16.01.2013 Views

Bekijk het inkijkexemplaar - Cross Media Nederland

Bekijk het inkijkexemplaar - Cross Media Nederland

Bekijk het inkijkexemplaar - Cross Media Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Samenvatting<br />

Uit interviews met zes oncologische chirurgen blijkt dat borstkankerpatiënten de laatste 10 jaar mondiger zijn geworden in de communicatie met de<br />

arts. Dit uit zich in <strong>het</strong> stellen van medische vragen, <strong>het</strong> uiten van bezorgdheid en <strong>het</strong> aangeven welke behandeling de voorkeur heeft.<br />

op deze uiting van mondigheid door meer informatie te geven en vragen<br />

te stellen aan de patiënt over wat zij al weet over de ziekte of behandeling.<br />

De meningen over <strong>het</strong> al dan niet toenemen van <strong>het</strong> aantal second opinions<br />

verschilden. Volgens sommigen komen ze weinig voor, volgens anderen is<br />

<strong>het</strong> aantal gelijk gebleven, de overigen zien een toename. Één arts merkte<br />

op dat <strong>het</strong> aanvragen van een second opinion ‘kan leiden tot ongewenst<br />

uitstel van noodzakelijke behandelingen of tot <strong>het</strong> soort van shopgedrag dat<br />

mensen op zoek zijn naar <strong>het</strong> antwoord dat ze <strong>het</strong> liefst willen horen’.<br />

Uit de antwoorden op de vraag of <strong>het</strong> aantal aanvragen van borstreconstructies<br />

was toegenomen bleek dat veel ziekenhuizen al hebben ingespeeld op<br />

de behoeften van de patiënt om dit onderwerp tijdens de consulten te<br />

behandelen. De mogelijkheid tot een borstreconstructie wordt tijdens <strong>het</strong><br />

behandelproces aangeboden door de arts of de mammacare verpleegkundige<br />

en is dus al onderdeel geworden van de therapie.<br />

Vier artsen gaven aan dat vrouwelijke borstkankerpatiënten weinig<br />

aanbevelingen doen tijdens de consulten met de arts. De twee anderen<br />

vonden dat <strong>het</strong> toch wel wat was toegenomen in de afgelopen tien jaar.<br />

Eén van hen dacht dat de toename te wijten was aan <strong>het</strong> feit dat<br />

patiënten menen beter geïnformeerd te zijn. In één ziekenhuis worden<br />

patiënten zo actief betrokken bij <strong>het</strong> maken van een persoonlijk<br />

behandelplan dat zij percentages krijgen voorgelegd die betrekking<br />

hebben op hun situatie, bijvoorbeeld x procent overlevingskans bij een<br />

borstamputatie, en vervolgens zelf mogen kiezen wat zij belangrijk<br />

vinden. Deze manier van communiceren is volgens de arts een direct<br />

gevolg van de mondigheid van patiënten in <strong>het</strong> verleden; er is ingespeeld<br />

op de behoeften die mondige patiënten tegenover de arts hebben geuit.<br />

Bij de uiting ‘een voorkeur voor een behandeling aangeven’ ging <strong>het</strong> vooral<br />

om de voorkeur voor een borstbesparende operatie of een borstamputatie.<br />

Die voorkeur had echter niet altijd betrekking op de behandeling zelf,<br />

maar bijvoorbeeld ook op de plaats waar de behandeling plaats moest<br />

vinden.<br />

Het echt oneens zijn met de arts is een uiting die zelden voorkomt.<br />

Patiënten worden in grote mate bij de behandeling betrokken en er wordt<br />

over alles gecommuniceerd, waardoor <strong>het</strong> bijna niet voorkomt dat patiënt<br />

en arts <strong>het</strong> pertinent oneens zijn.<br />

Opvallend was dat vier artsen bij de uiting ‘een mening geven over <strong>het</strong><br />

managen van de ziekte’ aangaven dat zij zich niet met afspraken en<br />

dergelijke bezig hoefden te houden. Er zijn speciaal mensen in dienst die<br />

dit regelen. Twee artsen merkten op dat patiënten soms te snel behandeld<br />

worden: ‘Je kunt je haast niet voorstellen, ik weet niet of je <strong>het</strong> wel eens<br />

