16.01.2013 Views

European Public Health - academisch ziekenhuis Maastricht

European Public Health - academisch ziekenhuis Maastricht

European Public Health - academisch ziekenhuis Maastricht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

magazine voor het azM en de UM-faculteiten geneeskunde en gezondheidswetenschappen<br />

jaargang 1 / nummer 7 / juni 2006<br />

Dikke gezinnen gezocht<br />

<strong>Maastricht</strong> verovert onderwijswereld<br />

Moeilijke kindervoeten<br />

Unieke Bachelor <strong>European</strong> <strong>Public</strong> <strong>Health</strong>


colofon<br />

2<br />

SUMMUM is een gemeenschappelijke uitgave voor<br />

de medewerkers en externe relaties van het <strong>academisch</strong><br />

<strong>ziekenhuis</strong> <strong>Maastricht</strong> en de faculteiten der<br />

Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen van<br />

de Universiteit <strong>Maastricht</strong>.<br />

Kijk ook op www.summum.mumc.nl<br />

Uitgever stafdienst Communicatie azM<br />

Wnd. hoofdredacteur Martin Lehmann<br />

Eindredactie Ellen Kennes<br />

De redactie is gevestigd bij de stafdienst<br />

Communicatie azM op niveau 1, voorbij de<br />

Guddezaal.<br />

Postbus 5800, 6202 AZ <strong>Maastricht</strong><br />

T 043 387 51 12, F 043 387 51 14<br />

E summum@mumc.nl<br />

Deze keer werkten mee Willy Janssen / Lidwien<br />

de Wit<br />

Foto’s Henny Allis / Appie Derks / Geertjan van<br />

Zonneveld<br />

Illustraties Aad Goudappel / Jan Maarten<br />

Luursema / Ruben L. Oppenheimer<br />

Basisvormgeving Zuiderlicht, <strong>Maastricht</strong><br />

Grafisch design Zuiderlicht, <strong>Maastricht</strong><br />

Druk Drukkerij Rosbeek BV, Nuth<br />

ISSN: 1871-1758<br />

SUMMUM wordt gedrukt op EMAS milieugecertificeerd<br />

papier.<br />

Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen of<br />

vermenigvuldigd zonder voorafgaande schriftelijke<br />

toestemming van de stafdienst Communicatie van<br />

het azM. De uitgever aanvaardt geen aansprakelijkheid<br />

voor schade, mogelijk geleden door informatie<br />

uit dit blad, dat met de grootst mogelijke zorgvuldigheid<br />

wordt samengesteld.<br />

inhoud<br />

nr 7<br />

06.06<br />

Nutrim zoekt dikke gezinnen<br />

UM-onderzoeksinstituut Nutrim start<br />

een onderzoek naar dikke gezinnen. Zij<br />

passen een jaar lang onder begeleiding<br />

van diëtisten hun dagelijkse voedingspatroon<br />

aan en kunnen zes maanden lang<br />

gratis boodschappen doen bij de speciale<br />

supermarkt op het UM-terrein.<br />

4<br />

Grenzeloos<br />

De capaciteitsgroep Anatomie &<br />

Embryologie van Geneeskunde en de<br />

Academie Beeldende Kunsten <strong>Maastricht</strong><br />

van Hogeschool Zuyd verzorgen samen<br />

de enige Nederlandse opleiding tot<br />

wetenschappelijk illustrator.<br />

6<br />

Patiënt centraal<br />

Vijf jaar geleden merkte Wilma Prevoo<br />

dat haar man Lou minder precies werd<br />

in zijn afspraken en werk. Vanwege zijn<br />

concentratieproblemen, duizeligheid,<br />

black outs en depressies verwees zijn<br />

huisarts hem door naar de geheugenpoli<br />

van het azM, ook al leek hij met 54<br />

nogal jong voor Alzheimer.<br />

8<br />

Proefschrift<br />

Promovendus Katinka Prince toonde<br />

aan dat het Probleem Gestuurd Onderwijs<br />

in tegenstelling tot wat sommige<br />

geneeskundestudenten en docenten<br />

dachten niet leidt tot minder anatomiekennis.<br />

Verder zijn studenten beter<br />

voorbereid op de praktijk wat betreft<br />

algemene vaardigheden dan collegae<br />

van andere faculteiten.<br />

15 16 18 20 24<br />

In de draaideur<br />

Op 31 maart ging prof.dr. Peter Soeters,<br />

chirurg azM/hoogleraar gastro-enterologische<br />

chirurgie & klinische voeding<br />

aan de geneeskundefaculteit, met<br />

pensioen. “Ik zal de complexe behandelingen,<br />

maar vooral mijn patiënten erg<br />

missen en ook de mensen met wie ik<br />

gewerkt heb. Ze werden mijn andere<br />

familie, mijn ‘<strong>ziekenhuis</strong>familie’.”<br />

Speciaal<br />

voor kindervoeten<br />

Kindervoetenpoli azM<br />

Bij kinderen zijn voetproblemen complexer<br />

dan bij volwassenen want ze<br />

groeien nog waardoor de voetafwijking<br />

voortdurend verandert. Kindervoeten<br />

verdienen dus speciale aandacht en<br />

daarom startte het azM een speciale<br />

kindervoetenpoli.<br />

© copyright PCSI & J.M. Luursema<br />

Ik en mijn…<br />

Iesje Kooijmans werkt als kassière in de<br />

mensa van de UNS 40. “Doordat de UM<br />

internationaal georiënteerd is, komen<br />

veel buitenlandse klanten aan de kassa;<br />

vooral Duitse en Engelse.”<br />

10<br />

<strong>Health</strong> Professions Education<br />

Gezondheidsprofessionals uit de hele<br />

wereld komen naar <strong>Maastricht</strong> voor de<br />

opleiding Master of <strong>Health</strong> Professions<br />

Education. Met de in <strong>Maastricht</strong><br />

opgedane kennis en vaardigheden<br />

vertrekken ze vervolgens naar hun eigen<br />

land om er onderwijsvernieuwingen op<br />

touw te zetten, zoals nieuwe onderwijsmethodes.<br />

Bachelor <strong>European</strong> <strong>Public</strong> <strong>Health</strong><br />

De nieuwe bacheloropleiding <strong>European</strong><br />

<strong>Public</strong> <strong>Health</strong>, een unieke opleiding in<br />

Europa, slaat een brug tussen de dagelijkse<br />

zorg voor de volksgezondheid,<br />

het (inter-)nationale beleid en actuele,<br />

grensoverschrijdende problemen op<br />

het gebied van de volksgezondheid.<br />

12<br />

Uniek in<br />

Europa<br />

3<br />

summum ©<br />

nr 1 / 09.05<br />

Aan de ene kant<br />

Cécile Hayen danste als kind al veel.<br />

“Toen het twee jaar geleden weer<br />

begon te kriebelen, ben ik op zoek<br />

gegaan naar dansen als tango en<br />

flamenco, omdat ik erg van de<br />

muziek houd die daarbij hoort.”


Dikke gezinnen gezocht<br />

4<br />

5<br />

De toename van overgewicht beperkt<br />

zich niet tot Nederland. In heel Europa<br />

dreigt een obesitasepidemie. Nutrim<br />

onderzoekt dit dan ook samen met<br />

zeven Europese centra, en met<br />

sub sidie van de Europese Unie. Doel<br />

is de relatie tussen voeding, eet- en<br />

beweeggedrag, erfelijkheid en obesitas<br />

te onderzoeken. “Binnen het<br />

Diogenesonderzoek staat het gezin<br />

centraal omdat je meestal met het<br />

hele gezin samen eet. Als we dus het<br />

voedingspatroon willen ver anderen, is<br />

het beter om je op het gezin te richten”,<br />

aldus Marleen van Baak, onderzoeksleidster<br />

van het <strong>Maastricht</strong>se<br />

onderzoek.<br />

Het Diogenesonderzoek bestaat uit<br />

drie delen. Allereerst moeten de<br />

volwassenen in het gezin, onder be -<br />

geleiding van een diëtist, minimaal<br />

acht procent van hun lichaamsgewicht<br />

afvallen. In fase twee van het onder-<br />

Eten om niet dik te worden<br />

summum © summum ©<br />

Overgewicht (obesitas) is niet alleen een probleem van volwassenen, maar in toenemende mate ook van<br />

kinderen. Daarom start UM-onderzoeksinstituut Nutrim een onderzoek naar dikke gezinnen; het zogenoemde<br />

Diogenesonderzoek. Diogenes staat voor Diet, Obesity and Genes. Gezinnen waarin overgewicht voorkomt, passen<br />

een jaar lang onder begeleiding van diëtisten hun dagelijkse voedingspatroon aan. Het gaat om relatief kleine veranderingen<br />

in de hoeveelheid eiwitten en het soort koolhydraten in de gewone, dagelijkse voeding en dus niet om een<br />

