13.01.2013 Views

Kwaliteit van oogheelkundige zorg rond ... - Zichtbare Zorg

Kwaliteit van oogheelkundige zorg rond ... - Zichtbare Zorg

Kwaliteit van oogheelkundige zorg rond ... - Zichtbare Zorg

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Kiezen in <strong>zorg</strong><br />

<strong>Kwaliteit</strong> <strong>van</strong> <strong>oogheelkundige</strong><br />

<strong>zorg</strong> <strong>rond</strong> staaroperatie<br />

(cataract) in de etalage<br />

Set externe indicatoren<br />

Drs. Y.P. Henry<br />

Drs. H.C. <strong>van</strong> de Steeg<br />

J.A.I. Boogaert


“<strong>Kwaliteit</strong> <strong>van</strong> <strong>oogheelkundige</strong> <strong>zorg</strong><br />

<strong>rond</strong> staaroperatie (cataract) in de etalage”<br />

Indicatoren voor staaroperatie (cataract) als onderdeel <strong>van</strong> het<br />

ZonMw project ‘<strong>Kwaliteit</strong> <strong>van</strong> <strong>zorg</strong> in de etalage’<br />

Utrecht, 27 februari 2006<br />

Het <strong>Kwaliteit</strong>sinstituut voor de Gezondheids<strong>zorg</strong> CBO<br />

Orde <strong>van</strong> Medisch Specialisten


In het project “<strong>Kwaliteit</strong> <strong>van</strong> <strong>zorg</strong> in de etalage” hebben het <strong>Kwaliteit</strong>sinstituut voor de<br />

Gezondheids<strong>zorg</strong> CBO en de Orde <strong>van</strong> Medische Specialisten, in opdracht <strong>van</strong> ZonMw<br />

aandoeningspecifieke indicatoren ontwikkeld. Het project is een onderdeel <strong>van</strong> het<br />

voorhoedeproject “Consumenteninformatie over aandoeningspecifieke <strong>zorg</strong>producten” .<br />

Dit project wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met Wetenschappelijke<br />

beroepsverenigingen, <strong>zorg</strong>verzekeraars en consumenten (NPCF en<br />

Consumentenbond). De afstemming heeft ook betrekking op de activiteiten die ZN<br />

(inkoopgids!) en Consumentenbond reeds op het gebied <strong>van</strong> indicatorontwikkeling zijn<br />

gestart.<br />

2


Samenstelling werkgroep indicatoren staaroperatie:<br />

Dr. G.J. Bergink, oogarts<br />

Drs. Y.P. Henry, oogarts, voorzitter<br />

Drs. J.H.J. Klaver, oogarts<br />

Dr. P.J. de Lint, oogarts<br />

Dhr. G.W. Salemink, arts, adviseur (ZN)<br />

Mw. dr. C.W.J.M. Storimans, oogarts<br />

Mw. prof.dr. H.J. Völker-Dieben, oogarts<br />

Drs. B.L.M. Zijlmans, oogarts<br />

Dhr. J.A.I. Boogaert, adviseur (CBO )<br />

Mw. drs. H.C. <strong>van</strong> de Steeg, adviseur (CBO)<br />

Centraal begeleidingsteam:<br />

Ir. T.A. <strong>van</strong> Barneveld (CBO)<br />

Mw. Drs. N. Beersen (CBO)<br />

Mw. Drs. J.J. <strong>van</strong> Croonenborg (CBO)<br />

Dr. J.J.E. <strong>van</strong> Everdingen (CBO)<br />

Mw. Dr. M. Kallewaard (Orde <strong>van</strong> Medisch Specialisten)<br />

3


Inhoudsopgave<br />

1. Procesbeschrijving 5<br />

1.1. Waarom externe indicatoren bij diagnose-behandeling-combinaties? 5<br />

1.2. Hoe is het project ‘kwaliteit <strong>van</strong> <strong>zorg</strong> in de etalage’ tot stand gekomen? 5<br />

1.3. Voor wie zijn de indicatoren uit het project bedoeld? 5<br />

1.4. Waarom participeren Orde en wetenschappelijke verenigingen 6<br />

in dit traject?<br />

1.5. Welke werkgroepen? 6<br />

1.6 Welke afspraken zijn er gemaakt met het Nederlands Oogheelkundig<br />

Gezelschap? 7<br />

1.7 Hoe zijn de indicatoren tot stand gekomen? 7<br />

2. Factsheets indicatoren staaroperatie 9<br />

1 Dataregistratie <strong>van</strong> pré-/per-/post-operatieve data 9<br />

2 Complicatie achterkapselruptuur met glasvocht in voorste<br />

oogkamer (peroperatief) 12<br />

3 De tijdsperiode tussen operatie <strong>van</strong> 1 e en 2 e oog 15<br />

4 Anesthesiologie: pre-operatieve screening door de anesthesioloog 18<br />

3. Lijst met besproken en afgewezen indicatoren 19<br />

4. Leeswijzer 23<br />

4.1 Wat is een indicator? 23<br />

4.2 Wat is het doel <strong>van</strong> de gekozen <strong>oogheelkundige</strong> indicatoren? 23<br />

4.3 Wat is een cataract? 23<br />

4.4 Wat is de behandeling <strong>van</strong> staar? 24<br />

4.5 Welke indicatoren heeft het NOG voor staar<br />

gekozen en waarom? 25<br />

4.6 Wat zou de score op deze indicatoren kunnen betekenen? 26<br />

5. Verwerken commentaar consultatie<strong>rond</strong>e 29<br />

Bijlage 1 Autorisatie indicatoren door NOG 33<br />

4


1 Procesbeschrijving<br />

1.1 Waarom externe indicatoren bij diagnose-behandeling-combinaties?<br />

Per 1 januari 2005 zijn in Nederland de diagnose-behandeling-combinaties (DBC’s)<br />

ingevoerd. De omslag <strong>van</strong> een aanbodgestuurde naar een vraaggestuurde <strong>zorg</strong> betekent<br />

een omschakeling <strong>van</strong> budgetfinanciering naar DBC-financiering. Voor 10 procent <strong>van</strong> de<br />

DBC’s geldt dat ze worden gebaseerd op vrij onderhandelbare DBC-prijzen. Voor dit<br />

gedeelte <strong>van</strong> de DBC’s zullen <strong>zorg</strong>instellingen en <strong>zorg</strong>verzekeraars namens de patiënt met<br />

elkaar gaan onderhandelen over de prijs, het volume en de kwaliteit <strong>van</strong> de DBC’s. Dit is een<br />

belangrijke mijlpaal op de weg naar meer vraaggestuurde ziekenhuis<strong>zorg</strong> aan de hand <strong>van</strong><br />

prestatiegegevens. Deze kunnen met behulp <strong>van</strong> zogenoemde externe indicatoren worden<br />

gepresenteerd.<br />

1.2 Hoe is het project ‘kwaliteit <strong>van</strong> <strong>zorg</strong> in de etalage’ tot stand gekomen?<br />

Alle partijen in de gezondheids<strong>zorg</strong> zijn het erover eens dat externe indicatoren bij de<br />

invoering <strong>van</strong> de DBC’s een cruciale rol gaan spelen. VWS heeft via ZonMw het<br />

<strong>Kwaliteit</strong>sinstituut voor de Gezondheids<strong>zorg</strong> CBO en de Orde <strong>van</strong> Medisch Specialisten<br />

uitgenodigd “om in een samenwerkingsverband een subsidieaanvraag in te dienen voor het<br />

project “Aandoeningspecifieke indicatoren: patiëntveiligheid en effectiviteit”. Het project is<br />

een onderdeel <strong>van</strong> het voorhoedeproject “Consumenteninformatie over<br />

aandoeningspecifieke <strong>zorg</strong>producten” (Brief <strong>van</strong> ZonMw aan het CBO en Orde <strong>van</strong> Medisch<br />

Specialisten).<br />

Voor de validering <strong>van</strong> de externe indicatoren in het onderhavige project, is de ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> de interne indicatoren essentieel. Daarom zal het samenwerkingsverband tussen CBO<br />

en Orde nauw samenwerken en afstemming zoeken met de activiteiten die worden ontplooid<br />

in het kader <strong>van</strong> de te gunnen subsidie door VWS aan de Orde voor de ontwikkeling <strong>van</strong><br />

interne indicatoren. Externe indicatoren kunnen pas goed gebruikt worden als het <strong>zorg</strong>proces<br />

adequaat is beschreven, de beschrijving breed is gedragen en als er een set interne<br />

indicatoren beschikbaar is voor verder uitdieping <strong>van</strong> eventueel gebleken tekortkomingen.<br />

De activiteiten ten behoeve <strong>van</strong> het huidige project dienen te geschieden in nauwe<br />

samenwerking met de Wetenschappelijke Verenigingen (WV-en) en in goede afstemming<br />

met de ziekenhuizen, <strong>zorg</strong>verzekeraars en consumenten. De afstemming heeft ook<br />

betrekking op de activiteiten die ZN (inkoopgids!) en Consumentenbond reeds op het gebied<br />

<strong>van</strong> indicatorontwikkeling zijn gestart.<br />

De te ontwikkelen indicatoren dienen inzicht te geven in de kwaliteit <strong>van</strong> <strong>zorg</strong> wat betreft<br />

twee onderdelen: effectiviteit en veiligheid. Voor een derde onderdeel, de ontwikkeling <strong>van</strong><br />

indicatoren voor patiëntgerichtheid, zijn NIVEL en de UVA benaderd.<br />

1.3 Voor wie zijn de indicatoren uit het project bedoeld?<br />

In dit project gaat het primair om het ontwikkelen <strong>van</strong> keuze- (verantwoordings) informatie<br />

gekoppeld aan DBC’s voor patiënten en consumenten. Daar de patiënt echter te maken<br />

heeft met een verzekeraar die <strong>zorg</strong> voor hem/haar inkoopt, zijn deze indicatoren idealiter ook<br />

geschikt voor de inkoop <strong>van</strong> <strong>zorg</strong>.<br />

De Orde <strong>van</strong> Medisch Specialisten en <strong>Zorg</strong>verzekeraars Nederland (ZN) hebben in onderling<br />

overleg afgesproken dat voor de <strong>zorg</strong>inkoop <strong>van</strong> 2007 gebruik gemaakt wordt <strong>van</strong> de door<br />

de werkgroep (zie punt 5) ontwikkelde indicatoren.<br />

5


1.4 Waarom participeren Orde en wetenschappelijke verenigingen in dit traject?<br />

Nadat de afgelopen decennia eerst op vrijwillige basis allerlei vormen en systemen <strong>van</strong><br />

prestatiemeting werden geïntroduceerd in de vorm <strong>van</strong> intercollegiale toetsing en vergelijking, is<br />

die roep om transparantie en verantwoording inmiddels zo groot geworden dat ook de<br />

maatschappij, inclusief de overheid, de <strong>zorg</strong>aanbieders hierop aanspreekt. Zo staat op de<br />

website <strong>van</strong> het Ministerie <strong>van</strong> VWS: ‘De overheid vraagt dat de partijen in de <strong>zorg</strong> hun<br />

wettelijke vastgelegde verantwoordelijkheden waarmaken. (…) Het behoort tot de<br />

professionaliteit <strong>van</strong> <strong>zorg</strong>aanbieders om zich publiekelijk te verantwoorden over de kwaliteit en<br />

de doelmatigheid <strong>van</strong> de <strong>zorg</strong>.’ In het verlengde <strong>van</strong> het project Modernisering Regelgeving<br />

heeft de Orde samen met de Wetenschappelijke Verenigingen het ‘Geïntegreerd<br />

<strong>Kwaliteit</strong>sbeleid Medisch Specialisten’ ontwikkeld, waarin diverse kwaliteitsinstrumenten zijn<br />

uitgewerkt. Hierbij nemen richtlijnen en indicatoren een belangrijke plaats in.<br />

De vraag naar transparantie en verantwoording is door verschillende partijen op de agenda<br />

gezet en opgepakt. Zodoende worden ziekenhuizen en specialisten nu door diverse<br />

instanties jaarlijks gevraagd getallen aan te leveren over uiteenlopende onderwerpen. Men<br />

denke o.a. aan de enquêtes <strong>van</strong> de Consumentenbond, de basisset Prestatieindicatoren <strong>van</strong><br />

IGZ en ZN-indicatoren voor de inkoop <strong>van</strong> <strong>zorg</strong>. De vragen zijn tot nu toe niet of<br />

onvoldoende op elkaar afgestemd.<br />

Met het ZonMw-project hoopt de Orde hierin een zekere trechtering en meer uniformering te<br />

verkrijgen waardoor de indicatoren ook beter onderling vergelijkbaar worden. Voor de Orde<br />

was het dan ook een belangrijke voorwaarde dat bij het starten <strong>van</strong> het project verzekeraars,<br />

consumenten en IGZ zich zouden committeren aan dit traject.<br />

1.5 Welke werkgroepen?<br />

De in dit project te ontwikkelen indicatoren hebben betrekking op de specialismen<br />

