Aan: dr. Ate C. Nievaard - Maatschappijwetenschappen ...

Aan: dr. Ate C. Nievaard - Maatschappijwetenschappen ... Aan: dr. Ate C. Nievaard - Maatschappijwetenschappen ...

16.01.2013 Views

118 Ate Nievaard typeerd aan de hand van begrippen zoals participatie, coöperatie en groepscohesie. De communicatie tussen de medewerkers was in hoofdzaak mondeling en informeel en ook beslissingen kwamen veelal op informele wijze tot stand. Nu overheersen innovatieve oriëntaties, waarbij verschuivingen zijn ontstaan in de richting van het open staan voor veranderingen, grotere competitie en de wens om te ’scoren’. Pragmatische vernieuwings-gerichtheid. Het bovenstaande is nauw verweven met het perspectief van managers, dat is aangeduid als pragmatische vernieuwings-gerichtheid. In dit perspectief is men sterk betrokken op ontwikkelingen in de buitenwereld. Het management volgt deze niet alleen, maar beoogt een leidende rol in de Nederlandse verpleeghuiswereld wat betreft de innovatie van de ouderenzorg. Vanuit de wens zo’n prominente positie te veroveren, wordt veel tijd, geld en energie geïnvesteerd in allerlei vernieuwingen, zoals het ontwikkelen van een geheel nieuw zorgsysteem. De daarbij opgedane kennis wordt in onderwijs gebruikt: "Het onderwijs dat wij geven is ook principieel opgezet om de buitenwereld te beïnvloeden (...) Kennisuitwisseling is belangrijk, we zijn niet alleen afhankelijk van die buitenwereld, maar geven haar zelf ook vorm (...) Niet achter de dingen aanlopen, maar liever de dingen mee vorm geven. (...) Om de buitenwereld de kunstjes te leren die wij hier ontwikkeld hebben." (p.13,21). De redenen voor innovatie en beïnvloeding van de buitenwereld zijn hoofdzakelijk pragmatisch van aard. Ze betreffen bijvoorbeeld de ervaren noodzaak tot overleven in een veranderende markt (’de concurrentie een stap voorblijven’) en het aanpassen aan externe ontwikkelingen in bijvoorbeeld: wet- en regelgeving, financieringsvoorwaarden, gewijzigde verwachtingspatronen bij de consument. Voor het management is innovatie een doel op zichzelf en geen middel om hoger gelegen ideële doelen of achterliggende waarden te realiseren, ontleend aan een zingevingssysteem (levensovertuiging of godsdienst) of maatschappelijk ideaal. Men probeert innovatie te realiseren aan de hand van pragmatische criteria zoals bijvoorbeeld eenduidigheid van de doelen, doelmatigheid, efficiency van de middelen, groei en resultaten. Zulke criteria vormen het richtsnoer van het management voor de feitelijke beoordeling van het succes van programma’s, zoals ’zorg op maat’ of ’verbetering

Beïnvloeding van instellingsculturen in verpleeghuizen 119 van de kwaliteit’ 4 . De pragmatische criteria zijn ontleend aan de commerciële dienstverlenende sector of bedrijfsleven. Daarbij wordt verondersteld dat oplossingen voor problemen van externe adaptatie en interne integratie voor verpleeghuizen in essentie hetzelfde behoren te zijn als in het bedrijfsleven. Zo zei een manager: "Er is geen principieel verschil tussen het managen van een koekjesfabriek en een verpleeghuis." Men spreekt dan over ’ons bedrijf’, ’producten’, ’strategische marketing’, ’klantgerichtheid’ en ’resultaat verantwoordelijke eenheden’. Dit taalgebruik weerspiegelt niet alleen een wijze van uitdrukken die hoort bij de ’overgang van zorg naar markt’. De marktgerichte bedrijfstaal drukt vooral de waarde uit die wordt gehecht aan de doel-middelen rationaliteit van een ’echt’ commercieel bedrijf. Hierbij is sprake van een zekere idealisering, omdat aan bedrijfsrationaliteit ongekende mogelijkheden worden toegeschreven allerlei kwalen in de verpleeghuissector te genezen, van verstarde zorgverlening tot geldtekorten, van stagnerende patiëntenstromen tot hoog ziekteverzuim. Om de vernieuwing te realiseren moet de organisatie het karakter krijgen van een innoverend bedrijf, waarvan de resultaten objectief gemeten kunnen worden. Bij deze doelen hoort een andere cultuur dan voorheen. Het management werkt daarom actief aan de beïnvloeding van de instellingscultuur, die omschreven wordt als: "Een cultuur waarin wij handelen op basis van feiten en niet op basis van veronderstellingen of veronderstelde meningen. Een cultuur waarin ruimte is voor intern ondernemerschap en medewerkers die commitment hebben met het bedrijf waar ze werken." (p.18). In de geprojecteerde ideale cultuur worden ’feitelijkheid’, ’marktgerichtheid’ en ’betrokkenheid op het bedrijf’ als belangrijke waarden gezien. Bovendien staat het management vanuit praktische overwegingen (kwaliteit- en productieverbetering) een sterke cultuur (’corporate culture’) voor ogen, waarmee de werknemers zich kunnen vereenzelvigen: 4 Schipper merkt op dat in de context van het doel-middelen denken de inhoud van het begrip ’kwaliteit’ wordt versmald tot een product of technisch artefact, dat de betekenis krijgt van ’voldoen aan technische specificaties’, ’fitness for use’ of ’voldoen aan de behoeften van de klant’ (Schipper 1993: 115).

