Samenhang BAG en WOZ objecten

Samenhang BAG en WOZ objecten 

WAARDERINGSKAMER 

In samenwerking met:

SAMENHANG BAG EN WOZ OBJECTEN

Colofon 

Deze brochure is een gezamenlijke uitgave van het Ministerie van VROM, de Nederlandse Vereniging 

voor Gemeentebelastingen en de Waarderingskamer. 

Verdere informatie is te verkrijgen bij 

- de Waarderingskamer 

Postbus 93210, 2509 AE Den Haag, info@waarderingskamer.nl 

- het Ministerie van VROM, Projectbureau Basisregistraties voor Adressen en Gebouwen 

Postbus 20951, 2500 EZ Den Haag, basisregistraties@minvrom.nl 

- de Nederlandse Vereniging voor Gemeente Belastingen 

Postbus 35, 1190 AA Ouderkerk aan de Amstel, info@nvvgb.nl. 

Deze brochure is te downloaden via www.bag.vrom.nl, www.nvvgb.nl en www.waarderingskamer.nl 

en te bestellen via www.waarderingskamer.nl. 

Den Haag, 3 oktober 2008

INHOUD 

INLEIDING 

Waarom is deze handreiking opgesteld? 

Voor wie is deze handreiking bedoeld? 

Wat staat er in de handreiking? 

Staat deze handreiking op zich? 

Hoe kunt u deze handreiking gebruiken? 

UITGANGSPUNTEN 

Objectdefinities 

Ontwerpbeginselen 

LEESWIJZER 

Legenda bij de schema's 

Betekenis van de afkortingen 

VOORBEELDEN 

1. Vrijstaande eengezinswoningen 

2. Overige eengezinswoningen 

3. Meergezinswoningen 

4. Agrarische complexen 

5. Overige gemengde objecten 

6. Bedrijfscomplexen 

7. Kantoorflatgebouw, bedrijfsverzamelgebouw 

8. Woonwagen, woonboot, chalet 

9. Recreatieterrein en recreatiestacaravan 

10. Sportterrein en autosloperij 

11. Overige gebouwd object 

12. Hobbyweiland, bosperceel, volkstuin en bouwkavel 

SAMENHANG OBJECTEN BAG EN WOZ 

3

4 

SAMENHANG BAG EN WOZ OBJECTEN

INLEIDING 

Waarom is deze handreiking opgesteld? 

De invoering van het stelsel van basisregistraties heeft de nodige gevolgen voor de 

informatievoorziening bij de overheid. Dat geldt zeker voor de gemeenten. De invoering 

van de Basisregistraties adressen en gebouwen (BAG) mede in relatie tot de uitvoering 

van de Wet WOZ is daarbij een belangrijk aandachtspunt. 

In een andere folder hebben de projectgroep BAG van het Ministerie van VROM, de 

Nederlandse Vereniging voor Gemeente Belastingen (NVvGB) en de Waarderingskamer 

aandacht besteed aan de werkprocessen rondom de bijhouding van de 

vastgoedgegevens. In deze handreiking staat de relatie tussen de verschillende objecten 

in de beide registraties (BAG en WOZ) centraal. 

Bij de registratie van de WOZ-objecten is zowel de relatie naar de kadastrale onroerende 

zaak (kadastrale perceel en kadastrale appartement) als naar het "BAG-object" 

(verblijfsobject en pand) van belang. In deze handreiking wordt deze relatie aan de hand 

van voorbeelden nader geschetst. 

Voor wie is deze handreiking bedoeld? 

Deze handreiking is bedoeld voor iedereen die betrokken is bij de WOZ-registratie en/of 

de BAG-registratie in een gemeente. De handreiking is daarbij gericht op alle 

medewerkers die betrokken zijn bij de veranderingen in de gemeentelijke 

informatievoorziening als gevolg van het stelsel van basisregistraties. De handreiking 

gaat er daarbij vanuit dat de lezer beschikt over de nodige voorkennis over bijvoorbeeld 

de structuur en de inhoud van de BAG, de structuur en de inhoud van de WOZ-registratie 

en het Referentie model voor het Stelsel van gemeentelijke basisgegevens (RSGB). 

Wat staat er in deze handreiking? 

Deze handreiking bevat geen regels of verplichtingen. Deze handreiking bevat alleen 

illustraties van de samenhang tussen de diverse soorten objecten en de wijze waarop de 

relaties worden gelegd. Deze illustraties hebben de vorm van praktijkvoorbeelden met 

foto's en kaarten, die vertaald worden naar de wijze van registreren van deze 

voorbeelden. Hiermee wordt met name ook inzicht gegeven in de samenhang in deze 

vastlegging. Deze handreiking heeft daarmee het karakter van een "fotoboek". De 

handreiking kan vergeleken worden met de presentatie van voorbeelden in het 

Objectenhandboek BAG dat door het projectteam BAG is gemaakt ter illustratie van de 

wijze van registratie van diverse soorten objecten in de BAG. 

Natuurlijk kan een fotoboek nooit uitputtend zijn, maar geprobeerd is om in de 

voorbeelden de meest kenmerkende verschillen tussen objecten en tussen wijzen van 

vastlegging te illustreren. De folder probeert daarmee de principes helder te maken en is 

geen naslagwerk waarin elke situatie opgezocht kan worden. 

Staat deze handreiking op zich? 

Deze handreiking kan niet los gezien worden van de formele documenten waarin de 

vastlegging van BAG-objecten en WOZ-objecten en hun onderlinge samenhang is 

geregeld. We gaan er daarom vanuit dat de gebruikers van deze handreiking enige 

kennis hebben van de inhoud van: 


5

6 

SAMENHANG BAG EN WOZ OBJECTEN 

- Catalogus Basisregistratie adressen (www.bag.vrom.nl) 

- Catalogus Basis Gebouwen Registratie (www.bag.vrom.nl) 

- Objectenhandboek Basis Gebouwen Registratie 2007 (www.bag.vrom.nl) 

- Catalogus Basisregistratie WOZ (www.waarderingskamer.nl) 

- Catalogus WOZ-gegevens voor afnemers (www.waarderingskamer.nl) 

- Referentiemodel stelsel van gemeentelijke basisgegevens (RSGB, www.egem.nl) 

- Sectormodel WOZ (www.waarderingskamer.nl) 

Hoe kunt u deze handreiking gebruiken? 

Deze handreiking is bedoeld om de onderlinge relatie zoals beschreven in de hiervoor 

genoemde documenten te illustreren en niet om deze documenten te vervangen. U kunt 

deze handreiking gebruiken om te zien hoe in concrete situaties de vastlegging van 

objecten er in de diverse registraties uit zal zien en hoe de samenhang binnen het stelsel 

werkt.

UITGANGSPUNTEN 

Objectdefinities 

De afbakening van de verblijfsobjecten en van de panden in de BAG, van de kadastrale 

onroerende zaken (kadastrale percelen en kadastrale appartementsrechten) en van het 

WOZ-object is natuurlijk van groot belang voor de vastlegging van deze objecten. De 

voorschriften voor deze afbakening bepalen ook de onderlinge relaties tussen deze 

objecten die soms heel eenvoudig zijn en soms ook complexer. Daarom zetten we eerst 

even de definities van deze verschillende soorten objecten op een rij: 

Een WOZ-object is: 

De onroerende zaak waarvan op grond van de Wet WOZ de waarde moet worden 

bepaald en vastgesteld. Een onroerende zaak is een gebouwd eigendom, een 

ongebouwd eigendom, een gedeelte van een eigendom dat blijkens zijn indeling is 

bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt of een samenstel van 

twee of meer eigendommen of gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in 

gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren. 1 

Een verblijfsobject is: 

De kleinste binnen één of meerdere panden gelegen en voor woon-, bedrijfsmatige- of 

recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik die ontsloten wordt via een 

eigen toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte en die 

onderwerp kan zijn van goederenrechtelijke rechtshandelingen. 