(maatschappen) die primair verantwoordelijk zijn voor de hieraan gekoppelde DBC’s. Zie<br />

tabel 1 voor de aandoeningen waarvoor externe indicatoren worden ontwikkeld.<br />

Tabel 1. Aandoeningen en wetenschappelijke verenigingen<br />

Aandoening Wetenschappelijke vereniging<br />

Liesbreuk Nederlandse Vereniging voor Heelkunde<br />

Diabetes mellitus Nederlandsche Internisten Vereeniging<br />

Incontinentie bij de vrouw Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie<br />

Staaroperatie (cataract) Nederlands Oogheelkundig Gezelschap<br />

Heup- en kniever<strong>van</strong>ging Nederlandse Orthopaedische Vereniging<br />

Mammacarcinoom Nederlandse Vereniging voor Heelkunde<br />

Voor elk <strong>van</strong> bovenstaande onderwerpen is een werkgroep opgericht. Naast specialisten uit<br />

de verantwoordelijke wetenschappelijke vereniging zijn daar waar gewenst ook specialismen<br />

die betrokken zijn (bijv. radiologen, microbiologen, anesthesiologen, pathologen etc.) bij de<br />

<strong>zorg</strong> die met de betreffende DBC’s wordt geleverd uitgenodigd. Daarnaast is per werkgroep<br />

een vertegenwoordiger <strong>van</strong> de verzekeraars, patiënten en eventueel verpleegkundigen<br />

uitgenodigd. De verantwoordelijke wetenschappelijke vereniging is eigenaar <strong>van</strong> de<br />

uiteindelijke indicatorenset. De overige betrokkenen hebben een adviserende rol.<br />

6


De werkgroep indicatoren staaroperatie (cataract) bestond uit de volgende leden:<br />

Dr. G.J. Bergink, oogarts<br />

Dhr. J.A.I. Boogaert, adviseur CBO<br />

Drs. Y.P. Henry, oogarts, voorzitter<br />

Drs. J.H.J. Klaver, oogarts<br />

Dr. P.J. de Lint, oogarts<br />

Dhr. G.W. Salemink, arts, adviseur namens ZN<br />

Mw. drs. H.C. <strong>van</strong> de Steeg, adviseur CBO<br />

Mw. dr. C.W.J.M. Storimans, oogarts<br />

Mw. prof.dr. H.J. Völker-Dieben, oogarts<br />

Drs. B.L.M. Zijlmans, oogarts<br />

De oogartsen in de werkgroep zijn benoemd door het Nederlands Oogheelkundig<br />

Gezelschap (NOG). De vertegenwoordiger <strong>van</strong> ZN (dhr. G. Salemink) heeft <strong>van</strong>af de 2 e<br />

vergadering als adviseur geparticipeerd in de werkgroep. Ook de NPCF is gevraagd deel te<br />

nemen, maar was niet in staat een adviseur af te vaardigen.<br />

In de werkgroep is besloten dat optometristen en (gespecialiseerd) verpleegkundigen die<br />

werkzaam zijn in een tweedelijnsinstelling wel <strong>van</strong> belang zijn <strong>van</strong>wege hun aandeel bij de<br />

pré- en postoperatieve cataract<strong>zorg</strong>, maar niet betrokken hoefden te worden bij de<br />

werkgroep <strong>van</strong>wege het verlengde armprincipe (werkzaam onder verantwoordelijkheid<br />

oogarts). Aan de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie is specifiek advies gevraagd<br />

mee te denken over indicatoren met betrekking tot pre-operatief triage op OK risico’s en<br />

bewaking tijdens een staarextractie.<br />

1.6 Welke afspraken zijn er gemaakt met Nederlands Oogheelkundig Gezelschap?<br />

De werkgroep heeft als opdracht om in maart 2006 de definitieve indicatorenset op te<br />

leveren aan ZonMw. De werkgroep indicatoren staaroperatie zal voordat zij de definitieve set<br />

oplevert, de set ter consultatie aanbieden aan de leden <strong>van</strong> het Nederlands Oogheelkundig<br />

Gezelschap. De concept indicatorset wordt parallel ter consultatie aangeboden aan alle<br />

betrokken partijen: NVZ, NFU, NPCF, Consumentenbond, ZN, IGZ en OMS.<br />

Na het verwerken <strong>van</strong> het binnengekomen commentaar door de werkgroep worden de<br />

indicatoren door het bestuur ter goedkeuring voorgelegd aan de ledenvergadering <strong>van</strong> het<br />

NOG en daarna door CBO/Orde aangeboden aan begeleidingscommissie <strong>van</strong> ZonMw.<br />

Het NOG is voornemens de set indicatoren jaarlijks te evalueren en bij te stellen, indien<br />

nodig geacht op basis <strong>van</strong> evidence en/of expert opinion.<br />

1.7 Hoe zijn de indicatoren tot stand gekomen?<br />

Iedere werkgroep is begonnen met het vaststellen voor welke patiëntengroepen,<br />

verrichtingen en kwaliteitsdomeinen indicatoren worden ontwikkeld.<br />

De werkgroep indicatoren staaroperatie heeft het onderwerp waarvoor de indicatoren worden<br />

ontwikkeld, beperkt tot patiënten met ouderdomsstaar (≥ 50 jaar), zonder oculaire<br />

comorbiditeit, bijvoorbeeld traumatisch cataract, en zonder algemene comorbiditeit die<br />

uitvoering <strong>van</strong> de staaroperatie bemoeilijkt. Als voorbeeld <strong>van</strong> algemene comorbiditeit<br />

worden dementie, doofheid en ernstige COPD genoemd.<br />

De indicatoren hebben betrekking op de operatietechniek extracapsulaire cataractextractie<br />

(ECCE) middels de fako-emulsificatietechniek (niet in combinatie met andere<br />

<strong>oogheelkundige</strong> chirurgie in dezelfde zitting).<br />

7


De te ontwikkelen indicatoren dienen inzicht te geven in de kwaliteit <strong>van</strong> <strong>zorg</strong> wat betreft<br />

twee onderdelen: effectiviteit en veiligheid.<br />

In opdracht <strong>van</strong> de Orde <strong>van</strong> medisch specialisten is een methodologisch instrument<br />

ontwikkeld dat dient als evaluatie- en toetsingskader voor indicatoren. In de toekomst te<br />

ontwikkelen <strong>zorg</strong>inhoudelijke indicatoren dienen aan de methodologische eisen <strong>van</strong> dit<br />

zogenaamde AIRE – instrument (Appraisal of Indicators, Research and Evaluation). Bij het<br />

opstellen de indicatoren zijn alle rele<strong>van</strong>te elementen uit het AIRE-instrument toegepast.<br />

Vervolgens is geïnventariseerd welke indicatoren nationaal en internationaal reeds zijn<br />

ontwikkeld. Daarvoor zijn de volgende bronnen benut:<br />

a. Nederlandse evidence based richtlijnen<br />

b. Internationale evidence based richtlijnen<br />

c. Websites <strong>van</strong> organisaties gespecialiseerd op het terrein <strong>van</strong> kwaliteitsindicatoren.<br />

d. Systematische zoekactie naar (inter)nationale literatuur<br />

e. Indicatoren voorgedragen door andere partijen in het project (bijvoorbeeld ZN, IGZ)<br />

f. Expert opinion (o.a. werkgroepleden)<br />

Op basis <strong>van</strong> bovenstaande bronnen is een overzicht <strong>van</strong> potentiële indicatoren (groslijst)<br />

gemaakt. Door de groslijst in verschillende vergaderingen te bespreken heeft de werkgroep<br />

een uiteindelijke lijst <strong>van</strong> 27 indicatoren kunnen samenstellen. Op basis <strong>van</strong> criteria genoemd<br />

in het AIRE-instrument heeft selectie uit deze lijst <strong>van</strong> indicatoren plaatsgevonden.<br />

Argumentatie voor afwijzing <strong>van</strong> indicatoren uit de lijst is gedocumenteerd (zie paragraaf 2:<br />

lijst met de belangrijkste besproken en afgewezen indicatoren DBC Staaroperatie). De drie<br />

geselecteerde indicatoren zijn uitgewerkt in een factsheet (zie paragraaf 3 factsheets). In de<br />

factsheets worden per indicator de volgende eigenschappen <strong>van</strong> de indicator beschreven<br />

(proces, structuur, uitkomst) en het kwaliteitsdomein waarop de indicator betrekking heeft<br />

(veiligheid, effectiviteit, etc.). Tevens wordt beschreven of er sprake is <strong>van</strong> variatie in de<br />

kwaliteit <strong>van</strong> <strong>zorg</strong>. In het verlengde hier<strong>van</strong> wordt beschreven of (en zo ja, hoe) er<br />

mogelijkheden tot verbetering zijn. De operationalisatie (teller, noemer etc.) <strong>van</strong> de indicator<br />

wordt gegeven. Voor iedere indicator wordt de validiteit, betrouwbaarheid, het discriminerend<br />

vermogen en de registreerbaarheid beschreven. Tot slot worden suggesties gegeven voor<br />

eventueel geconstateerde beperkingen (bijv. case mix correctie, balansindicatoren etc.).<br />

Om als keuze-informatie voor de patiënt te kunnen dienen, zijn leeswijzers voor de<br />

indicatoren onontbeerlijk. De ontwikkeling hier<strong>van</strong> behoorde niet tot de opdracht <strong>van</strong> deze<br />

projectgroep. In de laatste fase <strong>van</strong> het traject is een leeswijzer ontwikkeld door de<br />

projectleiding in afstemming met de voorzitter <strong>van</strong> de werkgroep (zie paragraaf 4). Deze<br />

leeswijzers zullen de komende maanden door andere partijen (Consumentenbond, NPCF<br />

en RIVM (Kiesbeter.nl) nog verder worden ontwikkeld.<br />

Om te komen tot de uiteindelijke set <strong>van</strong> indicatoren zijn indicator-eigenaren toegewezen. De<br />

werkgroep staaroperatie heeft 7 keer plenair vergaderd, waar<strong>van</strong> eenmaal telefonisch<br />

gedurende de periode juni 2005 tot december 2005.<br />

8


2 Factsheets indicatoren staaroperatie (cataract)<br />

1. Dataregistratie <strong>van</strong> pré-/per-/post-operatieve data<br />

Relatie tot kwaliteit Op dit moment ontbreekt in Nederland een uniforme registratie<br />

waardoor er weinig inzicht is in de betekenis <strong>van</strong> verschillende<br />

uitkomsten. Het is wenselijk dat de registratie en analyse <strong>van</strong> pré-,<br />

per- en postoperatieve gegevens over een staaroperatie<br />

geoptimaliseerd wordt, zodat er meer inzicht verkregen kan worden<br />

Definitie (s)<br />

Operationalisatie<br />

in de uitkomsten en kwaliteit <strong>van</strong> de cataractchirurgie.<br />

a. Aanwezigheid <strong>van</strong> een complicatieregistratie voor<br />

cataractextracties in een gegevensbestand.<br />

b. Aanwezigheid <strong>van</strong> pré-, per- en postoperatieve dataregistratie<br />

voor cataractextracties in een gegevensbestand.<br />

Cataract:<br />

Cataract of grijze staar is een vertroebeling <strong>van</strong> de ooglens. Bij een<br />

cataractoperatie wordt de ooglens ver<strong>van</strong>gen door een kunstlens.<br />

Als uw ziekenhuis verschillende locaties/vestigingen heeft waar<br />

patiënten met cataract worden behandeld, is het <strong>van</strong> belang dat u<br />

<strong>van</strong> alle locaties/vestigingen apart gegevens registreert.<br />

1. Hebt u voor cataractextracties een complicatie dataregistratie in een<br />

gegevensbestand?<br />

Ja / Nee*<br />

Welk registratiesysteem gebruikt u: …………<br />

2. Houdt u voor cataractextracties een dataregistratie bij voor préoperatieve<br />

data? Ja / Nee*<br />

Welk registratiesysteem gebruikt u: …………<br />

3. Houdt u voor cataractextracties een dataregistratie bij voor peroperatieve<br />

data? Ja / Nee*<br />

Welk registratiesysteem gebruikt u: …………<br />

4. Houdt u voor cataractextracties een dataregistratie bij voor postoperatieve<br />

data? Ja / Nee*<br />

Welk registratiesysteem gebruikt u: …………<br />

*Doorhalen wat niet <strong>van</strong> toepassing is.<br />

In/ exclusiecriteria Inclusie: seniele cataract (> 50 jaar) zonder oculaire co-morbiditeit<br />

en zonder algemene comorbiditeit die de uitvoering <strong>van</strong> de<br />

cataractoperatie bemoeilijkt. Als voorbeelden daar<strong>van</strong> worden<br />

dementie, doofheid en ernstig COPD genoemd).<br />

Type indicator Structuur<br />

<strong>Kwaliteit</strong>sdomein Effectiviteit, Veiligheid<br />

Achterg<strong>rond</strong> en variatie in kwaliteit <strong>van</strong> <strong>zorg</strong><br />