‘dieet’. Zo willen de onderzoekers vaststellen welk voedingspatroon gewichtstoename het beste voorkomt.<br />

zoek worden de dikke gezinnen vervolgens<br />

willekeurig ingedeeld in vijf<br />

verschillende groepen. Vier daarvan<br />

eten volgens een voedingspatroon<br />

met variaties in het eiwit- en koolhydratengehalte.<br />

De vijfde groep eet<br />

‘normaal’ volgens het advies van de<br />

Stichting Voedingscentrum.<br />

De gezinnen kunnen zes maanden<br />

lang gratis boodschappen doen bij een<br />

speciale supermarkt op het UM-terrein.<br />

Ze mogen die voedingsmiddelen<br />

mee nemen die passen bij het voedingspatroon<br />

dat ze moeten volgen. In die<br />

zes maanden moeten de gezinnen<br />

zich bewust worden van het soort<br />

producten dat bij dat voedingspatroon<br />

hoort, zodat ze in fase drie van het<br />

onderzoek zelfstandig boodschappen<br />

kunnen doen in een reguliere supermarkt.<br />

In 2008 worden de eerste onderzoeksresultaten<br />

verwacht. “Er zijn<br />

op voedingsgebied veel verhalen en<br />

suggesties, maar er zijn weinig onderzoeksgegevens<br />

over de lange termijn.<br />

We hopen dat ons onderzoek kan<br />

bijdragen aan de ontwikkeling van<br />

wetenschappelijk gefundeerde<br />

voedingsadviezen om de dreigende<br />

obesitasepidemie in te perken”, aldus<br />

van Baak.<br />

Aan het Diogenesonderzoek kunnen<br />

gezinnen deelnemen met tenminste<br />

twee thuiswonende gezinsleden<br />

(ouders en/of kinderen) die te dik<br />

zijn. Voor meer informatie en/of<br />

deelname kunt u contact opnemen<br />

met drs. Chantalle Moors, UM-<br />

capaciteitsgroep Humane Biologie<br />

Faculteit der Gezondheidswetenschappen,<br />

via T 043 388 42 56 of<br />

E Diogenes@HB.unimaas.nl. •<br />

Kijk ook op www.Diogenes-eu.org<br />

en www.voedingscentrum.nl


grenzeloos<br />

6<br />

De wetenschap van<br />

het illustreren<br />

© copyright PCSI & J.M. Luursema<br />

Voor het Universitätsklinikum<br />

Aachen (UKA) wapperen nu twee<br />

vlaggen. Sinds oktober 2005 leidt<br />

prof.dr. Michael Jacobs naast het<br />

Hart en Vaat Centrum in het azM<br />

ook de Vaatchirurgie in het<br />

Universitätsklinikum Aachen.<br />

Het project is slechts een deel<br />

van de samenwerking tussen<br />

beide instellingen waartoe in 2004<br />

werd besloten.<br />

Volgens het principe van ‘complementair<br />

in plaats van concurerend’<br />

starten we een reeks<br />

activiteiten zoals het gezamenlijk<br />

benutten van onze resources<br />

binnen de nucleaire geneeskunde<br />

en een overeenkomst op het<br />

gebied van de transplantatiegeneeskunde.<br />

We streven ernaar<br />

de top<strong>academisch</strong>e geneeskunde,<br />

inclusief de modernste<br />

technologiën, in het grensgebied<br />

te garanderen, ondanks de<br />

krappe financiële middelen.<br />

We kunnen door onze samenwerking<br />

de kwaliteit van de<br />

patiëntenzorg verbeteren, maar<br />

ook de taken die <strong>academisch</strong>e<br />

medische centra hebben op het<br />

gebied van onderzoek en onderwijs<br />

beter vervullen. Daarbij is ons<br />

basisprincipe niet zozeer het uitwisselen<br />

van patiënten, maar<br />

vooral uitwisseling van medische<br />

competenties in de vorm van<br />

artsen of door de toepassing van<br />

telemedicine. Het is mijn nadrukkelijke<br />

wens dat de samenwerking<br />

tussen het UKA en het azM de<br />

kern vormt van een duurzaam,<br />

grensoverschrijdend medisch<br />

netwerk.<br />

summum © summum ©<br />

De capaciteitsgroep Anatomie & Embryologie van de geneeskundefaculteit<br />

en de Academie Beeldende Kunsten <strong>Maastricht</strong><br />

van Hogeschool Zuyd verzorgen samen de opleiding tot wetenschappelijk<br />

illustrator. De Academie onderwijst kunsttechnische aspecten<br />

zoals kleurenleer en modeltekenen, en biedt de studenten een vaste<br />

werkplek. FdG verzorgt de inhoudelijke zaken zoals practica, 3Dreconstructies<br />

met behulp van anatomische coupes, CT-scans en<br />

MRI, en het illustreren van chirurgische ingrepen. Dit laatste gebeurt<br />

zo veel mogelijk in samenwerking met de chirurgen van het azM.<br />

De opleiding is de enige Nederlandse opleiding tot weten schappelijk<br />

illustrator en een van de weinige op posthbo-niveau in Europa. Europese<br />

opleidingen hebben meestal hbo-niveau en richten zich bovendien alleen<br />

op het medisch vakgebied. De <strong>Maastricht</strong>se opleiding daarentegen bevat<br />

ook biomedische en biologische componenten.<br />

De opleiding laat maximaal zes nieuwe studenten toe per jaar, vertelt Hans<br />

Rensema, opleidingscoördinator aan de UM-kant. “Anders komen te veel<br />

illustratoren op de arbeidsmarkt.” Een medische of universitaire achtergrond<br />

is niet nodig. “Talent is het belangrijkste”, stelt Rensema. “Dat kun<br />

je niet aan leren, hoogstens bijslijpen.” Momenteel ontvangen studenten<br />

geen beurs, maar er wordt gewerkt aan een master-structuur.<br />

De opleiding kent drie thema’s: mens, dier en chirurgische ingrepen bij<br />

mens en dier. Studenten leren onderwerpen met betrekking tot deze thema’s<br />

optimaal in beeld te brengen met een breed scala aan afbeeldingstechnieken.<br />

Ondanks het feit dat digitale illustraties inmiddels een wezenlijk<br />

onderdeel uitmaken van het curriculum, stimuleert Rensema<br />

zijn studenten een persoonlijke stijl te ontwikkelen. “Wetenschappelijk<br />

illustreren is een vorm van toegepaste kunst die de schoonheid der natuur<br />

weergeeft. Het is mooi als een illustrator een persoonlijk handschrift heeft<br />