Een pand is: 

De kleinste, bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig constructief zelfstandige 

eenheid, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden. 

Een kadastraal perceel is: 

Een onroerende zaak, kadastraal geïdentificeerd en met kadastrale grenzen begrensd 

deel van het Nederlands grondgebied. Als onderdeel van het Nederlands grondgebied 

is het een driedimensionaal ruimtelijk object. 

Een kadastraal appartementsrecht is: 

Een zakelijk recht dat kadastraal is aangeduid, bestaande uit een 

aandeel in recht(en) op de onroerende zaak/zaken die in de splitsing 

is/zijn betrokken en dat de bevoegdheid bevat tot het uitsluitend gebruik 

van bepaalde gedeelten van een onroerende zaak, die blijkens hun 

inrichting bestemd zijn of worden om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt. Het 

aandeel kan omvatten de bevoegdheid tot het uitsluitend gebruik van bepaalde 

gedeelten van een gebouw en van de bij het gebouw behorende grond. 

1 De speciale afbakeningsregels in artikel 16 van de Wet WOZ in verband met gemeentegrenzen 

en voor recreatieterreinen zijn voor het schetsen van de algemene voorbeelden in de notitie niet 

van belang. 


7

8 


Een sluimerend WOZ-object is: 

Het administratieve WOZ-object met behulp waarvan de relatie tussen de WOZobjecten 

en de kadastrale percelen ook wat betreft de kadastrale oppervlakte sluitend 

kan worden vastgelegd. Dit objecttype is alleen van belang voor een sluitende relatie 

tussen de WOZ-objecten en kadastrale percelen. Van sluimerende WOZ-objecten 

wordt geen waarde bepaald. Over sluimerende WOZ-objecten wordt niet 

gecommuniceerd met belanghebbenden. 

Tussen al deze soorten objecten zijn ook relaties gedefinieerd. Het meest uitvoerig komt 

de definitie van deze relaties tot uitdrukking in het Referentiemodel Stelsel van 

Gemeentelijke Basisgegevens (RSGB). 

Ontwerpbeginselen 

In de voorbeelden komen de beginselen die ten grondslag liggen aan de structuur van de 

Basisregistraties adressen en gebouwen (BAG), van het Referentiemodel voor het stelsel 

van gemeentelijke basisgegevens (RSGB), van de Basisregistratie WOZ duidelijk naar 

voren. De belangrijkste beginselen zijn: 

- een verblijfsobject ligt altijd binnen één of meer panden; 

- niet in elk pand liggen één of meer verblijfsobjecten (met name bijgebouwen worden 

vastgelegd als pand zonder verblijfsobject); 

- het (verplicht) gebruik van BAG-objecten binnen de WOZ heeft tot gevolg dat waar 

mogelijk de aanduiding van een WOZ-object wordt afgeleid van een adres in de BAG. 

Dit gebeurt (net als bijvoorbeeld in de GBA) door te verwijzen naar het verblijfsobject 

waaraan dit adres is toegekend ("heeft aanduiding van"). Niet altijd behoort het BAGobject 

waarvan het adres wordt gebruikt ook zelf tot het WOZ-object (bijvoorbeeld: 

windmolen achter boerderij Dorpsstraat 10); 

- het (verplicht) gebruik van BAG-objecten binnen de WOZ heeft tot gevolg dat in de 

WOZ-administratie (Basisregistratie WOZ) bij elk WOZ-object wordt vastgelegd welk 

verblijfsobject tot het WOZ-object behoort ("is verbonden met"); 

- de Basisregistratie WOZ bevat in beginsel alleen de waarde plus de relaties naar 

andere basisregistraties om aan te duiden welk object is betrokken en wie de 

belanghebbenden zijn. De Basisregistratie WOZ bevat geen objectkenmerken over de 

getaxeerde objecten. Om die reden zijn WOZ-deelobjecten ook niet relevant binnen 

de Basisregistratie WOZ; 

- binnen de gemeentelijke WOZ-administratie ligt voor elk WOZ-object één of meer 

WOZ-deelobjecten vast; 

- een WOZ-deelobject kan gekoppeld zijn aan maximaal één BAG object 

(verblijfsobject, standplaats, ligplaats of pand). Wanneer een verblijfsobject is 

gekoppeld aan een WOZ-deelobject, zijn indirect één of meer panden gekoppeld aan 

dit WOZ-deelobject door de relaties die in de BAG zijn gelegd. 

- elk verblijfsobject (en standplaats en ligplaats) zal gekoppeld zijn aan tenminste één 

WOZ-deelobject; 

- een pand wordt alleen aan een WOZ-deelobject gekoppeld, wanneer tot het pand 

geen verblijfsobjecten behoren of wanneer het WOZ-object alleen betrekking heeft op 

een deel van het pand waarin geen verblijfsobjecten voorkomen; 

- een WOZ-deelobject dat niet is gekoppeld aan een BAG-object, kan binnen de 

gemeente gekoppeld zijn aan een "overig gebouwd object" of een "overig terrein". De 

definitie van deze "overige gebouwde objecten" en "overige terreinen" is vastgelegd in 

het Referentiemodel voor het Stelsel van Gemeentelijke Basisgegevens;

- bij een WOZ-deelobject worden (nagenoeg) altijd grootte (gebruiksoppervlakte / 

inhoud) en bouwjaar vastgelegd. Indien een WOZ-deelobject één op één overeenkomt 

met een verblijfsobject en/of pand dan worden de geregistreerde kenmerken 

(bouwjaar, gebruiksoppervlakte) overgenomen. Indien een verblijfsobject behoort tot 

meerdere WOZ-deelobjecten dan zal de optelling van deze WOZ-deelobjecten 

consistent moeten zijn met de gebruiksoppervlakte van het verblijfsobject. Dit geldt op 

overeenkomstige wijze voor "overige gebouwde objecten" en "overige terreinen". 

Indien een WOZ-deelobject bestaat uit bijvoorbeeld een latere aanbouw bij een pand 

dan kan het bouwjaar van deze aanbouw afwijken van het bouwjaar van het pand; 

- voor de structuur van de vastlegging van vastgoedgegevens in de WOZ-registratie is 

het Referentiemodel voor het stelsel van gemeentelijke basisgegevens (RSGB) het 

uitgangspunt; 

- de relatie van een WOZ-object met een "overig gebouwd object" of een "overig 

terrein" wordt niet opgenomen in de landelijke Basisregistratie WOZ, omdat de 

afnemers van de Basisregistratie WOZ deze "overige gebouwde objecten" en "overige 

terreinen" niet kennen; 

- de geometrie (plaats op de kaart) van een WOZ-object volgt meestal de kadastrale 

grenzen. Wanneer een WOZ-object bestaat uit een deel van een kadastraal perceel, 

kan vaak de geometrie van een pand worden gebruikt om het kadastrale perceel op 

de kaart te splitsen; 

- de gemeentelijke vastlegging in onder meer de WOZ-administratie geschiedt conform 

het RSGB. De vertaalslag naar de Basisregistratie WOZ gebeurt automatisch door het 

systeem dat communiceert met de Landelijke voorziening WOZ. De structuur van de 

Basisregistratie WOZ vergt dus geen extra vastlegging van gegevens. 