Bij cataract is sprake <strong>van</strong> een geleidelijke vertroebeling <strong>van</strong> de lens met als gevolg een<br />

daling <strong>van</strong> de gezichtsscherpte die uiteindelijk tot blindheid kan leiden. Afhankelijk <strong>van</strong> de<br />

vorm <strong>van</strong> slechtziendheid en het stadium <strong>van</strong> de aandoening zal de kwaliteit <strong>van</strong> leven meer<br />

of minder sterk aangetast zijn.<br />

Cataract kan verholpen worden door een chirurgische ingreep waarbij de troebele lens wordt<br />

ver<strong>van</strong>gen door een kunstlens. In 2004 werden er in Nederland ongeveer 130.000 operaties<br />

uitgevoerd.<br />

9


Het is wenselijk dat de registratie en analyse <strong>van</strong> pré-, per- en postoperatieve gegevens<br />

(data) geoptimaliseerd wordt, zodat er meer inzicht verkregen kan worden in de uitkomsten<br />

en daarmee in de kwaliteit <strong>van</strong> de cataractchirurgie. Op dit moment ontbreekt in Nederland<br />

een uniforme registratie waardoor er weinig inzicht bestaat in de betekenis <strong>van</strong> de<br />

verschillende uitkomsten, zoals complicaties, heroperaties, juiste handelswijze, prestaties<br />

<strong>van</strong> instellingen e.d. Variatie in registratie lijkt aanwezig: een enquête onder alle<br />

cataractchirurgen in Nederland liet zien dat 54% <strong>van</strong> de oogartsen een computerprogramma<br />

gebruikt voor cataractdata verwerking (ongepubliceerd, juni ’05, responsrate 72%).<br />

Een belangrijk onderdeel <strong>van</strong> de dataregistratie moeten de per- en postoperatieve<br />

complicaties zijn. Een cataractoperatie kan namelijk gepaard gaan met ernstige complicaties<br />

zoals infecties, het loslaten <strong>van</strong> de retina, intraoculaire lensdislocaties en bloedingen.<br />

De registratie en de analyse <strong>van</strong> complicaties kunnen ertoe bijdragen dat oorzaken <strong>van</strong><br />

complicaties worden achterhaald en complicaties daarmee in de toekomst voorkomen<br />

kunnen worden. Uit het rapport ‘Het resultaat telt!’ waarin de prestaties <strong>van</strong> ziekenhuizen in<br />

2003 worden weergegeven (IGZ, 2005), blijkt het volgende: 58 ziekenhuizen hielden een<br />

registratie bij <strong>van</strong> complicaties na een cataractoperatie, 33 <strong>van</strong> de 98 ziekenhuizen gaven<br />

aan dit niet te doen en 7 ziekenhuizen bleven het antwoord schuldig (waar<strong>van</strong> 2 categorale<br />

ziekenhuizen die geen cataractoperaties uitvoeren). Volgens het rapport gaven de<br />

ziekenhuizen in de toelichting regelmatig aan te wachten op de ontwikkelingen in de<br />

complicatieregistraties <strong>van</strong> de landelijke verenigingen. Sommige ziekenhuizen gaven aan te<br />

wachten op de invoering <strong>van</strong> een elektronisch patiëntendossier (EPD). Hoe de stand <strong>van</strong><br />

zaken momenteel is op het gebied <strong>van</strong> uniforme registratie is niet bekend bij het Nederlands<br />

Oogheelkundig Gezelschap (NOG).<br />

Mogelijkheden tot verbetering<br />

Professionals kunnen deels zelf verbeteringen in de dataregistratie bewerkstelligen. Het is<br />

noodzakelijk dat dataregistratie, inclusief complicatieregistratie, wordt geïntegreerd in het<br />

EPD. Dit is momenteel niet het geval.<br />

Validiteit<br />

De validiteit is goed. De indicator wordt als belangrijk beschouwd door de werkgroep. De<br />

aanwezigheid <strong>van</strong> een dataregistratie, met als belangrijk onderdeel een<br />

complicatieregistratie, is een voorwaarde voor veel (potentiële) andere (uitkomst-)<br />

indicatoren.<br />

Er is overlap met de bestaande structuurindicator over complicatieregistratie uit de ‘basisset<br />

prestatieindicatoren’ <strong>van</strong> IGZ, tevens overgenomen door ZN (vraag 1). Echter, de werkgroep<br />

acht het belangrijk meer gegevens te registreren dan alleen complicaties (vraag 2, 3, 4).<br />

Betrouwbaarheid<br />

De werkgroep is <strong>van</strong> mening dat de indicator onder gelijkblijvende omstandigheden (min of<br />

meer) dezelfde resultaten oplevert.<br />

Discriminerend vermogen<br />

De werkgroep is <strong>van</strong> mening dat de indicator veranderingen in de kwaliteit <strong>van</strong> <strong>zorg</strong><br />

detecteert. Wanneer meer instellingen een complicatie dataregistratie in een<br />

computerdatabase invoeren, dan laat de indicator dit zien.<br />

10


Minimale bias/ beschrijving rele<strong>van</strong>te case-mix<br />

Controle voor verschillen in demografische en sociaal-economische samenstelling of in<br />

gezondheidsstatus <strong>van</strong> patiëntengroepen is niet nodig volgens de werkgroep.<br />

Registratie<br />

Als structuurindicator is deze indicator slechts ten dele door <strong>zorg</strong>verleners te beïnvloeden en<br />

wordt hij niet als belastend beschouwd. Echter, de tijdsinvestering voor daadwerkelijke<br />

dataregistratie, verzamelen <strong>van</strong> geregistreerde data en het verwerken daar<strong>van</strong>, zal naar het<br />

zich laat aanzien niet werklast- en kostenneutraal zijn. Dataregistratie (en in de nabije<br />

toekomst ook implantaatregistratie) kan alleen landelijk dekkend worden uitgevoerd als de<br />

kosten (geoormerkt) worden meegenomen in de af te spreken DBC prijs tussen<br />

<strong>zorg</strong>verzekeraar en <strong>zorg</strong>instelling (management).<br />

Het ontbreekt aan (uniformiteit in) ICT ondersteuning binnen de instellingen. Data- en<br />

complicatieregistratie zijn niet geïntegreerd in het EPD op dit moment, waardoor <strong>van</strong> een<br />

koppeling <strong>van</strong> beide systemen geen sprake kan zijn.<br />

De werkgroep geeft er de voorkeur aan om deze indicator gefaseerd in te voeren en<br />

daarmee aan te sluiten bij de geautomatiseerde mogelijkheden tot dataregistratie binnen de<br />

beroepsvereniging. De werkgroep stelt voor gedurende om de indicator het eerste jaar als<br />

structuurindicator op te nemen om <strong>van</strong>af het daaropvolgende jaar, na het realiseren <strong>van</strong> een<br />

financiële tegemoetkoming voor het registreren en verwerken <strong>van</strong> de data, deze als<br />

procesindicator op te nemen.<br />

De commissie complicatieregistratie <strong>van</strong> het NOG is gestart met het ontwerpen <strong>van</strong> een<br />

web-based database programma, gebaseerd op parameters <strong>van</strong> het bestaande en tot op<br />

heden gebruikte CPO (Cataract Post Op) programma. De commissie hoopt zo voorwaarden<br />

voor een landelijke dataregistratie en -verwerking te scheppen. Tijdens de<br />

voorjaarsvergadering 2006 <strong>van</strong> het NOG wordt de leden <strong>van</strong> de beroepsgroep een concreet<br />

voorstel gedaan voor een web-based database. Na een discussie<strong>rond</strong>e dient het voorstel<br />

door de vergadering te worden geaccepteerd en kan vervolgens een implementatietraject<br />

worden gestart.<br />

Referenties<br />

• Inspectie voor de Gezondheids<strong>zorg</strong> (2005). Het resultaat telt. Prestatie-indicatoren als<br />

onafhankelijke graadmeter voor de kwaliteit <strong>van</strong> in ziekenhuizen verleende <strong>zorg</strong>. Den<br />

Haag. Bereikbaar op:<br />

https://webcollect.rivm.nl/deverbetermeter/achterg<strong>rond</strong>documenten/Rapport_Het_resulta<br />

at_telt.pdf<br />

• LMR Prismant www.prismant.nl<br />

11


2. Complicatie achterkapselruptuur met glasvocht in voorste oogkamer<br />

(peroperatief)<br />

Relatie tot kwaliteit Een cataractoperatie kan gepaard gaan met complicaties zoals<br />

bijvoorbeeld infecties, het loslaten <strong>van</strong> de retina, achterkapselruptuur<br />

al dan niet met lensmassa in glasvocht of bloedingen.<br />

Definitie (s)<br />

Complicaties zijn ongewenste effecten <strong>van</strong> <strong>zorg</strong> die voor de patiënt én<br />

voor de <strong>zorg</strong>verleners belastend zijn. Complicaties kunnen het gevolg<br />

zijn <strong>van</strong> fouten, maar kunnen ook een ‘normaal’ risico zijn <strong>van</strong> <strong>zorg</strong>.<br />

Een belangrijke complicatie is achterkapselruptuur. Hierbij kan<br />

glasvochtverlies optreden in de voorste oogkamer. In dat geval vindt<br />

vitrectomie plaats waarvoor vitrectomieapparatuur wordt gebruikt. Het<br />

gebruik <strong>van</strong> deze apparatuur wordt geregistreerd. De registratie en<br />

analyse <strong>van</strong> complicaties kan de kwaliteit <strong>van</strong> de cataractchirurgie<br />

verbeteren.<br />

Percentage cataractoperaties waarbij peroperatief gebruik is gemaakt<br />

<strong>van</strong> (disposable) vitrectoom.<br />

Teller Aantal keer peroperatief gebruik (disposable) vitrectoom ten behoeve<br />

<strong>van</strong> een cataractoperatie <strong>van</strong> 1 januari t/m 31 december<br />

Noemer Totaal aantal cataractoperaties <strong>van</strong> 1 januari t/m 31 december<br />

In/ exclusiecriteria Inclusie: seniele cataract (> 50 jaar) zonder oculaire co-morbiditeit en<br />

zonder algemene co-morbiditeit, bijvoorbeeld dementie, doofheid en<br />

ernstige COPD, die de uitvoering <strong>van</strong> de cataract operatie bemoeilijkt.<br />

Type indicator Uitkomstindicator, waarbij het gebruik <strong>van</strong> een vitrectoom een<br />

maatstaf is voor de uitkomst: complicatie achterkapselruptuur met<br />

glasvochtverlies.<br />

<strong>Kwaliteit</strong>sdomein Veiligheid, effectiviteit<br />

Achterg<strong>rond</strong> en Variatie in kwaliteit <strong>van</strong> <strong>zorg</strong><br />

Een achterkapselruptuur is een <strong>van</strong> de meest voorkomende complicaties <strong>van</strong><br />

cataractchirurgie. De incidentie tijdens faco-emulsificatie varieert, maar is meestal laag: 2,2%<br />

(European Outcome Study, Lundström et al, 2001), 4,1% (Ionides A et al, 2001).<br />

Achterkapselruptuur komt meer voor bij minder ervaren chirurgen (Vajpayee et al, 2001). Bij<br />

achterkapselruptuur kan glasvochtverlies optreden in de voorste oogkamer. In de European<br />

Outcome Study is de incidentie voor glasvochtverlies 1,5% (Lundström et al, 2001).<br />

Na een achterkapselruptuur zijn visusresultaten soms minder goed als bij chirurgie zonder<br />

complicaties. Achterkapselruptuur geeft een 3,8 maal zo grote kans op een eindvisus < 0,5<br />

(Ionides et al, 2001). Overigens hebben de meeste ogen met een achterkapselruptuur een<br />

goede visus in de vroege postoperatieve periode (3 maanden). Eén <strong>van</strong> de risicofactoren<br />

voor een slechtere visus betreft glasvochtverlies waarvoor vitrectomie nodig was (Chan,<br />

2003). Bovendien geeft achterkapselruptuur een grotere kans op een suprachorioidale<br />

bloeding tijdens de operatie (Ling, 2004) en op een postoperatieve endophthalmitis (Wong,<br />