waardoor het werk als het zijne/hare te herkennen is.” •<br />

Lees meer op www.summum.mumc.nl<br />

azM plaatst<br />

eerste<br />

hersenstamimplantaat<br />

in Nederland<br />

In februari werd in het azM voor<br />

het eerst in Nederland een hersen -<br />

stam implantaat (Auditory Brainstem<br />

Implant ofwel ABI) ingebracht bij<br />

een dove patiënt. Het hersenstamimplantaat<br />

kan gehoorsensaties<br />

opwekken door elektrische<br />

stimulatie van de auditieve kernen<br />

in de hersenstam. Het wordt<br />

gebruikt bij patiënten die aan beide<br />

zijden geen bruikbare hoorzenuw<br />

hebben. De azM-artsen brengen het<br />

nieuws nu pas naar buiten omdat<br />

zij wilden afwachten of de operatie<br />

geslaagd is; met andere woorden:<br />

of de patiënt daadwerkelijk geluiden<br />

kan waar nemen met het implantaat.<br />

Dat is inderdaad het geval. De<br />

neuro chirurgen en kno-artsen die<br />

de operatie uitvoerden, noemen de<br />

operatie dan ook zeer geslaagd.<br />

Met het hersenstamimplantaat (ABI)<br />

worden dove patiënten zich sterker<br />

bewust van hun omgeving, omdat het<br />

hen weer in staat stelt omgevingsgeluiden<br />

waar te nemen. Daarnaast<br />

vormt het implantaat een aanzienlijke<br />

hulp bij het lip lezen. Ongeveer vijf à<br />

tien procent van de ABI-ontvangers<br />

kan zelfs weer ge sprekken verstaan.<br />

Dit laatste is ook het geval bij de azMpatiënt.<br />

Slechts zeer weinig patiënten komen in<br />

aanmerking voor een ABI. Een ABI kan<br />

op dit moment worden geïmplanteerd<br />

bij patiënten met Neurofibro matose<br />

type 2 (kortweg NF2). Dit is een erfelijke<br />

aandoening die een verhoogde<br />

kans geeft op tumoren in het centraal<br />

zenuwstelsel en waar bij vaak de<br />

gehoorzenuwen worden aangetast.<br />

NF2 wordt daarom ook wel ‘akoestische<br />

NF’ genoemd. Een cochleair<br />

implantaat (CI) is voor deze mensen<br />

niet geschikt omdat door de tumor de<br />

gehoorzenuw verwoest is die noodzakelijk<br />

is voor een coch leair implantaat<br />

(een ‘bionisch’ oor). Het ABI<br />

bestaat uit 21 elektrodes die direct in<br />

de hersenstam worden geplaatst en<br />

daar het gehoor stimuleren. In tegenstelling<br />

tot het plaatsen van een<br />

cochleair implantaat waarvoor de<br />

juiste locatie makkelijk te vinden is, is<br />

het plaatsen van een ABI een uiterst<br />

complexe ingreep. Vandaar dat een<br />

team van neurochirurgen, audiologen<br />

en kno-artsen samen de operatie<br />

uitvoeren. Vanwege de complexiteit<br />

wordt deze ingreep uitsluitend in<br />

<strong>academisch</strong>e centra verricht. Het azM<br />

is het eerste Nederlandse <strong>academisch</strong><br />

<strong>ziekenhuis</strong> dat de operatie uitvoert. •<br />

Geen wachtlijsten voor<br />

knie­ en heupoperaties<br />

in azM<br />

Het azM heeft geen wachtlijsten<br />

meer voor het plaatsen van een<br />

knie- of heupprothese dankzij de<br />

efficiënte werkwijze van de artrosekliniek.<br />

De gemiddelde wachttijd in<br />

ons land voor een knie- of heupoperatie<br />

is drie maanden na het<br />

eerste consult op de polikliniek.<br />

De artrosekliniek van het azM, die<br />

sinds een jaar in bedrijf is, maakt het<br />

mogelijk om in dezelfde tijd meer knie-<br />

of heupprotheses te plaatsen. In de<br />

kliniek zijn de opnameteams en polimedewerkers<br />

tot één artroseteam<br />

geformeerd. De medewerkers daarvan<br />

staan patiënten in eerste instantie te<br />

woord om te beslissen waar ze naar<br />

worden doorverwezen. Patiënten die<br />

mogelijk in aanmerking komen voor<br />

een knie- of heupoperatie krijgen<br />

binnen een week een uitgebreide<br />

telefonische intake. Deze intake heeft<br />

de wachttijd flink verkort. Patiënten<br />

die verwezen worden naar de artrose-<br />

kliniek kunnen binnen twee weken<br />

op het spreekuur van de orthopedisch<br />

chirurg terecht. Dan krijgen zij meteen<br />

de diagnose te horen en een behandelplan<br />

voorgelegd. Wie in aanmerking<br />

komt voor een knie- of heupprothese<br />

wordt binnen ongeveer twee weken<br />

geopereerd. “Een heupoperatie duurt<br />

iets korter dan een knieoperatie”, licht<br />

orthopedisch chirurg Mike van Steijn<br />

toe. “We kunnen nu dus iets meer<br />

heupoperaties plannen.” De opnametijd<br />

is gemiddeld vier tot vijf dagen.<br />

Na de operatie kan de patiënt de<br />

heup of knie direct belasten. De<br />

snelle behandeling bij heup- en kniegewrichten<br />

geldt overigens ook voor<br />

alle andere artrosebehandelingen.<br />

De efficiënte werkwijze van de<br />

artrose kliniek is een project dat werd<br />

opgestart in het kader van azMove,<br />

de strategische heroriëntatie van het<br />

azM, en vormt een goed voorbeeld<br />

van de toekom stige manier van werken<br />

in het <strong>ziekenhuis</strong>. •<br />

Univ.-Prof. Dr. Henning Saß<br />

Ärztlicher Direktor und<br />

Vorstandsvorsitzender des<br />

Universitätsklinikums Aachen<br />

column 7


“Het lag aan de Alzheimer,<br />

niet aan mij”<br />

8 9<br />

summum © summum ©<br />

Vijf jaar geleden merkte Wilma Prevoo dat haar man Lou wat minder precies werd in zijn afspraken<br />

en zijn werk als timmerman. Ze vond dat echter niet verontrustend. Iedereen vergeet immers wel eens wat.<br />

Toen Lou in 2003 tot drie keer toe een netvliesoperatie moest ondergaan, zat hij lange tijd thuis. Zijn concentratieproblemen,<br />

duizeligheid, black outs en depressies werden toegeschreven aan de noodgedwongen rust door al<br />

die oogproblemen. Gelukkig besloot de huisarts om Lou toch eens naar de geheugenpoli van het azM door te<br />

verwijzen, ook al leek hij met 54 jaar nogal jong voor een ziekte als Alzheimer.<br />

“We hoopten bij de geheugenpoli uit te<br />

vinden wat er toch aan de hand was”,<br />

vertellen Wilma en Lou Prevoo. “We<br />

merkten wel dat er iets niet klopte,<br />

maar wisten er niet de vinger op te<br />

leggen.” Bij de geheugenpoli werd Lou<br />

twee middagen lang onderzocht en<br />

getest door diverse specialisten. Lou<br />

Prevoo: “Gelukkig werden we daarbij<br />

prima opgevangen en begeleid door<br />

een vrijwilligster. Anders raak je al snel<br />

het spoor bijster in zo’n groot <strong>ziekenhuis</strong>.”<br />

Wilma en Lou waren vooral blij<br />

dat er nu echt aandacht was voor hun<br />

zorgen. Uiteindelijk duurde het nog<br />

drie maanden eer definitief de diagnose<br />

‘Alzheimer’ werd gesteld.<br />

“Op dat moment waren we vooral<br />

opgelucht dat mijn probleem eindelijk<br />

een naam kreeg,” legt Lou uit. “De<br />

schuld lag bij de ziekte, niet bij mijzelf!<br />

Dat was voor ons allebei heel belangrijk.”<br />

Vanaf dat moment zette het<br />

echtpaar Prevoo er samen de<br />

schouders onder. Wilma: “We konden<br />

nu iets doen in plaats van afwachten.<br />

Dr. Leentjes (psychiater, red.) en de<br />

neuropsycholoog van de geheugenpoli<br />

gaven antwoord op al onze vragen.<br />

Lou kreeg medicijnen om het proces<br />

te vertragen en we hebben heel veel<br />

informatie meegekregen. Op onze<br />

zorgen voor een dagbesteding voor<br />

Lou kwamen ze met het geweldige<br />

idee om hem naar de nieuwe Zorgboerderij<br />

in Ransdaal te laten gaan.<br />

Daar heeft hij het gelukkig prima naar<br />

zijn zin op de dagen dat ik zelf werk.”<br />

Lou en Wilma bezoeken de geheugenpoli<br />

ieder half jaar, om alle zaken rond<br />

Lou’s ziekte opnieuw te bekijken en bij<br />

te stellen. Die begeleiding zorgt voor<br />

een belangrijk stukje rust in hun leven.<br />

Via de geheugenpoli kwamen ze ook in<br />

contact met organisaties en evenementen<br />

voor lotgenotencontact. Dat<br />

ervaren ze beiden als bijzonder waardevol.<br />

“Alzheimer is niet te genezen of te<br />

stoppen, maar gelukkig gaan de<br />

ver anderingen langzaam. We hebben<br />

best wel onze moeilijke momenten,<br />

maar met de ondersteuning van<br />

ge heugenpoli zullen we er samen zo<br />

lang mogelijk het beste van maken.” •<br />

De geheugenpoli van het azM,<br />

destijds de eerste geheugenpoli<br />

in Nederland, bestaat dit jaar<br />

20 jaar. Lees meer op<br />

www.summum.mumc.nl<br />

xxx<br />

patiënt centraal


10<br />

summum ©<br />

SEH gaat digitaal<br />

Over anderhalf jaar is op de Spoed Eisende Hulp (SEH) azM geen vel papier<br />

meer te vinden. De SEH werkt namelijk sinds kort met een nieuw softwarepakket<br />