Deze beginselen leiden in het algemeen tot een duidelijke relatie tussen een WOZ-object 

en een (mogelijk meerdere) BAG-objecten, zoals tot uitdrukking komt bij de voorbeelden 

in deze handreiking. 

Voor de regels over het afbakenen van panden, verblijfsobjecten en andere BAGobjecten 

verwijzen wij naar het Objectenhandboek Basisgebouwen Registratie 

(www.bag.vrom.nl). Voor de regels over het afbakenen van WOZ-objecten verwijzen wij 

naar de Waarderingsinstructie (www.waarderingskamer.nl). 


9

10 


Voorbeeld behorend bij leeswijzer 

WOZ-object: WOZ0001 

Pand (PND0001) 

grondoppervlakte: 300 m 2 

soort-object: vrijstaande woning 

WOZ-deelobject: WDO0001 

woning 

gebruiksoppervlakte 120 m 2 

inhoud: 350 m3 

bouwjaar: 1970 



Kadastraal perceel (KOZ0001) 

gekoppeld aan: 

RSGB: 

KOZ0001 

kadastrale oppervlakte: 300 m 2 

VBO0001 


Basisregistratie WOZ: 

VBO0001 

("heeft aanduiding van") 

KOZ0001 


VBO0001 

("is verbonden met") 

Verblijfsobject (VBO0001) 

daarmee gekoppeld aan: 

NRA0001 

Dorpsstraat 1 

PND0001 

bouwjaar 1970 

NRA0001 

Dorpsstraat 1 

(wordt "meegeleverd" aan 

Basisregistratie WOZ)

LEESWIJZER 

Legenda bij de schema's 

In deze handreiking worden diverse voorbeelden schematisch uitgewerkt. De structuur 

van het schema bestaat uit de volgende onderdelen. 

a. Foto's van relevante BAG-objecten met aanduiding van de contouren van het BAGobject. 

Links worden foto's van panden gegeven, rechts van verblijfsobjecten (of 

andere adresseerbare objecten). Deze foto's zijn waar mogelijk inclusief de blauwe 

(panden) of gele (verblijfsobjecten) contouren overgenomen uit het Objectenhandboek 

Basis Gebouwen Registratie 2007. Omdat gestreefd is naar het gebruik van foto's uit 

dit Objectenhandboek zijn soms foto's "bij elkaar gezocht" van bijvoorbeeld een 

woning en één of meer bijgebouwen die in de werkelijkheid niet bij elkaar behoren. 

In de foto is met een rode arcering aangegeven welk (deel van een) BAG-object 

gekoppeld is aan een WOZ-deelobject in de gemeentelijke WOZ-registratie (conform 

definities van het Referentiemodel stelsel van gemeentelijke basisgegevens, RSGB). 

b. Een schematisch kaartje van één of meer betrokken kadastrale percelen (groen vlak), 

met daarop de geometrie van pand (een blauw vlak) en verblijfsobject (gele punt). 

Tevens is door een rode contourlijn de geometrie van het WOZ-object geschetst. In 

deze schetsen is steeds de punt van het verblijfsobject getekend op de plaats van de 

voordeur. Volgens de BAG mag dit ook op een andere plaats (bijvoorbeeld het 

midden, zolang de punt wel staat binnen de contouren van het pand). 

c. Een blok RSGB. Een schets van de relaties zoals deze administratief tot uitdrukking 

komen in de gemeentelijke administratie. De globale aanduiding van de registraties is 

gedaan overeenkomstig de definities in het RSGB en het Sectormodel WOZ. 

Belangrijke elementen in deze vastlegging zijn de WOZ-deelobjecten die de relaties 

tussen WOZ-object en BAG-objecten bepalen. In deze schets hebben de kolommen 

de volgende betekenis: 

- in de eerste kolom worden enkele voorbeelden gegeven van de geregistreerde 

WOZ-gegevens voor het WOZ-object dan wel voor de WOZ-deelobjecten. Deze 

geregistreerde gegevens kunnen overgenomen zijn van of afgeleid zijn van BAGkenmerken; 

- in de tweede kolom wordt aangegeven welke relaties (eerste orde relaties) bij het 

WOZ-object of het WOZ-deelobject worden vastgelegd naar andere objecttypen in 

andere basisregistraties (Kadaster, Gebouwen); 

- in de derde kolom wordt aangegeven welke relaties, gelegd in een andere basisregistratie, 

ook van belang zijn voor het gebruik van WOZ-gegevens (relaties van 

de tweede orde). Deze relaties worden dus niet zelfstandig in de WOZadministratie 

vastgelegd, maar worden zonder meer overgenomen uit een andere 

registratie. Bijvoorbeeld in de meeste gevallen behoeft een pand niet te worden 

gekoppeld aan een WOZ-object, omdat deze relatie automatisch tot stand komt 

door het leggen van een relatie met een verblijfsobject. Ook de relatie met een 

adres komt tot stand doordat in de WOZ-registratie een relatie met een 

verblijfsobject wordt gelegd, waardoor automatisch de relatie met het adres die 

vastligt in de gebouwregistratie beschikbaar is. 


11

12 


d. Een blok Basisregistratie WOZ. Een schets van de relaties zoals deze administratief 

tot uitdrukking komen in de Basisregistratie WOZ. Deze relaties worden niet extra 

door de gemeente vastgelegd, maar worden automatisch door het gemeentelijk 

systeem dat is aangesloten op de Landelijke voorziening WOZ, afgeleid uit de onder 

c. geschetste gegevens en relaties. Het verschil tussen c. en d. wordt primair 

veroorzaakt door het feit dat in de Basisregistratie WOZ voor de gebruikers buiten de 

gemeente de WOZ-deelobjecten niet zichtbaar zijn. De relaties die voor de gebruikers 

van de Basisregistratie WOZ wel relevant zijn en binnen de gemeente worden gelegd 

met de WOZ-deelobjecten, worden in de Basisregistratie WOZ "automatisch vertaald" 

naar relaties met het WOZ-object. 

De opbouw van de drie kolommen komt overeen met de structuur onder c. In de 

tweede kolom wordt bij de relaties vanuit het WOZ-object naar de BAG eerst de 

eventuele relatie vermeld ten behoeve van de aanduiding van het WOZ-object. 

Daarna wordt de relatie met de kadastrale onroerende zaken geschetst en tenslotte 

de relatie met gerelateerde BAG-objecten (zie Catalogus Basisregistratie WOZ). Dit 

heeft tot gevolg dat een WOZ-object soms tweemaal een relatie heeft met hetzelfde 

verblijfsobject, eenmaal om aan te geven dat de aanduiding van het WOZ-object is 

afgeleid van het adres van het verblijfsobject ("heeft aanduiding van") en eenmaal om 

aan te geven dat dit verblijfsobject ook (deels) onderdeel uitmaakt van het WOZobject 

("is verbonden met"). Zie ook de Catalogus Basisregistratie WOZ. 

e. (Sectormodel WOZ / WOZ-gegevens voor afnemers) In sommige voorbeelden is nog 

een afzonderlijk onderdeel gewijd aan het Sectormodel WOZ / WOZ-gegevens voor 

afnemers. Dit is alleen gedaan bij voorbeelden waarbij de ondergrond van het WOZobject 

wordt verantwoord in zogenaamde sluimerende WOZ-objecten. De registratie 

van deze sluimerende WOZ-objecten geschiedt binnen de gemeentelijke WOZregistratie. 

