Aan: dr. Ate C. Nievaard - Maatschappijwetenschappen ...
Aan: dr. Ate C. Nievaard - Maatschappijwetenschappen ... Aan: dr. Ate C. Nievaard - Maatschappijwetenschappen ...
168 Inge Varekamp Leeftijd en de overwegingen van artsen bij verwijzing en indicatiestelling Volgens de meeste respondenten doet de kalenderleeftijd niet ter zake bij de beslissing over transplantatie, in tegenstelling tot de ’biologische’ leeftijd. Deze vormt de belangrijkste contra-indicatie. De biologische leeftijd wordt bepaald door de fysieke conditie van de patiënt, met name de cardiovasculaire conditie. Een slechte cardiovasculaire conditie vormt een operatierisico en geeft risico op ernstige complicaties naderhand, vanwege een verhoogde infectiegevoeligheid en verhoogde belasting van hart en bloedvaten door het noodzakelijke levenslange gebruik van immunosuppressiva na transplantatie. In de praktijk hanteert men vaak een of andere kalenderleeftijd als een vuistregel bij de beslissing om te transplanteren. Een vuistregel die echter flexibel wordt gehanteerd, afhankelijk van de lichamelijke conditie. Een dialyse-arts zegt bijvoorbeeld: "Toen dat [de prognose na transplantatie] verbeterde, is die leeftijdsgrens ook op gaan schuiven. en nu ligt die zo bij 65, daar is het ter discussie. Tussen de 60, 66, 68. En een vitale 68-er komt waarschijnlijk wel voor transplantatie in aanmerking." Een verpleegkundige: "[..] alles onder de 60, die komen sowieso op de lijst. [..] En de mensen boven de 60, dan gaan we ze bekijken, per geval." Een andere verpleegkundige: "Want in het begin, toen ik eigenlijk met de transplantatievoorbereiding begon, was de leeftijd 60. En dat loopt nu al uit naar de 70." Een maatschappelijk werker: "En ja, boven de 70, begint men een beetje twijfelachtig te worden, zo van moet dat nog." Men stelt dat jongeren niet vanwege hun hogere levensverwachting op ouderen voor gaan. Een dialyse-arts zegt:
De rol die leeftijd speelt bij de beslissing tot niertransplantatie "Maar het is niet zozeer de vraag van als zo’n patiënt een nier krijgt dan heb je statistisch de kans dat hij er nog maar 5 jaar mee leeft, terwijl iemand anders statistisch de kans heeft om er nog 20 jaar mee te leven dus die gaat daarom voor." 169 Enkele nefrologen noemen echter wel, als ze beargumenteren waarom de kalenderleeftijd er niet toe doet, voorbeelden van patiënten die in aanmerking komen terwijl hun levensverwachting op vijf jaar wordt geschat. Dit doet vermoeden dat vijf jaar bij hen een ondergrens is, waaronder men transplantatie niet overweegt. Leeftijd en de objectiviteit van de indicatiestelling. Voorzover het onderwerp in interviews aan de orde komt benadrukken de meeste dialyse- en transplantatie-artsen dat de verwijzings- en de indicatiebeslissing niet honderd procent objectief zijn. Er kan verschil zijn in hoe artsen in gelijke situaties beslissen, en artsen twijfelen soms. Bij de meeste patiënten is de beslissing aangaande transplantatie niet moeilijk: de patiënt is in een goede conditie en komt zonder meer in aanmerking, of de patiënt is in een slechte conditie en een transplantatie gaat zonder meer met te veel risico’s gepaard. Maar er blijft een groep twijfelgevallen. Eén categorie van twijfelgevallen bestaat uit de mensen met meerdere relatieve contraindicaties, waardoor het totale risico moeilijk is te kwantificeren. Een transplantatie-arts: "Het is nogal eens gecombineerd [..]. Waarbij vaatstelsel, hart, longen betrokken zijn, waarbij alles een beetje in het grijze gebied zit, wat ik net heb geschetst. En dat vind ik altijd hele moeilijke afwegingen." Een tweede categorie wordt gevormd door patiënten waarbij de arts is geneigd nee te zeggen, maar de patiënt heeft een sterke transplantatiewens, of de dialysebehandeling verloopt problematisch. Een laatste categorie bestaat uit patiënten die al ouder maar relatief gezond zijn. Een dialyse-arts: "En wat zijn nou twijfelgevallen? Nou, bijvoorbeeld iemand is eigenlijk boven de 65, maar nog zo vitaal." Bij twijfelgevallen zijn de meeste artsen geneigd de wens van de patiënt in de beslissing te betrekken, in de zin dat als de patiënt het heel graag wil men toch tot transplantatie besluit. Maar artsen verschillen hierin. Een transplantatie-arts:
- Page 121 and 122: Beïnvloeding van instellingscultur
- Page 123 and 124: Beïnvloeding van instellingscultur
- Page 125 and 126: Beïnvloeding van instellingscultur
- Page 127 and 128: Beïnvloeding van instellingscultur
- Page 129 and 130: Beïnvloeding van instellingscultur
- Page 131 and 132: Beïnvloeding van instellingscultur
- Page 133 and 134: Beïnvloeding van instellingscultur
- Page 135 and 136: Beïnvloeding van instellingscultur
- Page 137 and 138: Beïnvloeding van instellingscultur
- Page 139 and 140: Beïnvloeding van instellingscultur
