. De moeders brachten geregeld het gesprek op dat onderwerp. Ze benadrukken het belang van gezond en regelmatig eten en zijn eenstemmig in hun oordeel over wat gezonde voeding is: veel verse groente, fruit en vitaminen. Daarnaast noemen ze het belang van voldoende beweging en frisse lucht. De door Van Otterloo en Van Ogtrop geïnterviewde moeders met een hogere opleiding hadden een strikt, educatief en disciplinerend voedingsregime; hun kinderen kregen slechts bij speciale gelegenheden, bij wijze van uitzondering, patat, snoep en cola. Degenen met een lagere opleiding waren toleranter ten aanzien van het gebruik van junkfood en snoep. Uit onze interviews kwam een zelfde beeld naar voren. De moeders met een regulier regime blijken als het om eten gaat toegeeflijker te zijn en hun kinderen meer vrij laten. Ze stellen: ’Snoep hoort erbij.’ De moeder van Dick zegt ’om een kind gezond te houden is regelmaat het belangrijkste, fruit en groente, maar ook gewoon voldoende snoepen, dat geldt voor elk kind’ en de moeder van Natasja zegt: ’Natasja snoept geregeld, ja dat kan je nou eenmaal niet tegenhouden.’ Deze moeder heeft haar twijfels over het nut van gezondheidsbevorderende leefregels (zie Van Otterloo en Van Ogtrop 1988: 32) in het algemeen en toen de schoolarts zei dat ze haar 37
- Page 2 and 3: Aan: dr. Ate C. Nievaard
- Page 4 and 5: CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEE
- Page 6 and 7: "De rol die leeftijd speelt bij de
- Page 9 and 10: Kwalitatieve medische sociologie: n
- Page 11 and 12: Kwalitatieve medische sociologie: n
- Page 13 and 14: Kwalitatieve medische sociologie: n
- Page 15 and 16: Kwalitatieve medische sociologie: n
- Page 17 and 18: Kwalitatieve medische sociologie: n
- Page 19 and 20: Kwalitatieve medische sociologie: n
- Page 21 and 22: Kwalitatieve medische sociologie: n
- Page 23: Kwalitatieve medische sociologie: n
- Page 26 and 27: 22 Eva Abraham tact met medicijnen,
- Page 28 and 29: 24 Eva Abraham onderwijs in Den Haa
- Page 30 and 31: 26 Eva Abraham aanvankelijk beperkt
- Page 32 and 33: 28 Eva Abraham alcohol.’ Ook word
- Page 34 and 35: 30 Eva Abraham zegt dat zij haar ki
- Page 36 and 37: 32 Eva Abraham tegen diarree en wag
- Page 38 and 39: 34 Eva Abraham opgeleide, werkende
- Page 42 and 43: 38 Eva Abraham kind vitamine A moes
- Page 44 and 45: 40 Eva Abraham Geraadpleegde litera
- Page 46 and 47: 42 Eva Abraham Spier, F. (1995) Nor
- Page 48 and 49: 44 Anne Eland, Tony Hak en Liesbeth
- Page 50 and 51: 46 Anne Eland, Tony Hak en Liesbeth
- Page 52 and 53: 48 Anne Eland, Tony Hak en Liesbeth
- Page 54 and 55: 50 Anne Eland, Tony Hak en Liesbeth
- Page 56 and 57: 52 Anne Eland, Tony Hak en Liesbeth
- Page 58 and 59: 54 Anne Eland, Tony Hak en Liesbeth
- Page 60 and 61: 56 Anne Eland, Tony Hak en Liesbeth
- Page 62 and 63: 58 Anne Eland, Tony Hak en Liesbeth
- Page 64 and 65: 60 Anne Eland, Tony Hak en Liesbeth
- Page 66 and 67: 62 Anne Eland, Tony Hak en Liesbeth
- Page 69 and 70: Over leven met een kunstgebit Inter
- Page 71 and 72: Over leven met een kunstgebit gevat
- Page 73 and 74: Over leven met een kunstgebit these
- Page 75 and 76: Over leven met een kunstgebit ten p
- Page 77 and 78: Over leven met een kunstgebit Hij s
- Page 79 and 80: Over leven met een kunstgebit van h
- Page 81 and 82: Over leven met een kunstgebit 5 Str
- Page 83 and 84: Over leven met een kunstgebit inatt
- Page 85 and 86: Over leven met een kunstgebit rimpe
- Page 87 and 88: Over leven met een kunstgebit ring
- Page 89 and 90: Over leven met een kunstgebit and E
De beste medicijn voor elk is en blijft een beker melk<br />
massage, geen medicijnen. In veel gevallen kan je beter ontspanningsoefeningen<br />
doen dan pillen slikken, dat is gezonder en heeft op de lange duur<br />
meer effect.’<br />
Maar ook de lager opgeleide, reguliere moeders gaan uit van de eenheid<br />
van lichaam en geest. Een van hen zegt: ’Als hij zich niet lekker voelt dan<br />
ga ik maar eerst eens na of er op school wat mis is, kijk een kind dat zich<br />
niet lekker voelt wil extra aandacht, dus knuffelen, praten, de tijd voor<br />
hem nemen, op de bank met Astérix, thee zetten en een cadeautje kopen.’<br />
Andere uitspraken van de lager opgeleide moeders in West waren:<br />
’belangrijk vind ik ook om aan een goede verhouding te werken, praten en<br />
liefde geven’, ’aandacht moet je geven, ik neem m’n kind elke avond even<br />
in m’n armen’, en’ook psychisch, het kind een gevoel van eigenwaarde<br />
geven, niet je wil aan hem opleggen maar ’m zelf z’n zegje laten doen ...’.<br />
Voeding en gezondheid. Uit het onderzoek van Van Otterloo en Van<br />
Ogtrop bleek dat de door hen geïnterviewde moeders gezondheid associeerden<br />
met ’goede’ voeding.<br />
Dat kwam ook uit ons onderzoek naar voren. Hoewel we geen vragen over<br />
eten en <strong>dr</strong>inken hebben gesteld gaat een niet onbelangrijk deel van de<br />
interviews daarover. De moeders brachten geregeld het gesprek op dat<br />
onderwerp. Ze bena<strong>dr</strong>ukken het belang van gezond en regelmatig eten en<br />
zijn eenstemmig in hun oordeel over wat gezonde voeding is: veel verse<br />
groente, fruit en vitaminen. Daarnaast noemen ze het belang van voldoende<br />
beweging en frisse lucht.<br />
De door Van Otterloo en Van Ogtrop geïnterviewde moeders met een<br />
hogere opleiding hadden een strikt, educatief en disciplinerend voedingsregime;<br />
hun kinderen kregen slechts bij speciale gelegenheden, bij wijze van<br />
uitzondering, patat, snoep en cola. Degenen met een lagere opleiding<br />
waren toleranter ten aanzien van het gebruik van junkfood en snoep. Uit<br />
onze interviews kwam een zelfde beeld naar voren. De moeders met een<br />
regulier regime blijken als het om eten gaat toegeeflijker te zijn en hun<br />
kinderen meer vrij laten. Ze stellen: ’Snoep hoort erbij.’ De moeder van<br />
Dick zegt ’om een kind gezond te houden is regelmaat het belangrijkste,<br />
fruit en groente, maar ook gewoon voldoende snoepen, dat geldt voor elk<br />
kind’ en de moeder van Natasja zegt: ’Natasja snoept geregeld, ja dat kan<br />
je nou eenmaal niet tegenhouden.’ Deze moeder heeft haar twijfels over<br />
het nut van gezondheidsbevorderende leefregels (zie Van Otterloo en Van<br />
Ogtrop 1988: 32) in het algemeen en toen de schoolarts zei dat ze haar<br />
37