Omdat de sluimerende WOZ-objecten alleen binnen de WOZ van belang 

zijn, komt het sluimerend WOZ-object niet voor in het RSGB. Omdat het sluimerend 

WOZ-object verder alleen van belang is voor de waterschappen, komt het sluimerend 

WOZ-object ook niet voor in de Basisregistratie WOZ. Het sluimerende WOZ-object 

wordt echter wel geleverd aan de Landelijke voorziening WOZ ten behoeve van de 

waterschappen (zie Catalogus WOZ-gegevens voor afnemers). 

Betekenis van de afkortingen. 

In de schema's worden de relaties tussen de objecten geïllustreerd door fictieve 

objectnummers aan elkaar te koppelen. Elk objectnummer begint steeds met een 

drieletterige code die de aard van het object aangeeft. Hierbij hebben de afkortingen de 

volgende betekenis: 

KOZ: Kadastrale onroerende zaak (Basisregistratie kadaster); 

LGP: Ligplaats (Basisregistratie gebouwen); 

NRA: Nummeraanduiding (Basisregistratie adressen); 

OGO: Overig gebouwd object (RSGB); 

OOA: Overige adresseerbaar object aanduiding (RSGB); 

OPR: Openbare ruimtenaam (Basisregistratie adressen); 

OTR: Overig terrein (RSGB); 

PND: Pand (Basisregistratie gebouwen); 

SDP: Standplaats (Basisregistratie gebouwen); 

SWO: Sluimerend WOZ-object; 

VBO: Verblijfsobject (Basisregistratie gebouwen); 

WOZ: WOZ-object (Basisregistratie WOZ). 

Deze afkortingen zijn ontleend aan het Sectormodel WOZ, dat wederom is gebaseerd op 

het RSGB en de generieke StUF standaard.

VOORBEELDEN 

De relatie tussen WOZ-objecten, BAG-objecten en kadastrale onroerende zaken wordt 

geschetst aan de hand van de volgende twaalf voorbeelden. Bij sommige voorbeelden 

worden ook nog één of meer alternatieven geschetst. 

1. Vrijstaande eengezinswoningen 

Een vrijstaande eengezinswoning is in de BAG één pand en één verblijfsobject. 

In dit eerste voorbeeld gaan we ervan uit dat ook sprake is van één geheel kadastraal 

perceel. 

Dit is een duidelijk voorbeeld van diverse één op één relaties. Er is sprake van één 

verblijfsobject en één pand die staan op één kadastraal perceel. Dit geheel van een 

pand/verblijfsobject met kadastraal perceel en dus de tuin vormt ook één WOZ-object. 

Duidelijk zichtbaar is dat het WOZ-object hier de strekking heeft van "huisje 

(verblijfsobject/pand) met tuintje (kadastraal perceel)" en dus meer omvattend is dan het 

verblijfsobject. 

Gezien de overeenkomst wordt als aanduiding van het WOZ-object het adres van het 

verblijfsobject gebruikt. In de Basisregistratie WOZ wordt de relatie naar het 

verblijfsobject waaraan de aanduiding wordt ontleend, afzonderlijk gedefinieerd. Door het 

leggen van de relatie, hoeft het adres zelf niet meer in de WOZ-administratie te worden 

opgenomen. Het is wel toegestaan een kopie van dit gekoppelde adres in de WOZadministratie 

vast te leggen en "mee te leveren bij gegevenslevering" onder de 

voorwaarde dat alle mutaties met betrekking tot dit adres in de BAG worden verwerkt. 

Daarom wordt de relatie met het verblijfsobject (VBO0001) tweemaal in het schema 

weergegeven ("heeft aanduiding van", "is verbonden met", zie ook Catalogus 

Basisregistratie WOZ en RSGB). 





13

14 






woning 







RSGB: 

KOZ0001 


VBO0001 



VBO0001 

KOZ0001 


VBO0001 


NRA0001 

Dorpsstraat 1 

PND0001 

bouwjaar 1970 

NRA0001 

Dorpsstraat 1 

Vrijstaande eengezinswoning met vrijstaande garage op twee 

kadastrale percelen 

Als alternatief bij het eerste voorbeeld kijken we naar een vrijstaande woning met daarbij 

een vrijstaande garage die bij de woning behoort. Volgens de BAG is deze garage een 

pand (niet een verblijfsobject) en dit extra pand behoort ook tot dit WOZ-object. Dit is een 

zelfstandig WOZ-deelobject, want een WOZ-deelobject mag maximaal aan één 

verblijfsobject of aan één pand zijn gerelateerd. Voor de taxatie van deze garage zijn ook 

gegevens nodig over inhoud of oppervlakte, die bij het WOZ-deelobject worden 

vastgelegd, omdat de BAG van deze garage (het is een pand en geen verblijfsobject) 

geen gebruiksoppervlakte kent. 

Wanneer de ondergrond van het WOZ-object niet één maar twee kadastrale percelen 

zijn, dan worden beide percelen gekoppeld aan het WOZ-object. De totale 

grondoppervlakte van het WOZ-object is de optelling van de kadastrale oppervlakte van 

beide percelen. 


Verblijfsobject (VBO0001)






woning 





garage 


inhoud: 44 m3 




Kadastrale percelen (KOZ0001 en KOZ0002) 


RSGB: 

KOZ0001 


KOZ0002 


VBO0001 


PND0002 

bouwjaar 1975 


VBO0001 

KOZ0001 


KOZ0002 


VBO0001 

PND0002 


NRA0001 

Dorpsstraat 1 

PND0001 

bouwjaar 1970 

NRA0001 

Dorpsstraat 1 


15

16 


Vrijstaande eengezinswoning met aangebouwde garage en erker op 

twee (delen van) kadastrale percelen 

De vrijstaande woning in dit alternatief heeft een aangebouwde erker. Deze erker maakt 

in de BAG integraal onderdeel uit van hetzelfde pand en hetzelfde verblijfsobject als de 

woning. Voor de taxatie kan van belang zijn om deze erker te kunnen onderscheiden, 

omdat sprake is van een deel van het object met een afwijkend bouwjaar. Daarom wordt 

deze erker als een afzonderlijk WOZ-deelobject vastgelegd. 

Bij deze woning is de garage aangebouwd aan de woning. Anders dan een vrijstaande 

garage is nu geen sprake van een afzonderlijk pand en maakt deze aangebouwde 

garage integraal deel uit van het pand en het verblijfsobject. Voor de waardebepaling is 

van belang om deze garage te onderscheiden van de woonvertrekken. Daarom is ook 

deze garage een afzonderlijk WOZ-deelobject. De vrijstaande schuur is een afzonderlijk 

pand, welke wordt gekoppeld aan een afzonderlijk WOZ-deelobject. 