Beïnvloeding van instellingsculturen in verpleeghuizen<br />

119<br />

van de kwaliteit’ 4 .<br />

De pragmatische criteria zijn ontleend aan de commerciële dienstverlenende<br />

sector of be<strong>dr</strong>ijfsleven. Daarbij wordt verondersteld dat oplossingen voor<br />

problemen van externe adaptatie en interne integratie voor verpleeghuizen in<br />

essentie hetzelfde behoren te zijn als in het be<strong>dr</strong>ijfsleven. Zo zei een manager:<br />

"Er is geen principieel verschil tussen het managen van een koekjesfabriek en een<br />

verpleeghuis."<br />

Men spreekt dan over ’ons be<strong>dr</strong>ijf’, ’producten’, ’strategische marketing’,<br />

’klantgerichtheid’ en ’resultaat verantwoordelijke eenheden’. Dit taalgebruik<br />

weerspiegelt niet alleen een wijze van uit<strong>dr</strong>ukken die hoort bij de ’overgang<br />

van zorg naar markt’. De marktgerichte be<strong>dr</strong>ijfstaal <strong>dr</strong>ukt vooral de waarde<br />

uit die wordt gehecht aan de doel-middelen rationaliteit van een ’echt’ commercieel<br />

be<strong>dr</strong>ijf. Hierbij is sprake van een zekere idealisering, omdat aan be<strong>dr</strong>ijfsrationaliteit<br />

ongekende mogelijkheden worden toegeschreven allerlei<br />

kwalen in de verpleeghuissector te genezen, van verstarde zorgverlening tot<br />

geldtekorten, van stagnerende patiëntenstromen tot hoog ziekteverzuim.<br />

Om de vernieuwing te realiseren moet de organisatie het karakter krijgen van<br />

een innoverend be<strong>dr</strong>ijf, waarvan de resultaten objectief gemeten kunnen worden.<br />

Bij deze doelen hoort een andere cultuur dan voorheen. Het management<br />

werkt daarom actief aan de beïnvloeding van de instellingscultuur, die omschreven<br />

wordt als:<br />

"Een cultuur waarin wij handelen op basis van feiten en niet op basis van veronderstellingen<br />

of veronderstelde meningen. Een cultuur waarin ruimte is voor intern<br />

ondernemerschap en medewerkers die commitment hebben met het be<strong>dr</strong>ijf waar ze<br />

werken." (p.18).<br />

In de geprojecteerde ideale cultuur worden ’feitelijkheid’, ’marktgerichtheid’<br />

en ’betrokkenheid op het be<strong>dr</strong>ijf’ als belangrijke waarden gezien. Bovendien<br />

staat het management vanuit praktische overwegingen (kwaliteit- en<br />

productieverbetering) een sterke cultuur (’corporate culture’) voor ogen,<br />

waarmee de werknemers zich kunnen vereenzelvigen:<br />

4 Schipper merkt op dat in de context van het doel-middelen denken de inhoud van het<br />

begrip ’kwaliteit’ wordt versmald tot een product of technisch artefact, dat de betekenis krijgt<br />

van ’voldoen aan technische specificaties’, ’fitness for use’ of ’voldoen aan de behoeften van de<br />

klant’ (Schipper 1993: 115).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!