– E-care – dat speciaal is ontworpen voor SEH-afdelingen.<br />

Met het nieuwe systeem hoeven<br />

ge gevens maar één keer te worden<br />

ingevuld. Bovendien plaatst het<br />

systeem de gegevens automatisch<br />

op de juiste plek. Als een arts in<br />

het systeem de aandoening van de<br />

patiënt invoert, rollen meteen de bijbehorende<br />

protocollen met alle mogelijke<br />

medische handelingen eruit. De<br />

arts hoeft ver volgens alleen maar aan<br />

te klikken wat moet gebeuren. De bijbehorende<br />

DBC (diagnose- en behandelingcombinatie)<br />

wordt automatisch<br />

aangemaakt en de kosten gedeclareerd.<br />

Ed Slangen, hoofd SEH, verwacht<br />

dan ook dat het nieuwe systeem<br />

naast tijd ook financiële winst oplevert.<br />

“In alle drukte worden dingen soms<br />

niet op geschreven en dus niet gedeclareerd.<br />

Nu doet het systeem<br />

dat zelf. We verwachten dat we daarmee<br />

het systeem in maximaal vier jaar<br />

terug verdienen. Een ander groot<br />

voordeel is dat fouten door verkeerd<br />

overschrijven worden voorkomen.<br />

Binnenkort is het zelfs mogelijk dat het<br />

ambulancepersoneel tijdens de rit vanuit<br />

de ambulance de patiëntgegevens<br />

digitaal doorstuurt zodat bij aankomst<br />

de gegevens van de patiënt al in ons<br />

systeem staan. Dit verbetert de kwaliteit<br />

van de zorg.”<br />

Op dit moment ‘draaien’ nog niet alle<br />

onderdelen van het softwarepakket.<br />

Enkele onderdelen moeten nog worden<br />

‘gevuld’ en de koppelingen met<br />

de laboratoria en de beeldvorming<br />

moeten nog gerealiseerd worden.<br />

Over circa één jaar is het systeem<br />

volledig operationeel. “Het programma<br />

is zeer gebruiksvriendelijk”, aldus<br />

Slangen vol lof. “Het is ontwikkeld<br />

in het Middel heim <strong>ziekenhuis</strong> in<br />

Antwerpen, vanuit de praktijk en<br />

dat merk je.” •<br />

Kijk voor meer informatie op<br />

www.ecare.be<br />

Prenatale screening voor<br />

alle vrouwen<br />

Vanaf juni dit jaar kunnen zwangere vrouwen uit heel de provincie Limburg<br />

en Zuid-Oost Brabant in het azM terecht voor prenatale screening. Voorheen<br />

hadden alleen oudere zwangere vrouwen uit de regio <strong>Maastricht</strong> met<br />

een verhoogd risico op een kindje met het syndroom van Down de mogelijkheid<br />

tot prenatale diagnostiek. De prenatale screening is echter bedoeld<br />

voor álle zwangere vrouwen ongeacht of ze een verhoogd risico lopen.<br />

Het doel van de screening is enerzijds het opsporen van genetische en<br />

anatomische afwijkingen. De screening is echter vooral bedoeld om aanstaande<br />

ouders voor de bevalling beter te kunnen informeren over wat<br />

hen te wachten staat. Als bijvoorbeeld blijkt dat hun ongeboren kindje<br />

een hartafwijking heeft, kan een thuisbevalling gevaarlijk zijn en moet de<br />

bevalling in het <strong>ziekenhuis</strong> plaatsvinden.<br />

De screening bestaat uit genetisch en anatomisch onderzoek. De foetus wordt in<br />

de elfde tot veertiende week van de zwangerschap genetisch onderzocht via een<br />

nekplooimeting en bloedonderzoek. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar Down,<br />

maar ook naar andere syndromen die door chromosoomafwijkingen worden<br />

veroorzaakt. In de twintigste week wordt onderzocht of het ongeboren kindje<br />

lichamelijke afwijkingen heeft zoals een open ruggetje, een hartafwijking of<br />

lipspleet.<br />

Op dit moment wordt prenataal onderzoek alleen vergoed bij vrouwen van 36 jaar<br />

en ouder. Vrouwen onder de 36 moeten het onderzoek nu nog zelf betalen omdat<br />

er nog geen tarief voor is vastgesteld door de overheid. Dit zal hoogstwaarschijnlijk<br />

in 2007 gebeuren. •<br />

PGO goed voor<br />

de praktijk<br />

Promovendus Katinka Prince,<br />

capgroep Onderwijsontwikkeling &<br />

Onderwijsresearch geneeskundefaculteit,<br />

onderzocht in haar<br />

proefschrift hoe goed het Probleem<br />

Gestuurd Onderwijs (PGO) geneeskundestudenten<br />

voorbereidt op de<br />

praktijk. Zij baseerde zich daarbij<br />

op de meningen en ervaringen van<br />

studenten en afgestudeerden.<br />

Prince ontdekte dat de overgang van<br />

de eerste vier jaar geneeskunde naar<br />

de co-schappen gepaard gaat met<br />

aanpassingsproblemen aan de<br />

nieuwe omgeving. Verder hebben<br />

studenten moeite met het toepassen<br />

van hun kennis in de praktijk. Volgens<br />

Prince kan de overgang worden<br />

verbeterd door eerder patiëntencontacten<br />

in te voeren tijdens de<br />

opleiding, hetgeen inmiddels is<br />

gebeurd in het nieuwe geneeskundecurriculum.<br />

Een andere en opvallende conclusie<br />

die Katinka Prince trekt, is dat in<br />

tegenstelling tot wat sommige studenten<br />

en docenten dachten het<br />

PGO-systeem niet leidt tot minder<br />

anatomiekennis. <strong>Maastricht</strong>se<br />

studenten hebben net zoveel<br />

anatomiekennis als studenten van<br />

andere faculteiten. Zij voelen zich<br />

weliswaar minder zeker over hun<br />

kennis van de anatomie, maar wijken<br />

feitelijk niet af van niet-PGO studenten.<br />

Alle studenten zijn onzeker over<br />

hun kennisniveau.<br />

Tot slot toonde Prince aan dat afgestudeerden<br />

door het PGO beter op<br />

de praktijk voor bereid zijn wat betreft<br />

algemene vaardigheden dan collegae<br />

van andere faculteiten. •<br />

proefschrift<br />

11<br />

summum ©


12<br />

summum ©<br />

Uniek in Europa<br />

De B-EPH van de Faculteit der<br />

Gezondheidswetenschappen, een<br />

unieke opleiding in Europa, richt zich<br />

op de hedendaagse gezondheidsproblematiek<br />

binnen Europa, zowel<br />

in nationaal als in Europees verband.<br />

De nieuwe bacheloropleiding slaat een<br />

brug tussen de dagelijkse zorg voor de<br />

volksgezondheid, het (inter-)nationale<br />

beleid en actuele, grensoverschrijdende<br />

problemen op het gebied van de<br />

volksgezondheid. Het EU-beleid heeft<br />

daarnaast steeds meer impact op het<br />

eigen nationale beleid van de lidstaten.<br />

Als voorbeelden kunnen genoemd<br />

worden de vogelgriep, het tabaksbeleid<br />

en de onbeperkte mobiliteit<br />

van patiënten over landsgrenzen. De<br />

bachelor EPH levert professionals voor<br />

de preventieve en curatieve zorg, die<br />

goed in staat zijn samen te werken met<br />

medewerkers uit een breed scala aan<br />

disciplines. Dat biedt nieuwe mogelijkheden<br />

om aan de slag te gaan in een<br />

Nieuwe bachelor <strong>European</strong> <strong>Public</strong> <strong>Health</strong><br />

Inwoners van de Euregio Maas en Rijn hebben het nauwelijks gemerkt, maar de laatste jaren zijn veel problemen met<br />

grensoverschrijdende zorg in dit deel van Europa opgelost. Zo mogen ambulances nu de grens over en werken<br />

ziekenhuizen op allerlei terreinen actief samen. Sinds het Verdrag van <strong>Maastricht</strong> speelt ook de EU een belangrijke<br />

rol in het nationale en internationale volksgezondheidsbeleid. De gevolgen hiervan zijn steeds meer merkbaar in de<br />

zorginstellingen en het leven van inwoners van alle Europese lidstaten. De nieuwe bacheloropleiding <strong>European</strong> <strong>Public</strong><br />