De woning staat op twee kadastrale percelen. Omdat echter een gedeelte van het ene 

perceel is verhuurd, behoort dit niet tot dit WOZ-object. 









woonhuis 





erker 


inhoud: 40 m3 



garage 







RSGB: 

KOZ0001 


(toegekend 200 m 2 ) 

KOZ0002 


VBO0001 


VBO0001 


VBO0001 



NRA0001 

Dorpsstraat 1 

PND0001 

bouwjaar 1970 

NRA0001 

Dorpsstraat 1 

PND0001 

bouwjaar 1970 

NRA0001 

Dorpsstraat 1 

PND0001 

bouwjaar 1970 


17

18 



schuur 


inhoud: 20 m3 




PND0002 

bouwjaar 1975 


VBO0001 

KOZ0001 



KOZ0002 


VBO0001 

PND0002 

2. Overige eengezinswoningen 

NRA0001 

Dorpsstraat 1 

Dit voorbeeld betreft een geschakelde twee-onder-één-kapwoning met berging. In de 

vastlegging van dit type woning wordt precies dezelfde structuur gebruikt als bij de 

vrijstaande woning met een bijgebouw. Er is sprake van twee WOZ-deelobjecten, één 

voor de woning (verblijfsobject) en één voor de berging (pand) zonder verblijfsobject. Het 

geheel is gelegen op één kadastraal perceel. 






soort-object: 2-onder-1-kapwon. 


woning 





berging 


inhoud: 30 m3 




Huurwoningen 



RSGB: 

KOZ0001 


VBO0001 


PND0002 

bouwjaar 1980 


VBO0001 

KOZ0001 


VBO0001 

PND0002 


NRA0001 

Nieuwstraat 14 

PND0001 

bouwjaar 1980 

NRA0001 


Het onderscheid huurwoningen en koopwoningen heeft geen effect op de afbakening van 

panden en verblijfsobjecten. Ook voor de WOZ worden huurwoningen als afzonderlijke 

WOZ-objecten afgebakend. Omdat een complex huurwoningen meestal in eigendom is 

bij één rechtspersoon (belegger of woningcorporatie) is er vaak sprake van één (of 

enkele) kadastrale percelen onder een groot aantal woningen. 

Er is in dit voorbeeld sprake van huurwoningen die verhuurd worden door een corporatie. 

Het gehele blok woningen staat op één kadastraal perceel. Voor de WOZ-afbakening 

wordt steeds een deel van dit kadastrale perceel toegekend aan een WOZ-object. 

In dit voorbeeld is sprake van een (prefab) houten schuur die niet deel uitmaakt van het 

oorspronkelijk bouwplan. Daarom is volgens de regels over de afbakening van panden 

(zie Objectenhandboek Basis Gebouwen Registratie) deze schuur geen pand. Omdat 

deze berging wel in de WOZ-waardebepaling wordt meegenomen, is wel sprake van een 


19

20 


WOZ-deelobject. Een stenen schuur of een houten schuur die direct als onderdeel van 

het totale bouwplan was gebouwd, zou wel als pand zijn afgebakend. 






soort-object: tussenwoning 


woning 





berging 


inhoud: 30 m3 




3. Meergezinswoningen 


RSGB: 

KOZ0001 



VBO0001 



VBO0001 

KOZ0001 



VBO0001 


NRA0001 


PND0001 

bouwjaar 1975 

NRA0001 


Een woning in een flatgebouw is een verblijfsobject. Het gehele gebouw is, omdat sprake 

is van een galerijflat, een pand (zie Objectenhandboek Basis Gebouwen Registratie). 

Bij de WOZ-objectafbakening zal in eerste instantie de relatie met het verblijfsobject 

gelegd worden. Voor de WOZ-objectafbakening en waardebepaling kan van belang zijn 

dat bij de woning ook een (afsluitbare) berging en een (gereserveerde) parkeerplaats in 

de gezamenlijke parkeerruimte binnen hetzelfde pand horen. Deze berging en 

parkeerplaats zullen in de WOZ-registratie als zelfstandige WOZ-deelobjecten zijn 

geregistreerd. 

Deze berging en parkeerplaats zijn echter geen verblijfsobjecten in het kader van de 

BAG. 

In dit voorbeeld is verder sprake van een complex huurwoningen van bijvoorbeeld een 

woningcorporatie op één kadastraal perceel. 


21

22 




soort-object: galerijflat 



woning 





parkeerplaats 



berging 


inhoud: 14 m3 




RSGB: 

KOZ0001 



VBO0001 


PND0001 

bouwjaar 1975 

PND0001 

bouwjaar 1975 



NRA0001 

Dreef 240 

PND0001 

bouwjaar 1975





Benedenwoningen 


VBO0001 

KOZ0001 


(toegekend 0 m 2 NRA0001 

Dreef 240 

) 

VBO0001 

PND0001 

Sectormodel WOZ / WOZ-gegevens voor afnemers: 

VBO0001 

KOZ0001 



SWO0001 

grondoppervlakte 2500 m 2 

VBO0001 

PND0001 

NRA0001 

Dreef 240 

KOZ0001 


Een benedenwoning vormt in het kader van de BAG een verblijfsobject dat samen met de 

erboven gelegen woning(en) één pand vormt. 

In dit voorbeeld behoren tot het WOZ-object ook de tuin en een schuur. Bij 

meergezinswoningen wordt de aanwezigheid van een tuin meestal als een afzonderlijk 

WOZ-deelobject vastgelegd. Ook de schuur zal een afzonderlijke WOZ-deelobject zijn 

(en in dit voorbeeld is deze schuur ook een pand, zie Objectenhandboek Basis 

Gebouwen Registratie). 

De panden staan op één kadastraal perceel dat niet in kadastrale appartementen is 

gesplitst (de bovenwoningen worden verhuurd). Het WOZ-object is daarom voor met 

name de afnemers gekoppeld aan een sluimerend WOZ-object. 


23

24 






soort-object: benedenwoning 


woning 





berging 


inhoud: 30 m3 




RSGB: 

KOZ0001 



VBO0001 


PND0002 

bouwjaar 1960 



NRA0001 

Straatweg 78 

PND0001 

bouwjaar 1936






VBO0001 

KOZ0001 



NRA0001 

Straatweg 78 

VBO0001 

PND0002 


VBO0001 

KOZ0001 



SWO0001 


VBO0001 

PND0002 

Bovenwoning met fietsenberging 

NRA0001 

Straatweg 78 

KOZ0001 


Een bovenwoning is een afzonderlijk verblijfsobject binnen een pand (vergelijk het 

voorbeeld van de benedenwoning). 

In dit voorbeeld wordt er vanuit gegaan dat zich in het bouwblok een ruimte met 

afzonderlijke afsluitbare (fietsen)bergingen bevindt. Eén van deze fietsenbergingen 

behoort bij deze bovenwoning. Deze fietsenbergingen liggen wel binnen een pand (boven 

de fietsenbergingen bevindt zich een woning), maar zijn geen afzonderlijk 

verblijfsobjecten. 

De fietsenberging zal wel een afzonderlijk WOZ-deelobject zijn, dat gekoppeld kan 

worden aan het pand waarin deze fietsenberging is gelegen. 


25

26 






soort-object: bovenwoning 


woning 





berging 


inhoud: 25 m3 




RSGB: 

KOZ0001 



VBO0001 


PND0002 

bouwjaar 1936 

PND0001 PND0002 



NRA0001 

Straatweg 78b 

PND0001 

bouwjaar 1936






VBO0001 

KOZ0001 



NRA0001 

Straatweg 78b 

VBO0001 

PND0002 


Meergezinskoopwoningen 

VBO0001 

KOZ0001 



SWO0001 


VBO0001 

PND0002 

NRA0001 

Straatweg 78b 

KOZ0001 


Omdat dit complex met portiekflats meerdere aparte toegangen tot de openbare weg 

heeft (portieken), is sprake van afzonderlijke panden. Binnen elk pand zijn de woningen 

weer als zelfstandige verblijfsobjecten afgebakend. De woningen zijn afzonderlijk 

verkocht en er is dus sprake van splitsing in kadastrale appartementen. Binnen hetzelfde 

(kadastrale) complex vormen ook de aanwezige garageboxen afzonderlijke kadastrale 

appartementen. De garageboxen worden in deze situatie ook als afzonderlijke 

verblijfsobjecten (met een eigen adres) in de BAG vastgelegd (zie Objectenhandboek 

Basis Gebouwen Registratie). 