gezien hebt, wat je mensen aandoet door ze in drie dagen door een diagnostische<br />

tunnel te trekken. Ze komen op maandag en ze horen op donderdagmiddag<br />

dat ze hun borst kwijt moeten en dat ze een existentieel bedreigende<br />

ziekte hebben. Het moet wel snel, maar zo snel?’ In één van de ziekenhuizen<br />

is dit de reden om <strong>het</strong> helemaal om te draaien en <strong>het</strong> van de patiënt te<br />

laten afhangen. Er wordt dus met de patiënt overlegd hoe snel de patiënt<br />

behandeld wil worden en wanneer bijvoorbeeld de operaties ingepland<br />

moeten worden.<br />

Alle artsen gaven aan ‘<strong>het</strong> uiten van bezorgdheid’ te herkennen uit de<br />

praktijk. Opvallend hierbij is dat de rol van de mammacare verpleegkundige<br />

door drie artsen benadrukt werd. ‘We hebben <strong>het</strong> wel zo georganiseerd<br />

dat we, dat staat inmiddels ook in de richtlijnen, werken met een gespecialiseerd<br />

verpleegkundige. Dus <strong>het</strong> consult ziet er vaak zo uit dat wij heel veel<br />

informatie geven, omdat we ook een informatieplicht hebben. Dus dat is een<br />

enorm stuk wat op ons bordje ligt. Het geven van informatie en <strong>het</strong> checken of<br />

PATIËNTEN ZIJN STEEDS MEER<br />

MEDISCHE VRAGEN GAAN STELLEN<br />

<strong>het</strong> begrepen is. En dan komen ze die keer erop vaak met vragen bij de<br />

oncologie verpleegkundige. En dat zijn natuurlijk ook wat meer vragen van:<br />

“Hoe moet ik <strong>het</strong> thuis regelen, hoe lang zal ik eruit zijn, kan ik nog werken.”<br />

…. Feitelijk die tweede keer die we vroeger zelf deden, die doen we nou niet<br />

meer zelf. Dat betekent dat <strong>het</strong> hele stuk van uiten van nog eens een keer<br />

emoties of management of eventueel aanbevelingen doen, dat stukje ligt<br />

vaak bij de oncologie verpleegkundige, dus dat maak ik niet altijd mee.’<br />

Patiënten lijken <strong>het</strong> bovendien makkelijker te vinden hun bezorgdheid te<br />

uiten tegen een verpleegkundige dan tegen een arts.<br />

Claimend gedrag<br />

Over de eisende gedragsuitingen, consumentisme en claimend gedrag,<br />

verschilden de meningen. Sommigen merkten op dat eisend gedrag niet<br />

echt voorkomt onder vrouwelijke borstkankerpatiënten. Anderen gaven<br />

aan wel te maken te hebben met patiënten die consumentistisch gedrag<br />

vertonen, vooral wanneer zij slecht nieuws ontvangen. “Mensen vinden <strong>het</strong><br />

fantastisch als ze met drie scanaanvragen de deur uit gaan en mensen vinden<br />

<strong>het</strong> vreselijk als ik zeg dat er geen enkele scan is die kan tonen hoe <strong>het</strong> precies<br />

zit. “Maar moet ik dan toch niet in Amsterdam zijn dokter, want daar hebben<br />

ze toch vast wel andere scans’’ van: “daar weten ze vast wel iets meer”. En dat<br />

wordt gestimuleerd door zorgverzekeraars, media, sites.”<br />

Wat betreft ‘claimend gedrag’, onderdeel van <strong>het</strong> eisende gedrag gaf één<br />

van de artsen aan dat patiënten denken recht te hebben op bepaalde<br />

scans of onderzoeken, omdat zij verzekerd zijn: ‘Maar ze willen niet een<br />

MRI scan, ze willen een gratis MRI scan. Dat willen ze, omdat ze menen dat<br />

ze daar recht op hebben. Dan zeg ik: “Dat recht hebt u niet” natuurlijk niet<br />

met zoveel woorden, maar in feite wel van: “Er is geen indicatie voor en <strong>het</strong> is<br />

oncologica . nummer 02 . 2011 39

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!