2004; Koc, 2002).<br />

12


In Duitsland wordt deze indicator al gebruikt. Daar is de incidentie 0,92% met een spreiding<br />

tussen ziekenhuizen <strong>van</strong> 0,0 tot 13% (BQS, 2003). Daarbij wordt aangegeven dat sommige<br />

instellingen opmerkelijk genoeg geen enkel geval melden. Onderrapportage zal worden<br />

nagegaan.<br />

Momenteel zijn geen gegevens over de incidentie in en variatie tussen Nederlandse centra<br />

beschikbaar. Niettemin verwacht de werkgroep dat er variatie is tussen ziekenhuizen voor<br />

deze indicator. De incidentie zal naar verwachting hoger zijn in opleidingsziekenhuizen.<br />

Validiteit<br />

De literatuur verschaft aanwijzingen dat de indicator betrekking heeft op een belangrijk<br />

aspect <strong>van</strong> de kwaliteit <strong>van</strong> <strong>zorg</strong>. De oogarts kijkt naar achterkapselruptuur met<br />

glasvochtverlies in de voorste oogkamer, waarvoor per-operatief vitrectoomgebruik als<br />

maatstaf wordt gebruikt. Case-mix speelt mogelijk een rol (zie verder).<br />

Betrouwbaarheid<br />

De betrouwbaarheid <strong>van</strong> de indicator hangt af <strong>van</strong> de operationalisatie en wijze <strong>van</strong><br />

registratie. De werkgroep acht het meest betrouwbaar om peroperatief vitrectoomgebruik<br />

tijdens cataractoperatie (<strong>van</strong>wege kapselruptuur met glasvochtverlies) vast te stellen; bij<br />

herhaalde meting en gelijk blijvende meetcondities mag eenzelfde uitkomst worden<br />

verwacht.<br />

Discriminerend vermogen<br />

De werkgroep verwacht, gezien de lage incidentie, dat de indicator matig discrimineert.<br />

Mogelijkheden tot verbetering<br />

De indicator geeft aan hoe kundig het operatieteam is; <strong>zorg</strong>verleners hebben hierop invloed.<br />

Het optreden <strong>van</strong> achterkapselruptuur wordt beïnvloed door de ervaring <strong>van</strong> de oogartsen<br />

(Vajpayee et al, 2001) en organisatie binnen de instelling waar de cataractoperatie wordt<br />

uitgevoerd. Waarschijnlijk is de incidentie <strong>van</strong> achterkapselrupturen hoger in een<br />

opleidingscentrum dan in een niet-opleidingscentrum. Daarom zal tussen deze centra<br />

onderscheid worden gemaakt. Kapselruptuur met glasvochtverlies kan grotendeels<br />

voorkomen worden door ervaring <strong>van</strong> de arts, het operatieteam, beschikbaarheid <strong>van</strong> de<br />

juiste infrastructuur en instrumentarium, <strong>zorg</strong>vuldigheid en de juiste operatietechniek.<br />

Minimale bias/beschrijving rele<strong>van</strong>te case-mix<br />

Het gebruik <strong>van</strong> een vitrectoom zal toenemen indien in een bepaalde patiëntengroep meer<br />

risicofactoren aanwezig zijn, bijvoorbeeld:<br />

- (Hyper)matuur cataract geeft een hogere kans op kapselruptuur.<br />

- Op hoge leeftijd (>80 jr) bestaat het grootste risico op achterkapselruptuur (Ionides A et<br />

al, 2001).<br />

Voor elke geopereerde patiënt dienen case-mix variabelen geregistreerd te worden om deze<br />

later met gegevens <strong>van</strong> vitrectoomgebruik te kunnen analyseren. Na analyse op een<br />

dieperliggend niveau kan op een juiste manier risk-adjustment worden toegepast.<br />

Registratie<br />

Een mogelijkheid voor registratie is aan de hand <strong>van</strong> vitrectoomgebruik. Wanneer<br />

glasvochtverlies optreedt in de voorste oogkamer bij een achterkapselruptuur, vindt<br />

peroperatief vitrectomie plaats. Hierbij wordt disposable vitrectomieapparatuur gebruikt.<br />

13


Voor registratie <strong>van</strong> deze indicator dient de code voor cataractoperatie gekoppeld te worden<br />

aan de code voor voorste vitrectomie.<br />

Zowel een cataractoperatie als het gebruik <strong>van</strong> een vitrectoom (voorste vitrectomie) worden<br />

gecodeerd met een CTG code. Volgens experts is het handhaven <strong>van</strong> de CTG codering een<br />

voorwaarde om deze indicator te kunnen (blijven) registreren.<br />

Referenties<br />

• BQS. Schönherr, U. Kapitel 14 Kataraktoperation. In: Qualität sichtbar machen. BQS-<br />

Qualitätsreport 2003<br />

• Chan FM, Mathur R, Ku JJ, Chen C, Chan SP, Yong VS, et al. Short-term outcomes in<br />

eyes with posterior capsule rupture during cataract surgery. J Cataract Refract. Surg<br />

2003 Mar; 29 (3), 537-41.<br />

• Ionides A, Minassian D, Tuft S. Visual outcome following posterior capsule rupture during<br />

cataract surgery. Br J Ophthalmol. 2001 Feb; 85 (2): 222-4.<br />

• Koc F, Sen E, Demirbay P, Taskintuna I, Teke MY, Ozdal P, et al. Factors influencing<br />

treatment results in pseudophakic endophthalmitis. Eur J Ophthalmol. 2002 Jan-Feb; 12<br />

(1), 34-39<br />

• Ling R, Kamalarajah S, Cole M, James C, Shaw S. Suprachoroidal haemorrhage<br />

complicating cataract surgery in the UK: a case control study of risk factors. Br J<br />

Ophthalmol. 2004 Apr; 88 (4), 474-7.<br />

• Lundström M et al. 1998 European cataract Outcome Study. Report from the European<br />

Cataract Outcome Study Group. J Cataract refract surgery 2001 Aug; 27 (8): 1176-84<br />

• Vajpayee RB, Sharma N, Dada T, Gupta V, Kumar A, Dada VK. Management of<br />

posterior capsule tears. Surv Ophthalmol. 2001 May-Jun;45(6):473-88. Review<br />

• Wong TY, Chee SP. The epidemiology of acute endophthalmitis after cataract surgery in<br />

an Asian population. Ophthalmology 2004 Apr; 111 (4), 699-705.<br />

14


3. De tijdsperiode tussen operatie <strong>van</strong> 1 e en 2 e oog<br />

Relatie tot kwaliteit Bij cataract worden vaak beide ogen geopereerd. Een operatie aan<br />

het tweede oog biedt extra voordelen voor het visueel functioneren bij<br />

de dagelijkse activiteiten en voor de kwaliteit <strong>van</strong> leven die verdergaan<br />

dan de voordelen die na de operatie aan het eerste oog worden<br />

bereikt.<br />

Definitie (s)<br />

Teller tijdsperiode<br />

tussen 1 e en 2 e<br />

operatie<br />

Noemer tijdsperiode<br />

tussen 1 e en 2 e<br />

operatie<br />

Teller tijdsperiode<br />

tussen uitgevoerde<br />

oogoperatie en<br />

uitgevoerde controle<br />

Noemer tijdsperiode<br />

tussen uitgevoerde<br />

oogoperatie en<br />

uitgevoerde controle<br />

Bij operatie aan het 2 e oog is <strong>van</strong> belang dat de tijdsperiode tussen<br />

operatie <strong>van</strong> 1 e en 2 e oog voldoende lang is om een <strong>zorg</strong>vuldige<br />

indicatie voor een cataractoperatie aan het 2 e oog te stellen én om het<br />

resultaat na 1 e oog-operatie te betrekken bij de beoordeling <strong>van</strong> de<br />

indicatiestelling voor een operatie <strong>van</strong> het 2 e oog.<br />

De laatste beoordeling <strong>van</strong> het eerste oog dient op zijn vroegst na 4<br />

weken postoperatief plaats te hebben.<br />

Ook dient idealiter de oogarts die de operatie uitvoert (of verlengde<br />

arm) de patiënt <strong>van</strong>af het moment <strong>van</strong> indicatiestelling tot en met de<br />

na<strong>zorg</strong> te controleren.<br />

Percentage patiënten met een cataractoperatie aan beide ogen bij wie<br />

datum 2 e oogoperatie minus datum 1 e oogoperatie ≥ 28 dagen.<br />

Percentage patiënten met een cataractoperatie aan beide ogen bij wie<br />

datum laatste postoperatieve controle <strong>van</strong> het 1 e geopereerde oog<br />

door operateur of verlengde arm* minus datum 1 e oogoperatie ≥ 28<br />

dagen.<br />

*Operateur of verlengde arm:<br />

Oogartsen, optometristen, technisch oogheelkundig assistenten<br />

(TOA’s) of orthoptisten die volgens overeengekomen protocollen<br />

werken binnen de afdeling en onder supervisie <strong>van</strong> de voor de<br />

operatie verantwoordelijke oogarts.<br />

Totaal aantal patiënten met in jaar xxxx uitgevoerde cataractoperatie<br />

aan beide ogen waarbij datum 2 e oogoperatie minus datum 1 e<br />

oogoperatie ≥ 28 dagen.<br />

Totaal aantal patiënten met een in jaar xxxx uitgevoerde<br />

cataractoperatie aan beide ogen<br />

Totaal aantal patiënten met in jaar xxxx uitgevoerde cataractoperatie<br />

aan beide ogen bij wie datum (door operateur of verlengde arm<br />

uitgevoerde) laatste postoperatieve controle na 1 e cataractoperatie<br />

minus datum cataractoperatie 1e oog ≥ 28 dagen<br />

Totaal aantal patiënten met een in jaar xxxx uitgevoerde<br />

cataractoperatie aan beide ogen<br />

15


In/ exclusiecriteria Inclusiecriteria:<br />

Seniele cataract (> 50 jaar) zonder oculaire co-morbiditeit en zonder<br />

algemene co-morbiditeit die de uitvoering <strong>van</strong> de cataractoperatie<br />

bemoeilijkt. Als voorbeelden daar<strong>van</strong> worden dementie, doofheid en<br />

ernstig COPD genoemd.<br />

Type indicator Proces<br />

Het gaat om patiënten met een cataractoperatie aan beide ogen<br />

tussen 1 januari en 31 december.<br />

<strong>Kwaliteit</strong>sdomein Veiligheid en effectiviteit<br />

Achterg<strong>rond</strong> en variatie in kwaliteit <strong>van</strong> <strong>zorg</strong><br />

De werkgroep schat in dat in meer dan 50% <strong>van</strong> de gevallen beide ogen worden behandeld<br />

voor cataract binnen 1 jaar.<br />

Bij operatie aan het 2 e oog is <strong>van</strong> belang dat de tijdsperiode tussen operatie <strong>van</strong> 1 e en 2 e oog<br />

voldoende lang is om het resultaat na 1 e oog-operatie te betrekken bij de indicatiestelling<br />

voor het 2 e oog.<br />

De laatste beoordeling <strong>van</strong> het eerste oog dient na minimaal 4 weken postoperatief plaats te<br />

hebben. Voor deze tijdsduur heeft de werkgroep de volgende argumenten:<br />

- binnen 4 weken is meestal geen sprake <strong>van</strong> een stabiele postoperatieve refractie;<br />

- binnen 4 weken kan medicatie (oogdruppels) nog in gang zijn;<br />

- binnen 4 weken is er nog een verhoogde kans op complicaties aan het eerste oog (bv.<br />

cystoid macula oedeem, endophtalmitis en corneadecompensatie);<br />

- voor de patiënt dient er op basis <strong>van</strong> concrete resultaten een beslismoment gecreëerd te<br />

worden met betrekking tot afsluiten of continueren <strong>van</strong> <strong>oogheelkundige</strong> <strong>zorg</strong>.<br />

- na 4 weken kan in overleg met de patiënt worden bepaald of een tweede<br />

cataractoperatie aan het andere oog geïndiceerd is.<br />

De oogarts of “verlengde arm” doet met betrekking tot het 1 e oog een uitspraak over de<br />

volgende bepalingen in postoperatief consult na minimaal 4 weken alvorens het 2 e oog te<br />

opereren:<br />

- behaalde refractie<br />

- visus<br />

- oogboldruk<br />

- beoordeling <strong>van</strong> voorste oogkamer en daarbij beoordeling mate ontstekingsreactie<br />

- beoordeling <strong>van</strong> media en fundi (op indicatie).<br />

Validiteit<br />

Soms duurt het een half jaar tot een jaar voordat met zekerheid gezegd kan worden dat het<br />

eerste oog een stabiele toestand heeft bereikt, bijvoorbeeld bij diabetische retinopathie, of<br />

andere oorzaken <strong>van</strong> maculaoedeem. Dan is het raadzaam om patiënten pas nadat het<br />

eerste oog stabiel is geworden aan het 2 e oog te opereren.<br />

In sommige gevallen dient gemotiveerd worden afgeweken <strong>van</strong> de voorkeursperiode <strong>van</strong> 4 of<br />

meer weken wachten postoperatief:<br />

Onder speciale omstandigheden kan simultane bilaterale cataractextractie geïndiceerd zijn.<br />