In dit voorbeeld vormen een portiekflat en één garagebox gezamenlijk één WOZ-object. 

Het WOZ-object is daarom verbonden met twee verblijfsobjecten en beide kadastrale 

appartementen. 

Het adres van de garage hoeft in de WOZ-registratie niet meer afzonderlijk te worden 

vastgelegd. Vroeger werd dit als een "extra adres" in de WOZ-administratie 

geregistreerd. Omdat de relatie naar dit verblijfsobject gestructureerd is gelegd, is 

duidelijk (voor iedereen binnen de gemeente die toegang heeft tot "RSGB gegevens") dat 

het adres en het bijbehorende verblijfsobject onderdeel uitmaken van dit WOZ-object. 


27

28 




soort-object: portiekflat 




woning 






VBO0001 

RSGB: 

KOZ0021 

kadastrale oppervlakte: n.v.t. 

(appartement) 

VBO0001 





NRA0001 

Straatweg 140 

NRA0001 

Straatweg 140 

PND0001 

bouwjaar 1975


garagebox 


inhoud: 50 m3 






4. Agrarische complexen 

VBO0002 



VBO0001 

KOZ0021 



NRA0002 

Straatweg 200c 

PND0002 

bouwjaar 1975 

NRA0001 

Straatweg 140 

VBO0001 

VBO0002 


VBO0001 

KOZ0021 



SWO0001 


VBO0001 

VBO0002 

NRA0001 

Straatweg 140 

KOZ0001 


Bij de boerderij (woonhuis, verblijfsobject) in dit voorbeeld, hoort een schuur (pand, geen 

verblijfsobject) en een silo (pand, geen verblijfsobject). Op het terrein staat ook een 

windturbine die in eigendom en gebruik is van dezelfde ondernemer. Deze windturbine 

behoort tot hetzelfde WOZ-object, maar is geen pand of verblijfsobject in het kader van 

de BAG. Binnen het RSGB wordt een windturbine aangeduid als een "overig gebouwd 

object" (OGO). Een dergelijke OGO krijgt binnen de RSGB ook een aanduiding 

(vergelijkbaar met een adres). 

Panden (PND0001 en PND0002) 



29

30 



Overige gebouwd object (OGO0001) 



soort-object: akkerbouwbedrijf 


woning 





schuur 




Kadastrale percelen (KOZ0001, KOZ0002 en KOZ0003) 


VBO0001 

RSGB: 

KOZ0001 

kadastrale oppervl.: 4000 m 2 

KOZ0002 


KOZ0003 


VBO0001 


PND0002 

bouwjaar 1950 


NRA0001 

Bosweg 140 

NRA0001 

Bosweg 140 

PND0001 

bouwjaar 1950


silo 





windturbine 




Tuinbouwcomplex 

PND0003 

bouwjaar 1985 

OGO0001 

bouwjaar 2004 


VBO0001 

KOZ0001 


KOZ0002 


KOZ0003 


VBO0001 

PND0002 

PND0003 

OAA0001 

Bosweg 140b 

NRA0001 

Bosweg 140 

Het volgende voorbeeld van een agrarisch complex betreft een tuinbouwcomplex met 

woning. De woning is een verblijfsobject (en pand). 

De tuinbouwkassen zijn wel een pand, maar geen verblijfsobject. Omdat een deel van de 

kassen in dit voorbeeld later is gebouwd, wordt dit pand voor de WOZ-waardebepaling 

gesplitst in twee deelobjecten. 




31

32 






soort-object: tuinbouwbedrijf 


woning 






RSGB: 

KOZ0001 


KOZ0002 


VBO0001 



NRA0001 

Veilingweg 14 

PND0001 

bouwjaar 1960


tuinbouwkas 




tuinbouwkas (nieuwbouw) 





PND0002 

bouwjaar 1960 

PND0002 

bouwjaar 1960 


VBO0001 

KOZ0001 


KOZ0002 


VBO0001 

PND0002 

5. Overige gemengde objecten 

NRA0001 

Veilingweg 14 

In dit voorbeeld is sprake van een vrijstaand pand deels in gebruik als woning en deels in 

gebruik als winkel. Of sprake is van één of twee verblijfsobjecten of van één of twee 

WOZ-objecten is afhankelijk van de feitelijke omstandigheden (eigen toegang, zelfde 

gebruiker etc.). Het voorbeeld is uitgewerkt voor de situatie dat er twee verblijfsobjecten 

zijn (met afzonderlijk adres) en ook twee WOZ-objecten. 

Er is wel sprake van één kadastraal perceel dat niet gesplitst is in appartementsrechten. 


33

34 




soort-object: winkel 



winkel 





RSGB: 

KOZ0001 



VBO0001 





NRA0001 

Dorpsstraat 1 

PND0001 

bouwjaar 1970



soort-object: bedrijfswoning 


woning 












KOZ0001 



VBO0002 



VBO0001 

KOZ0001 



VBO0001 

VBO0002 

KOZ0001 



VBO0002 


NRA0002 

Brink 40 

PND0001 

bouwjaar 1970 

NRA0001 

Dorpsstraat 1 

NRA0002 

Brink 40 


VBO0001 

KOZ0001 



SWO0001 


VBO0001 

VBO0002 

KOZ0001 



SWO0001 


VBO0002 

NRA0001 

Dorpsstraat 1 

KOZ0001 


NRA0002 

Brink 40 

KOZ0001 



35

36 


6. Bedrijfscomplexen 

Op een bedrijfsterrein staan twee afzonderlijke panden met toegang en eigen adres 

(twee verblijfsobjecten). Beide verblijfsobjecten zijn in eigendom en gebruik bij hetzelfde 

transportbedrijf. Voor de Wet WOZ is dan ook sprake van één WOZ-object. 


incl. magazijn 




soort-object: transportbedrijf 


RSGB: 


VBO0001 

KOZ0001 





NRA0001 

Techniekstraat 12


kantoor 




magazijn 




incl. magazijn 


7. Kantoorflatgebouw 

VBO0001 


VBO0002 



VBO0001 

KOZ0001 


VBO0001 

VBO0002 

NRA0001 

Techniekstraat 12 

PND0001 

bouwjaar 1980 

NRA0002 


PND0002 

bouwjaar 1980 

NRA0001 


Een kantoorgebouw dat door één organisatie wordt gebruikt, is één verblijfsobject en ook 

één WOZ-object. 

Wanneer ook sprake is van één kadastraal perceel, dan is sprake van een één op één op 

één relatie. 




37

38 




soort-object: kantoor 








RSGB: 

KOZ0001 


VBO0001 



VBO0001 

KOZ0001 


VBO0001 

Kantoorflat met meerdere gebruikers 


NRA0001 

Bureaudreef 80 

PND0001 

bouwjaar 1995 

NRA0001 


In een kantoorflat, waarbij alle verdiepingen afzonderlijk bruikbaar en afsluitbaar zijn, 

vormt in beginsel elke verdieping een verblijfsobject. Een WOZ-object kan hiermee 

overeenkomen, maar een WOZ-object kan eventueel ook meerdere verdiepingen 

(meerdere verblijfsobjecten) omvatten. In dit voorbeeld is sprake van een gebruiker die 

drie verdiepingen op zodanige wijze in gebruik heeft, dat in het kader van de WOZobjectafbakening 

sprake is van een samenstel.






kantoor 




kantoor 





VBO0001 

RSGB: 

KOZ0001 



VBO0001 


VBO0002 


Verblijfsobjecten (VBO0001, 

VBO0002 en VBO0003) 


NRA0001 


NRA0001 


PND0001 

bouwjaar 1995 

NRA0002 


PND0001 

bouwjaar 1995 


39

40 



kantoor 




parkeerplaatsen 






VBO0003 


PND0001 

bouwjaar 1995 


VBO0001 

KOZ0001 



NRA0003 


PND0001 

bouwjaar 1995 

NRA0001 


VBO0001 

VBO0002 

VBO0003 

PND0001 


VBO0001 

KOZ0001 



SWO0001 


VBO0001 

VBO0002 

VBO0003 

PND0001 

NRA0001 


KOZ0001 

kadastrale oppervl.: 8000 m 2

Bedrijfsverzamelgebouw met gemeenschappelijke balie 

Indien in een bedrijfsverzamelgebouw sprake is van bijvoorbeeld een gemeenschappelijke 

balie, dan zal het gehele gebouw als één verblijfsobject worden afgebakend. 

