Raadsvoorstel - Gemeente Heerlen
Raadsvoorstel - Gemeente Heerlen Raadsvoorstel - Gemeente Heerlen
Ad 1. Financiën. Maatstaf krimp en kostenremanentie Toevoeging krimpmaatstaf algemene uitkering Ingaande 2011 is een tijdelijke krimpmaatstaf aan het gemeentefonds toegevoegd, hetgeen voor onze gemeente neerkomt op een jaarlijks bedrag van € 2.100.000 in 2011 t/m 2014 en € 1.600.000 in 2015. Deze bedragen zijn verwerkt in de meerjarenbegroting. Deze toevoeging zal na 5 jaar worden geëvalueerd en beoordeeld in het jaarlijkse ‘Periodiek Onderhouds Rapport gemeentefonds (POR). Daartoe zal onderzoek worden gedaan bij de gemeenten die in aanmerking komen voor deze krimpmaatstaf. Door de krimp daalt de algemene uitkering. Dit werd reeds in 2008 door de Raad voor de Financiële Verhoudingen in haar rapport ‘Bevolkingsdaling, gevolgen voor bestuur en financiën’ voorspeld. In hoeverre sprake is van een evenredigheid tussen lagere inkomsten en lager kosten is daarbij eveneens onderzocht. De kern van hun verhaal was: ‘krimpgemeenten hebben tijdens de krimp hogere lasten omdat het voorzieningenniveau niet evenredig kan dalen met het inwoneraantal waardoor hun vermogen om het voorzieningenniveau op peil te houden serieus op de proef wordt gesteld en nieuwe ontwikkelingen worden geblokkeerd’. De RFV staat hierin niet alleen. Ook Duits onderzoek (Prof. Dr. Martin Junkernheinrich, T.U. Kaiserslautern) wijst uit dat krimpgebieden te maken hebben met het fenomeen kostenremanentie. Onderzoek door de rekenkamercommissie Parkstad Limburg: Demografie, Gemeentelijke Financiën en Voorzieningen Deel 1: De Algemene Uitkering laat zien dat de Algemene Uitkering in de periode 2010 - 2035 voor de gemeente Heerlen, gemiddeld per jaar, daalt met: € 1.000.000. In 2035 bedraagt de daling 25% oftewel € 27 miljoen. Het onderzoek van de rekenkamercommissie laat zien dat de daling van de Algemene Uitkering met ongeveer hetzelfde percentage daalt als de daling van het aantal inwoners. De directe relatie van de verandering van het aantal inwoners met de verandering van de Algemene Uitkering is op het eerste gezicht verrassend, omdat de Raad voor de Financiële Verhouding/Raad voor het openbaar bestuur heeft aangegeven dat slechts 19% van de Algemene Uitkering rechtstreeks zou samenhangen met de inwonersaantallen. Doch belangrijke andere elementen van de Algemene Uitkering, zoals het aantal klanten, uitkeringsgerechtigden, huishoudens met lage inkomens en woonruimten zijn feitelijk slechts verbijzonderingen van deze inwonersaantallen en zullen dus evengoed dalen als het inwonersaantal daalt. Onderzoek door de gemeente Heerlen bevestigt het beeld van de rekenkamercommissie Parkstad Limburg. Ook in dit onderzoek wordt een flinke daling van het gemeentefonds zichtbaar. Een daling van de Algemene Uitkering door demografische effecten wil nog niet zeggen dat de Algemene Uitkering als gevolg hiervan aangepast moet worden in al zijn facetten. Als krimp in verband wordt gebracht met kostenremanentie wordt meer en meer duidelijk dat de toevoeging van de krimpmaatstaf aan de Algemene Uitkering langjarig nodig is. Een voorbeeld is de extra factor die in het verleden aan het gemeentefonds is toegevoegd toen bleek dat de veen gemeenten die kampten met een slappe bodem hierdoor extra kosten maakten en niet in staat waren om een gelijkwaardig voorzieningenniveau te handhaven als soortgelijke gemeenten met een vaste bodem. Helaas zijn de remanentiekosten als gevolg van krimp nog niet concreet in beeld gebracht omdat onderzoek naar de gemeentelijke financiën in samenhang met demografische krimp feitelijk in de kinderschoenen staat. Desalniettemin heeft Heerlen twee voorbeelden uitgewerkt: het riool en de openbare ruimte. De kosten die hier betrekking op hebben worden betaald uit de algemene middelen of door de burgers zelf. Hierin zit een wezenlijk verschil met de herstructureringsopgave gerelateerd aan de sloop van woningen. Dit zijn desinvesteringskosten die per woningcomplex moeten worden afgedekt. 174