Relatieve klinische indicaties zijn (NOG Conceptrichtlijn, 5.2):<br />

- Wanneer er voor het veilig uitvoeren <strong>van</strong> de cataractoperatie een indicatie is voor<br />

volledige anesthesie en herhaalde toediening <strong>van</strong> zo'n anestheticum om algemene<br />

gezondheidsg<strong>rond</strong>en gecontra-indiceerd is.<br />

16


- Bij bilateraal cataract bij iemand die <strong>van</strong>wege invaliditeit pré-operatief niet volledig kan<br />

worden beoordeeld en bij wie voor de procedure een volledig anesthesie noodzakelijk is.<br />

Bij post-operatieve anisometropie kan het voor de patiënt wenselijk zijn binnen 4 weken te<br />

opereren, omdat het zicht ondraaglijk is (door een groot verschil in refractie tussen beide<br />

ogen na cataractoperatie <strong>van</strong> het eerste oog). Dan kan gemotiveerd worden afgeweken <strong>van</strong><br />

de regel “na 4 weken”.<br />

De werkgroep meent dat de indicator <strong>van</strong> belang is, met name om een stabiel<br />

<strong>oogheelkundige</strong> situatie te creëren alvorens het tweede oog te opereren en om<br />

anisometropie (groot verschil in refractie tussen beide ogen) te voorkomen.<br />

Betrouwbaarheid<br />

De werkgroep is <strong>van</strong> mening dat de indicator onder gelijkblijvende omstandigheden (min of<br />

meer) dezelfde resultaten oplevert.<br />

Discriminerend vermogen<br />

De werkgroep is <strong>van</strong> mening dat de indicator veranderingen in de kwaliteit <strong>van</strong> <strong>zorg</strong><br />

detecteert.<br />

Mogelijkheden tot verbetering<br />

Bij gebrek aan gegevens is hierover geen uitspraak te doen.<br />

Minimale bias/ beschrijving rele<strong>van</strong>te case-mix<br />

Casemix kan <strong>van</strong> invloed zijn. Zie hierboven.<br />

Registratie<br />

In het ziekenhuisinformatiesysteem (ZIS) dienen deze gegevens geregistreerd te zijn om<br />

vervolgens te kunnen worden verzameld en geanalyseerd.<br />

Het niet verschijnen <strong>van</strong> een geopereerde patiënt voor een nacontrole is een te voorspellen<br />

beperking bij het registreren <strong>van</strong> data ten behoeve <strong>van</strong> deze indicator.<br />

Referenties<br />

• BQS. Schönherr, U. Kapitel 14 Kataraktoperation. In: Qualität sichtbar machen. BQS-<br />

Qualitätsreport 2003<br />

17


4. Anesthesiologie: pre-operatieve screening door de anesthesioloog<br />

Relatie tot kwaliteit **<br />

Definitie (s)<br />

Pre-operatieve beoordeling door de anesthesioloog<br />

Teller Aantal op de poli gescreende cataractpatiënten door de<br />

anesthesioloog<br />

Noemer Totaal aantal geopereerde cataractpatiënten<br />

In/ exclusiecriteria<br />

Type indicator Proces<br />

<strong>Kwaliteit</strong>sdomein Veiligheid, Patiëntgerichtheid, Gelijkheid<br />

**Deze indicator is voorgedragen door de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie<br />

(NVA), maar nog onvoldoende besproken binnen de (werkgroep indicatoren <strong>van</strong> de) NOG.<br />

Gezien het belang dat beide partijen aan deze indicator hechten, zal naar verwachting op<br />

korte termijn een nadere uitwerking worden geaccordeerd.<br />

18


3. Lijst met belangrijkste besproken en afgewezen indicatoren DBC Staaroperatie, na voorselectie <strong>van</strong> de<br />

groslijst<br />

Indicator <strong>Kwaliteit</strong>sdomein Type Bron Reden <strong>van</strong> afwijzing<br />

Pre-operatief<br />

Doelmatigheid Proces 1 Er zijn erg veel redenen om bij patiënten met visus ≥ 0,6 toch te opereren, bijvoorbeeld<br />

verhoogde schittering; beperking beroepsuitoefening; beperkt nabijzien en<br />

leesvaardigheid; subjectieve beperking deelname verkeer; staargerelateerde<br />

anisometrie; lensgebonden drukverhoging etc. Daardoor is de indicator moeilijk te<br />

operationaliseren en valideren.<br />

1. Indicatiestelling<br />

Strenge indicatiestelling bij<br />

patiënten met visus >=0,6<br />

De vragenlijst (VF-14) is ontwikkeld als researchinstrument. De werkgroep is <strong>van</strong><br />

mening dat een vragenlijst eerst geschikt moet worden gemaakt voor gebruik in de<br />

dagelijkse praktijk.<br />

6, 7, 9<br />

Proces<br />

Uitkomst<br />

2. <strong>Kwaliteit</strong> <strong>van</strong> leven vragenlijst Effectiviteit<br />

Proces 10 Preoperatief poli-onderzoek door de operateur wordt als “passende <strong>zorg</strong>” ervaren. Het<br />

nut <strong>van</strong> 1 pre-operatief polionderzoek is (mogelijk daarom) onvoldoende onderzocht om<br />

wetenschappelijk verantwoorde uitspraken in medisch technische zin te kunnen doen.<br />

Studies naar het nut <strong>van</strong> 1 preoperatief poli-onderzoek door de operateur in het kader<br />

<strong>van</strong> patiëntgerichtheid zijn evenmin voorhanden. Mocht evidence beschikbaar komen,<br />

dan wordt deze indicator in de jaarlijkse evaluatie meegenomen.<br />

Doelmatigheid<br />

Effectiviteit<br />

Patiëntgerichtheid<br />

3. Indicatiestelling:<br />

preoperatief 1 poli-onderzoek<br />

(traceerbaar consult) door de<br />

operateur zodat een goede operatie<br />

indicatie (en vertrouwensrelatie) tot<br />

stand komt<br />

Veiligheid Structuur 11 Voor cataractchirurgie is de relatie tussen het minimum aantal ingrepen per jaar en de<br />

kwaliteit <strong>van</strong> <strong>zorg</strong> niet aangetoond.<br />

Zie verder Evidence-rapport Goede <strong>zorg</strong>, een kwestie <strong>van</strong> ervaring? (CBO, 2005)<br />

4. Volume: aantal microchirurgische<br />

operaties per jaar per<br />

<strong>oogheelkundige</strong><br />

maatschap/vakgroep en de<br />

spreiding daarbinnen<br />

Een cataractextractie is niet urgent en langer wachten heeft geen invloed op de<br />

effectiviteit of veiligheid <strong>van</strong> de ingreep. Daarnaast heeft de oogarts weinig/geen invloed<br />

op de datum waarop de OK wordt uitgevoerd.<br />

Indicator over wachttijden heeft betrekking op het kwaliteitsdomein patiëntgerichtheid en<br />

zijn minder rele<strong>van</strong>t voor dit project (behalve als eventuele balansindicator, dit moet<br />

blijken gedurende het traject). Uit de eerste onderzoeksgegevens <strong>van</strong> de CAPHSvragenlijst<br />

blijkt bovendien dat het niet belangrijk wordt gevonden <strong>van</strong>uit<br />

patiëntenperspectief.<br />

Tijdigheid Uitkomst 10<br />

5. Wachttijd:<br />

wachttijd tussen operatie indicatie<br />

en operatiedatum<br />

(termijn in dgn of mnd)<br />

19


Per-operatief<br />

Proces 5 Ontwikkelingen op dit terrein gaan heel snel. Bovendien is het meten <strong>van</strong> het nastaarpercentage<br />

moeilijk te operationaliseren. De relatie met kwaliteit <strong>van</strong> <strong>zorg</strong> kan daardoor<br />

moeilijk worden gelegd, waardoor deze indicator niet rele<strong>van</strong>t wordt geacht.<br />

Veiligheid<br />

Effectiviteit<br />

6. Intraoculaire lens:<br />

gebruik type (materiaal en design)<br />

intra oculaire lenzen met een<br />

bewezen laag nastaar-percentage<br />

Veiligheid Proces 10 In Nederland behoort het tot de best practice om vitale functies <strong>van</strong> patiënten die een<br />

cataract extractie ondergaan te bewaken door de anesthesiologie. Op dit moment wordt<br />

meer dan 70% <strong>van</strong> de geopereerde cataractpatiënten bewaakt. De wetenschappelijke<br />

onderbouwing <strong>van</strong> de relatie met kwaliteit <strong>van</strong> <strong>zorg</strong> is niet eenduidig, waardoor deze<br />

indicator niet rele<strong>van</strong>t wordt geacht.<br />

7. Anesthesiologie:<br />

bewaking door een anesthesioloog<br />

tijdens operatie<br />

Veiligheid Uitkomst 1 Deze complicatie komt heel weinig voor en vereist om die reden hele grote<br />

patiëntenaantallen om valide uitspraken te kunnen doen.<br />

8. Complicatie zonulolysis (met<br />

glasvochtverlies)<br />

Veiligheid Uitkomst 1 Betere formulering is de geselecteerde indicator: complicatie achterkapselruptuur met<br />

glasvocht in voorste oogkamer met gebruik vitrectoom<br />

9. Complicatie glasachtig lichaam<br />

prolaps en voorste vitrectomie<br />

Veiligheid Uitkomst 1, 5 Deze complicatie komt heel weinig voor en vereist om die reden hele grote<br />

patiëntenaantallen om valide uitspraken te kunnen doen. Bovendien kan de relatie met<br />

kwaliteit <strong>van</strong> <strong>zorg</strong> niet strikt worden gelegd.<br />

10. Complicatie subchoroidale<br />

bloeding<br />

11. Complicatie ‘dropped nucleus’ Veiligheid Uitkomst 10 Deze complicatie komt heel weinig voor en vereist om die reden hele grote<br />

patiëntenaantallen om valide uitspraken te kunnen doen.<br />

Post-operatief<br />

Effectiviteit Uitkomst 10 Visus is een subjectieve meting en het eindproduct dat afhankelijk is <strong>van</strong> de functie <strong>van</strong><br />

de cornea, lens, retina, oogzenuw en het brein. Ook kan het zijn dat er geen visuswinst<br />

is, maar wel sprake is <strong>van</strong> andere gewenste uitkomsten (zoals afname <strong>van</strong> glare en<br />

verstrooiing). De visus geeft dus geen exclusieve informatie over de kwaliteit <strong>van</strong> de<br />

cataractextractie.<br />

De indicator is moeilijk betrouwbaar te meten: meetapparatuur, -omstandigheden<br />

hebben veel invloed.<br />

12. Visus:<br />

verschil pre- en postoperatieve<br />

BCVA min. 4 wkn postoperatief per<br />

oog<br />

Waarschijnlijk niet discriminerend genoeg <strong>van</strong>wege huidige operatie technieken.<br />

Effectiviteit Uitkomst 3, 5, 8<br />

13. Refractie:<br />

verschil tussen target refractie en<br />

uiteindelijke (4-6 weken) postoperatieve<br />

refractie<br />

(nauwkeurigheid <strong>van</strong> biometrie)<br />

14. Complicaties postoperatief Veiligheid Uitkomst 10 Deze indicator wordt hergeformuleerd in: % ongeplande heroperaties aan hetzelfde oog<br />

20


innen 1 maand na cataract ok binnen 30 dagen na een cataract OK.<br />

Zie nr. 15<br />

Uitkomst 11 Het aantal heroperaties lijkt wel een goede indicator te zijn voor de kwaliteit <strong>van</strong> <strong>zorg</strong>.<br />