Indien er echter binnen het complex gebruikerseenheden zijn die voldoende zelfstandig 

zijn, dan zal de WOZ-objectafbakening op gebruikersniveau moeten plaatsvinden. 


locatie-aanduiding: 

2e verdieping noord 





kantoorruimte 




parkeerplaatsen 

20 parkeerplaatsen 



RSGB: 


KOZ0001 



VBO0001 


VBO0001 




NRA0001 

Rijksweg 150 

PND0001 

bouwjaar 1995 

NRA0001 

Rijksweg 150 

PND0001 

bouwjaar 1995 


41

42 










8. Woonwagen 


VBO0001 

KOZ0001 



NRA0001 

Rijksweg 150 

VBO0001 


VBO0001 

KOZ0001 



SWO0001 


VBO0001 

NRA0001 

Rijksweg 150 

KOZ0001 


Een gemeente heeft een terrein met standplaatsen die worden verhuurd voor het 

plaatsen van woonwagens voor permanente bewoning. Op deze standplaatsen worden 

door de bewoners woonwagens geplaatst. Deze woonwagens zijn in de BAG geen 

verblijfsobjecten (en ook geen pand). Wel worden de standplaatsen in de BAG benoemd 

en van een adres voorzien. 

Er zijn voor de woonwagens geen opstalrechten gevestigd. Gezien de wijze van plaatsing 

en aansluiting op de voorzieningen worden de woonwagens wel als onroerend 

aangemerkt. Er is dus sprake van één WOZ-object voor standplaats inclusief 

woonwagen. 

Standplaats (SDP0001)



soort-object: woonwagen 


woonwagen 







RSGB: 

KOZ0001 



SDP0001 


SDP0001 

KOZ0001 



SDP0001 


NRA0001 

Parklaan 150 

NRA0001 

Parklaan 150 

Woonboot 

De registratie in de BAG van een woonboot is sterk vergelijkbaar met de registratie van 

een woonwagen. De woonboot is geen verblijfsobject en geen pand. Wel zal de ligplaats 

voor de woonboot in de BAG zijn vastgelegd en zijn voorzien van een adres. 

Uit de jurisprudentie blijkt dat een woonboot in de meeste gevallen aangemerkt moet 

worden als een roerende zaak. Het WOZ-object is dan beperkt tot de ligplaats en in dit 

geval een schuur op de wal. De waarde van de woonboot maakt geen onderdeel uit van 

de waarde van het WOZ-object (voor deze woonboot kan de gemeente afzonderlijk een 

aanslag opleggen in het kader van de roerende ruimtebelasting). 


43

44 




soort-object: ligplaats 



ligplaats 


schuur 







RSGB: 

KOZ0001 



LGP0001 

PND0001 

bouwjaar 1997 


Ligplaats (LGP0001) 


NRA0001 

Herengracht 150 

LGP0001 

KOZ0001 


(toegekend 50 m 2 NRA0001 

Herengracht 150 

) 

LGP0001 

PND0001

Chalet 

Net als in het voorbeeld over de woonwagens heeft de gemeente een terrein met 

standplaatsen die worden verhuurd voor permanente bewoning. De woonwagens op 

deze standplaatsen worden nu door de bewoners vervangen door zogenaamde chalets. 

Deze chalets zijn in de BAG wel verblijfsobjecten (zie Objectenhandboek Basis 

Gebouwen Registratie). In de BAG betekent dit dat de geregistreerde standplaatsen 

worden beëindigd en dat er verblijfsobjecten (en panden) worden geregistreerd. 

Er zijn voor de chalets geen opstalrechten gevestigd. Gezien de aard van de constructie, 

de wijze van plaatsing en aansluiting op de voorzieningen worden de chalets als 

onroerend aangemerkt. Er is dus sprake van één WOZ-object voor een chalet, inclusief 

de standplaats. 




soort-object: chalet 





RSGB: 


KOZ0001 



VBO0001 




NRA0001 

Parklaan 150 

PND0001 

bouwjaar 2000 


45

46 





VBO0001 

KOZ0001 



VBO0001 

9. Recreatieterrein en recreatiestacaravan 

NRA0001 

Parklaan 150 

De Wet WOZ kent een afzonderlijk voorschrift voor de objectafbakening van 

recreatieterreinen. Indien het gehele terrein één eigendom vormt en ook als één geheel 

wordt geëxploiteerd, vormt het één WOZ-object. Op een dergelijk terrein kan sprake zijn 

van diverse BAG-objecten. Voor het eenduidig leggen van de relaties met deze BAGobjecten 

worden er WOZ-deelobjecten geregistreerd. Gezien de gebruikte 

taxatiemethodiek zullen deze WOZ-deelobjecten niet afzonderlijk in de taxatie worden 

gebruikt. 

In dit voorbeeld is sprake van een recreatieterrein met daarop de woning van de 

ondernemer. Verder is er een kiosk en zijn er tien recreatiewoningen. Voor de 

waardebepaling is verder van belang dat er tien jaarplaatsen worden verhuurd voor 

mensen met een stacaravan (dit zijn geen BAG-objecten) en dat er verder twintig 

seizoensplaatsen worden geëxploiteerd. 





Pand (PND0003 t/m PND0007) 

Pand (PND0008 t/m PND0012) 



soort-object: recreatieterrein 


woonhuis 





RSGB: 

KOZ0001 

kadastrale opp.: 12000 m 2 

VBO0001 


Verblijfsobject (VBO0003 t/m VBO0007) 

Verblijfsobject (VBO0008 t/m VBO0012) 


NRA0001 

Vrijbaan 1 

PND0001 

bouwjaar 1960 


47

48 



kiosk 



WOZ-deelobject: WDO0003 t/m 

WDO 0007 

recreatiewoning 



WOZ-deelobject: WDO0008 t/m 

WDO0012 

chalet 





VBO0002 


VBO0003 t/m VBO0007 





VBO0001 

10. Sportterrein en autosloperij 

KOZ0001 

kadastrale opp.: 12000 m 2 


NRA0002 

Vrijbaan 1 b 

PND0002 

bouwjaar 1970 

NRA0003 t/m NRA0007 

Vrijbaan 1 c t/m g 

PND0003 t/m PND 0007 

bouwjaar 1977 

NRA0008 t/m NRA0012 

Vrijbaan h t/m l 

PND0008 t/m PND0012 

bouwjaar 1983 

NRA0001 

Vrijbaan 1 

Een terrein zonder gebouwen (verblijfsobjecten of panden) krijgt in de BAG alleen een 

adres, wanneer sprake is van een standplaats voor het permanent plaatsen van een niet 

direct en duurzaam met de aarde verbonden en voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve 

doeleinden geschikte ruimte. 