<strong>Health</strong> (B-EPH) van de UM levert een bijdrage aan het oplossen van problemen die zowel gerelateerd zijn aan<br />

alledaagse grensoverschrijdende zorg, als aan de Europese agenda voor de volksgezondheid van de toekomst.<br />

groeiend, internationaal georiënteerd<br />

werkgebied. Met de bachelor EPH<br />

kunnen zij een belangrijke bijdrage<br />

leveren aan een betere samenwerking<br />

tussen Europese regeringen en het<br />

werk van organisaties binnen de<br />

agenda van de EU.<br />

De driejarige fulltime bachelor EPH,<br />

die geheel in het Engels zal worden<br />

gegeven, start in september 2006 met<br />

de nieuwe leermethode Active and<br />

Self-Directed Learning (ASDL). Deze<br />

methode vraagt om een onafhankelijke<br />

studiementaliteit en een actieve rol<br />

van de student in het eigen leerproces.<br />

Hij of zij studeert doelgericht op de<br />

bestaande en actuele gezondheidsproblematieken<br />

en leert deze kritisch<br />

te benaderen. Hierdoor krijgt de<br />

student bijvoorbeeld ook meer inzicht<br />

in de vraag waar, wanneer en welke<br />

interventie op Europese schaal noodzakelijk<br />

is als het gaat om de volks-<br />

gezondheid. Deze brede kijk over alle<br />

Europese grenzen heen op aspecten<br />

van gezondheid en gezondheidszorg<br />

is in Europa uniek voor bachelors<br />

(vwo-schoolverlaters). Het is de ideale<br />

opleiding voor jonge studenten die<br />

willen begrijpen hoe de Europese<br />

werkelijkheid in elkaar zit en in welke<br />

richting ze zich ontwikkelt. •<br />

Meer informatie is te vinden op<br />

www.fdgw.unimaas.nl/eph<br />

13<br />

summum ©


14<br />

Verpleegkundigen schrijven voor<br />

Het voorschrijven van genees -<br />

middelen door verpleegkundigen<br />

wordt in de geneesmiddelenwet<br />

opgenomen. Op 12 april jongstleden<br />

stemde de Tweede Kamer hiermee<br />

in. De wet BIG (Beroepen in de<br />

Individuele Gezond heids zorg) wordt<br />

ook aangepast. Een aantal gespecialiseerde<br />

ver pleegkundigen (zoals de<br />

diabetes verpleegkundige) schrijft al<br />

jarenlang geneesmiddelen voor, maar<br />

zijn hiertoe officieel niet bevoegd.<br />

Volgens de nieuwe richtlijn krijgt een<br />

aantal categorieën verpleegkundigen<br />

een beperkte voorschrijfbevoegdheid.<br />

Daarmee is de eerste stap gezet naar<br />

het legaal voorschrijven van geneesmiddelen<br />

door verpleegkundigen.<br />

Het duurt nog even voordat verpleegkundigen<br />

daadwerkelijk geneesmiddelen<br />

kunnen voorschrijven. Eerst wordt<br />

in een ministeriële regeling bepaald<br />

wie op welke gronden mag voorschrijven.<br />

Vervolgens wordt deze regeling<br />

voorgelegd aan de Tweede Kamer.<br />

Aan het voorschrijven zijn bepaalde<br />

voorwaarden verbonden. Zo mogen<br />

verpleegkundigen alleen geneesmiddelen<br />

voorschrijven als een arts<br />

de diagnose heeft gesteld. De arts<br />

blijft eindverantwoordelijk voor het<br />

gevoerde medisch beleid. Ook moet<br />

de verpleegkundige bij het voorschrijven<br />

de vastgelegde protocollen en<br />

standaarden volgen. Verpleegkundigen<br />

mogen medicijnen voorschrijven als<br />

dat in het belang is van een goede<br />

uitoefening van de individuele gezondheidszorg.<br />

Dat is volgens de opstellers<br />

van het amendement alleen het geval<br />

als gegarandeerd is dat de verpleegkundigen<br />

door hun opleiding en<br />

ervaring voldoende deskundigheid<br />

hebben om veilig en kwalitatief verantwoord<br />

voor te schrijven. •<br />

Verpleegkundigen toetsen elkaar<br />

In het eerste nummer van Summum<br />

werd het al aangekondigd: het azM<br />

voert intercollegiale toetsing in voor<br />

verpleegkundigen. Dit is een nieuwe<br />

stap in de professionalisering van de<br />

verpleegkundige beroepsgroep. De<br />

intercollegiale toetsing houdt in dat<br />

verpleegkundigen elkaar onderling<br />

gaan beoordelen volgens een azMbrede<br />

methode. Het uiteindelijke doel<br />

van de intercollegiale toetsing is een<br />

uniforme werkwijze binnen het azM en<br />

het creëren van een open sfeer waarbinnen<br />

verpleegkundigen elkaar onderling<br />

aanspreken op hun handelen en<br />

elkaar feedback geven.<br />

Het uitgangspunt bij de toetsing zijn<br />

de geldende protocollen én handelingen<br />

die frequent verricht worden.<br />

Een werkgroep gevormd vanuit de<br />

stafgroep Verpleging en de dienst<br />

Opleidingen werkte de methode uit<br />

in samenwerking met de verpleeg -<br />

een heden. Verpleegafdelingen C5 en<br />

D4 startten op eigen initiatief al eerder<br />

met intercollegiale toetsing en spelen<br />

vanuit hun opgedane ervaringen een<br />

prominente rol in de werkgroep.<br />

Jaarlijks worden vier BIG-handelingen<br />

(Beroepen in de Individuele Gezondheids<br />

zorg) getoetst waarvan twee<br />

azM-brede handelingen (zoals het<br />

inbrengen van een zuurstofslang) en<br />

twee afdelingsgebonden handelingen<br />

(bijvoorbeeld het verschonen van een<br />

subclaviakatheter bij chirurgische<br />

patiënten). Inmiddels zijn de te toetsen<br />

items vastgesteld in samenwerking<br />

met de dienst Opleidingen en zijn de<br />

eerste toetsers opgeleid. Verpleegafdeling<br />

A4 startte als eerste met de<br />

intercollegiale toetsing. •<br />

Geschiedenis interne geneeskunde<br />

De Nederlandsche Internisten Vereniging<br />

(NIV), de wetenschappelijke<br />

vereniging voor internisten en internisten<br />

in opleiding, bestaat dit jaar<br />

75 jaar. Een mooie gelegenheid om stil<br />

te staan bij de geschiedenis van de<br />

geneeskunde in het algemeen en de<br />

interne geneeskunde in het bijzonder<br />

en vooruit te blikken naar de toekomst,<br />

dachten de samenstellers van het<br />

boek ‘Interne geneeskunde; pijler<br />

van de moderne gezondheidszorg’.<br />

Naast prachtige medische illustraties,<br />

bevat het 350 pagina’s tellende boek<br />

bijdragen van internisten van alle acht<br />

Nederlandse <strong>academisch</strong>e centra en<br />

enkele buitenlandse bijdragen. Prof.dr.<br />

Harry Hillen, decaan van de Faculteit<br />

der Geneeskunde, is hoofdredacteur<br />

van het boek en schreef de hoofdstukken<br />

over de geschiedenis van de interne<br />

geneeskunde. Het boek wordt als<br />

lustrumcadeau gratis aangeboden<br />

aan alle leden van de NIV en externe<br />

relaties. •<br />

Kijk ook op www.internisten.nl<br />

“Ik zal mijn<br />

‘<strong>ziekenhuis</strong>familie’<br />

erg missen”<br />

Op 31 maart ging prof.dr. Peter Soeters,<br />

chirurg azM/hoogleraar gastro-enterologische<br />

chirurgie & klinische voeding aan<br />

de Geneeskundefaculteit, met pensioen.<br />

“Ik heb het in beide organisaties naar mijn<br />

zin gehad. Algemene Heelkunde is sinds de<br />

oprichting in de jaren 70 gestaag gegroeid<br />

en geacademiseerd. Ik stond samen met<br />

onder meer Co Greep en Robbie Wesdorp<br />

aan de basis. Ik ben trots op wat in die<br />

dertig jaar tot stand is gebracht. Onze vakgroep<br />

hoort, naar mijn mening, bij de beste<br />

vakgroepen binnen de UM en hoort bij de<br />

top drie van de Nederlandse <strong>academisch</strong>e<br />

heelkundevakgroepen.<br />

Chirurgie is een prachtig vak. Het vereist<br />

summum © summum ©<br />

hard werken. Je hebt niet alleen technische<br />

kennis en vaardigheden nodig, maar ook<br />

volharding, incasseringsvermogen, collegialiteit<br />

en een ’s nachts-je-bed-uitkomen-<br />

mentaliteit als patiënten problemen hebben.<br />

Ik zal de complexe behandelingen, maar<br />

vooral mijn patiënten erg missen (velen ken<br />

ik al tien tallen jaren) en ook de mensen met<br />

wie ik gewerkt heb. Ze werden mijn andere<br />

familie, mijn ‘<strong>ziekenhuis</strong>familie’.<br />

Naast mijn hobby’s, zoals het fietsen, ben<br />

ik nu bezig met een boek over “Salvage<br />

chirurgie”, het management en de chirurgie<br />

van patiënten met uit de hand gelopen<br />

complicaties in de buik. Ik ga nog een tijdje<br />

door met het begeleiden van promovendi.<br />

Ik heb altijd zeer intensief contact met hen<br />

gehad en ik ben trots dat er al vier hoogleraar<br />

zijn, een tweetal onderweg is en ik<br />

weet zeker dat nog enkelen zullen volgen.<br />

Verder blijf ik betrokken bij de ontwikkeling<br />

van de kliniek in CanTho in de Zuid-Vietnamese<br />

Mekong delta. Pham Van Nang,<br />

een chirurg aldaar, promoveert binnenkort<br />

in <strong>Maastricht</strong>. Tenslotte blijf ik voorlopig<br />

betrokken bij het geven van cursussen<br />

over voeding, metabolisme en complexe<br />

chirurgie, nationaal en internationaal. Het<br />

pensioen houdt in dat ik me niet meer met<br />

de afdeling Chirurgie en de gezondheidszorg<br />

bemoei. Dat is goed, dan kunnen anderen<br />

het overnemen.” •<br />

Kijk voor de afscheidsrede van Peter<br />

Soeters op www.summum.mumc.nl<br />

draaideur<br />

15


16<br />

azM start poli voor kindervoeten<br />

Kindervoeten verdienen<br />

speciale aandacht 17<br />

summum © summum ©<br />

Voetproblemen zijn complexe problemen, immers het hele lichaam steunt op de voeten. Bij kinderen zijn<br />

voetproblemen nog complexer want ze groeien nog waardoor de voetafwijking voortdurend verandert.<br />

Hoe meer ze groeien, hoe groter de voetproblemen. Kindervoeten verdienen dus speciale aandacht en<br />

daarom startte het azM een speciale kindervoetenpoli.<br />

Tijdens de groei nemen het gewicht en de spierkracht<br />

van kinderen toe, verandert hun neurologisch systeem<br />

en worden andere eisen gesteld aan het functioneren<br />

van de voet. Bovendien zijn er talrijke ziektebeelden die<br />

verschillende voetproblemen met zich meebrengen, die<br />

van kind tot kind kunnen verschillen. Daarom vereisen<br />

kindervoeten een speciale aanpak volgens kinderorthopeed<br />

Lodewijk van Rhijn. “Je moet in ogenschouw nemen dat<br />

wat je nu doet later consequenties kan hebben. Er zit<br />

dus een andere dimensie aan de behandeling. Dat kan<br />

bijvoorbeeld betekenen dat je een operatie of behandeling<br />

uitstelt omdat het lichaam die in een latere periode van<br />

het leven makkelijker aankan en het kind deze beter kan<br />

verwerken.”<br />

De kracht van de kindervoetenpoli schuilt in het feit dat de<br />

kinderorthopeed, schoenmaker, instrumentenmaker en<br />

kinderfysiotherapeut samen het kind zien en ieder vanuit<br />

hun discipline een oordeel geven over wat de beste behandeling<br />

is. Daarbij wordt het lichamelijk functioneren en het<br />

ontwikkelingsniveau van het kind meegewogen. Ook zien ze<br />

gezamenlijk het kind weer terug om te kijken of de behandeling<br />

succesvol is. Zowel het kind als de ouders worden<br />

nauw bij de behandelbeslissingen betrokken. Het kind<br />

ondergaat tenslotte de behandeling en de ouders moeten<br />

die ondersteunen.<br />

De artsen proberen buiten het klassieke behandelkader te<br />

stappen en op een andere manier naar voetproblemen te<br />

kijken. Als voorbeeld noemt Van Rhijn de behandeling van<br />

klomp voeten waarbij standaard orthopedische schoenen<br />

worden voorgeschreven. Deze hebben een steunende en<br />

corrigerende functie. “We merkten dat kinderen beter<br />

lopen met een lichtere schoen met een goede inlegzool.<br />

De inlegzool biedt weliswaar iets minder steun, maar dat<br />

wordt gecompenseerd doordat kinderen veel beter lopen.<br />

Een ander voorbeeld is de behan deling van spitsvoeten.<br />

Die ontstaan door een te korte achillespees. “Normaal<br />

worden kinderen geopereerd of krijgen ze gips. We hebben<br />

een flexibele spalk ontwikkeld die continue druk uitoefent<br />

op de achillespees waardoor deze langer wordt. We onderzoeken<br />

of een flexibele spalk comfortabeler is en hetzelfde<br />

effect heeft als gips of een operatie.”<br />

Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de specifieke<br />

problemen bij kindervoeten en de kennis op dit gebied is<br />

versplinterd want er zijn maar weinig kinderorthopeden<br />

in Nederland. Van Rhijn: “We willen meer onderzoeken<br />

opzetten binnen het vakgebied en naar nieuwe technieken<br />

zoeken. Er zijn zoveel materialen, ook in andere vak -<br />

ge bieden of de industrie. Zo willen we uiteindelijk tot<br />

nieuwe, betere producten en behandelmethoden komen.” •


ik en mijn...<br />

18<br />

summum ©<br />

nr 1 / 09.05<br />

kassa<br />

Iesje Kooijmans werkt als kassière<br />

in de mensa van de UNS 40.<br />

“Omdat ik alleen ’s middags werk,<br />

van 14.00 tot 16.30 uur, zit ik meestal<br />

achter de kassa. De rest van de<br />

collega’s rouleert en doet ook andere<br />

werkzaamheden in de mensa. Klanten<br />

kunnen in de mensa met contant<br />

geld of met de chipknip betalen.<br />

Meestal betalen ze met de chipknip.<br />

Voor alles wat in het restaurant te koop<br />

is, zit een knop op de kassa waardoor<br />

deze makkelijk te bedienen is. Mensen<br />

zijn tevreden over het goede en uitgebreide<br />

assortiment in de mensa.<br />

De jeugd koopt vooral veel snacks<br />

zoals een broodje kroket of een<br />

saucijzenbroodje.<br />

Doordat de UM internationaal georiënteerd<br />

is, komen veel buitenlandse<br />

klanten aan de kassa; vooral Duitse en<br />

Engelse klanten. Ik versta ze goed,<br />

maar ik kan deze talen nog niet zo<br />

goed spreken. Gelukkig proberen ze<br />

meestal Nederlands te praten.<br />

Ik werk nu zestien jaar in de mensa. Ik<br />

vind het leuk werk, vooral het contact<br />

met de mensen en met mijn collega’s.<br />

We hebben een leuk team. Omdat ik al<br />

zo lang hier werk, ken ik veel mensen.<br />

Ik kan goed gezichten onthouden en<br />

we hebben veel vaste klanten. Het is<br />

leuk om even een praatje te maken, als<br />

het niet te druk is tenminste.” •<br />

DBC’s in de GGZ doen de complexiteit van<br />

de klinische praktijk èn uiteindelijk vooral<br />

de patiënt ernstig tekort<br />

Voor: Anoek Weertman Tegen: Rob Rotteveel<br />

summum © summum ©<br />

De stelling van promovendus Anoek Weertman<br />

Promovendus Anoek<br />

Weertman over de diagnose<br />

behandelcombinaties<br />

(DBC’s) in de geestelijke<br />

gezondheidszorg: “De automatische<br />

koppeling van een<br />

DSM-IV diagnose (een diagnose<br />

volgens het diagnostisch<br />

handboek Diagnostic<br />

and Statistical Manual of<br />

Mental Disorders, red.) aan<br />

benodigde zorg, stimuleert<br />

ons kritisch te kijken naar<br />

hoe patiënten zo goed en<br />

efficiënt mogelijk te behandelen.<br />

Een goed streven,<br />

maar het verondersteld ten<br />

onrechte dat er voldoende<br />

kennis binnen de GGZ is<br />

over welke zorg het meest<br />

effectief is voor welke<br />

patiënten. We zijn het er<br />

zelfs niet over eens of de<br />

DSM-IV wel toereikend is<br />

om bij alle vormen van<br />

problematiek een bruikbare<br />

diagnose te stellen, laat<br />

staan dat er voldoende<br />

consensus is om aan iedere<br />

diagnose een vaste dosis<br />

behandeling te koppelen.<br />

Patiënten met meer com-<br />

plexe problematiek dreigen<br />

de dupe worden omdat zij<br />

meer of andere zorg nodig<br />

hebben dan een standaard<br />

behandeling. De vraag is<br />

ook in hoeverre de kwaliteit<br />

van de zorg kan worden<br />

gewaarborgd. Het gevaar<br />

dreigt dat vooral goedkope<br />

kortdurende behandelingen<br />

gericht op korte termijn-<br />

verbetering gefinancierd<br />

worden en er geen plaats<br />

meer is voor langer durende<br />

behandelingen gericht op<br />

duurzame verbetering.”<br />

Rob Rotteveel, psychiater en<br />

verantwoordelijke implementatie<br />

EPD (elektronisch<br />

patiëntendossier) en DBC in<br />

Vijverdal, vindt de DBC’s zo<br />

gek nog niet. “We moeten<br />

verantwoorden wat we doen<br />

met het budget. Als een<br />

diagnose iets zegt over<br />

iemands problemen en dit<br />

leidt tot een pakket aan<br />

interventies, is het zo gek<br />

nog niet de combinatie van<br />

diagnose en behandeling te<br />

kiezen als eenheid van<br />

financiering. Omdat zo’n<br />

vaste diagnose behandelcombinatie<br />

(nog) niet<br />

bestaat, hebben de ontwikkelaars<br />

van de DBC<br />

systematiek besloten eerst<br />

naar de praktijk te kijken.<br />

Enkele koplopers binnen de<br />

GGZ typeerden de problemen<br />

waarmee patiënten<br />

binnenkomen en registreerden<br />

wat met die patiënten<br />

gebeurt. Deze analyses<br />

leverden geen mooie DBC’s<br />

op. Dat komt allereerst door<br />

het gebruik van de DSMmethode<br />

om diagnoses te<br />

typeren, maar voor relevante<br />

klinische beslissingen gelden<br />

andere criteria. Zo kan<br />

de DSM diagnose moeilijk<br />

‘voorspellen’ welk zorgpakket<br />

iemand krijgt. Verder<br />

werkt de psychiatrie nog<br />

maar kort evidence based<br />

waardoor de gewoonten van<br />

de zorgaanbieder vaak<br />

invloed hebben op het zorgpakket.<br />

Maar dat hoeft geen<br />

onrecht te doen aan de<br />

complexiteit van de klinische<br />

zorg, zoals de stelling zegt.<br />

Volgens de ziektenkostenverzekeraars<br />

gebruikt 20 procent<br />

van alle GGZ-patiënten<br />

80 procent van alle zorgmiddelen.<br />

De overgrote meerderheid<br />

van alle patiënten doet<br />

slechts een beperkt beroep<br />

op de GGZ. Dat zijn vooral<br />

mensen met vage klachten,<br />

depressies en angsstoornissen<br />

waarvoor de hulpverleningsstandaarden<br />

het verst<br />

zijn gevorderd. Een vooraf<br />

gedefinieerde DBC voor een<br />

vastgestelde prijs is daarvoor<br />

in principe mogelijk. Voor de<br />

veel kleinere groep die<br />

complexe, extra zorg nodig<br />

heeft, moet men niet vooraf<br />

vaststellen op welke zorg<br />

deze patiënten recht hebben,<br />

maar achteraf de ontvangen<br />

zorg afrekenen. Via het<br />

Stepped care model kan per<br />

stap gemotiveerd worden<br />

waarom die zorg nodig is. Op<br />

die manier krijgen we wel<br />

een systeem dat de verantwoording<br />

van de zorg transparant<br />

houdt, vraaggestuurd<br />

is en recht doet aan de complexiteit<br />

van de zorg.” •<br />

de stelling 19


20<br />

Master of <strong>Health</strong> Professions<br />

Education vernieuwd<br />

<strong>Maastricht</strong> verovert<br />

de onderwijswereld<br />

summum © summum ©<br />

De opleiding Master of <strong>Health</strong> Professions Education van de Faculteiten der Geneeskunde en<br />

Gezondheidswetenschappen draait al jaren met veel succes. Gezondheidsprofessionals uit de hele wereld komen naar<br />

<strong>Maastricht</strong> om zich verder te specialiseren in gezondheidsonderwijs en onderwijsmanagement. Met de in <strong>Maastricht</strong><br />

opgedane kennis en vaardigheden, vertrekken ze vervolgens weer naar hun eigen land om er onderwijsvernieuwingen<br />

op touw te zetten, zoals nieuwe opleidingen en onderwijsmethodes.<br />

Sinds dit jaar heeft de Master of <strong>Health</strong> Professions<br />

Education (MHPE) een nieuwe structuur, een nieuw<br />

programma en is de master ondergebracht bij de<br />

School of <strong>Health</strong> Professions Education ofwel SHE.<br />

Waarom deze vernieuwingen bij een al succesvolle master,<br />

vroegen we wetenschappelijk directeur Cees van der<br />

Vleuten. “Toen we destijds startten, waren er nauwelijks<br />

masters in Europa. Nu zijn er Europese standaarden en<br />

hebben we ons programma daarop gericht. Het voordeel<br />

van de MHPE-master onderbrengen in schoolverband, is<br />

dat SHE een breed palet aan opleidingen en cursussen<br />

biedt variërend van 1-daagse cursussen tot PhD-trajecten.<br />

Studenten kunnen componenten kiezen uit het opleidingspakket<br />

binnen SHE en zo flexibeler hun eigen master<br />

samenstellen. Een master op maat dus. Er is nog steeds<br />

een basisprogramma, maar daar bovenop hebben studenten<br />

nu meer keuzes.” Aangezien de master behoorlijk<br />

diep gaat en daarom een flinke tijds investering vraagt,<br />

bestaat deze overigens grotendeels uit afstandsonderwijs<br />

(via email en internet) en volgen studenten slechts enkele<br />

blokken in <strong>Maastricht</strong>.<br />

De studenten die de Master of <strong>Health</strong> Professions Education<br />

volgen, hebben meestal reeds een vooropleiding en beroep<br />

in de gezondheidszorg, de meesten van hen zijn arts, en<br />

willen zich verder verdiepen en bekwamen op het gebied<br />

van onderwijs en/of onderwijsmanagement. “Vaak zie je<br />

dat deze mensen na afronding van de master opinion<br />

leaders worden op onderwijsgebied binnen hun eigen<br />

instelling of zelfs hun eigen land. Er zijn landen die er<br />

bewust voor kiezen om een groep mensen de Master<br />

of <strong>Health</strong> Professions Education te laten volgen. Zo stuurde<br />

Vietnam een groep mensen naar <strong>Maastricht</strong> omdat ze aan<br />

de vooravond staan van een grote verandering binnen hun<br />

medisch onderwijs. Denemarken stuurde twintig studenten<br />

met als opdracht de ontwikkeling van een vervolgopleiding<br />

genees kunde bij thuiskomst in eigen land. De Master of<br />

<strong>Health</strong> Professions Education is een flinke stap voorwaarts<br />

daartoe.”<br />

De MHPE-master wordt zeer gewaardeerd door studenten.<br />

Vooral het internationale aspect spreekt hen aan, aldus<br />

Van der Vleuten: “Het is aardig om terug te horen<br />

dat de internationale ervaring, het samen zijn met<br />

mensen uit Pakistan, Argentinië, Groot-Brittannië,<br />

et cetera, een echte eye-opener is.” •<br />

Kijk voor meer informatie over de<br />

Master of <strong>Health</strong> Professions Education op<br />

www.she.unimaas.nl<br />

21


promoties<br />

22<br />

12 mei 2006<br />

Promotie mw.drs. V. Wass<br />

in de Faculteit der Geneeskunde<br />

Promotor: prof.dr. C. van der<br />

Vleuten<br />

Co-promotor: dr. L. Schuwirth<br />

Titel: “The assessment of<br />

clinical competence in high<br />

stakes examinations: are<br />

we justified in abandoning<br />

old methods in favour of<br />

the new?” (A)<br />

12 mei 2006<br />

Promotie T. Dornan M.D. in<br />

de Faculteit der<br />

Geneeskunde<br />

Promotores: prof.dr. H.<br />

Boshuizen, OUN; prof.dr. A.<br />

Scherpbier<br />

Titel: “Experience based<br />

learning” (B)<br />

18 mei 2006<br />

Promotie mw.drs. D. van<br />

Helvoort-Postulart in de<br />

Faculteit der Geneeskunde<br />

Promotores: prof.dr. J. van<br />

Engelshoven; prof.dr. M.<br />

Hunink, EUR<br />

Co-promotor: dr. C. Dirksen<br />

Titel: “Economic evaluation<br />

of the diagnosis of renal<br />

artery stenosis in hypertensive<br />

patients” (C)<br />

18 mei 2006<br />

Promotie mw.drs. D.<br />

Goossens in de Faculteit<br />

der Geneeskunde<br />

Promotor: prof.dr. R.<br />

Stockbrügger<br />

Co-promotores: dr. D.<br />

Jonkers; dr. M. Russel<br />

Titel: “The effect of the<br />

probiotic L.plantarum<br />

299v on the intestinal flora;<br />

methodological studies in<br />

health and disease” (D)<br />

19 mei 2006<br />

Promotie drs. R. van<br />

Kimmenade in de<br />

Faculteit der<br />

Geneeskunde<br />

Promotores: prof.dr. Y.<br />

Pinto; prof.dr. M. van Dieijen<br />

Visser<br />

Titel: “Clinical implemen -<br />

tation of serological markers<br />

in heart failure” (E)<br />

24 mei 2006<br />

Promotie Lic.mw. K. Seré<br />

in de Faculteit der Geneeskunde<br />

Promotor: prof.dr. J. Rosing<br />

Co-promotor: dr. T.<br />

Hackeng<br />

Titel: “Regulation of<br />

Thrombin Generation by<br />

Protein S; Novel aspects of<br />

a cofactor protein” (F)<br />

24 mei 2006<br />

Promotie mw.drs.<br />

V. Schrauwen-Hinderling<br />

in de Faculteit der<br />

Geneeskunde<br />

Promotores: prof.dr. J. van<br />

Engelshoven; prof.dr. K.<br />

Nicolay, TUE<br />

Co-promotores: dr. M. Kooi;<br />

dr. P. Schrauwen<br />

Titel: “Skeletal muscle lipid<br />

metabolism: a magnetic<br />

resonance spectroscopy<br />

study”<br />

31 mei 2006<br />

Promotie mw.drs. E.<br />

Naumann in de Faculteit<br />

der Gezondheidswetenschappen<br />

Promotor: prof.dr.ir. R.<br />

Mensink<br />

Co-promotor: dr. J. Plat<br />

Titel: “Functional food<br />

components and cardiavascular<br />

risk markers:<br />

effects of plant stanols,<br />

B-glucan and conjugated<br />

A B C D<br />

linoleic acid” (G)<br />

1 juni 2006<br />

Promotie drs. M. Losen in<br />

de Faculteit der Geneeskunde<br />

Promotor: prof.dr. H.<br />

Steinbusch<br />

Co-promotor: dr. M. De Baets<br />

Titel: “Therapeutic approaches<br />

for the protection of<br />

neurological synapses in<br />

autoimmunity”<br />

2 juni 2006<br />

Promotie mw.drs. J.<br />

Bastiaanse in de Faculteit<br />

der Geneeskunde<br />

Promotores: prof.dr. M. Kon,<br />

UU; prof.dr. W. Boeckx; prof.<br />

dr. D. Slaaf<br />

Co-promotor: dr. M. Oude<br />

Egbrink<br />

Titel: “Preservation of muscle<br />

microcirculation in ischemia/<br />

reperfusion and transplantation”<br />

7 juni 2006<br />

Promotie drs. S.<br />

Ghesquiere in de Faculteit<br />

der Geneeskunde<br />

Promotor: prof.dr. M. Hofker<br />

Co-promotor: dr. M. de<br />

Winther<br />

Titel: “The role of phospholipases<br />

in atherosclerosis”<br />

15 juni 2006<br />

Promotie mw.drs. J.<br />

Ostertag in de Faculteit<br />

der Geneeskunde<br />

Promotores: prof.dr. H.<br />

Neumann; prof.dr. P. Steijlen<br />

Co-promotor: dr. G.<br />

Krekels, Eindhoven<br />

Titel: “Laser resurfacing in<br />

the treatment of potential<br />

malignant skin diseases.<br />

Just optical improvement?”<br />

21 juni 2006<br />

Promotie drs. K. van der<br />

Heijden in de Faculteit der<br />

Geneeskunde<br />

Promotores: Prof.dr. J. Vles;<br />

prof.dr. A. Aldenkamp; prof.<br />

dr. W. Gunning, UvA<br />

Co-promotor: dr. M. Smits<br />

Titel: “Distracted From<br />

Sleep; chronic sleep onset<br />

Insomnia in children with<br />

attention-deficit/hyperactivity<br />

disorder”<br />

21 juni 2006<br />

Promotie ir. C. Mentink in<br />

de Faculteit der Gezondheidsweten<br />

schappen<br />

Promotores: prof.dr.ir. W.<br />

Saris; prof.dr. W.<br />

Wolffenbuttel, RUG<br />

Co-promotores: dr. M. van<br />

Baak; dr.ir. P. Menheere<br />

Titel: “AGEs and Diabetic<br />

Complications”<br />

E F G<br />

22 juni 2006<br />

Promotie mw.drs. T.<br />

Smeets in de Faculteit<br />

der Gezond heidswetenschappen<br />

Promotores: prof.dr. H. de<br />

Vries; prof.dr. J. Brug, EUR<br />

Titel: “Towards a healthy<br />

lifestyle; the development<br />

and evaluation of a computer<br />

tailored lifestyle intervention”<br />

22 juni 2006<br />

Promotie drs. R. Koopman<br />

in de Faculteit der Gezondheidswetenschappen<br />

Promotores: prof.dr. A.<br />

Wagenmakers, Birmingham;<br />

prof.dr.ir. W. Saris<br />

Co-promotor: dr. L. van<br />

Loon<br />

Titel: “Nutritional interventions<br />

to promote post-exercise<br />

muscle protein synthesis”<br />

22 juni 2006<br />

Promotie mw.drs. I.<br />

Swinkels-Meewisse in de<br />

Faculteit der Gezondheidswetenschappen<br />

Promotores: prof.dr. J.<br />

Vlaeyen; prof.dr. R.<br />

Oostendorp; prof.dr. A.<br />

Verbeek, UMC St. Radboud<br />

Co-promotor: dr. J. Roelofs<br />

Titel: “Pain-related fear in<br />

acute low back pain; the<br />

prognostic impact on performance,<br />

diability and participation”<br />

23 juni 2006<br />

Promotie drs. W. Verberk<br />

in de Faculteit der<br />

Geneeskunde<br />

Promotor: prof.dr. P. de<br />

Leeuw<br />

Co-promotor: dr. A. Kroon<br />

Titel: “HOMERUS or the clinical<br />

significance of selfmeasurement<br />

of blood<br />

pressure”<br />

23 juni 2006<br />

Promotie drs. J. Oomen in<br />

de Faculteit der Gezondheids<br />

weten schappen<br />

Promotor: prof.dr.ir. W. Saris<br />

Co-promotor: dr. M. van<br />

Baak<br />

Titel: “Genetic variation in<br />

energy metabolism”<br />

Prof.dr. A. de Bruïne is benoemd tot bijzonder hoogleraar<br />

Klinische Pathologie in de Faculteit der Geneeskunde.<br />

Prof.dr. Y. Pinto is door het Interuniversitair Cardiologisch<br />

Instituut Nederland benoemd tot bijzonder hoogleraar<br />

Cardiologie, in het bijzonder moleculair hartfalen in de<br />

faculteit Geneeskunde.<br />

Prof.dr. N. Schaper is benoemd tot bijzonder hoogleraar<br />

Interne Geneeskunde in het bijzonder Diabetes Mellitus aan<br />

de Faculteit der Geneeskunde.<br />

28 juni 2006<br />

Promotie drs. F. Wolters<br />

in de Faculteit der<br />

Geneeskunde<br />

Promotor: prof.dr. R.<br />

Stockbrügger<br />

Co-promotores: dr.ir. Ch.<br />

Limonard; dr. M. Russel<br />

Titel: “Disease outcome in<br />

Crohn’s disease”<br />

28 juni 2006<br />

Promotie drs. G.<br />

Goossens in de Faculteit<br />

der Gezond heids wetenschappen<br />

Promotor: prof.dr.ir. W. Saris<br />

Co-promotores: dr. M. van<br />

Baak; dr. E. Blaak<br />

Titel: “The renin-angiotensin<br />

system in obesity: metabolic<br />

and hemodynamic<br />

effects”<br />

Kijk voor meer informatie<br />

over de promoties op<br />

www.summum.mumc.nl<br />

benoemingen<br />

23<br />

summum ©<br />

Kijk voor de actuele<br />

agenda en nieuws op<br />

www.summum.mumc.nl


aan de andere kant<br />

24<br />

aan de ene kant<br />

flamencodanseres<br />

Cécile Hayen<br />

secretaris faculteitsbestuur Faculteit der<br />

Gezondheidswetenschappen<br />

27 jaar<br />

samenwonend<br />

maar vooral een heel goed ritmegevoel en ‘misschien’, zo zei de lerares de eerste les, ‘dat je<br />

alleen te doen. Het is een van de moeilijkste dansen. Je moet een goede coördinatie hebben,<br />

bij hoort. Mijn vriend wilde niet mee naar tangoles en de flamenco is bij uitstek geschikt om<br />

zoek gegaan naar dansen als tango en flamenco, omdat ik erg van de muziek houd die daar-<br />

“Als kind danste ik al veel. Toen het twee jaar geleden weer begon te kriebelen, ben ik op<br />

de dans dan onder de knie krijgt’.” secretaris faculteitsbestuur FdGW

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!