Voorbeelden kostenremanentie Wij willen de Heerlense inwoners een schone en hele leefomgeving bieden. Hiertoe onderhouden en beheren we de openbare ruimte op een zodanige wijze dat deze aan de verwachtingen van burgers, bestuur én gebruikers voldoet en blijft voldoen. Vanuit deze missie willen wij bewoners trots laten zijn op Heerlen, zoals nagestreefd in de centrumvisie en de stadsvisie. Om het meerjaren perspectief te kunnen schetsen hebben we voor het thema de openbare ruimte meerjaren onderhoudplannen gemaakt. Hierin wordt weergegeven wat op basis van de landelijke normen aan onderhoud en vervanging te verwachten is. Wat betekent krimp nu voor de openbare ruimte? Onze stad blijft in omvang/oppervlakte gelijk, de bebouwing zal echter minder intensief zijn. De rioleringen en de wegen vormen echter netwerken die niet significant zullen wijzigen. Het ligt in de lijn der verwachting dat er zelfs openbare ruimte bij komt. Als we de kosten voor watermanagement nu relateren aan het aantal huishoudens, dat de rekening voor deze openbare ruimte moeten betalen, dan zien we dat door het dalende aantal huishoudens de kosten per huishouden zullen stijgen. Door de zwakke sociale structuur kunnen nu al niet alle huishoudens meebetalen aan de kosten. De overige huishoudens moeten deze kosten voor hun rekening nemen. Zoals onderstaande grafieken laten zien versterken beide effecten elkaar. De draagkracht van de burgers voor het betalen van de lokale lasten kent natuurlijk ook grenzen. Voor het onderhoud van de openbare ruimte krijgt de burger niet direct de rekening. Deze kosten worden betaald uit de algemene uitkering. Toch kunnen we ook deze kosten relateren aan het aantal huishoudens. Ook hier zien we een stijging van de kosten per huishouden. Deze stijging wordt uitsluitend door krimp veroorzaakt. € 350 € 330 € 310 € 290 € 270 € 250 € 230 € 210 € 190 € 170 krimp kwijtschelding excl krimp en kwijtschelding Rioolheffing per betalend huishouden € 150 2011 2015 2020 2025 2030 2035 2040 € 350 € 340 € 330 € 320 € 310 € 300 € 290 € 280 € 270 € 260 krimpeffect kosten onderhoud OR Kosten IBOR per huishouden € 250 2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040 175
- Page 123 and 124: Het financiële belang van deze pro
- Page 125 and 126: Het project ‘Bobby’ bestaat uit
- Page 127 and 128: Besloten Vennootschappen programma
- Page 129 and 130: Zeggenschap In de vorm van aandeelh
- Page 131 and 132: Parkstad Limburg Theaters N.V. Prog
- Page 133 and 134: Ontwikkelingen Ten tijde van de opm
- Page 135 and 136: Zeggenschap De GR WOZL is m.i.v. 20
- Page 137 and 138: Technohouse B.V. Programma Economis
- Page 139 and 140: Holding Roda Kerkrade N.V./Stichtin
- Page 141 and 142: Brandweer Zuid-Limburg / Geneeskund
- Page 143 and 144: Ontwikkelingen Het is inmiddels alw
- Page 145 and 146: Ontwikkelingen Jaarlijks wordt een
- Page 147 and 148: Stichting WTC Heerlen-Aachen. Progr
- Page 149 and 150: Naam van de verbonden partij: Enexi
- Page 151 and 152: Naam van de verbonden partij: Cross
- Page 153 and 154: Zeggenschap De gemeente Heerlen is
- Page 155 and 156: Naam van de verbonden partij: Claim
- Page 157 and 158: Ontwikkelingen Het risico en daarme
- Page 159 and 160: Ontwikkelingen Realiseert de verbon
- Page 161 and 162: Ontwikkelingen per complex Complex
- Page 163 and 164: 1.6 Burgemeester Gijzelslaan 1 De o
- Page 165 and 166: 2.8 Burg. Slanghenstraat De grondex
- Page 167 and 168: 6. Industrieterreinen 6.1 De Beitel
- Page 169 and 170: Het verlies over de grondexploitati
- Page 171 and 172: 2.8 Demografi sche ontwikkelingen/k
- Page 173: Dit dragen we ook actief uit waarbi
- Page 177 and 178: Wat kunnen we zelf? Samen met het r
- Page 179 and 180: Van convenanten naar bestuurlijke d
- Page 181 and 182: 181
- Page 183 and 184: PASSIVA Bedragen * € 1.000 VASTE
- Page 185 and 186: 5. Toelichtingen Voor de toelichtin
- Page 187 and 188: Categorie Hoofdobject Subobject Jar
- Page 189 and 190: 5.2 Toelichting op de balans per 31
- Page 191 and 192: Financiële vaste activa Financiël
- Page 193 and 194: Overlopende activa Omschrijving 1/1
- Page 195 and 196: Herschikking van deze reserves is t
- Page 197 and 198: Voorzieningen Voorzieningen Omschri
- Page 199 and 200: Egalisatievoorzieningen tarieven
- Page 201 and 202: Onderhoudsegalisatievoorzieningen
- Page 203 and 204: 5.2.1 Niet uit de balans blijkende
- Page 205 and 206: 5.3.2 Gemeentefonds Algemeen Bij de
- Page 207 and 208: 5.3.3 Dividend Enexis Holding N.V.