Er zijn echter ook ongebouwde terreinen die geen adres krijgen in de BAG en die wel 

voor de WOZ-waardering en voor andere gemeentelijke beleidsterreinen van belang zijn. 

Voorbeelden hiervan zijn sportvelden, autosloperij etc. 

Bij dit soort WOZ-objecten is er dus geen sprake van een relatie met BAG-objecten. In 

het Referentiemodel stelsel van gemeentelijke basisgegevens (RSGB) worden deze 

objecten wel op een met de BAG vergelijkbare wijze geregistreerd en aangeduid. De 

aanduiding die gebruikt wordt voor deze WOZ-objecten, is afgeleid van een breder 

binnen de gemeente gebruikte adressering van deze terreinen. Het voorbeeld betreft een 

sportveld, zonder kleedruimten etc.


grondoppervlakte: 50.000 m 2 

soort-object: sportvelden 



Sportlaan 2 




RSGB: 

KOZ0001 

kadastrale opp.: 200.000 m 2 

(toegekend 50.000 m 2 ) 

OTR0001 

11. Overige gebouwd object, tribune 


KOZ0001 


(toegekend 50.000 m 2 ) 

Overig terrein (OTR0001) 


OOA0001 

Sportlaan 2 

Een tribune bij een sportcomplex is geen verblijfsobject of pand voor de BAG. De tribune 

is ook voor de WOZ-objectafbakening geen afzonderlijk object, maar vormt samen met 

bijvoorbeeld sportvelden en andere voorzieningen (sportcomplex) één WOZ-object. In dit 

eerste voorbeeld wordt ervan uitgegaan dat er tot het sportcomplex dat als WOZ-object is 

afgebakend één tribune, een verenigingsgebouw met kleedruimten etc. en een aantal 

sportvelden behoort. 


49

50 






soort-object: sportcomplex 


clubgebouw 





RSGB: 

KOZ0001 


VBO0001 




NRA0001 

Sportlaan 10 

PND0001 

bouwjaar 1970


tribune 



sportvelden 

oppervlakte: 800 m 2 



OGO0001 

locatie-aanduiding: tribune 



VBO0001 

KOZ0001 


VBO0001 

1.1.1 Sportcomplex zonder clubgebouw 

NRA0001 

Sportlaan 10 

NRA0001 

Sportlaan 10 

Wanneer een vereniging een eigen veld met tribune heeft, maar voor kleedruimten etc. 

gebruik maakt van een gebouw samen met andere verenigingen, dan is sprake van een 

WOZ-object, dat niet gekoppeld kan worden aan een verblijfsobject. 

In die gevallen kan de gemeente aan het sportveld ("overig terrein") een eigen 

aanduiding geven. De aanduiding van de tribune kan dan van de aanduiding van dit 

sportterrein worden afgeleid 2 . 


2 In het RSGB wordt wel nadrukkelijk de mogelijkheid genoemd dat de aanduiding van een "overig gebouwd 

object" wordt afgeleid van de nummeraanduiding van een verblijfsobject onder toevoeging van een locatieaanduiding. 

De mogelijkheid van het afleiden van een aanduiding voor een "overig gebouwd object" uit de 

aanduiding voor een "overig terrein" onder toevoeging van een locatie-aanduiding wordt in de RSGB niet 

genoemd, maar lijkt wel in overeenstemming met de strekking van RSGB. 


51

52 




soort-object: sportcomplex 


sportvelden 

oppervlakte: 8000 m 2 


tribune 



Sportlaan 16 


Windmolen 



RSGB: 

KOZ0001 


OTR0001 

oppervlakte 8000 m 2 

OGO0001 

locatie-aanduiding: tribune 



KOZ0001 



OOA0001 

Sportlaan 16 

OOA0001 

Sportlaan 16 

Een bedrijf heeft één afzonderlijke windmolen. Deze windmolen is eigendom van een 

afzonderlijke BV en vormt daarmee een afzonderlijk WOZ-object. 

Binnen het RSGB is deze windmolen een "overig gebouwd object" waarvan de 

aanduiding afgeleid kan worden van een nabijgelegen bedrijfsgebouw. 

Overige gebouwd object (OGO0001)



windturbine achter bedrijfshal 


soort-object: windturbine 






Windmolenpark 



RSGB: 

KOZ0001 



OGO0001 

locatie-aanduiding 



VBO0001 

KOZ0001 




VBO0001 

NRA0001 

Stormweg 12 

NRA0001 

Stormweg 12 

Een windmolenpark bestaat uit twintig windturbines. 

Het terrein krijgt conform het RSGB een eigen aanduiding ("overige terrein"). De 

aanduiding van de windturbines ("overig gebouwd object") wordt hiervan afgeleid 3 

Overige gebouwd object 

(OGO0001 t/m OGO0020) 

3 In RSGB is niet expliciet aangegeven of het afleiden van de aanduiding van een OGO van de aanduiding van 

een OTR ondertoevoeging van een locatie-aanduiding is toegestaan. 


53

54 




soort-object: windmolenpark 


terrein 


t/m WDO0021 

windturbines 


Stormweg 20 




RSGB: 

KOZ0001 


OTR0001 

OGO0001 t/m OGO0020 


windturbine nr. . . 


KOZ0001 


12. Hobbyweiland, bosperceel en volkstuin 


OOA0001 

Stormweg 20 

OOA0001 

Stormweg 20 

Een WOZ-object kan ook bestaan uit ongebouwde percelen waarvoor het niet 

betekenisvol is om een uniform adres toe te kennen binnen de gehele gemeentelijke 

informatievoorziening. Deze ongebouwde percelen zullen dan ook niet als een "overig 

terrein" van een breed binnen de gemeente te gebruiken adressering worden voorzien. 

Een voorbeeld hiervan is een hobbyweiland waarop een particulier als hobby een paard 

of een paar schapen heeft rondlopen en dat geen "samenstel" vormt met het WOZ-object 

waarvan zijn woning onderdeel uit maakt. Ook bijvoorbeeld een bosperceel of een 

volkstuin krijgen in het algemeen geen adressering op basis van de BAG of op basis van 

een "overig terrein". 

Hieronder is een voorbeeld gegeven van een volkstuin (zonder gebouwtje). Omdat deze 

volkstuin is gelegen aan de openbare weg kan de in de BAG geregistreerde "openbare 

ruimtenaam" worden gebruikt om dit object aan te duiden.



Volkstuin 7 


soort-object: volkstuin 




Volkstuin 7 




RSGB: 

KOZ0001 



OPR0001 

Appelweg 


KOZ0001 



OPR0001 

Appelweg 



55

56 


Bouwkavel 

Ook een bouwkavel is een ongebouwd perceel zonder gebouw erop. Echter zodra er een 

bouwvergunning verleend is voor de bouw van bijvoorbeeld een woning, is er ook een 

adres bekend voor de toekomstige woning. Immers het verblijfsobject, het pand en het 

adres worden in de BAG geregistreerd zodra de bouwvergunning is verleend. In dit 

voorbeeld wordt de bouwkavel dus volledig gekoppeld aan het verblijfsobject dat 

gebouwd gaat worden. De in de BAG geregistreerde kenmerken van dit verblijfsobject 

zijn dan nog niet van belang voor de WOZ-waardebepaling. 




soort-object: bouwkavel 


bouwkavel woning 




RSGB: 


KOZ0001 


VBO0001 



VBO0001 

KOZ0001 


VBO0001 



NRA0001 

Dorpsstraat 1 

PND0001 

bouwjaar 2010 

NRA0001 

Dorpsstraat 1

Samenhang BAG en WOZ objecten

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?