- Page 141 and 142: Beïnvloeding van instellingscultur
- Page 143 and 144: 139 Op zoek naar de juiste balans t
- Page 145 and 146: Op zoek naar de juiste balans 141 i
- Page 147 and 148: Op zoek naar de juiste balans Het l
- Page 149 and 150: Op zoek naar de juiste balans 145 b
- Page 151 and 152: Op zoek naar de juiste balans 147 E
- Page 153 and 154: Op zoek naar de juiste balans 149 v
- Page 155 and 156: Op zoek naar de juiste balans 151 K
- Page 157 and 158: Op zoek naar de juiste balans 153 o
- Page 159 and 160: Op zoek naar de juiste balans 155 o
- Page 161 and 162: Op zoek naar de juiste balans Geraa
- Page 163 and 164: 159 De rol die leeftijd speelt bij
- Page 165 and 166: De rol die leeftijd speelt bij de b
- Page 167 and 168: De rol die leeftijd speelt bij de b
- Page 169 and 170: De rol die leeftijd speelt bij de b
- Page 171: De rol die leeftijd speelt bij de b
- Page 175 and 176: De rol die leeftijd speelt bij de b
- Page 177 and 178: De rol die leeftijd speelt bij de b
- Page 179 and 180: De rol die leeftijd speelt bij de b
- Page 181 and 182: De rol die leeftijd speelt bij de b
- Page 183 and 184: De rol die leeftijd speelt bij de b
- Page 185 and 186: Ervaringen met het aanbieden van re
- Page 187 and 188: Ervaringen met het aanbieden van re
- Page 189 and 190: Ervaringen met het aanbieden van re
- Page 191 and 192: Ervaringen met het aanbieden van re
- Page 193 and 194: Ervaringen met het aanbieden van re
- Page 195 and 196: Ervaringen met het aanbieden van re
- Page 197 and 198: Ervaringen met het aanbieden van re
- Page 199 and 200: Ervaringen met het aanbieden van re
- Page 201 and 202: Ervaringen met het aanbieden van re
- Page 203 and 204: Ervaringen met het aanbieden van re
- Page 205 and 206: 201 Dokter, ik hoop dat u mij kunt
- Page 207 and 208: Dokter, ik hoop dat u mij kunt help
- Page 209 and 210: Dokter, ik hoop dat u mij kunt help
- Page 211 and 212: Dokter, ik hoop dat u mij kunt help
- Page 213 and 214: Dokter, ik hoop dat u mij kunt help
- Page 215 and 216: Dokter, ik hoop dat u mij kunt help
- Page 217 and 218: Dokter, ik hoop dat u mij kunt help
- Page 219 and 220: Over de auteurs 215 Eva Abraham is
- Page 221: 217 Anne-Mei The is juriste en cult
De rol die leeftijd speelt bij de beslissing tot niertransplantatie<br />
"Maar het is niet zozeer de vraag van als zo’n patiënt een nier krijgt dan heb je<br />
statistisch de kans dat hij er nog maar 5 jaar mee leeft, terwijl iemand anders<br />
statistisch de kans heeft om er nog 20 jaar mee te leven dus die gaat daarom<br />
voor."<br />
169<br />
Enkele nefrologen noemen echter wel, als ze beargumenteren waarom de<br />
kalenderleeftijd er niet toe doet, voorbeelden van patiënten die in aanmerking<br />
komen terwijl hun levensverwachting op vijf jaar wordt geschat. Dit<br />
doet vermoeden dat vijf jaar bij hen een ondergrens is, waaronder men<br />
transplantatie niet overweegt.<br />
Leeftijd en de objectiviteit van de indicatiestelling. Voorzover het onderwerp<br />
in interviews aan de orde komt bena<strong>dr</strong>ukken de meeste dialyse- en<br />
transplantatie-artsen dat de verwijzings- en de indicatiebeslissing niet<br />
honderd procent objectief zijn. Er kan verschil zijn in hoe artsen in gelijke<br />
situaties beslissen, en artsen twijfelen soms. Bij de meeste patiënten is de<br />
beslissing aangaande transplantatie niet moeilijk: de patiënt is in een goede<br />
conditie en komt zonder meer in aanmerking, of de patiënt is in een<br />
slechte conditie en een transplantatie gaat zonder meer met te veel risico’s<br />
gepaard. Maar er blijft een groep twijfelgevallen. Eén categorie van<br />
twijfelgevallen bestaat uit de mensen met meerdere relatieve contraindicaties,<br />
waardoor het totale risico moeilijk is te kwantificeren. Een<br />
transplantatie-arts:<br />
"Het is nogal eens gecombineerd [..]. Waarbij vaatstelsel, hart, longen betrokken<br />
zijn, waarbij alles een beetje in het grijze gebied zit, wat ik net heb geschetst. En<br />
dat vind ik altijd hele moeilijke afwegingen."<br />
Een tweede categorie wordt gevormd door patiënten waarbij de arts is<br />
geneigd nee te zeggen, maar de patiënt heeft een sterke transplantatiewens,<br />
of de dialysebehandeling verloopt problematisch. Een laatste<br />
categorie bestaat uit patiënten die al ouder maar relatief gezond zijn. Een<br />
dialyse-arts:<br />
"En wat zijn nou twijfelgevallen? Nou, bijvoorbeeld iemand is eigenlijk boven de<br />
65, maar nog zo vitaal."<br />
Bij twijfelgevallen zijn de meeste artsen geneigd de wens van de patiënt in<br />
de beslissing te betrekken, in de zin dat als de patiënt het heel graag wil<br />
men toch tot transplantatie besluit. Maar artsen verschillen hierin. Een<br />
transplantatie-arts: