Aan: dr. Ate C. Nievaard - Maatschappijwetenschappen ...
Aan: dr. Ate C. Nievaard - Maatschappijwetenschappen ...
Aan: dr. Ate C. Nievaard - Maatschappijwetenschappen ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
146 Anne-Mei The<br />
Ik schudde langzaam mijn hoofd en het deed me pijn om het te zeggen:<br />
’Het spijt me, maar ik heb mijn werk hier in het ziekenhuis.’<br />
’Natuurlijk,’ accepteerde ze onmiddellijk.<br />
Met trillende vingers probeerde ze een shagje te <strong>dr</strong>aaien. De tabak viel op<br />
de stoeptegels. Ik nam het pakje uit haar handen en <strong>dr</strong>aaide de shag in het<br />
vloeitje.<br />
’Rook met mij een sigaretje,’ zei ze. Dit kon ik haar niet weigeren.<br />
Gedachten tolden door mijn hoofd. Eerst dacht ik aan de oorzaak van dit<br />
type longkanker. Daarna hoopte ik dat de longartsen niet langs zouden<br />
komen lopen en ons zo samen zouden zien staan roken. Toen schaamde ik<br />
me voor al deze gedachten en bedacht ik dat dat me allemaal niets kon<br />
schelen. Dit moment met haar delen was het enige wat telde.<br />
Belastend onderzoek?<br />
Een veel gehoorde kritiek op deze methode van onderzoek is dat het<br />
belastend voor de te onderzoeken groep zou zijn. Wanneer ik tot last was<br />
of niet, was iets wat ik moest leren aanvoelen. Ik moet bekennen dat ik<br />
vaak schroom had om informanten te benaderen, ook de mensen die ik al<br />
langer kende. De 51-jarige mijnheer Wiersema is misschien wel het duidelijkste<br />
voorbeeld. Vaak zat ik alleen maar even bij het echtpaar in de<br />
wachtkamer een kopje koffie te <strong>dr</strong>inken en spraken we over de verbouwing<br />
in hun huis en de kleinkinderen. Hij was doorlopend angstig over het<br />
verloop van zijn ziekte, maar wilde hier niet over praten. Ik was bij vlagen<br />
onzeker hoe ze het contact met mij vonden en stond een paar keer op het<br />
punt om het aan de orde te stellen.<br />
Op een zondagochtend ging de telefoon bij mij thuis. Een gebroken stem<br />
klonk aan de andere kant: ’Ben jij het Anne-Mei?’<br />
’Ja,’ zei ik.<br />
’Met Lies Wiersema,’ zei de stem. ’Het is afgelopen. Sjaak ligt op sterven.<br />
Ik wilde je bellen omdat je altijd zo met ons hebt meegeleefd en ik het<br />
vervelend vind als je het op de rouwkaart zou moeten lezen. Ik heb<br />
vanochtend met mevrouw Dekker gebeld om te vragen of ik je zou bellen.<br />
Ik weet, het is je vrije dag. Ze heeft me later teruggebeld om te zeggen dat<br />
ik je gewoon moest bellen, dat je dat volgens haar prettig zou vinden.’