Maar heroperaties komen weinig voor. Deze indicator is om diverse redenen moeilijk te<br />

operationaliseren: er is geen uniforme definitie <strong>van</strong> het begip heroperatie; patiënten<br />

worden niet altijd door dezelfde operateur geopereerd; er is geen aparte registratiecode<br />

voor heroperatie.<br />

Effectiviteit<br />

Veiligheid<br />

15. Heroperaties:<br />

aantal heroperaties aan hetzelfde<br />

oog binnen 30 dagen na een<br />

cataractoperatie<br />

Proces 10 Er is geen uniformiteit over het begrip (pre-existente) oculaire en algehele comorbiditeit<br />

en het tijdstip waarop de na<strong>zorg</strong> plaats vindt.<br />

Veel problemen met toegenomen cq. beïnvloedende co-morbiditeit worden pas duidelijk<br />

nadat de DBC cataract is afgesloten (min 4 weken na OK cataract).<br />

Veiligheid<br />

Patiëntgerichtheid<br />

16. Na<strong>zorg</strong>:<br />

Postoperatieve beoordeling bij (preexistente)<br />

comorbiditeit<br />

Uitkomst 3, 5, 8 In toenemende mate minder discriminerend <strong>van</strong>wege small incisie techniek, daarnaast<br />

moeilijk meetbaar.<br />

Effectiviteit<br />

Veiligheid<br />

17. Hoeveelheid chirurgisch<br />

geïnduceerd astigmatisme (SIA)<br />

Uitkomst 10 De oogarts die de cataractoperatie heeft uitgevoerd is niet altijd de oogarts die de YAG<br />

laserbehandeling uitvoert. Er bestaat een grote variatie in tijd (6 weken tot enkele jaren)<br />

tussen een uitgevoerde cataractoperatie en het uitvoeren <strong>van</strong> een YAG<br />

laserbehandeling.<br />

Effectiviteit<br />

Veiligheid<br />

18. % patiënten dat een YAG laser<br />

behandeling heeft ondergaan<br />

Deze complicatie komt heel weinig voor en vereist om die reden hele grote<br />

patiëntenaantallen om valide uitspraken te kunnen doen. Valt onder nr. 14.<br />

19. Complicatie endophtalmitis Veiligheid Uitkomst 5, 9<br />

20. Rele<strong>van</strong>te IOL-decentralisatie Veiligheid Uitkomst 1 Deze complicatie komt heel weinig voor en vereist om die reden hele grote<br />

patiëntenaantallen om valide uitspraken te kunnen doen. Valt onder nr. 14.<br />

21. Complicatie netvliesloslating Veiligheid Uitkomst 5 Deze complicatie komt heel weinig voor en vereist om die reden hele grote<br />

patiëntenaantallen om valide uitspraken te kunnen doen. Valt onder nr. 14.<br />

Veiligheid Uitkomst 5 Deze complicatie komt heel weinig voor en vereist om die reden hele grote<br />

patiëntenaantallen om valide uitspraken te kunnen doen. Valt onder nr. 14.<br />

22. Complicatie cystoid maculaoedeem<br />

Veiligheid Uitkomst 1 Deze complicatie komt heel weinig voor en vereist om die reden hele grote<br />

patiëntenaantallen om valide uitspraken te kunnen doen. Valt onder nr. 14.<br />

23. Complicatie centraal<br />

hoornvliesendotheel-decompensatie<br />

Veiligheid Uitkomst 10 Deze complicatie komt heel weinig voor en vereist om die reden hele grote<br />

patiëntenaantallen om valide uitspraken te kunnen doen. Valt onder nr. 14.<br />

24. Complicatie gedecompenseerde<br />

cornea na 1 week<br />

25. Complicatie hyphaema Veiligheid Uitkomst 10 Deze complicatie komt heel weinig voor en vereist om die reden hele grote<br />

patiëntenaantallen om valide uitspraken te kunnen doen. Valt onder nr. 14.<br />

21


26. Complicatie irisprolaps Veiligheid Uitkomst 10 Deze complicatie komt heel weinig voor en vereist om die reden hele grote<br />

patiëntenaantallen om valide uitspraken te kunnen doen. Valt onder nr. 14.<br />

27. Complicatie vervormde pupil Veiligheid Uitkomst 10 Deze complicatie komt heel weinig voor en vereist om die reden hele grote<br />

patiëntenaantallen om valide uitspraken te kunnen doen. Valt onder nr. 14.<br />

Bronnen:<br />

1. BQS Bundesauswertung 2003. Modul 03/1: Kataraktoperation, Qualitätsindikatoren. BQS Bundesgeschäfsstelle Qualitätssicherung gGmbH,<br />

2004<br />

2. <strong>Kwaliteit</strong>sinstituut voor de Gezondheids<strong>zorg</strong> CBO. Goede <strong>zorg</strong>, een kwestie <strong>van</strong> ervaring? Evidence-rapport over de relatie tussen volume en<br />

kwaliteit <strong>van</strong> <strong>zorg</strong>. Utrecht, 2005<br />

3. Lundström, M et al. 1998 European Cataract Outcome Study. Report from the European Cataract Outcome Study Group. J Cataract Refract<br />

Surg 2001; 27:1176-1184<br />

4. Lundström, M et al. The Swedish National Cataract register: a 9-year review. Acta Ophtalmologica Scandinavica 2002: 80: 248-257<br />

5. Nederlands Oogheelkundig Gezelschap. Conceptrichtlijn Cataract. #2 16-02-05<br />

6. Norregaard, J C et al. Visual functional outcomes of cataract surgery in the United States, Canada, Denmark and Spain. Report of the<br />

International Cataract Outcome Study. J Cataract Refract Surg 2003; 29:2135-2142<br />

7. Nijkamp, M D et al. Determinants of patient satisfaction after cataract surgery in 3 settings. J Cataract Refract Surg 2000; 26:1379-1388<br />

8. Royal College of Ophthalmologists. Cataract surgery guidelines. London, 2004<br />

9. Scottish intercollegiate Guidelines Network. Day Case Cataract Surgery, a national guideline. Edinburgh, 2001<br />

10. Werkgroep (inhoudelijk experts)<br />

11. <strong>Zorg</strong>verzekeraars Nederland / Kenniscentrum DBC. <strong>Kwaliteit</strong>sindicatoren ten behoeve <strong>van</strong> de <strong>zorg</strong>inkoop 2006. Kenniscentrum DBC, september<br />

2005.<br />

22


4 Leeswijzer bij staaroperatie (cataract)<br />

Deze leeswijzer is bedoeld als begeleidende tekst voor consumenten/patiënten bij de<br />

prestatiegegevens <strong>van</strong> ziekenhuizen over cataract (die te zijner tijd door de oogartsen<br />

openbaar worden gemaakt op hun eigen (ziekenhuis)websites en op www.kiesbeter.nl). 1<br />

Prestaties worden gemeten door middel <strong>van</strong> indicatoren.<br />

1. Wat is een indicator?<br />

Als u in het ziekenhuis wordt behandeld dan gaat u er<strong>van</strong> uit dat u de beste <strong>zorg</strong> krijgt. Hoe<br />

weet u dat de <strong>zorg</strong> goed is? Dat is lastig te bepalen omdat hierbij meerdere factoren een rol<br />

spelen.<br />

De oogartsenvereniging (Nederlands Oogheelkundig Gezelschap) geeft aan patiënten<br />

informatie over de kwaliteit <strong>van</strong> de geleverde <strong>zorg</strong>. Hiervoor gebruiken zij indicatoren. Een<br />

indicator is niet meer dan een signaal dat een globale indruk geeft over de kwaliteit <strong>van</strong> <strong>zorg</strong>.<br />

Als indicatoren uniform worden gehanteerd en op systematische wijze zijn verzameld,<br />

kunnen ze ook onderling vergeleken worden. Het NOG heeft op g<strong>rond</strong> <strong>van</strong> “Evidence”, in<br />

samenwerking met de verzekeraars en na verwerking <strong>van</strong> het commentaar <strong>van</strong> de<br />

Consumentenbond voor de kwaliteit <strong>van</strong> <strong>zorg</strong> <strong>rond</strong> staaroperatie (cataract) de volgende<br />

indicatoren gekozen:<br />

• Complicatieregistratie bij staaroperatie<br />

• Het registreren <strong>van</strong> achterste lenskapselruptuur met glasvocht in voorste oogkamer als<br />

complicatie <strong>van</strong> een staaroperatie<br />

• Voldoende tijd tussen operatie <strong>van</strong> 1e en 2e oog i.v.m resultaten <strong>van</strong> het 1e oog<br />

2. Wat is het doel <strong>van</strong> de gekozen <strong>oogheelkundige</strong> indicatoren?<br />

Het is de bedoeling dat de komende jaren door alle oogartsen in Nederland dezelfde<br />

informatie wordt geleverd over de kwaliteit <strong>van</strong> <strong>zorg</strong> <strong>rond</strong> staar aan de hand <strong>van</strong> deze<br />

indicatoren. Deze informatie is openbaar en voor het publiek toegankelijk via de websites<br />

<strong>van</strong> ziekenhuizen en <strong>van</strong> de overheid (KiesBeter.nl). De informatie wordt gebruikt door<br />

verschillende partijen zoals patiënten en consumenten(organisaties), de Inspectie voor de<br />

gezondheids<strong>zorg</strong>, <strong>zorg</strong>verzekeraars en <strong>zorg</strong>verleners zelf. Patiënten kunnen in de toekomst<br />

op basis hier<strong>van</strong> vergelijkingen maken en zijn dan mogelijk beter in staat keuzes te maken<br />

wat betreft ziekenhuis en behandeling. De Inspectie voor de Gezondheids<strong>zorg</strong> gebruikt de<br />

gegevens voor het uitoefenen <strong>van</strong> toezicht op de veiligheid <strong>van</strong> de <strong>zorg</strong>. <strong>Zorg</strong>verzekeraars<br />

voeren <strong>van</strong>af 2006 onderhandelingen met ziekenhuizen op basis <strong>van</strong> de aangeleverde<br />

gegevens. De Consumentenbond zal de informatie gebruiken in een soort<br />

ziekenhuisvergelijker. De <strong>zorg</strong>verleners zelf gebruiken de gegevens om inzicht te krijgen in<br />

hun eigen prestaties en verbeteringen aan te brengen.<br />

Voor het toezicht op de veiligheid <strong>van</strong> de <strong>zorg</strong> heeft de Inspectie voor de Gezondheids<strong>zorg</strong> in<br />

samenwerking met ziekenhuizen en medisch specialisten de Basisset Prestatie Indicatoren<br />

ontwikkeld. 2 Ziekenhuizen leveren jaarlijks de gegevens die gevraagd worden in de Basisset<br />

Prestatie Indicatoren in bij de Inspectie voor de Gezondheids<strong>zorg</strong>. In deze Basisset is voor<br />

2004 één <strong>van</strong> de ontwikkelde indicatoren voor cataract opgenomen, namelijk<br />

complicatieregistratie cataract.<br />

23


-----------------------<br />

1 Ook kan deze leeswijzer gebruikt worden als toelichting bij de indicator cataract uit de Basisset Prestatie<br />

Indicatoren<br />

<strong>van</strong> de Inspectie voor de Gezondheids<strong>zorg</strong>.<br />

2 Te weten: met de Nederlandse Vereniging <strong>van</strong> Ziekenhuizen, de Nederlandse Federatie <strong>van</strong> Universitair<br />

MedischeCentra en de Orde <strong>van</strong> Medisch Specialisten<br />

3. Kernfeiten over cataract (grijze staar of grauwe staar)<br />

Wat is een cataract?<br />

Cataract is een vertroebeling <strong>van</strong> de ooglens. Een andere naam voor cataract is grijze staar<br />

of grauwe staar. De ooglens zit in het oog achter de pupil en de iris en is omgeven door het<br />

lenszakje. De lens <strong>zorg</strong>t ervoor dat het oog scherp kan stellen op voorwerpen die dichtbij of<br />

veraf zijn. Bij staar is de lens vertroebeld waardoor de lens het invallend licht minder goed<br />

breekt en het beeld wazig en troebel wordt. Kleuren zijn minder intens, men ziet minder<br />

contrast. Er is meer licht nodig om goed te kunnen zien wat vooral problemen geeft in de<br />

schemering of ’s nachts. Ook geven patiënten aan dat ze makkelijk verblind raken door<br />

tegenlicht. De ernst <strong>van</strong> de klachten hangt af <strong>van</strong> welk deel <strong>van</strong> de lens is vertroebeld en <strong>van</strong><br />

de mate <strong>van</strong> vertroebeling. In het ergste geval leidt staar tot blindheid.<br />

Figuur 1. Dwarsdoorsnede <strong>van</strong> het oog<br />

24


Er bestaan vier vormen <strong>van</strong> staar: ouderdomsstaar, verworven staar, jeugdstaar en staar ten<br />

gevolge <strong>van</strong> verwondingen. Ouderdomsstaar of seniele cataract is de meest voorkomende<br />

vorm en is een ‘normaal’ gevolg <strong>van</strong> het ouder worden. De eiwitten die een normaal<br />

onderdeel <strong>van</strong> de lens vormen, gaan naarmate de jaren vorderen samenklonteren. Normaal<br />

gesproken neemt staar in de loop <strong>van</strong> de tijd toe en het gezichtsvermogen wordt daarmee<br />

steeds slechter. De snelheid <strong>van</strong> toename is <strong>van</strong> persoon tot persoon verschillend.<br />