- Page 209 and 210: 5.4 Overzicht incidentele baten las
- Page 211 and 212: 6.2 Toezicht en bevindingen Control
- Page 213 and 214: Bijlagen Single information, Single
- Page 215 and 216: Ontvanger I N D I C A T O R E N “
- Page 217 and 218: Ontvanger I N D I C A T O R E N “
- Page 219 and 220: Ontvanger I N D I C A T O R E N “
- Page 221 and 222: Ontvanger I N D I C A T O R E N “
- Page 223 and 224: Ontvanger I N D I C A T O R E N “
Voorbeelden kostenremanentie<br />
Wij willen de <strong>Heerlen</strong>se inwoners een schone en hele leefomgeving bieden. Hiertoe onderhouden en beheren we<br />
de openbare ruimte op een zodanige wijze dat deze aan de verwachtingen van burgers, bestuur én gebruikers<br />
voldoet en blijft voldoen. Vanuit deze missie willen wij bewoners trots laten zijn op <strong>Heerlen</strong>, zoals nagestreefd in<br />
de centrumvisie en de stadsvisie.<br />
Om het meerjaren perspectief te kunnen schetsen hebben we voor het thema de openbare ruimte meerjaren<br />
onderhoudplannen gemaakt. Hierin wordt weergegeven wat op basis van de landelijke normen aan onderhoud<br />
en vervanging te verwachten is.<br />
Wat betekent krimp nu voor de openbare ruimte? Onze stad blijft in omvang/oppervlakte gelijk, de bebouwing<br />
zal echter minder intensief zijn. De rioleringen en de wegen vormen echter netwerken die niet significant zullen<br />
wijzigen. Het ligt in de lijn der verwachting dat er zelfs openbare ruimte bij komt.<br />
Als we de kosten voor watermanagement nu relateren aan het aantal huishoudens, dat de rekening voor deze<br />
openbare ruimte moeten betalen, dan zien we dat door het dalende aantal huishoudens de kosten per huishouden<br />
zullen stijgen. Door de zwakke sociale structuur kunnen nu al niet alle huishoudens meebetalen aan de<br />
kosten. De overige huishoudens moeten deze kosten voor hun rekening nemen. Zoals onderstaande grafieken<br />
laten zien versterken beide effecten elkaar. De draagkracht van de burgers voor het betalen van de lokale lasten<br />
kent natuurlijk ook grenzen.<br />
Voor het onderhoud van de openbare ruimte krijgt de burger niet direct de rekening. Deze kosten worden<br />
betaald uit de algemene uitkering. Toch kunnen we ook deze kosten relateren aan het aantal huishoudens. Ook<br />
hier zien we een stijging van de kosten per huishouden. Deze stijging wordt uitsluitend door krimp veroorzaakt.<br />
€ 350<br />
€ 330<br />
€ 310<br />
€ 290<br />
€ 270<br />
€ 250<br />
€ 230<br />
€ 210<br />
€ 190<br />
€ 170<br />
krimp<br />
kwijtschelding<br />
excl krimp en kwijtschelding<br />
Rioolheffing per betalend huishouden<br />
€ 150<br />
2011 2015 2020 2025 2030 2035 2040<br />
€ 350<br />
€ 340<br />
€ 330<br />
€ 320<br />
€ 310<br />
€ 300<br />
€ 290<br />
€ 280<br />
€ 270<br />
€ 260<br />
krimpeffect<br />
kosten onderhoud OR<br />
Kosten IBOR per huishouden<br />
€ 250<br />
2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040<br />
175