Veelvuldige blootstelling aan zonlicht, roken en alcoholgebruik verhogen het risico op het<br />

ontwikkelen <strong>van</strong> staar. Verworven staar of secundair cataract ontstaat als gevolg <strong>van</strong> ziekte<br />

of medicijngebruik. Diabetes mellitus (suikerziekte) is de meest voorkomende oorzaak <strong>van</strong><br />

deze categorie, maar ook glaucoom (groene staar), verhoogde bloeddruk en reumatoïde<br />

artritis verhogen de kans op staar. Langdurig gebruik <strong>van</strong> corticosteroïden is ook<br />

risicoverhogend. Jeugdstaar of congenitaal cataract is staar die al aanwezig is bij de<br />

geboorte. In sommige gevallen is de staar erfelijk of ontstaat het als gevolg <strong>van</strong> een<br />

infectieziekte bij de moeder tijdens de zwangerschap, zoals bijvoorbeeld rode hond of<br />

toxoplasmose. Alcohol- of drugsmisbruik tijdens de zwangerschap verhoogt ook het risico op<br />

jeugdstaar. Maar meestal is de oorzaak <strong>van</strong> jeugdstaar niet aantoonbaar. Traumatische<br />

staar is het gevolg <strong>van</strong> verwondingen aan het oog.<br />

Staar komt vooral voor bij ouderen boven de 50 jaar. Onder 65-jarigen heeft ongeveer 3%<br />

last <strong>van</strong> staar, onder 85-jarigen 20%. Een groot aantal mensen op oudere leeftijd heeft in<br />

enige mate staar zonder dat dit door een arts als zodanig is vastgesteld. Tot op heden weet<br />

men niet hoe staar is te voorkomen.<br />

Wat is de behandeling <strong>van</strong> cataract?<br />

Staar is niet te genezen met oogdruppels of medicijnen. De enige behandeling bestaat uit<br />

een operatie. Of staar wordt behandeld hangt af <strong>van</strong> de ernst. De behandeling <strong>van</strong> staar<br />

bestaat uit het operatief verwijderen <strong>van</strong> de troebele ooglens en het plaatsen <strong>van</strong> een<br />

nieuwe, heldere kunstlens. Dit gebeurt tijdens een microchirurgische ingreep die ongeveer<br />

25 tot 30 minuten duurt en meestal wordt uitgevoerd onder plaatselijke verdoving. De<br />

operatie wordt over het algemeen in dagbehandeling uitgevoerd in het ziekenhuis of in een<br />

zelfstandig behandelcentrum (oogkliniek), waar men beschikt over een operatieruimte. Een<br />

enkele keer moet de patiënt opgenomen worden. Tijdens de operatie wordt een klein sneetje<br />

gemaakt aan de rand <strong>van</strong> het hoornvlies. Hoe kleiner het sneetje, hoe minder kans op<br />

complicaties tijdens of na de operatie. De vertroebelde lens wordt via het sneetje uit het oog<br />

gehaald. Om het sneetje zo klein mogelijk te kunnen houden, wordt de lens met een speciaal<br />

instrument met kleine hapjes afgebroken en direct weggezogen. In het lege lenszakje wordt<br />

vervolgens een kunstlens geplaatst. Meestal is deze kunstlens opvouwbaar zodat deze ook<br />

weer via het kleine sneetje kan worden geplaatst. Na afloop <strong>van</strong> de operatie worden<br />

ontstekingsremmende druppels meegegeven. Omdat de kunstlens niet uit zichzelf kan<br />

scherpstellen, is een bril noodzakelijk. Ook moet de patiënt in principe een tot twee keer op<br />

controle komen. Het eerste contact is kort na de operatie, (dit kan ook een telefonisch<br />

consult zijn) en het tweede consult vier of meer weken na de operatie (afhankelijk <strong>van</strong><br />

andere complicerende factoren). Tijdens deze controles wordt vastgesteld of het oog goed<br />

geneest en of er geen complicaties zijn opgetreden. Wanneer er problemen zijn of dreigen<br />

25


moet de patiënt vaker op controle komen. Bij de laatste controle kan vaak al de<br />

noodzakelijke bril worden voorgeschreven. Een staaroperatie wordt vaak toegepast. In<br />

Nederland zijn in 2004 130.000 staaroperaties uitgevoerd. Het is daarmee de meest<br />

frequent uitgevoerde chirurgische ingreep.<br />

4. Welke indicatoren heeft het NOG voor cataract gekozen en waarom?<br />

1. Complicatieregistratie bij staaroperatie (cataract)<br />

Complicaties zijn ongewenste effecten <strong>van</strong> <strong>zorg</strong> die voor de patiënt én voor de <strong>zorg</strong>verleners<br />

belastend zijn. Een staaroperatie is een veilige ingreep met een hoog succespercentage.<br />

Ongeveer 90% <strong>van</strong> de patiënten ervaart een verbetering <strong>van</strong> het zicht. Complicaties of pijn<br />

tijdens en na de ingreep komen weinig tot zeer weinig voor. Als er toch een complicatie<br />

optreedt, is dat vaak het scheuren <strong>van</strong> het lenszakje (tijdens de operatie) of een ontsteking in<br />

het oog (na de operatie). In mindere mate komen complicaties als loslating <strong>van</strong> het netvlies,<br />

verplaatsing <strong>van</strong> de nieuwe lens, verhoogde oogdruk en/of bloedingen voor.<br />

Het optreden <strong>van</strong> complicaties kan veroorzaakt worden door het handelen <strong>van</strong> de<br />

behandelend specialist en/of het team of door haperende apparatuur. Indirect zouden<br />

complicaties kunnen optreden als de staar verergerd is omdat de patiënt lang op een<br />

wachtlijst heeft moeten staan waardoor de operatie minder goed slaagt.<br />

Maar de kans op complicaties wordt ook beïnvloed door de gezondheidstoestand en het<br />

handelen <strong>van</strong> de patiënt. Leeftijd speelt een belangrijke rol, hoe ouder de patiënt, hoe groter<br />

de kans op complicaties. Ook als een patiënt suikerziekte of een hoge bloeddruk heeft, of<br />

lijdt aan hart- en vaatziekten, heeft hij een grotere kans op complicaties. Aan de ogen zelf<br />

kan ook wat mankeren. Patiënten met een geschiedenis <strong>van</strong> bijvoorbeeld glaucoom (groene<br />

staar) hebben een grotere kans op complicaties. Het ziekenhuis en de <strong>zorg</strong>verleners hebben<br />

geen invloed op deze patiëntgebonden factoren.<br />

In al die gevallen is het <strong>van</strong> belang dat de oogartsen weten hoeveel en welke complicaties<br />

relatief vaak voorkomen en welke factoren daarbij een rol hebben gespeeld, om zodoende te<br />

kunnen nagaan welke stappen in het <strong>zorg</strong>proces verbeterd moeten worden en op welke<br />

manier. Ook als de verbeteringen zijn doorgevoerd is het belangrijk de complicaties te blijven<br />

registreren. Op die manier wordt duidelijk of de verbeteringen effect hebben gehad.<br />

Op dit moment ontbreekt het in Nederland aan een uniforme registratie waardoor er weinig<br />

zicht is op de verschillende uitkomsten (complicaties, heroperaties, juiste handelswijze,<br />

prestaties <strong>van</strong> instellingen e.d.) in de Nederlandse situatie. In bijna alle ziekenhuizen worden<br />

cataractextracties verricht, en in meer dan driekwart <strong>van</strong> de ziekenhuizen worden<br />

complicaties geregistreerd. Meer dan de helft <strong>van</strong> de oogartsen in Nederland gebruikt voor<br />

de verwerking <strong>van</strong> deze gegevens een zelfde computerprogramma.<br />

Het NOG heeft er de voorkeur aangegeven om deze indicator gefaseerd in te voeren. Voor<br />

de registratie <strong>van</strong> gegevens is tijd nodig en automatiserings ondersteuning zoals een<br />

Electronisch Patiënten Dossier. Het NOG wil zich samen met <strong>zorg</strong>verzekeraars en overheid<br />

(IGZ) inzetten voor een dataregistratie binnen de beroepsvereniging.<br />

2. Het registreren <strong>van</strong> een kapselscheur met glasvocht in voorste oogkamer als complicatie<br />

<strong>van</strong> een staaroperatie.<br />

26


Een relatief veel voorkomende complicatie is het scheuren <strong>van</strong> het lenszakje. Er is dan een<br />

kans dat het glasvocht dat zich achter de lens bevindt via het gescheurde lenszakje in de<br />

ruimte vóór de lens (de voorste oogkamer) komt. Soms kan deze complicatie direct tijdens<br />

de operatie worden verholpen door het glasvocht te verwijderen, soms moet de patiënt een<br />

tweede keer geopereerd worden. Op langere termijn kan dit tot vermindering <strong>van</strong> het<br />

gezichtsvermogen leiden. Het is <strong>van</strong> belang deze complicatie te registreren, want met een<br />

<strong>zorg</strong>vuldige en juiste operatietechniek kan een kapselscheur met glasvochtverlies vaak maar<br />

zeker niet altijd worden voorkomen. Door registratie krijgt men meer inzicht in het eigen<br />

handelen en de patiënten krijgen meer inzicht in het vóórkomen <strong>van</strong> deze complicatie.<br />

3. Voldoende tijd tussen operatie <strong>van</strong> 1e en 2e oog i.v.m resultaten <strong>van</strong> het 1e oog<br />

Bij staar worden vaak beide ogen geopereerd. Een operatie aan het tweede oog biedt extra<br />

voordelen voor het visueel functioneren bij de dagelijkse activiteiten en voor de kwaliteit <strong>van</strong><br />

leven die verdergaan dan de voordelen die na de operatie aan het eerste oog worden<br />

bereikt. De oogarts opereert vrijwel altijd maar één oog per operatie. Zo kan de patiënt kort<br />

na de operatie alles weer doen, omdat er nog voldoende zicht is door het niet-geopereerde<br />

oog.<br />

Soms duurt het enkele maanden voordat met zekerheid gezegd kan worden dat het eerste<br />

oog een stabiele toestand heeft bereikt, bijv. bij diabetische retinopathie (complicatie <strong>van</strong><br />

suikerziekte waarbij er veranderingen optreden in de bloedvaten <strong>van</strong> het netvlies) of andere<br />

oorzaken <strong>van</strong> maculaoedeem (vochtophoping in de gele vlek (= macula)). Als men dan<br />

besluit om ook het 2e oog te opereren is het raadzaam om patiënten pas nadat het eerste<br />

oog stabiel is aan het 2e oog te opereren. Vandaar dat men stelt dat de laatste beoordeling<br />

<strong>van</strong> het eerste oog minimaal 4 weken na de operatie zou moeten plaats vinden.<br />

5. Wat zou de score op deze indicatoren kunnen betekenen?<br />

De gekozen indicatoren geven een globaal beeld <strong>van</strong> de <strong>oogheelkundige</strong> kwaliteit <strong>van</strong> <strong>zorg</strong><br />

<strong>rond</strong> staaroperaties binnen een ziekenhuis. Hiermee kunnen de gegevens <strong>van</strong> verschillende<br />

ziekenhuizen in de toekomst worden vergeleken. Dat is thans nog niet goed mogelijk. Uit<br />

eerdere projecten is gebleken dat het enige tijd duurt voordat dergelijke gegevens op<br />

uniforme wijze worden verzameld en vergelijkbaar zijn. Uw <strong>zorg</strong>verzekeraars, en de<br />

Consumentenbond zijn betrokken geweest met het opstellen <strong>van</strong> deze indicatoren. De<br />

Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie werd uitgenodigd een bijdrage te leveren,<br />

maar kon voor het gewenste focusgroeponderzoek geen aanvullende financiering verwerven<br />

en heeft daarom niet meer in het traject geparticipeerd.<br />

Het bijhouden <strong>van</strong> een complicatieregistratie geeft aan dat men binnen het ziekenhuis zo<br />

<strong>zorg</strong>vuldig mogelijk probeert om te gaan met complicaties. Maar complicatieregistratie leidt<br />

pas echt tot verbetering <strong>van</strong> kwaliteit als de verzamelde gegevens worden gebruikt in een<br />

kwaliteitscyclus en het aantal complicaties daardoor in de loop <strong>van</strong> de tijd vermindert.<br />

Voor de indicatoren (kapselscheur en andere complicaties) geldt: hoe lager het<br />

getal/percentage hoe beter het ziekenhuis presteert. Echter bij het optreden <strong>van</strong> complicaties<br />

is er niet per definitie sprake <strong>van</strong> slechte kwaliteit <strong>van</strong> <strong>zorg</strong>. Ouderdom en het hebben <strong>van</strong><br />

andere ziekte of (oog)aandoeningen verhogen de kans op optreden <strong>van</strong> complicaties. Het<br />

ziekenhuis en de <strong>zorg</strong>verleners hebben geen invloed op deze patiëntgebonden factoren.<br />

Voor de indicator voldoende tijd tussen operatie <strong>van</strong> 1e en 2e oog ligt de relatie omgekeerd:<br />

hoe hoger het getal (percentage patiënten met voldoende tijd tussen de operaties) hoe beter<br />

27


de prestatie <strong>van</strong> het ziekenhuis op dat punt. In de praktijk zal de 100% nooit worden gehaald.<br />

Dat kan liggen aan de organisatie,aan de dokters, maar ook aan de medewerking door de<br />

patiënt. In een toelichting op de website <strong>van</strong> uw ziekenhuis zal een uitleg worden gegeven<br />

over de uitslag <strong>van</strong> de scores.<br />

6. Achterg<strong>rond</strong>informatie<br />

websites:<br />

• www.oogheelkunde.org<br />

• www.orde.nl en klik achtereenvolgens op kwaliteits<strong>zorg</strong>>complicatieregistratie<br />

• www.dog.org<br />

• http://www.rivm.nl/vtv/object_class/kom_gezichtsstoornis.html<br />

literatuur:<br />

• Asbell, P.A., I. Dualan, J. Mindel, D. Brocks, M. Ahmad, S. Epstein. Age related<br />

cataract. Lancet. 2005. 365:599-609.<br />

• Desai, P., D.C. Minassian, A. Reidy. National cataract surgery survey 1997-8: a report<br />

of the results of the clinical outcomes. Br. J. Opthalmol. 1999; 83:1336-1340.<br />

• M. Lundström, U. Stenevi, W. Thorburn. The Swedish National Cataract Register: A 9year<br />

review. Acta Opthalmologica Scandinavica. 2002 80(3):248-257.<br />

• Solomon, R. E.D. Donnenfeld. Recent ad<strong>van</strong>ces and future frontiers in treating age<br />

related cataracts. JAMA. 290;2:248-252.<br />

• Stadlander, M. <strong>Kwaliteit</strong>sverbetering door complicatieregistratie. Te vinden op:<br />

http://orde.artsennet.nl/uri/?uri=AMGATE_6059_397_TICH_R142317789324380<br />

• Wong, T.Y. Effect of increasing age on cataract surgery outcomes in very elderly<br />

patients. BMJ. 2001. 322:1104-1106.<br />

• Determining the potential to improve the quality of care in Australian health care<br />

organisations (2nd edition). Trends in quality of care: results of the ACHS clinical<br />

indicators 1998 – 2000 (Version 1). Te vinden op:<br />

http://www.achs.org.au/content/screens/file_download/DPI_1999-2000.pdf (rele<strong>van</strong>te<br />

pagina’s 88-89)<br />

• Determining the potential to improve the quality of care (5th edition). ACHS clinical<br />

indicator results for Australia and New Zealand 1998 – 2003. Te vinden op:<br />

http://www.achs.org.au/content/Screens/file_download/DPI%202004.pdf (rele<strong>van</strong>te<br />

pagina: 115)<br />

28


5 Verwerken commentaar consultatie<strong>rond</strong>e<br />

1. Dataregistratie <strong>van</strong> pré-/per-/post-operatieve data<br />

Commentaar* Vereniging/<br />

P 9. Als er sprake is <strong>van</strong> een<br />

complicatieregistratie is de<br />

klant natuurlijk ook<br />

geïnteresseerd in de het<br />

voorkomen <strong>van</strong> complicaties<br />

en de verschillen per kliniek.<br />

Beginnen met de<br />

constatering of er wel of niet<br />

sprake is <strong>van</strong> registratie, en<br />

in tweede instantie ook de<br />

frequentie <strong>van</strong> complicaties<br />

meenemen. SMART invullen<br />

levert iets op in de trant <strong>van</strong><br />

“in 2006 opzetten, in 2007<br />

melden of en in welke mate<br />

er registratie plaatsvindt en<br />

in 2008 resultaten bieden.<br />

Benadruk het belang <strong>van</strong><br />

locatiespecifiek invullen <strong>van</strong><br />

de vragenlijst die zal worden<br />

ontwikkeld voor de<br />

ziekenhuizen/ZBC’s omdat<br />

zowel de IGZ als Kiesbeter<br />

de locatie als uitgangspunt<br />

nemen.<br />

P 11. Het argument dat een<br />

dergelijke registratie niet<br />

gefinancierd kan worden is<br />

acceptabel voor de korte<br />

termijn, maar als er een<br />

relatie is met kwaliteit en<br />

minder kosten kan het<br />

gewoon meegenomen<br />

worden in de<br />

prijsonderhandelingen met<br />

de verzekeraar.<br />

P 11. Wat wordt bedoeld met<br />

procesindicator onder kopje<br />

organisatie<br />

Verwerkt/<br />

niet<br />

verwerkt<br />

Toelichting<br />

CB Niet verwerkt De indicator wordt inderdaad gefaseerd<br />

ingevoerd: eerst als structuur indicator (Hebt<br />

u een complicatie dataregistratie in een<br />

computer database?), vervolgens als proces<br />

indicator (bv % instellingen dat daadwerkelijk<br />

gebruik maakt <strong>van</strong> de computerdatabase) en<br />

ten slotte op specifieke punten als<br />

uitkomstindicator, indien dit evidence based /<br />

expert opinion onderbouwd kan worden. Het<br />

NOG zal jaarlijks de set indicatoren evalueren<br />

en bijstellen indien nodig geacht. Toezegging<br />

in data (2006, 2007, 2008 etc) is niet<br />

mogelijk. De sleutel hiertoe ligt bij de<br />

<strong>zorg</strong>verzekeraar die de financiële<br />

tegemoetkoming moet realiseren. Hierbij gaat<br />

het om onderhandelingen tussen directies<br />

<strong>van</strong> instellingen en <strong>zorg</strong>verzekeraars, waarbij<br />

de beroepsgroep niet aanwezig is. Het NOG<br />

onderstreept wel het belang om hiervoor op<br />

centraal niveau afspraken te maken om een<br />

uniforme implementatie te realiseren.<br />

CB Reeds aan<br />

voldaan<br />

Belang <strong>van</strong> locatiespecifiek registreren staat<br />

vermeld op pg 9. bij operationalisatie.<br />

CB Verwerkt Registratie is <strong>van</strong> een paar factoren<br />

afhankelijk, namelijk de invoering <strong>van</strong> een<br />

EPD en de financiering. Om registratie<br />

landelijk dekkend te maken, dient voor zowel<br />

dataregistratie als implantaatregistratie<br />

financiering te komen. Dit moet (geoormerkt)<br />

worden meegenomen in de prijsafspraken<br />

tussen <strong>zorg</strong>verzekeraar en <strong>zorg</strong>instelling<br />

(management).<br />

CB Verwerkt Opzet is om indicator gefaseerd in te voeren<br />

<strong>van</strong> structuur- naar procesindicator (zie ook<br />

29


Registratie? Ik zou denken<br />

dat als je registreert je een<br />

perfect instrument hebt voor<br />

een uitkomstindicator. Dat is<br />

ook waar de klant het meest<br />

op zit te wachten.<br />

*Indien mogelijk/ nodig commentaar samengevat<br />

eerder). Zal worden uitgewerkt op specifieke<br />

punten als uitkomstindicator, indien dit<br />

evidence based / met expert opinion<br />

onderbouwd kan worden.<br />

30


2. Complicatie achterkapselruptuur met glasvocht in voorste oogkamer<br />

(peroperatief)<br />

Commentaar* Vereniging/<br />

P12-14. Goed dat er een<br />

uitkomstindicator is. Ik denk<br />

dat met het introduceren <strong>van</strong><br />

de complicatieregistratie<br />

onder 1. deze indicator later<br />

kan samenvallen met 1.<br />

Twee openstaande punten<br />

zijn de registratie en de<br />

casemix controle.<br />

organisatie<br />

Verwerkt/<br />

niet<br />

verwerkt<br />

CB Kennisname<br />

Toelichting<br />

CB Verwerkt Registratie was reeds vermeld.<br />

*Indien mogelijk/ nodig commentaar samengevat<br />

3. De tijdsperiode tussen operatie <strong>van</strong> 1 e en 2 e oog<br />

Commentaar* Vereniging/<br />

P 15. uit definitie teller maak<br />

ik op dat er sprake moet zijn<br />

<strong>van</strong> een minimale wachttijd<br />

voor controle eerste oog <strong>van</strong><br />

4 weken. In de tekst wordt<br />

ook periode 4-12 weken<br />

genoemd. Waarom in teller<br />

anders verwoord? Ben je<br />

nalatig als je langer dan 12<br />

weken wacht met controle?<br />

P 16. Hier lees ik dat het<br />

raadzaam is de 2 e operatie<br />

na 12 weken uit te voeren.<br />

Waarom wordt dat niet<br />

meegenomen in een<br />

indicator? Je kan toch<br />

gemotiveerd afwijken.<br />

organisatie<br />

Verwerkt/<br />

niet<br />

verwerkt<br />

Casemix: na een aantal jaren registreren, kan<br />

na analyse op een dieperliggend niveau op<br />

een juiste manier risk-adjustment worden<br />

toegepast. Op dit moment kan dit niet nader<br />

worden uitgewerkt.<br />

Toelichting<br />

CB Verwerkt Verduidelijkt in de tekst: het is raadzaam de 2 e<br />

operatie pas dan uit te voeren nadat het<br />

eerste oog stabiel is. Het gaat om een periode<br />

<strong>van</strong> minimaal 4 weken.<br />

CB Verwerkt Verduidelijkt in de tekst (zie ook hierboven).<br />

Inderdaad moet hier<strong>van</strong> gemotiveerd worden<br />

afgeweken, indien dit <strong>van</strong> toepassing is.<br />

*Indien mogelijk/ nodig commentaar samengevat<br />

4. Anesthesiologie: pre-operatieve screening door de anesthesioloog<br />

Commentaar* Vereniging/<br />

organisatie<br />

Verwerkt/<br />

niet<br />

verwerkt<br />

Toelichting<br />

31


GEEN COMMENTAAR ONTVANGEN<br />

*Indien mogelijk/ nodig commentaar samengevat<br />

Lijst met belangrijkste besproken en afgewezen indicatoren DBC Staaroperatie,<br />

na voorselectie <strong>van</strong> de groslijst<br />

Commentaar* Vereniging/<br />

Indicator 8,10,11 en 19-27<br />

Nu staat in de groslijst dat<br />

per complicatie niet haalbaar<br />

geacht wordt, omdat ze te<br />

weinig zouden voorkomen.<br />

Inzage in het totale<br />

voorkomen per kliniek is<br />

volgens ons zinvol voor de<br />

klant.<br />

Indicator 14 en 15: wij<br />

vinden het jammer dat deze<br />

indicator niet uitgewerkt kan<br />

worden. Het moet toch<br />

mogelijk zijn om dit mee te<br />

nemen in de op te zetten<br />

complicatieregistratie<br />

organisatie<br />

Verwerkt/<br />

niet<br />

verwerkt<br />

Toelichting<br />

CB Niet verwerkt De indicatoren zijn afgewezen ofwel omdat<br />

incidenties zeer laag zijn ofwel omdat<br />

momenteel geen evidence voor de relatie met<br />

kwaliteit beschikbaar is. Mocht dit in de<br />

toekomst toch gevonden worden, dan zal dit in<br />

de jaarlijkse evaluatie <strong>van</strong> de set indicatoren<br />

worden meegenomen.<br />

CB Niet verwerkt De complicatieregistratie gebeurt momenteel<br />

per oogarts. Geeft geen inzicht in aantal<br />

heroperaties. Ook binnen de registratie <strong>van</strong><br />

verschillende lokaties is dit niet mogelijk. Er is<br />

nog geen landelijke registratie beschikbaar.<br />

*Indien mogelijk/ nodig commentaar samenvatten<br />

CB= Consumentenbond<br />

De ziektekostenverzekeraar heeft als enige<br />

overzicht op patiëntniveau. Maar binnen de<br />

bestaande dataregistratie <strong>van</strong> de<br />

ziektekostenverzekeraar is het evenmin<br />

mogelijk dit te beantwoorden. De DBCregistratie<br />

is niet specifiek genoeg om hierover<br />

uitsluitsel te geven (problemen met<br />

onderscheid linker & rechter oog en<br />

onderscheid datum ok en datum re-ok).<br />

32


Bijlage 1 Autorisatie indicatoren door NOG<br />

33


Ontwerp Studio Bau Winkel, Illustraties Femke <strong>van</strong> Heerikhuizen 300/04/2007<br />

ZonMw<br />

Laan <strong>van</strong> Nieuw Oost Indië 334,<br />

2593 CE Den Haag<br />

Postbus 93245,<br />

2509 AE Den Haag<br />

Telefoon 070 349 51 50<br />

Fax 070 349 53 95<br />

kiezenin<strong>zorg</strong>@zonmw.nl<br />

www.zonmw.nl/kiezenin<strong>zorg</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!